Schoolgids Heidehoek Mei 2011

You might also like

Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 76

Schoolgids

Obs de Heidehoek Vledderveen School met ErvaringsGericht Onderwijs

Voorwoord
Wat staat er in deze schoolgids? stichting en school in het algemeen; uitgangspunten en doelstellingen; visie op levensbeschouwing, mens en maatschappij, teamontwikkeling, kind en onderwijs; doelstellingen en de werkwijze van onze school; hoe wij de zorg voor de kinderen organiseren; wat de ouders van de school kunnen verwachten, maar ook wat de school van de ouders verwacht namen en adressen; algemene informatie, die voor u belangrijk kan zijn; specifieke informatie over de groepen; belangrijke gegevens voor het huidige schooljaar, zoals school- en vakantietijden, groepsindeling, taakverdeling en activiteiten van het team. Sommige afspraken, werkwijzen en documenten zijn op stichtingsniveau vastgesteld. Deze herkent u door het logo van Stichting Talent, , achter de titel.

74

De Schoolgids wordt jaarlijks aan het begin van het schooljaar op de website geplaatst. In ons Schoolplan, dat naast deze Schoolgids is ontwikkeld, verantwoorden wij de school uitgebreider. Deze plannen zijn werkdocumenten voor het team en leveren de verantwoording naar de minister en gelden voor een periode van 4 jaar. In het Schooljaarplan en het Schooljaarverslag doen wij hetzelfde, echter voor 1 jaar. Deze gids is bestemd voor de ouders. Daarom vinden wij het zinvol ouders bij de ontwikkeling van deze gids te betrekken. Wij willen graag weten welke informatie ouders van belang vinden en waarover ze wel en niet genformeerd willen worden. We willen daarom graag op - en aanmerkingen van u ontvangen, zodat deze gids een goed en leesbaar verhaal vertelt over onze school.

74

Obs 'de Heidehoek' P.W. Janssenlaan 20 8385 GB Vledderveen Telefoon: 0521381475 www.obsdeheidehoek.nl E-mail: info@obsdeheidehoek.nl

Inhoudsopgave

1.

74

Voorwoord Inhoudsopgave De school 1.1 Richting 1.2 Obs de Heidehoek 1.3 Grootte van de school Visie: waar de school voor staat - uitgangspunten en prioriteiten 2.1 Missie en visie van Stichting Talent 2.2 Missie en visie: waar de school voor staat 2.2.1 De 5 betrokkenheidsverhogende factoren 2.2.2 Het werken in de verschillende bouwen 2.2.3 Kwaliteitsverbetering De organisatie 3.1 Organisatie stichting 3.1.1 Algemeen bestuur 3.1.2 Algemeen directeur 3.1.3 Directieoverleg 3.1.4 Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad 3.2 Organisatie school 3.2.1 Directeur 3.2.2 Medezeggenschapsraad 3.2.3 Ouderraad 3.2.4 Leerkrachten 3.2.5 Externe contacten 3.3 Integraal personeelsbeleid (IPB) 3.3.1 Bekwaamheidseisen onderwijspersoneel 3.3.2 Scholing 3.3.3 Procedure benoemen nieuw personeel 3.3.4 Procedure (ziekte) vervanging 3.3.5 Studenten Het onderwijs 4.1 Werkwijze 4.1.1 Groepssamenstelling

2 4 8 8 8 8 9 9 10 11 13 17 19 19 19 19 19 19 20 20 20 20 22 25 25 26 26 26 28 28 28

24

26

74

4.2 Vak/vormingsgebieden 4.2.1 Vak/vormingsgebieden in groep 1 en 2 4.2.2 Vak/vormingsgebieden groep 3 t/m 8 4.2.3 Computers (ICT) 5 Zorg voor kinderen 5.1 Samenwerkingsverband/zorgplan 5.1.1 Zorgdocument 5.2 Zorg op de Heidehoek 5.2.1 Intern begeleider (IB-er) 5.3 Groeps en leerlingbespreking 5.4 Handelingsplan 5.5 Werkwijze PCL/ Samenwerkingsverband 5.6 Leerlinggebonden financiering/rugzak 5.7 Speciaal (basis) onderwijs en de ambulante begeleiding 5.8 Protocol leesproblemen en dyslexie 5.9 Toetsing en registratie 5.10 Rapportage en dossiervorming 5.10.1 Beleid najaarskinderen 5.11 De overgang van de kinderen naar het voortgezet onderwijs 5.12 Buurtnetwerk 6 Leerplicht 6.1 Leerplicht 6.1.1 Volledige leerplicht 6.2 Beleid toelating en (tijdelijke) verwijdering 6.2.1 Toelating 6.2.2 (Tijdelijke) Verwijdering 6.3 Aanmelden en inschrijven van nieuwe leerlingen 6.3.1 Procedure aanmelden 6.3.2 Gegevens t.b.v. de inschrijving 6.3.3 Procedure aanmelden leerling met een rugzakje 6.3.4 Plaatsing 6.3.5 Adreswijziging 6.4 Verzuim/ verlof 6.4.1 Geoorloofd verzuim

