Lymfevatstelsel

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 5

Hoofdstuk 4 - Het Lymfevatstelsel

4.1 Bouw en functie van het lymfevatstelsel


In het weefsel van het lichaam bevindt zich, naast het stelsel van capillairen die deel uitmaken van de
bloedsomloop, nog een ander stelsel van vaatjes. Dit zijn de lymfevaten of lymfecapillairen. Er zijn ongeveer
evenveel lymfecapillairen als bloedcapillairen in het lichaam aanwezig.
Een lymfecapillair begint als een blind eindigend vaatje, dat geen verbindingen heeft met de bloedcapillairen.
De wand van zo'n lymfecapillair heeft in essentie dezelfde bouw als een bloedcapillair, maar de openingen in de
wand zijn veel groter. Daarom kunnen grotere deeltjes de wand van een lymfecapillair wel passeren, en de wand
van een bloedcapillair niet.
De kleinste lymfevaatjes verenigen zich tot steeds grotere vaten en uiteindelijk ontstaan uit alle samengekomen
lymfevaten de twee grootste lymfevaten, de ductus thoracicus en de ductus lymphaticus dexter.
4.1.1 Ductus Thoracicus
De ductus thoracicus loopt links naast de wervelkolom van beneden naar boven door de borstkas en mondt uit in
de linker vena subclavia. Op die plaats stroomt de lymfe terug in de vaten van de grote bloedsomloop. De
ductus thoracicus vervoert alle lymfe uit de gehele linker lichaamshelft en uit het onder het diafragma gelegen
deel van de rechter lichaamshelft.
4.1.2 Ductus thoracicus dexter
De ductus lymphaticus dexter heeft een veel kleiner kaliber dan de ductus thoracicus. Hij mondt uit in de rechter
vena subclavia. Door dit vat stroomt alle lymfe uit het boven het diafragma gelegen deel van de rechter
lichaamshelft.
4.1.3 Lymfe
Het lymfevatstelsel heeft tot taak de weefselvloeistof die niet door de veneuze capillairen uit het weefsel wordt
afgevoerd, terug te brengen in het bloedvatenstelsel. Zodra weefselvloeistof in een lymfecapillair terecht is
gekomen, wordt deze vloeistof lymfe genoemd.
Op allerlei plaatsen in het lymfevatstelsel bevinden zich lymfeklieren. De naam suggereert dat hierin lymfe
wordt gevormd, maar dat is niet het geval. Lymfeklieren hebben tot taak de lymfe te filteren en te ontdoen van
deeltjes (micro-organismen, restanten van cellen, enzovoort). Ze vormen daarom een deel van het reticulo-
endotheliale systeem, dat verantwoordelijk is voor de afweer tegen infecties.
4.2 Lymfe
Lymfe heeft in essentie dezelfde samenstelling als het weefselvocht in het deel van het lichaam waar het
ontstaat. Lymfe bevat eiwitten, en verder lymfocyten en afvalproducten van de celstofwisseling. Hoeveel eiwit
lymfe bevat is afhankelijk van waar ze vandaan komt. Lymfe uit het maag-darmkanaal bevat veel hogere
concentraties eiwit dan lymfe uit bijvoorbeeld de armen of de benen.
4.2.1 Chylus
De lymfevaten van de darm zijn belangrijk voor het vervoer van voedingsstoffen vanuit de darm naar de
bloedbaan. Vooral het in de darm opgenomen vet wordt via deze lymfevaten vervoerd. De lymfe die uit de
darmen afkomstig is wordt aangeduid met de term chylus. Chylus heeft een melkachtig aspect door de grote
hoeveelheden vetbolletjes die erin zweven, zeker na het nuttigen van een vetrijke maaltijd. (fig. 1 en 2.)
Per uur komt ongeveer 120 ml lymfe via de ductus thoracicus en de ductus lymphaticus dexter in de bloedbaan
terecht. Dit is slechts 1/100.000e deel van al het vocht dat per uur uit de slagaderlijke capillairen lekt (en weer
door de aderlijke capillairen wordt opgenomen).
De lymfevaten hebben geen centrale pomp zoals de bloedvaten die wel hebben in de vorm van het hart. Er zijn
echter diverse mechanismen die zorgen voor een effectieve stroming van de lymfe door de lymfevaten:
· Contractie van de lymfevaten. De grotere lymfevaten zijn voorzien van gladde spiercellen in hun wand, die
door ritmisch te contraheren de lymfe kunnen voortstuwen. Kleppen in de lymfevaten zorgen ervoor dat de
lymfe slechts in één richting kan stromen.
· Weefseldruk. Een toename van de hoeveelheid weefselvocht leidt tot een sterkere instroom van vocht in de
lymfecapillairen, en daarmee tot een bevordering van de lymfestroom.
· Spierpomp. Contracties van de skeletspieren bevorderen de lymfestroom in sterke mate; dit geldt vooral
voor de afvloed van lymfe uit de armen en de benen.
· Drukverschil tussen de buik- en de borstholte. Wanneer tijdens de inademing het diafragma wordt
aangespannen stijgt de druk in de buikholte en daalt de druk in de borstkas. Dit is een belangrijk me -
chanisme voor de afvoer van lymfe uit het maag-darmgebied.

