Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 18

Regels en Richtlijnen Examencommissie september 2020

Artikel 1
1. Deze Regels en Richtlijnen zijn van toepassing op de opleidingen van de Faculteit der
Rechtsgeleerdheid.
2. De richtlijnen voor het schrijven van een essay zijn te raadplegen op de website.

Artikel 2
De bepalingen in de universitaire Model Regeling Fraude1, de Model Regeling Huisregels
Tentamenruimten2 en de door het college van bestuur van de Radboud Universiteit vastgestelde
Richtlijn huisregels digitale tentamens in Cirrus met Proctorio3 zijn van toepassing op de opleidingen
van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid.
In aanvulling op de bovengenoemde regelingen bevatten deze Regels en Richtlijnen nadere bepalingen
omtrent de gang van zaken rondom tentamens en examens.

Artikel 3
In aanvulling op de Model Regeling Fraude, geldt voor de faculteit der Rechtsgeleerdheid het
volgende ten aanzien van artikel 3 lid 2 sub b:
b. fraude bij het maken van scripties en andere werkstukken, waaronder
iv. het niet duidelijk aangeven in de tekst van scripties en andere werkstukken, bijvoorbeeld
door middel van aanhalingstekens, dat tekst letterlijk is overgenomen van een ander, zelfs
indien een verwijzing naar de oorspronkelijke publicatie is toegevoegd;
v. het overnemen van een letterlijke vertaling van andermans tekst;

Artikel 4
In aanvulling op de Model Regeling Fraude, geldt voor de faculteit der Rechtsgeleerdheid het
volgende ten aanzien van artikel 3 lid 2 sub c:
c. overige fraude bij toetsing en examinering, waaronder
iv. aanwezigheidsfraude bij onderwijsbijeenkomsten door fraude met aanwezigheidslijsten;
v. weigerachtigheid inzake legitimatie

Artikel 5
1. De examencommissie houdt toezicht op vaststelling van plaats en tijdstip van de tentamens en op
de tijdige bekendmaking daarvan.

1 Zie bijlage 2 bij deze Regels en Richtlijnen


2 Zie bijlage 3 bij deze Regels en Richtlijnen
3 Zie bijlage 4 bij deze Regels en Richtlijnen
2. De examencommissie bepaalt de tijdstippen van de aanmelding en afmelding voor tentamens
(ook voor tentamens met extra voorzieningen).
3. Studenten zijn na aanmelding voor het onderwijs automatisch ingeschreven voor het eerste
tentamen. Voor hertentamens dienen studenten zich zelf in te schrijven.
4. Studenten dienen er zorg voor te dragen dat zij vóór sluiting van de aanmeldperiode, te weten
uiterlijk om 23:59 uur op de dag voorafgaand aan een periode van vijf werkdagen vóór de datum
van het tentamen, voor het betreffende tentamen staan aangemeld. Studenten die op het moment
van sluiten van de aanmeldperiode niet voor het betreffende tentamen staan aangemeld, kunnen
niet deelnemen aan dit tentamen.
5. Indien een student niet aan de werkgroepverplichting heeft voldaan wordt deze student voor het
(her)tentamen van het betreffende vak uitgesloten. Studenten worden geacht op de hoogte te zijn
van de aanvullende regels rondom vak- en tentameninschrijving, zoals deze beschreven staan op
de studentenportal.
6. De examencommissie houdt toezicht op de surveillance bij schriftelijke tentamens.

Artikel 6
De student die niet in staat is aan één of meer tentamens deel te nemen, dient daarvan zo spoedig
mogelijk, doch uiterlijk op de dag en voor het tijdstip waarop het tentamen zou moeten worden
afgelegd, mededeling te doen aan de tentamenorganisatie. Afmelden tot uiterlijk vijf werkdagen
voorafgaand aan het tentamen kan via Osiris, binnen vijf werkdagen voor het tentamen dient de
tentamenorganisatie rechtstreeks te worden geïnformeerd. Van kandidaten die onaangekondigd een
tentamen verzuimen, terwijl zij zich hadden aangemeld wordt de uitslag vastgesteld op ND (niet
deelgenomen).

