Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 7

3.

1 Energie en klimaatverandering
Energie
Energie > kracht om dingen te laten werken.
Aardgas > belangrijke energiebron in Nederland komt door de gasbel van Slochteren in Groningen, 3
km diep, wordt al meer dan 50 jaar aardgas gewonnen. Aardgas is ook onder de Waddenzee en de
Noordzee.
Aardolie, steenkool > gevormd uit fossiele brandstoffen= afgestorven planten, dieren.
Duurzame energiebronnen > gaat nooit op. Bijv. water.

Motor en de welvaart
Fossiele brandstoffen > benzine, diesel, kerosine > steenkool en aardgas worden gebruikt voor
elektriciteit > zonder fossiele brandstoffen= lage ontwikkelingspeil > ook wel motor genoemd.
Energie > uit buitenland > figuur 3= energiebalans Nederland > boven= winning, onder= verbruik,
links= invoer en rechts= uitvoer.

Klimaatverandering
Fossiele brandstoffen > nadelen= verspreiding koolzuurgas (CO2) in atmosfeer > versterkt
broeikaseffect > houd zon vast > hierdoor is klimaatverandering.
Zeewater > warmt op > zeespiegel stijgt > landijs en gletsjers smelten > zeespiegelstijging neemt toe.

Aardbevingen
Aardbevingen > Groningen, worden steeds sterker > meten met schaal van richter > door
aardgaswinning van 3 km diep > druk daalt en zandsteen zakt in elkaar.

B52 Wind
Wind > in lucht zitten moleculen als deze bewegen is het wind.
Windmeter > mast 10m hoog > kijkt hoe hard het waait.
Schaal van Beaufort > voor windmeter > van 0 tot 12 > 12= orkaan.

B73 Aardbevingen
Platen > drijven op magma > platen verschuiven > aardkorst beweegt >heel snel gebeurd=aardbeving
Aardbeving > begint diep in de aarde= hypocentrum > punt waar de aardbeving het sterkst is=
Epicentrum > zwaarte aardbeving als platen naar elkaar toe gaan= convergentie.

B125 Koolstofkringloop
Koolzuurgas > planten en algen voor groei > zuurstof vrij= fotosynthese > via transpiratie van bomen,
verbranding van fossiele brandstoffen en ontbossing komt CO2 vrij= koolstofkringloop.

B126 Versterkt broeikaseffect


Koolzuurgas > in dampkring > houd warmte vast= broeikaseffect > anders was het te koud > door
teveel CO2= versterkt broeikaseffect.

B127 Klimaatverandering
Klimaatverandering > is normaal > temperatuur wordt steeds warmer > er is een versterkt
broeikaseffect.
3.2 De energie van de toekomst
Duurzaam en Zuinig
Fossiele brandstoffen> op = op
Energiebesparing> zuiniger omgaan met energie door: isolatie huizen en zuinige auto’s
Energietransitie> vervangen fossiele brandstoffen door duurzame energiebronnen door: zonne-
energie en wind- energie
Duurzaamheid> niet meer gebruiken dan nodig is

De wind
Windmolens> staan bij de kust
Nadelen> lawaai, lelijk, betrouwbaarheid, aan hoogspanningskabels
Voordelen> kan op zee alleen is dat wel 3x duurder

De zon
Zonnepanelen>neemt toe, geen windmolen parken in Nederland
Nadelen> hoge kosten, betrouwbaarheid, weinig uren zon
Voordelen> duurzaam, schoon

Biomassa
Biomassa> ook wel hout, groente- en tuinafval > verbrand in elektriciteitscentrales en
afvalverbrandingsinstallaties > water verhit tot stoom > stoom drijft generatoren = elektriciteit > dit
word biobrandstof dat is groene, duurzame benzine, diesel of gas voor auto’s en vliegtuigen.

Soorten biomassa

- Afval: huisvuil, groente-,fruit-en tuinafval, mest van veeteelt, organische resten: rioolslib>
verbrand
- Hout: brandstof elektrische centrales, wordt samengeperst tot pallets.
- Akkerbouw gewassen: oliepalmen, koolzaad, mais en suikerriet> grootste deel
energiegewassen verbouwd in Nederland, ingevoerd uit het buitenland.
- Algen: nieuwste soort, eencellige diertjes> maken olie> biobrandstof is erg duur

B132
Duurzaamheid> door duurzame grondstoffen of van fossiele naar duurzame energiebronnen of
plastic van plantenresten, energiebesparing is nodig om zo lang mogelijk fossiel brandstoffen te
gebruiken.
Slopen van auto> 85% moet volgens de EU hergebruikt worden, ook ander dingen> recycling of
kringloop.