34

28 30 31 31 34 34 34 35 37 38 39 41 41 41 42 42 43 44 44 44 44 44 45 46 46 46 46 47 47 47 48

36

40

74

6.4.2 Ongeoorloofd verzuim 6.4.3 Luxe verzuim 6.4.4 Inschakelen leerplichtambtenaar 6.4.5 Bezwaar 6.4.6 Boete 7 Informatie 7.1 Ouders 7.2 Privacy 7.3 Informatieplicht 7.4 Informatie 7.4.1 Afspraak met leerkracht en/of directie 7.4.2 Nieuws 7.4.3 Dorpskrant t Pummeltje 7.4.4 Website 7.5 Projecten 7.6 Overblijven/ naschoolse opvang 8 Afspraken/ rechten en plichten 8.1 Afspraken op stichtingsniveau 8.1.1 Schoolverzekering 8.1.2 Veiligheidsbeleid 8.1.3 Klachtenprocedure 8.1.4 Ongewenste intimiteiten/ seksuele intimidatie 8.1.5 Tussenschoolse en buitenschoolse opvang 8.1.6 Ouderbijdrage

48 49 51 51 51 52 52 54 54 55 55 55 55 56 56 57 57 57 57 58 59 60 60

55

9 De praktische informatie 9.1 Schooltijden 9.2 Vakanties en vrije dagen 9.3 Urenberekening 9.4 Personeel 9.4.1 Taakverdeling 9.4.2 Vieringen, feesten en activteiten

61 63 64 65 65 66

63

9.5 Groepsplanning 9.6 Overig 9.7 Afspraken en regels 9.8 Bosproject gemeente Westerveld 10 Namen en adressen Tenslotte nog wat stof tot nadenken

67 67 68 69 71 73

74

1
1.1

DE SCHOOL
Stichting Stichting Talent Westerveld vormt sinds 1 april 2009 het bevoegd gezag over het openbaar basisonderwijs in de gemeente Westerveld. Stichting Talent Westerveld vormt een veelkleurig palet van 11 samenwerkende scholen voor openbaar basisonderwijs. Ongeveer honderd medewerkers zetten zich in om elk van de ruim 1450 leerlingen de best mogelijke basis te geven voor de toekomst. Voor meer informatie over de structuur, de geledingen en de functies binnen onze stichting verwijzen wij u naar hoofdstuk 3. Basisschool de Heidehoek Onze school is opgericht in 1909 en bestaat ruim 100 jaar. Het oude gedeelte is nu ons gymlokaal. De school is drastisch verbouwd met de komst van de basisschool in 1985. Het is een multifunctioneel gebouw geworden met dorpshuis en school onder n dak. We zijn een openbare basisschool, d.w.z. dat alle kinderen worden toegelaten, ongeacht hun afkomst, levensovertuiging, godsdienstopvatting enz. Bij een openbare school staan de deuren open voor alle kinderen. De kinderen, ouders en leerkrachten hebben verschillende opvattingen over godsdienst en levensbeschouwing, zoals iedereen in de maatschappij. Ze maken kennis met elkaars achtergronden, levens - en godsdienstovertuiging. Zo leren kinderen met en over elkaar, met respect voor elkaars identiteit en ieder zijn eigen verantwoordelijkheid. Daarmee is onze school de samenleving in het klein. We geven de kinderen gelegenheid om aan de eigen identiteit te werken, bijv. tijdens de lessen godsdienst en humanistisch vormingsonderwijs. Het volgen van deze lessen is vrijwillig, maar gebeurt wel onder schooltijd. Met dit aanbod is de school echt openbaar: voor iedereen aantrekkelijk Directeur: Gerben Douna Dwarsweg 13 8383 EP Tel.: 0521-380093 Plaatsvervangster: Sanne Joenje Grootte van de school Op de teldatum van 1 oktober 2011 zullen we 40 kinderen op onze school hebben. Dit levert voor het schooljaar 2011 2012 een formatie op van ongeveer 3 leerkrachten. Er werken op onze school zeven leerkrachten, daarvan hebben zes een parttimebaan en er is n fulltimer. Verder zijn er vakleerkrachten voor muziek en godsdienst. We maken altijd ruimte voor studenten om hun stage bij ons op school te doen.

74
1.2

1.3

2
2.1

Visie
Missie en visie van Stichting Talent Westerveld

74

Het visiestatement van onze organisatie is als volgt geformuleerd: Stichting Talent Westerveld staat als een professionele leergemeenschap voor kinderen, medewerkers en ouders in de samenleving; Werkt aan basis- en talentontwikkeling; Is een leergemeenschap met een openbaar karakter, die respectvol en veilig is. De visie kenmerkt zich door twee leidende principes en vier kernwaarden: Niet apart maar samen Professionaliteit Betrokkenheid Groei naar kwaliteit Resultaat Kindgericht werken