Artikel 7
In aanvulling op de Model Regeling Huisregels Tentamenruimten, geldt voor de faculteit der
Rechtsgeleerdheid het volgende ten aanzien van artikel 10:
3. Gebruik van wet- en verdragsteksten, alsmede het gebruik van tabbladen is toegestaan. Het
bijschrijven van nummers van wetsartikelen, verdragsbepalingen en namen van rechterlijke
uitspraken, alsmede onderstrepingen en arceringen zijn toegestaan. Als fraude gelden alle andere
bijschrijvingen. Daarnaast geldt als fraude het aanbrengen van arceringen en/of onderstrepingen
die kennelijk als codering dienen.
4. Voor tentamens in het B2- en B3-jaar is het gebruik van de jurisprudentiebundel van het
betreffende vak toegestaan. Dit geldt in beginsel ook voor de tentamens in de masterfase, tenzij
schriftelijk anders is aangegeven bij aanvang van het betreffende vak. Het gebruik van andere
bundels geldt als fraude.
Artikel 8
Het is toegestaan een voldoende te herkansen onder de volgende voorwaarden:
- alleen vakken in de masterfase komen voor herkansing in aanmerking;
- er kan slechts één voldoende worden herkanst
- het laatst behaalde cijfer telt, ook als dit lager is;
- er kan alleen herkanst worden als een judicium in het geding is, als het een afstudeervak
betreft waarbij het cijfer van belang is voor toelating tot een vervolgopleiding of als de student
een ander aanwijsbaar zwaarwegend belang kan aanvoeren;
- er dient een verklaring van de examencommissie en een cijferlijst te worden overgelegd.
- de uiteindelijke beoordeling is aan de docent van het vak waarvoor de student een voldoende
wenst te herkansen.

Artikel 9
Voor het vaststellen van het judicium voor het bachelorexamen gelden voor alle studenten die vóór 1
september 2015 zijn gestart met de bacheloropleiding de bepalingen met betrekking tot het judicium,
zoals die zijn opgenomen in de Richtlijnen van de Examencommissie van het studiejaar 2013-2014.
Voor alle studenten die vanaf 1 september 2015 zijn gestart met de bacheloropleiding gelden voor het
vaststellen van het judicium voor het bachelorexamen de regelingen omtrent de criteria voor het
verlenen van een judicium opgenomen in de Onderwijs- en Examenregeling van het studiejaar waarin
zij zijn gestart met de bacheloropleiding.
Voor het vaststellen van het judicium voor het masterexamen gelden voor alle studenten die het eerste
mastervak vóór 1 september 2015 hebben behaald en voor het eerst in de masteropleiding zijn
ingeschreven vóór 1 september 2016 de bepalingen met betrekking tot het judicium, zoals die zijn
opgenomen in de Richtlijnen van de Examencommissie van het studiejaar 2013-2014. In alle overige
gevallen gelden voor het vaststellen van het judicium voor het masterexamen de regelingen omtrent de
criteria voor het verlenen van een judicium opgenomen in de Onderwijs- en Examenregeling (OER).
Voor de studenten die het eerste mastervak vanaf 1 september 2015 hebben behaald en een eerste
masterinschrijving hebben vóór 1 september 2015, gelden de bepalingen in de OER van het studiejaar
2015-2016. In de overige gevallen dat de bepalingen in de OER gelden, gelden de bepalingen in de
OER van het studiejaar van de eerste masterinschrijving.

Artikel 10
Uitsluitend na een besluit van de Examencommissie kunnen studenten in bijzondere gevallen
(persoonlijke overmacht) een extra tentamen afleggen.

Artikel 11
Deze regeling, die kan worden aangehaald als "Regels en Richtlijnen van de Examencommissie",
treedt in werking op 1 september 2020.
Bijlage 1 : Richtlijn voor het surveilleren bij schriftelijke tentamens als
bedoeld in artikel 5 lid 6 van de Regels en Richtlijnen Examencommissie

1. Voor elk schriftelijk tentamen worden de nodige surveillanten aangewezen door of namens het
faculteitsbestuur. Deze surveillanten zijn geen studenten of student-assistenten van de faculteit.
De tentamenorganisatie draagt er zorg voor dat voldoende surveillanten aanwezig zijn bij een
tentamen. Per 50 studenten in een zaal is één surveillant aanwezig. Bij tentamens in de sporthal is
er daarnaast een coördinerend surveillant aanwezig.

2. De verantwoordelijke sectie draagt zorg voor het tijdig aanleveren van de tentamens op de
tentamenlocatie. Bij tentamens in de sporthal is de docent tenminste 45 minuten voor aanvang
van het tentamen aanwezig. Bij tentamens in overige zalen is de docent tenminste 30 minuten
voor aanvang aanwezig.

