Professional Documents
Culture Documents
Regels en Richtlijnen Examencommissie 2020-2021 Def 1
Regels en Richtlijnen Examencommissie 2020-2021 Def 1
Artikel 1
1. Deze Regels en Richtlijnen zijn van toepassing op de opleidingen van de Faculteit der
Rechtsgeleerdheid.
2. De richtlijnen voor het schrijven van een essay zijn te raadplegen op de website.
Artikel 2
De bepalingen in de universitaire Model Regeling Fraude1, de Model Regeling Huisregels
Tentamenruimten2 en de door het college van bestuur van de Radboud Universiteit vastgestelde
Richtlijn huisregels digitale tentamens in Cirrus met Proctorio3 zijn van toepassing op de opleidingen
van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid.
In aanvulling op de bovengenoemde regelingen bevatten deze Regels en Richtlijnen nadere bepalingen
omtrent de gang van zaken rondom tentamens en examens.
Artikel 3
In aanvulling op de Model Regeling Fraude, geldt voor de faculteit der Rechtsgeleerdheid het
volgende ten aanzien van artikel 3 lid 2 sub b:
b. fraude bij het maken van scripties en andere werkstukken, waaronder
iv. het niet duidelijk aangeven in de tekst van scripties en andere werkstukken, bijvoorbeeld
door middel van aanhalingstekens, dat tekst letterlijk is overgenomen van een ander, zelfs
indien een verwijzing naar de oorspronkelijke publicatie is toegevoegd;
v. het overnemen van een letterlijke vertaling van andermans tekst;
Artikel 4
In aanvulling op de Model Regeling Fraude, geldt voor de faculteit der Rechtsgeleerdheid het
volgende ten aanzien van artikel 3 lid 2 sub c:
c. overige fraude bij toetsing en examinering, waaronder
iv. aanwezigheidsfraude bij onderwijsbijeenkomsten door fraude met aanwezigheidslijsten;
v. weigerachtigheid inzake legitimatie
Artikel 5
1. De examencommissie houdt toezicht op vaststelling van plaats en tijdstip van de tentamens en op
de tijdige bekendmaking daarvan.
Artikel 6
De student die niet in staat is aan één of meer tentamens deel te nemen, dient daarvan zo spoedig
mogelijk, doch uiterlijk op de dag en voor het tijdstip waarop het tentamen zou moeten worden
afgelegd, mededeling te doen aan de tentamenorganisatie. Afmelden tot uiterlijk vijf werkdagen
voorafgaand aan het tentamen kan via Osiris, binnen vijf werkdagen voor het tentamen dient de
tentamenorganisatie rechtstreeks te worden geïnformeerd. Van kandidaten die onaangekondigd een
tentamen verzuimen, terwijl zij zich hadden aangemeld wordt de uitslag vastgesteld op ND (niet
deelgenomen).
Artikel 7
In aanvulling op de Model Regeling Huisregels Tentamenruimten, geldt voor de faculteit der
Rechtsgeleerdheid het volgende ten aanzien van artikel 10:
3. Gebruik van wet- en verdragsteksten, alsmede het gebruik van tabbladen is toegestaan. Het
bijschrijven van nummers van wetsartikelen, verdragsbepalingen en namen van rechterlijke
uitspraken, alsmede onderstrepingen en arceringen zijn toegestaan. Als fraude gelden alle andere
bijschrijvingen. Daarnaast geldt als fraude het aanbrengen van arceringen en/of onderstrepingen
die kennelijk als codering dienen.
4. Voor tentamens in het B2- en B3-jaar is het gebruik van de jurisprudentiebundel van het
betreffende vak toegestaan. Dit geldt in beginsel ook voor de tentamens in de masterfase, tenzij
schriftelijk anders is aangegeven bij aanvang van het betreffende vak. Het gebruik van andere
bundels geldt als fraude.
Artikel 8
Het is toegestaan een voldoende te herkansen onder de volgende voorwaarden:
- alleen vakken in de masterfase komen voor herkansing in aanmerking;
- er kan slechts één voldoende worden herkanst
- het laatst behaalde cijfer telt, ook als dit lager is;
- er kan alleen herkanst worden als een judicium in het geding is, als het een afstudeervak
betreft waarbij het cijfer van belang is voor toelating tot een vervolgopleiding of als de student
een ander aanwijsbaar zwaarwegend belang kan aanvoeren;
- er dient een verklaring van de examencommissie en een cijferlijst te worden overgelegd.
