Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 2

TAAK EXCURSIE AALMOESENEIE

BOS
THOMAS VAN DER PAAL – BIO-INGENIEUR - 02244113

VRAAG 1:

Het Aelmoeseneiebos is opgedeeld in 2 proefvlakken, het eerste proefvlak ligt hoger en


droger. Het tweede proefvlak ligt lager en dicht bij een beek. Het eerste deel is gevuld met
loofbomen zoals de zomereik en beuken, het deel bij de beek heeft soorten zoals de es en
esdoorn, deze keuze is gemaakt door de aanwezigheid van een vochtigere bodem door de
nabije beek. Maar het grootste verschil is in de strooisel laag, proefvlak 1 heeft veel strooisel
maar van een lage kwaliteit, dit komt door de boomsoorten die hier geplant zijn. Er zitten
weinig nutriënten in waardoor de regenwormen en andere insecten ook weg blijven van dit
deel. Hierdoor wordt de humus zuur, zure humus wordt ook wel ‘mor’ of ‘moder’ genoemd.
De humus is ook zuur geworden door weinig licht op de bodem en dit komt door een hoge
LAI van de bomen in dit proefvlak. De beuk heeft een LAI van 8 en de eik van 5 en in hun
mengverhouding hebben ze een LAI van 5,5. Door al deze kenmerken van de bodem en
humus zal er weinig tot geen bodemvegetatie zijn, dit is duidelijk zichtbaar want we zien
enkel de strooisel laag op de grond liggen.

Bij het tweede proefvlak is het verhaal omgekeerd, er is weinig strooisel maar van een hoge
kwaliteit en dus met veel nutriënten. Deze nutriënt-rijke bodem trekt regenwormen en
andere insecten aan. De humus is hier niet zuur en heet ‘Mull’. De humus is niet zuur omdat
er op dit proefvlak meer licht invalt en dit is op zijn beurt dan weer te danken aan de lagere
LAI van de boomsoorten in dit gebied. De LAI van essen is ongeveer gelijk aan 3, veel lager
dan in proefvlak 1. Dankzij deze humus kan er veel bodemvegetatie groeien en dit zie je ook
meteen, er groeien allerlei soorten zoals dovenetel, bosanemoon en varens. Ook interessant
over deze bodemvegetatie is dat het oud-bosplanten zijn dus ze verspreiden zich enorm
traag. Een deel van de reden waarom ze hier zijn is omdat alhoewel de bomen van het
Aelmoeseneiebos omgekapt zijn geweest de aarde nooit een andere functie heeft gekregen
zoals graasland voor dieren of een landbouwveld. Dankzij het behoud van de aarde als
bosland zijn deze soorten hier ook zo talrijk aanwezig en goed verspreid.

In conclusie, door de gekozen boomsoort per gebied heeft de bodem van elk gebied
helemaal andere kenmerken dat op zijn beurt dan weer zorgt voor wel of geen
bodemvegetatie. De keuze voor boomsoorten was gemaakt door de aanwezigheid van de

THOMAS VAN DER PAAL 1


beek in proefvlak 2. Ook al verplaatsten we ons maar enkele tientallen meters leek het
landschap helemaal verschillend en veel groener in proefvlak 2.

VRAAG 2:

De eerste hydraulische dynamiek die ik zal bespreken is dampdrukdeficiet of VPD. Kort


uitgelegd is dit de sterkte van de watervraag van de atmosfeer aan de vegetatie. De
dynamiek is het makkelijkste uit teleggen met een voorbeeld: op een vochtige dag is de
watervraag van de atmosfeer aan de vegetatielaag, dit betekend een lage VPD. Op zo’n
vochtige dag zal je was dus traag drogen aangezien de atmosfeer minder water uit de was
“zuigen”. Het tegenovergestelde klopt ook, op een warme droge dag zal je was snel droog
zijn, omdat de VPD hoog zal zijn.

De tweede hydraulische dynamiek is transpiratie, transpiratie is het proces waarbij water


verdampt via de huidmondjes in bladeren, waardoor een zuigkracht ontstaat die water
omhoogtrekt.

Ten slotte zal ik nog de cohesie-tensie-theorie: deze theorie zegt dat dat water in een boom
een lange keten is die helemaal van wortels naar de bovenste top strekt. Het water zit in een
vacuüm en wordt naar boven getrokken waar het verdampt en de atmosfeer in gaat.

THOMAS VAN DER PAAL 2

You might also like