Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 12

FACULTEIT INDUSTRIËLE

INGENIEURSWETENSCHAPPEN

CAMPUS GROEP T

Laboverslag
Chemische labotechnieken
Proef: Kinetica

Uitvoeringsdatum: 17/04/2023

Suzanne De Clercq
Lisa Gillebert

Laboverantwoordelijke:
Ruth Janssens

Academiejaar 2022-2023
1 INLEIDING

1.1 Onderzoeksvraag/probleemstelling
Tijdens deze proef wordt voor de hydrolyse van azijnzuuranhydride de snelheidsconstante
en de orde van de reactie bepaald. Dit gebeurt door de geleidbaarheid gedurende de reactie
op te volgen. Door dit voor meerdere temperaturen te bepalen kan aan de hand van de
Arrheniusvergelijking de acteveringsenergie berekend worden.

2 RESULTATEN

2.1 Metingen
In deze allinea worden de voornaamste meetresultaten meegegeven. Onderstaande tabellen
1
geven de gemeten geleidbaarheid ( ¿ weer op verschillende tijdstippen tijdens de reactie
Rt
bij een vaste temperatuur. De temperaturen waarop deze proef respectievelijk werd
uitgevoerd waren: 40°C, 35°C, 30°C en 25°C.
Tabel 1: meetwaarden bij 40°C

t 1/R_t
[s]  
0 267
30 605
60 796
90 881
120 952
150 1023
180 1078
240 1150
300 1202
360 1233
420 1250
480 1262
540 1266
600 1262

Tabel 32: meetwaarden bij 30°C

t 1/R_t
[s]  
3
0 345
30 490
60 599
90 681
120 748
150 813
180 866
240 949
300 1011
360 1063
420 1100
480 1129
540 1155
600 1174
660 1190
720 1202
780 1209
840 1217
900 1223
960 1232
1020 1236
1080 1241
1140 1244
1200 1249

4
2.2 Grafieken
Hieronder worden de grafieken weergegeven die werden opgesteld met de waarden
meegegeven in tabellen 1,2,3 en 4. Rico van deze grafieken is de snelheidsconstante van de
hydrolyse van azijnzuuranhydride voor de temperatuur waarbij de proef werd uitgevoerd.
Indien het natuurlijk logaritme van deze snelheidsconstanten wordt geplot ten opzichte van
het omgekeerde van de temperatuur waarbij deze bepaald werden kan de activeringsenergie
bepaald worden volgens de Arheniusvergelijking (dit wordt verder besproken in 2.3). Deze
grafiek wordt weergegeven in Figuur 5. Tot slot wordt een grafiek opgesteld waarbij het
verloop van de geleidbaarheid in functie van de tijd wordt geplot voor elke temperatuur. Dit
wordt afgebeeld in Figuur 6.

Figuur 1: bepaling K bij 40°C

5
Figuur 2: bepaling K bij 35°C

Figuur 3: bepaling K bij 30°C

6
Figuur 4: bepaling K bij 25°C

Figuur 5: bepaling E_a

7
Figuur 6: verloop geleidsbaarheid bij een bepaalde temperatuur

2.3 Berekeningen
In deze alinea worden de berekeningen op de metingen gepresenteerd. Indien verscheidene
gelijkaardige berekeningen uitgevoerd worden, wordt 1 voorbeeldberekening uitgevoerd.
De activatie-energie numeriek bepalen:
−Ea 1
ln ( k )= ∙ + ln ⁡( A)
R T
Voor 40°C en 25°C:
−Ea 1
ln ( 0 , 0 084 )= ∙ + ln ⁡( A)
8,314 313
−Ea 1
ln ( 0,0026 )= ∙ + ln ⁡( A)
8,314 298
Twee vergelijkingen en twee onbekenden:
Ea
ln ( 0,0084 )+ ¿ =ln ⁡( A )¿
2602,282
−E a Ea
ln ( 0,0026 )= +ln ( 0,0084 )+ ¿ ¿
2477,572 2602,282
−1.1727=Ea (−1,93429∗10 )
−5

J
Ea =60626,9 =60,6 KJ /mol
mol

8
9
3 EXTRA VRAGEN TE BEANTWOORDEN

 Vergelijk de vier verschillende opgemeten geleidbaarheidscurven

De vier curves gaan allemaal naar hetzelfde eindpunt. Hoe warmer de temperatuur
hoe sneller de curve naar het eindpunt gaat. Dit betekent dat de reactie sneller
verloopt naarmate de temperatuur stijgt.

 Toon grafisch aan dat deze reactie van de eerste orde is

Aangezien de curven weergegeven in Figuur 1,2,3 en 4 een lineair gedrag vertonen,


kunnen we besluiten dat de reactie van de eerste orde is.

 Bepaal grafisch de snelheidsconstante bij de vier onderzochte temperaturen.

( )
2
R∞
In figuren 1,2,3 en 4 word ln (1− ) uitgezet ten opzichte van de tijd. In de
Rt
labotekst werd een formule afgeleid waaruit blijkt dat de rico van deze grafieken het
tegengestelde is van de snelheidsconstante van de reactie bij de bepaalde
temperatuur. Concreet betekent dit dat de snelheidsconstante de volgende zijn:
K 1 ( 40 °C )=0.0084
K 2 ( 35° C )=0.0054
K 3 ( 30° C )=0.0036
K 4 ( 25 °C )=0.0026

 Bepaal de activatie-energie

– grafisch door het natuurlijk logaritme van de snelheidsconstanten uit te zetten in


functie van 1/T

Deze grafiek wordt weergegeven in Figuur 5. Volgens de Arrheniusvergelijking


−Ea
bedraagt de rico van deze curve . Uit de grafiek leiden we af dat dit -7996.6
R
bedraagt. Wanneer je deze waarde vermenigvuldigd met -R (= -8.314 J/mol K)
bekom je de Acteveringsenergie. Concreet is dat hier 66.5 KJ/mol.

– numeriek door de Arrheniusvergelijking voor twee temperaturen uit te schrijven en


hieruit de activeringsenergie te substitueren

(zie bekerekeningen)

10
4 BESLUIT

De temperatuur heeft een grote invloed op de snelheidsconstante. Als de curves geplot

worden volgens ln [1− ( )


R∞ 2
Rt
]=−kt met de tijd op de x-as dan is duidelijk waar te nemen dat

de curve bij de warmste temperatuur het lineair stuk het snelst daalt.
De snelheidsconstante is dus groter bij een grotere temperatuur. De snelheidsconstante
bedraagt 0,0084 bij 40°C en nog maar 0,0026 bij 25°C.

De hydrolyse van azijnzuuranhydride gebeurd rapper bij een hogere temperatuur. Doordat
de hydroniumionen rapper vrijkomen bereikt de oplossing bij de hoogste temperatuur rapper
de maximale waarde voor de geleidbaarheid.

Bij de activatie-energie die numeriek werd berekend kwamen we een waarde van
60,6 KJ /mol uit en grafisch kwamen we 66,48 KJ /mol . De waarde numeriek berekend zal
minder nauwkeurig zijn omdat dit alleen met de twee uiterste waardes is berekend.

11
12
FACULTEIT INDUSTRIËLE INGENIEURSWETENSCHAPPEN
CAMPUS GROEP T LEUVEN
Andreas Vesaliusstraat 13
3000 LEUVEN, België
tel. + 32 16 30 10 30
iiw.groept@kuleuven.be
www.iiw.kuleuven.be

You might also like