- de uiteindelijke beoordeling is aan de docent van het vak waarvoor de student een voldoende
wenst te herkansen.
Artikel 9
Voor het vaststellen van het judicium voor het bachelorexamen gelden voor alle studenten die vóór 1
september 2015 zijn gestart met de bacheloropleiding de bepalingen met betrekking tot het judicium,
zoals die zijn opgenomen in de Richtlijnen van de Examencommissie van het studiejaar 2013-2014.
Voor alle studenten die vanaf 1 september 2015 zijn gestart met de bacheloropleiding gelden voor het
vaststellen van het judicium voor het bachelorexamen de regelingen omtrent de criteria voor het
verlenen van een judicium opgenomen in de Onderwijs- en Examenregeling van het studiejaar waarin
zij zijn gestart met de bacheloropleiding.
Voor het vaststellen van het judicium voor het masterexamen gelden voor alle studenten die het eerste
mastervak vóór 1 september 2015 hebben behaald en voor het eerst in de masteropleiding zijn
ingeschreven vóór 1 september 2016 de bepalingen met betrekking tot het judicium, zoals die zijn
opgenomen in de Richtlijnen van de Examencommissie van het studiejaar 2013-2014. In alle overige
gevallen gelden voor het vaststellen van het judicium voor het masterexamen de regelingen omtrent de
criteria voor het verlenen van een judicium opgenomen in de Onderwijs- en Examenregeling (OER).
Voor de studenten die het eerste mastervak vanaf 1 september 2015 hebben behaald en een eerste
masterinschrijving hebben vóór 1 september 2015, gelden de bepalingen in de OER van het studiejaar
2015-2016. In de overige gevallen dat de bepalingen in de OER gelden, gelden de bepalingen in de
OER van het studiejaar van de eerste masterinschrijving.
Artikel 10
Uitsluitend na een besluit van de Examencommissie kunnen studenten in bijzondere gevallen
(persoonlijke overmacht) een extra tentamen afleggen.
Artikel 11
Deze regeling, die kan worden aangehaald als "Regels en Richtlijnen van de Examencommissie",
treedt in werking op 1 september 2020.
Bijlage 1 : Richtlijn voor het surveilleren bij schriftelijke tentamens als
bedoeld in artikel 5 lid 6 van de Regels en Richtlijnen Examencommissie
1. Voor elk schriftelijk tentamen worden de nodige surveillanten aangewezen door of namens het
faculteitsbestuur. Deze surveillanten zijn geen studenten of student-assistenten van de faculteit.
De tentamenorganisatie draagt er zorg voor dat voldoende surveillanten aanwezig zijn bij een
tentamen. Per 50 studenten in een zaal is één surveillant aanwezig. Bij tentamens in de sporthal is
er daarnaast een coördinerend surveillant aanwezig.
2. De verantwoordelijke sectie draagt zorg voor het tijdig aanleveren van de tentamens op de
tentamenlocatie. Bij tentamens in de sporthal is de docent tenminste 45 minuten voor aanvang
van het tentamen aanwezig. Bij tentamens in overige zalen is de docent tenminste 30 minuten
voor aanvang aanwezig.
3. Alle studenten die staan aangemeld voor het tentamen, mogen deelnemen aan het tentamen. Staat
een student niet op de lijst, dan mag hij niet deelnemen aan het tentamen.
4. De surveillanten geven aanwijzingen met betrekking tot door een of meer kandidaten in te nemen
plaatsen.
5. De surveillanten geven voorafgaand aan het tentamen aan welke naslagwerken niet geoorloofd
zijn. De aanwezigheid van deze naslagwerken, ook zonder gebruikmaking ervan, geldt als fraude.
Wetboeken worden door de aanwezige docent gecontroleerd. Overige naslagwerken kunnen door
de docent danwel de surveillant worden gecontroleerd.
6. Studenten dienen zich te kunnen legitimeren met behulp van een geldig legitimatiebewijs. Een
collegekaart van de RU voldoet niet. Kan de student zich niet legitimeren dan wordt de student de
toegang tot de tentamenruimte ontzegd.
7. Kandidaten mogen de tentamenzaal tot een half uur na aanvang van het tentamen niet verlaten.
9. Degene die de verantwoordelijkheid voor het tentamen draagt, bepaalt wie de tentamens in
ontvangst neemt en onder zich houdt, in afwachting van nadere aanwijzingen.
11. De inlevering van het tentamenwerk geschiedt tegen afgifte van een door één der surveillanten
ondertekend bewijs van ontvangst. De surveillanten overtuigen zich daarbij van de identiteit van
de deelnemers. Bij het ontbreken van een deugdelijke legitimatie wordt een aantekening op het
tentamenwerk geplaatst.