3. Alle studenten die staan aangemeld voor het tentamen, mogen deelnemen aan het tentamen. Staat
een student niet op de lijst, dan mag hij niet deelnemen aan het tentamen.

4. De surveillanten geven aanwijzingen met betrekking tot door een of meer kandidaten in te nemen
plaatsen.

5. De surveillanten geven voorafgaand aan het tentamen aan welke naslagwerken niet geoorloofd
zijn. De aanwezigheid van deze naslagwerken, ook zonder gebruikmaking ervan, geldt als fraude.
Wetboeken worden door de aanwezige docent gecontroleerd. Overige naslagwerken kunnen door
de docent danwel de surveillant worden gecontroleerd.

6. Studenten dienen zich te kunnen legitimeren met behulp van een geldig legitimatiebewijs. Een
collegekaart van de RU voldoet niet. Kan de student zich niet legitimeren dan wordt de student de
toegang tot de tentamenruimte ontzegd.

7. Kandidaten mogen de tentamenzaal tot een half uur na aanvang van het tentamen niet verlaten.

8. Kandidaten zijn verplicht het tentamen bij de surveillant in te leveren.

9. Degene die de verantwoordelijkheid voor het tentamen draagt, bepaalt wie de tentamens in
ontvangst neemt en onder zich houdt, in afwachting van nadere aanwijzingen.

11. De inlevering van het tentamenwerk geschiedt tegen afgifte van een door één der surveillanten
ondertekend bewijs van ontvangst. De surveillanten overtuigen zich daarbij van de identiteit van
de deelnemers. Bij het ontbreken van een deugdelijke legitimatie wordt een aantekening op het
tentamenwerk geplaatst.

12. Surveillanten brengen de examinator verslag uit omtrent:


a. door hen getroffen ordemaatregelen;
b. feiten en omstandigheden die hun reden geven onregelmatigheden dan wel fraude te
vermoeden;
c. weigering om na verzoek van surveillanten stukken van overtuiging te overhandigen;
d. geconstateerde ondeugdelijke of onvoldoende legitimatie, alsmede weigerachtigheid om zich
te legitimeren.
Bijlage 2: Model Regeling Fraude

Paragraaf 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Doel en reikwijdte regeling


Ter voorkoming van fraude bij tentamens en examens als bedoeld in artikel 7.12b WHW behorende
bij het onderwijs en het examen van opleiding [naam opleiding invoegen] van de Radboud
Universiteit stelt de decaan van de faculteit […] van de Radboud Universiteit de navolgende regeling
vast.

Artikel 2. Begripsbepalingen
De in deze regeling voorkomende begrippen hebben, indien die begrippen ook voorkomen in de Wet
op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (hierna verder: de WHW) of de onderwijs- en
examenregeling van de opleiding (hierna verder: de OER) de betekenis die de WHW of de OER
daaraan geeft.

Paragraaf 2. Definitie fraude, procedure en sancties

Artikel 3. Definitie van fraude


1. Onder fraude wordt bij de Radboud Universiteit verstaan elk handelen of nalaten van een
student dat naar zijn aard is gericht op het geheel of gedeeltelijk onmogelijk maken van een
juist oordeel over kennis, inzicht en vaardigheden van de student, of van een andere student.
2. Onder fraude wordt in ieder geval verstaan:
a) fraude bij het afleggen van schriftelijke tentamens en examens, waaronder
i. het tot zijn beschikking hebben van niet toegestane hulpmiddelen als bedoeld in
de Huisregels Tentamenruimten Radboud Universiteit;
ii. afkijken of uitwisselen van informatie;
iii. zich uitgeven voor iemand anders, of zich door iemand anders laten
vertegenwoordigen tijdens het tentamen of examen;
b) fraude bij het maken van scripties en andere werkstukken, waaronder
i. plagiaat in de zin van het gebruik maken dan wel overnemen van andermans
teksten, gegevens of ideeën zonder volledige en correcte bronvermelding,
plagiaat in de zin van het overnemen van werk van een andere student en dit
presenteren als eigen werk en overige wetenschapspecifieke vormen van plagiaat;
ii. het fabriceren (verzinnen) en/of falsificeren (verdraaien) van
onderzoeksgegevens;
iii. het indienen van een scriptie of een ander werkstuk die/dat door een ander is
geschreven.
c) overige fraude bij toetsing en examinering, waaronder
i. zich in het bezit stellen van de opgaven, antwoordmodellen en dergelijke
voorafgaande aan het tijdstip van het tentamen of examen;
ii. het veranderen van antwoorden bij de opgaven in een tentamen of examen nadat
het is ingeleverd voor beoordeling;
iii. het verstrekken van onjuiste informatie bij verzoeken tot vrijstelling, verlenging
geldigheidsduur, en dergelijke, van een tentamen of examen.
3. Een poging tot fraude wordt eveneens aangemerkt als fraude in de zin van deze regeling.

