Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 18

Wereldoriëntatie II

Wereldoriëntatie II: Levende natuur


Inleiding
De 5 rijken
 Meercellig
 Autotroof (onafhankelijk van
andere organismen om in voedsel te  bv. appelboom, grassen,
Rijk 1: planten voorzien (door middel van
fotosynthese)) mossen…
 Bladgroen
 celwand
 Meercellig
 Heterotroof (afhankelijk van
Rijk 2: zwammen andere organismen (kunnen niet aan
 bv. gisten, penicilium, …
of schimmels fotosynthese doen)
 Geen bladgroen
 celwand
 Meercellig
 Heterotroof
Rijk 3: dieren  bv. aap, hond, zeester…
 Geen bladgroen
 Geen celwand
 Eencellig  bv. algen, pantoffeldiertje,
Rijk 4: protisten
 Autotroof of heterotroof protozoa…
 Eencellig
Rijk 5: bacteriën  bv. salmonella, legionella…
 Autotroof of heterotroof

De cel is het kleinste onderdeel van een organisme dat alle genetische informatie van dat
organisme bevat.

 Kern = met DNA (genetisch materiaal)


 Celwand schimmel – chitine – ook de basis van het exoskelet van bv, insecten
 Celwand plant – cellulose

Levende natuur 1
Wereldoriëntatie II

Schimmels
De bouw van de zwammen
 Geen bladgroen  substraat nodig als voedingsbodem
 Geen wortels maar zwamdraden, geen stengel maar steel, geen bladeren maar hoed
 Opgebouwd uit zwamdraden = hyfen
 Liggende hyfen: mycelium = zwamvlok (onder de grond)
 Opgerichte hyfen: vruchtlichaam (boven de grond)
 Zwam = zwamvlok + vruchtlichaam

Schubben hangen samen met de ring


– de ring en de schubben is een
overschot van het vlies dat er voor zorgt
dat de sporen niet vrijkomen vooraleer
Hierin dat de paddenstoel volledig boven de
bevinden de grond is
sporen zich

Zwamdraden

Zwamvlok

Levende natuur 2
Wereldoriëntatie II

2 grote groepen

Buisjeszwammen
Plaatjeszwammen

Voortplanting van een paddenstoel

Paddenstoel maakt
sporen aan
Sporen ontkiemen: er
ontstaan zwamdraden

In gunstige omstandigheden
(warm en vochtig) groeit uit de
zwamvlok een paddenstoel

Een hele hoop zwamdraden


vormt een zwamvlok
(uit één zwamvlokkunnen
meerdere paddenstoelen
ontstaan)

Levende natuur 3
Wereldoriëntatie II

Welke paddenstoelen
zijn eetbaar en welke
niet? Giftige weidetrechterzwam

Eekhoorntjesbrood

Oesterzwam

Reuzenbovist
Hanenkam

Hoorn van overvloed Weidechampignon

Groene knolamaniet Vliegenzwam


Levende natuur Kastanjeboleet 4 Morieltje
Wereldoriëntatie II

Planten
Fotosynthese
 Planten maken brandstoffen zelf aan via fotosynthese: het zijn autotrofe organismen
 Plaats waar fotosynthese gebeurt: bladgroenkorrels
 Bladgroenkorrels bevatten pigment: chlorofyl  groene kleur

bladgroen

6 CO2 + 6 H2O licht


C6H12O6 + 6 O2
koolstofdioxide water glucose zuurstof

Delen van de bloemplant


 Wortel
 Stengel
 Bladeren
 Bloem
 Vruchten en zaden

Deel Functie
1. Opname van water en voedingsstoffen uit de grond
Wortel
2. Verankering in de bodem
1. Transport van voedingsstoffen doorheen de plant
Stengel
2. Basis waarop alle delen ingeplant staan, steun
1. Fotosynthese
Bladeren
2. Gasuitwisseling

Bloem 1. Voortplanting

Levende natuur 5
Wereldoriëntatie II

Planten: grote indeling

Bedektzadig – naaktzadig

Naaktzadigen Bedektzadigen

Typevoorbeeld De den De appelboom

Voortplanting gebeurt in de Kegels (dennenappel) Bloemen

Is er een vrucht? Zo ja,


Neen Ja: appel
welke?