149
Fig 1

150
Fig 2
4.3 Lymfeklieren
In het verloop van de lymfevaten bevinden zich overal in het lichaam lymfeklieren. Deze kunnen zowel vlak
onder de huid liggen (deze klieren kunnen worden gepalpeerd) als centraal in de buikholte of de borstkas.
Lymfeklieren zijn kleine, ovale tot boonvormige orgaantjes, waarvan de diameter varieert van 1 tot 25 mm. In
de ingedeukte zijde van de lymfeklier, de hilus, treden de kleine arteriën binnen en verlaten de venen haar. Dit
zijn de vaatjes die de bloedvoorziening van de lymfeklier verzorgen. Bovendien treden hier de afvoerende
lymfevaten uit. Aan de bolle kant van de lymfeklier komen de aanvoerende lymfevaten op verschillende
plaatsen binnen.

151
4.4 Regionale lymfeklieren
De meeste en ook grootste lymfeklieren
bevinden zich:
· langs de grote bloedvaten in de hals;
· langs de grote vaten in de borstkas en
in de oksels;
· langs de trachea;
· langs de aorta in de buik;
· rondom de maag;
· in het mesenterium van de darmen;
· langs de bloedvaten in de liezen.
Elk deel van het lichaam heeft zijn
bepaalde groep of groepen lymfeklieren
waar alle lymfe uit dat lichaamsdeel
doorheen stroomt. Deze groepen
lymfeklieren noemt men regionale
lymfeklieren. Hierin worden stofdeeltjes,
bacteriën of te gronde gegane elementen,
maar bijvoorbeeld ook kankercellen, uit het
bijbehorende lichaamsdeel uit de lymfe
gefilterd.
Als gevolg van de interactie tussen
lymfocyten en micro-organismen ontstaat
een — soms pijnlijke — zwelling van de
regionale lymfeklieren. Bij een infectie van
de voet komen de bacteriën (als ze niet op
de plaats van de infectie zelf kunnen
worden vernietigd) uiteindelijk in de
regionale klieren in de lies terecht,
waardoor deze klieren opzwellen. Op
dezelfde manier gaat een infectie van een
hand soms gepaard met zwelling van de
okselklieren, en een infectie in de mond-
keelholte met zwelling van de halsklieren.
Fig. 3
4.4.1 Metastasering
De regionale lymfeklieren zijn ook de stations waar kankercellen, die uit een kwaadaardig gezwel zijn
losgeraakt en met de lymfe zijn meegevoerd, vastlopen. Dit leidt er vrijwel altijd toe dat de vastgelopen
kankercellen in de klier gaan groeien en een uitzaaiing (metastase) van de oorspronkelijke tumor produceren.
Dit proces heet lymfogene metastasering; daarnaast bestaat ook nog hematogene metastasering, waarbij
kankercellen via de bloedbaan elders in het lichaam terechtkomen.
Bekende patronen van lymfogene metastasering zijn in het bijzonder het terechtkomen van longkankercellen in
de lymfeklieren naast de trachea en van borstkankercellen in de klieren in de oksel.

152
4.5 Aandoeningen van de lymfevaten en lymfeklieren
4.5.1 Aandoeningen van het lymfevatstelsel zelf
· De ziekte van Hodgkin, een kwaadaardige aandoening van een of meer lymfeklieren, die zich kan
uitbreiden naar de andere delen van het lymfatische systeem, in het bijzonder naar de milt.
· De ziekte van Pfeiffer (mononucleosis infectiosa), een infectie van de lymfe-klieren, veroorzaakt door het
Ebstein-Barr-virus dat zich richt tegen B-lymfocyten. Kenmerkend is de zwelling van vooral de klie ren in
de hals.
4.5.2Aandoeningen door ziekteprocessen elders
Lymfangitis en lymfadenitis (respectievelijk een ontsteking van de lymfevaten en van de lymfeklieren) zijn het
gevolg van een bacteriële infectie ergens in het lichaam, waarbij de bacteriën in de lymfe terecht zijn gekomen.
Lymfangitis kenmerkt zich door rode, pijnlijke strepen op de huid in het verloop van de ontstoken lymfevaten.
Lymfadenitis gaat gepaard met een pijnlijke zwelling van de regionale lymfeklieren.
Lymfekliermetastasen, zwelling van regionale lymfeklieren als uiting van groei van metastasen van een
kwaadaardige tumor. Deze zwelling is meestal niet pijnlijk, in tegenstelling tot de zwelling bij lymfadenitis.
Lymfoedeem
Lymfoedeem is de algemene naam voor zwellingen die ontstaan ten gevolge van een stoornis in de afvoer
van lymfe. Een dergelijke zwelling is meestal gelokaliseerd in de armen of de benen. Oorzaken van een
slechte afvloed van lymfe zijn:
 afsluiting van de lymfevaten en lymfeklieren als gevolg van bacteriële ontstekingen of door bestraling;
 operatieve verwijdering van lymfeklieren, bijvoorbeeld omdat ze door kanker zijn aangetast. Verwijdering
van de okselklieren in het kader van een operatie wegens borstkanker kan leiden tot lymfoedeem van de
arm.

153

You might also like