Artikel 4. Procedure vaststellen fraude


1. Bij een vermoeden van fraude doet de examencommissie of de examinator hiervan terstond
mededeling aan de student. Wordt het vermoeden van fraude tijdens het afnemen van een
tentamen of examen vastgesteld, dan wordt de student door de examencommissie of de
examinator in de gelegenheid gesteld het tentamen of examen af te maken.
2. De examencommissie of de examinator kan de student gelasten om materiaal betreffende het
vermoeden van fraude ter beschikking te stellen.
3. Voor de toepassing van het bepaalde in lid 1 en 2 wordt onder examinator mede begrepen de
surveillant of een andere medewerker van de Radboud Universiteit.
4. De examencommissie of de examinator maakt een verslag op van het vermoeden van fraude.
Indien de examinator verslag opmaakt, stuurt hij dit verslag onverwijld door naar de
examencommissie.
5. De examencommissie stelt het verslag als bedoeld in lid 4 onverwijld ter beschikking van de
student en stelt hierop een onderzoek in. De examencommissie stelt de student in de
gelegenheid schriftelijk te reageren op het verslag. De examencommissie hoort de examinator
en de student.
6. Binnen vier weken na het ter beschikking aan de student stellen van het verslag, beslist de
examencommissie of sprake is van fraude. De examencommissie stelt de student en de
examinator schriftelijk op de hoogte van haar beslissing. De termijn van vier weken kan met
twee weken worden verlengd.

Artikel 5. Herstelmaatregelen
Indien door de examencommissie fraude is vastgesteld:
a) verklaart de examencommissie het desbetreffende tentamen of examen ongeldig, en
b) vermeldt de examencommissie de vaststelling van fraude en, indien van toepassing, de
opgelegde sancties in het studentendossier van de student.
Artikel 6. Sancties
1. Indien door de examencommissie fraude is vastgesteld, kan de examencommissie:
a) bepalen dat de student een of meer tentamens of examens niet mag afleggen
gedurende een door de examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste een jaar;
b) bepalen dat op het getuigschrift geen judicium wordt toegekend;
c) aan de Dean van de Honours Academy voorstellen te bepalen dat de student niet tot
het honoursprogramma van de universiteit of de faculteit zal worden toegelaten dan
wel voorstellen dat de deelname van de student aan het honoursprogramma van de
universiteit of de faculteit wordt beëindigd.
Indien door de examencommissie ernstige fraude is vastgesteld, kan de examencommissie
tevens
d) aan het college van bestuur voorstellen om de inschrijving van de student voor een
opleiding definitief te beëindigen.
2. Na door de examencommissie vastgestelde ernstige fraude, kan het college van bestuur op
voorstel van de examencommissie de inschrijving van de student voor een opleiding definitief
beëindigen.
3. De sancties als bedoeld in deze bepaling worden opgelegd met ingang van de dag volgend op
de datum waarop de beslissing tot het opleggen van de sancties aan de student is
bekendgemaakt.

Paragraaf 3. Overgangsbepalingen
[eventuele overgangsregelingen toevoegen]

Paragraaf 4. Slotbepalingen

Artikel 7. Beslissingen en rechtsbescherming


1. Beslissingen op grond van deze regeling kunnen digitaal en/of per e-mail aan de student
worden verzonden.
2. Tegen beslissingen op grond van deze regeling kan door de student binnen zes weken na
dagtekening van de desbetreffende beslissing beroep worden aangetekend bij het college voor
beroep van de examens (CBE).

Artikel 8. Vaststelling en wijziging


1. Deze regeling wordt vastgesteld en gewijzigd door de decaan.
2. Voor zover de inhoud van deze regeling betreft de taken en bevoegdheden van de
examencommissie van de opleiding, behoeft die inhoud tevens de bekrachtiging door die
examencommissie.
Artikel 9. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op [datum invoegen]. Deze regeling treedt dan in de plaats van
voorgaande regelingen.

