Midden in de wereld is een plaats tussen de landen en de zee 40 en de hemelse streken,
grensgebied van de drievoudige wereld; van daaruit wordt [al] wat ergens is, hoe afgelegen ook maar, bekeken (in de gaten gehouden), en elk geluid dringt door tot de holle oren. Fama bezet dat (woont daar) en ze heeft voor zichzelf een woning gekozen op de top van de burcht, en ze heeft ontelbare toegangen en duizend openingen aan het complex (de woning) 45 toegevoegd en de drempels met geen enkele poorten afgesloten; ’s nachts en overdag staat het open. Het is geheel (gemaakt) van weergalmend brons, het gonst geheel en weerkaatst stemmen (geluiden) en vermenigvuldigt wat het hoort. Geen enkele rust is er binnen, en nergens (in geen enkel deel) stilte. En toch is er geen geschreeuw, maar zachte geluiden van een fluisterende stem, 50 zoals ze vanaf de golven van de zee, als iemand ze van verre zou horen, plegen te zijn, of het geluid, zoals wanneer Jupiter de donkere wolken heeft laten dreunen, de laatste donderslagen laten horen. Een grote groep huist in de zalen; zij komen, het lichte volk, en zij gaan en gemengd met ware dingen zwerven overal verspreid 55 duizend valse geruchten rond en ze stoten verwarde woorden uit. Sommigen daarvan vullen lege oren met praatjes, anderen brengen de dingen die verteld zijn naar een andere plaats, en de hoeveelheid verzinsels groeit, en een nieuwe zegsman voegt iets toe aan wat hij heeft gehoord. Daar is (huist) Goedgelovigheid, daar roekeloze Dwaling, en 60 lege Blijdschap en de verbijsterde Angsten en het plotselinge Oproer en de Fluisterpraatjes met dubieuze zegsman. Zelf ziet ze welke dingen in de hemel en op zee en op het land worden gedaan en ze doorzoekt de gehele wereld.