Bladeren? Ja: naaldvormig Bladeren

Levende natuur 6
Wereldoriëntatie II

Bladeren

Levende natuur 7
Wereldoriëntatie II

Meidoorn
Vlier
Esdoorn

Es

Inlandse
Robinia of
eik acacia

Tamme
Beuk kastanje

Amerikaanse
Wilde
kastanje Berk eik
Linde
Levende natuur 8
Wereldoriëntatie II

Trivia
 Algen (zeewier) zijn planten
 Fout
 Plankton is één bepaalde soort organisme
 Fout
 Griep is een
 Virus
 Alle naaldbomen zijn wintergroen
 Fout (lork is geen wintergroen)
 Om goed te kunnen ontkiemen heeft zaad in de eerste plaats nood aan
 Water, lucht en warmte
 Een tomaat is een
 Bes
 Een perzik is een
 steenvrucht
 Een erwt is een
 Zaad

Levende natuur 9
Wereldoriëntatie II

Dieren
Het dierenrijk
Twee grote groepen:

 Ongewervelde dieren
 Gewervelde dieren

Ongewervelde dieren
 Sponzen (= kolonie van eencelligen)
 Neteldieren (bv. kwallen en koralen)
 Wormen (plat-, rond en ringwormen)
 Weekdieren
 Geleedpotigen
 Stekelhuidigen (zeesterren, zeekomkommers)

Wormen

 Regenworm (zadel = heel belangrijk) = de regenworm leeft nog even verder als je
hem doorsnijdt, maar niet voor lang
 Regenworm is hermafrodiet (= zowel man als vrouw)
 Voortplanting : ze wisselen sperma uit dat terecht komt in zaadzakjes. Op het zadel
komt een slijmerige ring dat over het hoofd van de worm schuift, neemt eerst de
zaadjes mee, daarna de eitjes. Resultaat is een slijmerig propje, in dit propje zoeken
het eitje en de zaadjes elkaar op en er ontstaat een soort coconnetje. En dan boem,
baby

Weekdieren
 Schelpdieren (waaronder mossels)
 Verschil schaal en schelpdieren
 Schelpdieren zijn weekdieren met schelp of kalkskelet zoals oesters,
mosselen, kokkels en sint-jakobsschelpen.
 Schaaldieren, daarentegen, zijn ongewervelden met een schaal of
rugschild zoals kreeft, langoustine en krab.
 Slakken
 Inktvissen en octopussen

Levende natuur 10
Wereldoriëntatie II

Geleedpotigen
 Uitwendig skelet: chitinepantser
 Gesegmenteerd
 Vervelling (kwetsbaar tijdens vervelling – geen hard pantser)
 Indeling volgens aantal looppoten
 Ademhaling via tracheeën (een ademhalingsbuisje  de ademhaling is niet gekoppeld aan
de monddelen, maar verloopt via vele openingen in het uitwendige skelet.)

 Aantal grote groepen:


 Schaaldieren
 5 paar looppoten
 Waterdieren, behalve de pissebed die in een vochtige omgeving moet
leven
 Piepkleine schaaldiertjes vormen krill, plankton
 Voedsel voor heel wat waterbewoners
 Spinachtigen
 4 paar looppoten
 Kopborststuk en achterlijf (de poten staan op het kopborststuk) – zie
tekening (extra)
 Nooit sprieten
 Gifklier
 Spintepel = het webgaatje
 Insecten
 Overal voorkomend, aangepast aan elk milieu:
 3 paar poten
 Kop, borststuk en achterlijf
 Monddelen, sprieten, facetogen
 Meestal vleugels (enkel mannetjes bij mieren, soms dekschilden)
 Zuurstofopname door tracheeën
 Mimicry – het fenomeen dat een dier zich gaat vermommen als een
ander dier om er gevaarlijker uit te zien – helpt tegen andere
roofdieren
 Duizendpoten en miljoenpoten
 Duizendpoten:
 1 paar looppoten per segment
 Carnivoor (vleeseter)
 Miljoenpoten
 2 paar looppoten per segment
 Herbivoor (planteneter)

Levende natuur 11
Wereldoriëntatie II

Bijen (bijenstaat)

NAAM AANTAL TAAK


Koningin 1 Eitjes leggen
Darren 300 – 500 Koningin bevruchten
Larven verzorgen
Korf repareren
Werksters 30.000 – 50.000 Koningin voeden
Verkenningstochten
Verzamelen
Hoe maken bijen honing?
1. Verzamelen nectar en honingdauw
2. Stockeren dit in de honingmaag
3. Daar gebeurt een vertering (afbraak van suikers)
4. Honing wordt in de honingraten uitgebraakt
5. Er wordt geventileerd zodat overtollig water verdampt (ventileren gebeurt door de bijen
door te wapperen met de vleugels)
6. Honingraten worden afgesloten met was om honing te bewaren