Artikel 10. Bekendmaking


1. De decaan zorgt voor een passende bekendmaking van deze regeling alsmede voor een
passende bekendmaking van eventuele wijzigingen.
2. Ten behoeve van een adequate en heldere informatievertrekking aan de (aspirant-)student
neemt de decaan deze regeling op als bijlage bij de onderwijs- en examenregeling (OER). De
examencommissie neemt de regeling overeenkomstig op als bijlage bij de door die commissie
op te stellen regels en richtlijnen van de opleiding.

Aldus vastgesteld door de decaan op [datum invullen] en bekrachtigd door de examencommissie op


[datum invullen].
Bijlage 3: Model Regeling Huisregels Tentamenruimten

Paragraaf 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Doel en reikwijdte regeling


Ten behoeve van de goede gang van zaken tijdens het afnemen van tentamens behorende bij het
onderwijs en het examen van opleiding [naam opleiding invoegen] in de tentamenruimten van de
Radboud Universiteit (hierna verder: RU) stelt de decaan van de faculteit […] van de RU de
navolgende regeling vast.

Artikel 2. Begripsbepalingen
De in deze regeling voorkomende begrippen hebben, indien die begrippen ook voorkomen in de Wet
op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (hierna verder: de WHW) of de onderwijs- en
examenregeling van de opleiding (hierna verder: de OER) de betekenis die de WHW of de OER
daaraan geeft.

Artikel 3. Examinatoren en surveillanten


1. Voor het afnemen van de tentamens heeft examencommissie [naam examencommissie
invoegen] één of meer examinatoren aangewezen.
2. De aangewezen examinatoren als bedoeld in lid 1 zijn verantwoordelijk voor het toezicht op
en de uitvoering van het bepaalde in deze regeling. Namens die aangewezen examinator(en)
kunnen in de tentamenruimten ook één of meer door of namens het college van bestuur
ingezette surveillanten aanwezig zijn.
3. Bij de inzet van surveillanten is tenminste één aangewezen examinator tevens in de
examenruimte aanwezig dan wel, op afroep beschikbaar.

Artikel 4. Voorschriften van college van bestuur


1. Deze regeling bevat voorschriften in de zin van artikel 7.57h WHW. Gezien het
volmachtbesluit van het college van bestuur van 15 mei 2019, is de decaan bevoegd om deze
voorschriften namens het college vast te stellen. Op de student rust de plicht om de in deze
regeling neergelegde voorschriften na te leven.
2. De student die de uit deze regeling voortvloeiende voorschriften niet naleeft kan door of
namens de examinator de toegang tot de tentamenruimte worden ontzegd. Het niet naleven
van de voorschriften kan ook leiden tot een vermoeden van fraude in de zin van de Regeling
Fraude.
Artikel 5. Richtlijnen aan examinatoren
Deze regeling bevat richtlijnen in de zin van artikel 7.12b WHW. Op de examinator rust de plicht om
de in deze regeling neergelegde richtlijnen na te leven.

Artikel 6. Instructies van examinatoren aan studenten


1. Indien een concrete situatie daartoe aanleiding geeft, kan een examinator, in de geest van de in
deze regeling omschreven richtlijnen, de student in de tentamenruimten van de RU instructies
geven. Op de student rust de plicht om deze instructies op te volgen.
2. De student die de in lid 1 bedoelde instructies niet opvolgt kan door de examinator de toegang
tot de tentamenruimte worden ontzegd. Het niet opvolgen van de instructies kan ook leiden tot
een vermoeden van fraude in de zin van de Regeling Fraude.

Paragraaf 2. Huisregels

Artikel 7. Toegang en verlaten tentamenruimte


1. Ten aanzien de toegang en het verlaten van de tentamenruimten geldt het volgende:
a. de tentamenruimte is tenminste 15 minuten voor aanvang van het tentamen
toegankelijk voor de student;
b. behoudens de gevallen zoals omschreven in lid c en lid d wordt de student na aanvang
van het tentamen niet meer toegelaten tot de tentamenruimte;
c. de student die te laat arriveert bij de tentamenruimte krijgt 15 minuten na aanvang van
het tentamen de gelegenheid om alsnog te worden toegelaten tot de tentamenruimte;
d. toiletbezoek tijdens het tentamen is toegestaan;
e. de eerste 30 minuten van het tentamen is het de student niet toegestaan de
tentamenruimten te verlaten.
2. In bijzondere gevallen kan de examinator van het bepaalde in lid 1 afwijken. Als van het
bepaalde in lid 1 wordt afgeweken, wordt de student hierover tijdig geïnformeerd.