B134
Hernieuwbare of duurzame energiebronnen> dragen niet bij het versterkt broeikaseffect, geen CO2

- Zonne-energie> zonnepanelen
- Windenergie> windmolens, met generatoren
- Hydro-elektriciteit> voor bergebieden met watervallen
- Biomassa> afval wordt biobrandstof
- Geothermische energie> bij vulkanen, stoom wordt elektriciteit door generatoren
3.4 Water: de bescherming van de kust
Onder de zeespiegel

- Nederland ligt voor een groot deel beneden de zeespiegel


- Dijken en duinen> beschermen lage land: Afsluitdijk in Zeeland en deltawerken
- Achter de dijken liggen de polders daar worden wordt de waterstand kunstmatig beheerd
- Waterschappen zijn organisaties die zorgen voor de polders> tegen wateroverlast in polders

De zeespiegel stijgt

Kenmerken grondinzakking Nederland


- Wipwap effect> 2mm Scandinavië
- Grondwater wordt weggepompt daardoor droogt het veen uit
- Door winning van delfstoffen zoals: aardgas
- Relatieve zeespiegelstijging is dat de grond daalt en de zeespiegel stijgt

Zand beschermt
Mensen doen er alles aan om zeespiegelstijging tegen te houden zoals dijken en duinen hoger maken

- Zandsuppletie> extra zand aanleggen omdat zee van zw naar no gaat


- De zandmotor spuit zand dat zich in 20 jaar verspreid

B17 Kaartvaardigheden
Door goed naar de kaart en legenda te kijken

- Kaartanalyse> hierbij orden je gegevens op de kaart


1. Verdeel de kaart in deelgebieden> regelmatigheid en patronen
2. Meerdere kaarten vergelijken door een verband te leggen
- Kaartinterpretatie> hierbij zoek je een verklaring

B86 IJstijden
Soms komt er een periode waarbij de temperatuur daalt (gemiddeld niet meer dan 5 graden)> dir
heet ijstijd of glaciaal

- Gletsjers groeien aan en er komen uitgestrekte ijskappen


- tussen ijstijden zitten ook interglacialen hierbij warmt de aarde op

3.5 Rivieren temmen


Meer wateroverlast

- meer regenen door verdamping> rivieren voeren meer water af> het stroomgebied van de
Rijn en de Maas wordt via de delta afgevoerd> Nederland is het afvoerputje van Europa
- in bergen valt er sneeuw> eerst smelten voor afvoeren> regen moet gelijk afgevoerd
worden> hierdoor stijgt het debiet
- in de zomer valt er veel neerslag en rivieren hebben dan veel meer water
Rivieren en delta
Ruimte voor rivier voor betere bescherming bij hoogwater

- obstakels verwijderen uit rivierbeddingen en uiterwaarde


- uiterwaarde afgraven en rivier uitbaggeren
- winterdijk verlegen
- zomerdijk verlegen
- nevengeul graven
- tijdelijke opslagplaatsen creëren bij ontmoeting zeewater en rivierwater

Water in de stad
Als het reggend kan de regen niet in de grond stromen door asfalt daardoor:

- wadi’s> daar wordt regenwater in opgevangen


- waterpleinen> als het droog is kunnen kinderen spelen en als het reggend is het nat
dit is een klimaatbestendige inrichting

Water in het landelijke gebied


Ruilverkavelingen> herinrichting landbouwgebieden> voor hogere opbrengsten

- verbetering waterafvoer> rechte sloten


- rivierbocht uitgraven
- gebied dat tijdelijk water kan opvangen> droge periode, genoeg water

Droogte

- winters worden natter zomers droger> watertekort


- zout water kan dijken binnendringen> geen drinkwater
- zoet naar zout water is verzilting
- Het IJsselmeer is de grootste zoet water voorraad van Nederland

B118 Waterkringloop
De waterkringloop is de verplaatsing van water

- Verdamping> van water naar waterdamp> dan gaat het condenseren = korte waterkringloop
- Door wind blaast wolk met neerslag naar land en komt later in zee = lange waterkringloop
- Som van evaporatie (verdamping) en transpiratie (verdamping bladeren) is evapotranspiratie
- Grondwater gaat naar rivieren of zee

B120 Rivieren

- Regenrivieren, gletsjerrivieren (gemengde rivieren)


- Stroomstelsel zijn alle zijtakken en de rivier zelf> dit is het hele stroomgebied
- Grens tussen 2 stroomgebieden is waterscheiding
- De schommeling in water is regiem

B122 Water en inrichting

- Veengebied> kronkelige sloten


- Droogmakerij> rechte sloten
- Ringdijk> rond een meer> water wordt weggepompt naar ringvaart

B186 Landbouw en inrichting


Herinrichting met aandacht voor landbouw, natuurbehoud en recreatie

You might also like