Gewervelde dieren
Klasse 1 Klasse 2 Klasse 3 Klasse 4 Klasse 5
Naam VISSEN AMFIBIEËN REPTIELEN VOGELS ZOOGDIEREN
Hoornachtige
Huidbedekking Schubben Naakt Veren Haren
schubben
Lichaamstemperatuu
Wisselend Wisselend Wisselend Constant Constant
r
Kieuwen
Ademhaling Kieuwen Huid Longen Longen Longen
Longen

Vissen
 Bedekt met schubben
 Leggen eieren (sommige haaien zijn levendbarend)
 Kieuwen
 Koudbloedig
 Onderscheid tussen beenvissen en kraakbeenvissen

Amfibieën
 Kikkers
 Salamanders

 Slijmerige huid
 Eierleggend (slijmerig omhulsel)
 Kieuwen  longen als volwassenen

Levende natuur 12
Wereldoriëntatie II

 Koudbloedig

Levende natuur 13
Wereldoriëntatie II

Metamorfose kikker

Kikkervisjes met uitwendige


Kikkerdril kieuwen Kieuwen bedekt met huidlap
(2 weken) (1 maand)

Achterpoten ontwikkeld Voor- en achterpoten Midzomer  verlaten het


(7de – 8ste week) (3 maanden) water
Longademing Vleeseter
Levende natuur 14
Wereldoriëntatie II

Reptielen
 Slangen
 Hagedissen
 Krokodilachtigen
 Schilpadden

 Eierleggend  zachte hoornschaal, bescherming tegen uitdroging


 Huid bedekt met hoornschubben
 Koudbloedig
 Longademhaling
Slangen in België

Levende natuur 15
Wereldoriëntatie II

Gladdeslang Ringslang

Adder

Levende natuur 16
Wereldoriëntatie II

Vogels
 Eierleggend  luchtdoorlatende kalkschaal, bescherming tegen uitdroging
 Verenkleed
 Verschillende functies
 Lichaamstemperatuur vasthouden
 Vliegen
 …
 Warmbloedig
 Longademhaling
 Holle botten

Zoogdieren
 Levend barend uitgezonderd snaveldieren en buideldieren
 Huid bedekt met haren
 Warmbloedig
 Longademhaling
 Zogen hun jongen
Snaveldieren

 Vogelbekdier
 Eierleggend zoogdier
 Zogen hun jongen
Buideldieren

 Bv. kangoeroe
 Levend barend
 Foetus moet zelfstandig van de vagina naar de buidel kruipen. Hier zuigt hij
zich vast aan een tepel en blijft hier een drietal weken zitten tot hij zelfstandig
voedsel kan gaan zoeken
Placentalia
Placentadieren (eutheria of placentalia)  Alle levende zoogdieren. De jongen van de
eutheria ontwikkelen zich in de baarmoeder van de moeder ze vormen de grootste groep
levende zoogdieren

Levende natuur 17
Wereldoriëntatie II

Trivia
 Bestaan er zoogdieren die eieren leggen ?
JA, er zijn 3 groepen van zoogdieren:
 Placentadieren: inwendige ontwikkeling
 Buideldieren: jong ontwikkelt gedeeltelijk in de baarmoeder en gedeeltelijk in
de buidel
 Snaveldieren: leggen eieren en jong ontwikkelt uitwendig

 Kunnen de 2 delen van een regenworm verder leven wanneer je hem in twee
snijdt ?
 Neen, enkel het voorste stuk en ook niet voor lang

 Kan een zoutwatervis overleven in zoet water ?


 Neen, een zoutwatervis is aangepast aan zijn zoute omgeving door extra veel
te drinken, omdat hij in zout water veel vocht verliest. In zoet water neemt hij
water op in zijn lichaam, maar blijft wel drinken.

 Wanneer geeft een koe melk ?


 koe kan alleen melk geven als ze gekalfd heeft. Ze kan dan melk blijven
geven gedurende een 10-tal maand, maar nadien moet ze opnieuw een jong
dragen om haar melkproductie terug te stimuleren.

 Hoe lang duurt het vooraleer een kippenei is uitgebroed ?


 Uitbroeden van een kippenei duurt 3 weken. Het jong gebruikt de dooier als
voedsel en het eiwit als vochtbron en schokdemper.

 Waarom vallen wespen ons meer lastig dan bijen ?


 Wespen houden van alle stoffen die zoet zijn, terwijl bijen enkel nectar
verzamelen. Ze vinden die zoete stoffen ook in ons eten. Zoals bijen, leven
hommels enkel van nectar, en zullen ze ons dus niet echt lastigvallen.

Levende natuur 18

You might also like