Artikel 8. Identificatie student


1. In de tentamenruimte kan de student zich te allen tijde legitimeren met behulp van een geldig
identiteitsbewijs.
2. De student die zich niet als bovenomschreven kan legitimeren wordt niet toegelaten tot de
tentamenruimte dan wel wordt alsnog de toegang tot die ruimte ontzegd.

Artikel 9. Aanvang en duur tentamen


De examinator start het tentamen op het geplande tijdstip. Als het tentamen door omstandigheden later
aanvangt, ziet de examinator erop toe dat de geplande tentamenduur door de student volledig kan
worden benut.
Artikel 10. (Niet) toegestane hulpmiddelen
1. Tijdens het afleggen van het tentamen heeft de student geen zaken tot zijn of haar beschikking
die als hulpmiddel (kunnen) dienen bij het tentamenwerk, tenzij het hulpmiddel door de
examinator uitdrukkelijk, en vóór aanvang van het tentamen, als toegestaan is aangemerkt.
2. Hulpmiddelen in de zin van deze regeling zijn onder andere: (woorden)boeken, dictaten en
aantekeningen alsmede horloges, laptops, tablets, telefoons, en (andere) (smart)devices en/of
wearables.

Artikel 11. Inleveren tentamenwerk


1. Na afloop van het tentamen is de student verplicht het tentamenwerk in te leveren.
2. De student kan verplicht worden ook overig tentamenmateriaal, zoals tentamenopgaven en/of
bij het tentamen gebruikt kladpapier, in te leveren.

Artikel 12. Orde en rust in en inrichting van tentamenruimte


1. Jassen, tassen en dergelijke moeten worden geplaatst volgens instructies van de examinator.
2. Teneinde verstoring van het wifi-signaal te voorkomen, worden in de ruimte aanwezige
apparatuur, waaronder horloges, laptops, tablets, telefoons, en (andere) (smart)devices en/of
wearables, volgens instructie van de examinator uitgeschakeld.
3. Onverminderd het bepaalde in de voorgaande leden, treft de examinator voor, tijdens en na
afloop van het tentamen, de maatregelen die nodig zijn voor een behoorlijk toezicht en voor
het handhaven van de noodzakelijke orde en rust in de tentamenruimte.
4. In iedere tentamenruimte is ten tijde van het afnemen van het tentamen tenminste één voor
iedere student goed zichtbare klok aanwezig.
5. Eten en drinken in de tentamenruimte is toegestaan, tenzij een behoorlijk toezicht en/of het
handhaven van de noodzakelijke orde en rust hierdoor niet mogelijk is.

Paragraaf 3. Overgangsbepalingen
[eventuele overgangsregelingen toevoegen]

Paragraaf 4. Slotbepalingen

Artikel 13. Afwijking van (huis)regels


In bijzondere gevallen kan door de examinator van het bepaalde in deze regeling worden afgeweken.

Artikel 14. Vaststelling en wijziging


1. Deze regeling wordt vastgesteld en gewijzigd door de decaan.
2. Voor zover de inhoud van deze regeling betreft de taken en bevoegdheden van de
examencommissie van de opleiding, behoeft die inhoud tevens de bekrachtiging door die
examencommissie.

Artikel 15. Inwerkingtreding


Deze regeling treedt in werking op 1 september 2019. Deze regeling treedt dan in de plaats van
voorgaande regelingen.

Artikel 16. Bekendmaking


1. De decaan zorgt voor een passende bekendmaking van deze regeling alsmede voor een
passende bekendmaking van eventuele wijzigingen.
2. Ten behoeve van een adequate en heldere informatievertrekking aan de (aspirant-)student
neemt de decaan deze regeling op als bijlage bij de onderwijs- en examenregeling (OER). De
examencommissie neemt de regeling overeenkomstig op als bijlage bij de door die commissie
op te stellen regels en richtlijnen van de opleiding.