Artikel 2. Begripsbepalingen
De in deze regeling voorkomende begrippen hebben, indien die begrippen ook voorkomen in de Wet
op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (hierna verder: de WHW) of de onderwijs- en
examenregeling van de opleiding (hierna verder: de OER) de betekenis die de WHW of de OER
daaraan geeft.
Artikel 5. Herstelmaatregelen
Indien door de examencommissie fraude is vastgesteld:
a) verklaart de examencommissie het desbetreffende tentamen of examen ongeldig, en
b) vermeldt de examencommissie de vaststelling van fraude en, indien van toepassing, de
opgelegde sancties in het studentendossier van de student.
Artikel 6. Sancties
1. Indien door de examencommissie fraude is vastgesteld, kan de examencommissie:
a) bepalen dat de student een of meer tentamens of examens niet mag afleggen
gedurende een door de examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste een jaar;
b) bepalen dat op het getuigschrift geen judicium wordt toegekend;
c) aan de Dean van de Honours Academy voorstellen te bepalen dat de student niet tot
het honoursprogramma van de universiteit of de faculteit zal worden toegelaten dan
wel voorstellen dat de deelname van de student aan het honoursprogramma van de
universiteit of de faculteit wordt beëindigd.
Indien door de examencommissie ernstige fraude is vastgesteld, kan de examencommissie
tevens
d) aan het college van bestuur voorstellen om de inschrijving van de student voor een
opleiding definitief te beëindigen.
2. Na door de examencommissie vastgestelde ernstige fraude, kan het college van bestuur op
voorstel van de examencommissie de inschrijving van de student voor een opleiding definitief
beëindigen.
3. De sancties als bedoeld in deze bepaling worden opgelegd met ingang van de dag volgend op
de datum waarop de beslissing tot het opleggen van de sancties aan de student is
bekendgemaakt.
Paragraaf 3. Overgangsbepalingen
[eventuele overgangsregelingen toevoegen]
Paragraaf 4. Slotbepalingen
Artikel 2. Begripsbepalingen
De in deze regeling voorkomende begrippen hebben, indien die begrippen ook voorkomen in de Wet
op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (hierna verder: de WHW) of de onderwijs- en
examenregeling van de opleiding (hierna verder: de OER) de betekenis die de WHW of de OER
daaraan geeft.
Paragraaf 2. Huisregels
Paragraaf 3. Overgangsbepalingen
[eventuele overgangsregelingen toevoegen]
Paragraaf 4. Slotbepalingen
1. Ten behoeve van de goede gang van zaken tijdens het afnemen van digitale tentamens in
Cirrus met online proctoring met Proctorio, behorende bij het onderwijs en het examen van
een opleiding aan de Radboud Universiteit, stelt het College van Bestuur van de Radboud
Universiteit de navolgende richtlijn vast.
2. Dit is een richtlijn in de zin van artikel 7 van de Structuurregeling van de Radboud
Universiteit.
3. De huisregels in deze regeling zijn van toepassing op alle studenten die deelnemen aan een
digitaal tentamen in Cirrus met online proctoring door Proctorio.
4. De volgende artikelen uit deze regeling zijn mede van toepassing op studenten die
deelnemen aan een off campus tentamen in Cirrus zónder online proctoring:
a. Artikel 4;
b. Artikel 5, lid 1 t/m lid 4 en lid 7;
c. Artikel 10;
d. Artikel 11;
5. De Regeling Fraude is op deze regeling van toepassing. Het niet naleven van onderstaande
voorschriften kan leiden tot een vermoeden van fraude in de zin van de Regeling Fraude.
Artikel 2. Begripsbepalingen
De in deze regeling voorkomende begrippen hebben, indien die begrippen ook voorkomen in de
Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (hierna verder: de WHW) of de
onderwijs- en examenregeling van de opleiding (hierna verder: de OER) de betekenis die de WHW
of de OER daaraan geeft.
Paragraaf 2. Huisregels
Artikel 3. Identificatie
2. Indien de student geen collegekaart heeft of als identificatie op grond van de collegekaart
niet mogelijk is, kan de student zich legitimeren met een geldig identiteitsbewijs (paspoort,
identiteitskaart, rijbewijs of verblijfsvergunning).
3. Bij gebruik van een geldig identiteitsbewijs moeten naam en pasfoto zichtbaar zijn. Alle
andere gegevens, zoals het BSN-nummer, moet de student afschermen.