Aldus vastgesteld door de decaan op [datum invullen] en bekrachtigd door de examencommissie op


[datum invullen].
Bijlage 4: Richtlijn huisregels digitale tentamens in Cirrus met Proctorio

Paragraaf 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Doel en reikwijdte regeling

1. Ten behoeve van de goede gang van zaken tijdens het afnemen van digitale tentamens in
Cirrus met online proctoring met Proctorio, behorende bij het onderwijs en het examen van
een opleiding aan de Radboud Universiteit, stelt het College van Bestuur van de Radboud
Universiteit de navolgende richtlijn vast.

2. Dit is een richtlijn in de zin van artikel 7 van de Structuurregeling van de Radboud
Universiteit.

3. De huisregels in deze regeling zijn van toepassing op alle studenten die deelnemen aan een
digitaal tentamen in Cirrus met online proctoring door Proctorio.

4. De volgende artikelen uit deze regeling zijn mede van toepassing op studenten die
deelnemen aan een off campus tentamen in Cirrus zónder online proctoring:
a. Artikel 4;
b. Artikel 5, lid 1 t/m lid 4 en lid 7;
c. Artikel 10;
d. Artikel 11;
5. De Regeling Fraude is op deze regeling van toepassing. Het niet naleven van onderstaande
voorschriften kan leiden tot een vermoeden van fraude in de zin van de Regeling Fraude.

Artikel 2. Begripsbepalingen

De in deze regeling voorkomende begrippen hebben, indien die begrippen ook voorkomen in de
Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (hierna verder: de WHW) of de
onderwijs- en examenregeling van de opleiding (hierna verder: de OER) de betekenis die de WHW
of de OER daaraan geeft.

Paragraaf 2. Huisregels

Artikel 3. Identificatie

1. De student dient zich te legitimeren door middel van de collegekaart.

2. Indien de student geen collegekaart heeft of als identificatie op grond van de collegekaart
niet mogelijk is, kan de student zich legitimeren met een geldig identiteitsbewijs (paspoort,
identiteitskaart, rijbewijs of verblijfsvergunning).
3. Bij gebruik van een geldig identiteitsbewijs moeten naam en pasfoto zichtbaar zijn. Alle
andere gegevens, zoals het BSN-nummer, moet de student afschermen.

4. Indien de student zich niet als bovenomschreven kan legitimeren kan dit leiden tot een
vermoeden van fraude.

Toelichting:
- Controle op identiteit vindt plaats op basis van een foto van het identificatiemiddel. Deze foto
wordt na afloop van de toets gecontroleerd door een selecte groep getrainde reviewers.

Artikel 4. Start en duur tentamen

1. Het tentamen start op het geplande tijdstip. Als het tentamen door omstandigheden later
aanvangt, wordt er op toegezien dat de geplande tentamenduur door de student volledig kan
worden benut.

2. De student kan tot 15 minuten na de geplande starttijd alsnog starten aan het tentamen.

Artikel 5. Ruimte en toegestane hulpmiddelen

1. Het tentamen moet worden afgelegd in een rustige en goed verlichte ruimte.

2. Het tentamen wordt afgelegd aan een bureau of (staand) aan een tafel.

3. De student heeft tijdens het tentamen geen hulpmiddel tot zijn of haar beschikking, tenzij het
hulpmiddel uitdrukkelijk en voor aanvang van het tentamen door de examinator is
toegestaan.

4. De volgende zaken zijn niet toegestaan tijdens afname van het tentamen. Deze lijst is niet
limitatief:

a. Aanwezigheid van of verstoring door andere personen in de ruimte.

b. Het verlaten van de ruimte of het verlaten van de positie achter de computer.

c. De aanwezigheid of gebruik van mobiele devices.

d. De aanwezigheid of gebruik van spullen op het bureau of de tafel, met uitzondering


van hulpmiddelen die door de examinator zijn toegestaan.

e. Het aangesloten hebben van meer dan één beeldscherm.

f. Het dragen van een horloge, smartwatch of andere wearables.

g. Het gebruik van (elektronische) oordoppen of koptelefoon waarmee geluid kan


worden afgespeeld.

h. Het niet of onzorgvuldig uitvoeren van één of meer gevraagde scan van de toetsplek.
i. Gebruik van een Virtual Machine.

j. Gebruik van VPN of vergelijkbare dienst.

k. Het afspelen van radio of muziek.

l. Het maken van screenshots, kopieën e.d. van het tentamen.

5. Indien de ruimte per ongeluk toch door een ander persoon wordt betreden, dient de student
dit direct te melden via de e-support chat.

6. Als uitzondering op sub c in lid 4 is wel toegestaan dat er één mobiele telefoon in
vliegtuigmodus op het bureau ligt. Deze telefoon mag alleen worden gebruikt om contact op
te nemen met e-support indien het toetsdevice definitief is vastgelopen of als de
internetverbinding langdurig is onderbroken.

7. Als uitzondering op sub g in lid 4 is wel toegestaan gebruik te maken van


gehoorbescherming tegen geluidsoverlast .

Toelichting

- Om misverstanden tijdens het reviewproces te voorkomen dient er zo min mogelijk geluid in de


toetsruimte te zijn. Op geluid dat van buiten komt (zoals sirenes e.d.) heeft de student echter geen
invloed en kan daarop aldus niet worden afgerekend.

- Hulpmiddelen zijn bijvoorbeeld (woorden)boeken, wetboeken of aantekeningen.

- Bij dit type tentamen is het noodzakelijk dat de student inlogt in de toetssoftware met het s-nummer
en het daarbij behorende wachtwoord. Het is dus van belang dat de student deze gegevens uit het
hoofd kent.

Artikel 6. Voorwaarden aan hard- en software

1. Het is niet toegestaan het tentamen op een iPad, tablet of smartphone te maken.

2. Het tentamen kan alleen worden afgenomen:

a. Op een pc of laptop met internetverbinding, een microfoon en een webcam.

b. In de Google Chrome browser, ingesteld als default browser.

c. Als de Proctorio extension voor Google Chrome is geïnstalleerd.

d. Als de ruimte waarin het tentamen wordt gemaakt beschikt over een stabiele
internetverbinding met een snelheid van minimaal 1Mbps.
Artikel 7. Ondersteuning tijdens het tentamen

Indien de student voor of tijdens het tentamen tegen (technische) problemen aanloopt, dient deze zo
spoedig mogelijk contact op te nemen met de e-support chat.

Artikel 8. Eten & drinken

Eten en drinken tijdens het tentamen is niet toegestaan, met uitzondering van een transparant glas of
flesje (zonder etiket) drinken. Noodzakelijke medicatie mag worden ingenomen.

Toelichting

- Eten zorgt voor geluid dat door de surveillancesoftware wordt vastgelegd. Om


misverstanden tijdens het reviewproces te voorkomen is eten tijdens het tentamen daarom niet
toegestaan.

Artikel 9. Afsluiten van het tentamen

1. Na afloop van het tentamen is de student verplicht het tentamenwerk in te leveren. Het is niet
toegestaan om tijdens het tentamen Proctorio en alle fraudedetectie functionaliteiten te
stoppen anders dan op ‘exit’ te klikken bij het inleveren van het tentamen.

2. Het niet opvolgen van de instructie kan leiden tot een vermoeden van fraude.

Toelichting:
- Het inleveren van de toets gebeurt door in Cirrus op ‘complete assessment’ en na bevestiging op
‘exit’ te klikken. De toets is dan ingeleverd in de toetssoftware en de Proctorio software stopt dan
automatisch met opnemen.
- Nadat het tentamen is ingeleverd en de opname is gestopt is het advies om de Proctorio plug-in te
deactiveren of te de-installeren.

Artikel 10. Studentgebonden voorziening

Voor studenten die vanwege een specifieke hulpvraag of functionele beperking een studentgebonden
voorziening toegekend hebben gekregen, geldt – afhankelijk van de getroffen voorziening – een
uitzondering op de hiervoor benoemde huisregels.
Paragraaf 3. Slotbepalingen

Artikel 11. Afwijking van (huis)regels

In bijzondere gevallen kan door de examinator van het bepaalde in deze richtlijn worden afgeweken.

Artikel 12. Vaststelling en wijziging

Deze richtlijn wordt vastgesteld en gewijzigd door het college van bestuur.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de datum van vaststelling. De richtlijn is van kracht tot 1
september 2021.

Artikel 14. Bekendmaking

1. Het college van bestuur zorgt voor een passende bekendmaking van deze richtlijn alsmede
voor een passende bekendmaking van eventuele wijzigingen.
2. Ten behoeve van een adequate en heldere informatieverstrekking aan de (aspirant-)student
neemt de decaan deze richtlijn op als bijlage bij de onderwijs- en examenregeling (OER).

Aldus vastgesteld door het college van bestuur op 26 augustus 2020.

You might also like