4. Indien de student zich niet als bovenomschreven kan legitimeren kan dit leiden tot een
vermoeden van fraude.
Toelichting:
- Controle op identiteit vindt plaats op basis van een foto van het identificatiemiddel. Deze foto
wordt na afloop van de toets gecontroleerd door een selecte groep getrainde reviewers.
1. Het tentamen start op het geplande tijdstip. Als het tentamen door omstandigheden later
aanvangt, wordt er op toegezien dat de geplande tentamenduur door de student volledig kan
worden benut.
2. De student kan tot 15 minuten na de geplande starttijd alsnog starten aan het tentamen.
1. Het tentamen moet worden afgelegd in een rustige en goed verlichte ruimte.
2. Het tentamen wordt afgelegd aan een bureau of (staand) aan een tafel.
3. De student heeft tijdens het tentamen geen hulpmiddel tot zijn of haar beschikking, tenzij het
hulpmiddel uitdrukkelijk en voor aanvang van het tentamen door de examinator is
toegestaan.
4. De volgende zaken zijn niet toegestaan tijdens afname van het tentamen. Deze lijst is niet
limitatief:
b. Het verlaten van de ruimte of het verlaten van de positie achter de computer.
h. Het niet of onzorgvuldig uitvoeren van één of meer gevraagde scan van de toetsplek.
i. Gebruik van een Virtual Machine.
5. Indien de ruimte per ongeluk toch door een ander persoon wordt betreden, dient de student
dit direct te melden via de e-support chat.
6. Als uitzondering op sub c in lid 4 is wel toegestaan dat er één mobiele telefoon in
vliegtuigmodus op het bureau ligt. Deze telefoon mag alleen worden gebruikt om contact op
te nemen met e-support indien het toetsdevice definitief is vastgelopen of als de
internetverbinding langdurig is onderbroken.
Toelichting
- Bij dit type tentamen is het noodzakelijk dat de student inlogt in de toetssoftware met het s-nummer
en het daarbij behorende wachtwoord. Het is dus van belang dat de student deze gegevens uit het
hoofd kent.
1. Het is niet toegestaan het tentamen op een iPad, tablet of smartphone te maken.
d. Als de ruimte waarin het tentamen wordt gemaakt beschikt over een stabiele
internetverbinding met een snelheid van minimaal 1Mbps.
Artikel 7. Ondersteuning tijdens het tentamen
Indien de student voor of tijdens het tentamen tegen (technische) problemen aanloopt, dient deze zo
spoedig mogelijk contact op te nemen met de e-support chat.
Eten en drinken tijdens het tentamen is niet toegestaan, met uitzondering van een transparant glas of
flesje (zonder etiket) drinken. Noodzakelijke medicatie mag worden ingenomen.
Toelichting
1. Na afloop van het tentamen is de student verplicht het tentamenwerk in te leveren. Het is niet
toegestaan om tijdens het tentamen Proctorio en alle fraudedetectie functionaliteiten te
stoppen anders dan op ‘exit’ te klikken bij het inleveren van het tentamen.
2. Het niet opvolgen van de instructie kan leiden tot een vermoeden van fraude.
Toelichting:
- Het inleveren van de toets gebeurt door in Cirrus op ‘complete assessment’ en na bevestiging op
‘exit’ te klikken. De toets is dan ingeleverd in de toetssoftware en de Proctorio software stopt dan
automatisch met opnemen.
- Nadat het tentamen is ingeleverd en de opname is gestopt is het advies om de Proctorio plug-in te
deactiveren of te de-installeren.
Voor studenten die vanwege een specifieke hulpvraag of functionele beperking een studentgebonden
voorziening toegekend hebben gekregen, geldt – afhankelijk van de getroffen voorziening – een
uitzondering op de hiervoor benoemde huisregels.
Paragraaf 3. Slotbepalingen
In bijzondere gevallen kan door de examinator van het bepaalde in deze richtlijn worden afgeweken.
Deze richtlijn wordt vastgesteld en gewijzigd door het college van bestuur.
Deze richtlijn treedt in werking op de datum van vaststelling. De richtlijn is van kracht tot 1
september 2021.
1. Het college van bestuur zorgt voor een passende bekendmaking van deze richtlijn alsmede
voor een passende bekendmaking van eventuele wijzigingen.
2. Ten behoeve van een adequate en heldere informatieverstrekking aan de (aspirant-)student
neemt de decaan deze richtlijn op als bijlage bij de onderwijs- en examenregeling (OER).