Binnen dit referentiekader kan elke school en elke medewerker eigen waarden en doelen hanteren, zolang ze niet strijdig zijn met de algemene uitgangspunten en ook niet leiden tot een onderlinge strijd. We verwachten van onze medewerkers en stimuleren ouders en kinderen de kernwaarden uit te dragen en te vertalen in handelen. Het gedrag van de medewerkers geldt steeds als voorbeeld voor kinderen (en hun ouders). Vanuit de genoemde kernwaarden formuleert Stichting Talent Westerveld de missie RUIMTE OM TE LEREN door: Kinderen zodanig te onderwijzen en begeleiden dat zij goed toegerust en gemotiveerd zijn om met succes het voortgezet onderwijs te volgen; Een antwoord te kunnen geven op hun levensvragen; Verschillen te accepteren; Ouders te betrekken en mede verantwoordelijk te maken; Kinderen zelfstandig hun weg te laten vinden in en volwaardig deel te nemen aan onze pluriforme samenleving.

2.2

Missie en visie: waar de school voor staat uitgangspunten en prioriteiten

74

In de samenleving van morgen zullen omgaan met gevoelens, leren keuzen te maken, informatie verzamelen en selecteren wellicht de belangrijkste vaardigheden zijn om overeind te blijven. Dit betekent dat het in het onderwijs niet alleen gaat om het aanleren van kennis en het verwerven van een lerend vermogen, maar ook om het verwerven van een positief gevoel van zelfwaarde. In een maatschappij waarin kennis steeds veroudert, is de kunst om lekker in je vel te blijven zitten en je voortdurend nieuwe kennis eigen te maken van groot belang. We zijn een school die zich ten doel stelt opvoeding en onderwijs te ontwikkelen volgens de beginselen van het ErvaringsGericht Onderwijs (E.G.O.). Zie ook www.ervaringsgerichtonderwijs.nl en onze eigen site www.obsdeheidehoek.nl. Wanneer we dit betrekken op onze school betekent goed onderwijs voor ons: onderwijs waarbij kinderen maximaal betrokken zijn, zich voortdurend ontwikkelen en zich er goed bij voelen. De leerkrachten houden daarbij zoveel mogelijk rekening met de belevingswereld van de kinderen. Dit gegeven vormt de basis van ons onderwijsconcept. De 3 principes die we hierbij gebruiken zijn: 1 het vrij leerlingeninitiatief, hierin kunnen kinderen in principe voor een groot deel van de dag vrij, uit een reeks van mogelijkheden kiezen. Dit is een krachtig middel om kinderen tot betrokken activiteit te laten komen. Vrij initiatief maakt het mogelijk dat kinderen zich langs een eigen weg ontwikkelen. 2 Het schoolmilieu speelt een belangrijke rol. Kinderen moeten in de school vinden wat aan hun behoeften tegemoet komt. Dit betekent dat we erop letten dat het materiaal dat we in de klas brengen voldoende uitdaging biedt om tot een eigen ontwikkeling te komen. Daarnaast biedt de leerkracht nieuwe activiteiten aan, waaruit de kinderen weer een keuze kunnen maken. Leerkrachten houden steeds goed in de gaten wat het doel is: het op een betrokken manier leren van de leerlingen. Door observaties houdt de leerkracht oog voor individuele kinderen, zodat we kinderen steeds vooruit kunnen helpen. Kinderen moeten zich veilig en aanvaard voelen. Dit doet een beroep op het inlevingsvermogen van de leerkracht. Bovendien kunnen we door met de kinderen te praten op het spoor komen van wat hen bezig houdt, waar hun interesses liggen. Dit is het derde principe: de ervaringsgerichte dialoog. De twee kenmerken die van grote waarde zijn voor de ontwikkeling van een kind zijn: betrokkenheid en welbevinden. Zij geven antwoord op de vraag hoe een leerling zich ontwikkelt of dingen leert. We zijn pas echt tevreden over een activiteit als we erin slagen een hoge betrokkenheid te realiseren, want in betrokken activiteit geven kinderen (en ook volwassenen) het beste van zichzelf. Als die hoge mate van betrokkenheid er is vindt er ontwikkeling plaats. Dit

74

is echt leren. Betrokkenheid staat uiteraard niet op zichzelf maar heeft veel te maken met welbevinden. Bij het beoordelen van betrokkenheid kijken we naar een aantal kenmerken en signalen die bij kindgedrag horen. We houden bij het beoordelen rekening met de leeftijd en ontwikkelingsniveau van de kinderen. Bij het observeren van de ontwikkeling staat de volgende vraag centraal: Is dit kind nog in ontwikkeling?. Door hier naar te kijken worden ook hoogbegaafde leerlingen gesignaleerd, die anders minder snel zouden opvallen, omdat hun resultaten op de verschillende toetsen toch wel voldoende zijn. De mate van welbevinden van kinderen geeft aan hoe zij het maken op het emotionele vlak. Kinderen (en volwassenen) die zich welbevinden, voelen zich als een vis in het water, ze zijn emotioneel gezond hebben zelfvertrouwen, durven zichzelf te zijn en voor zichzelf op te komen. De zo belangrijke kenmerken betrokkenheid en welbevinden realiseren we door de volgende 5 betrokkenheidverhogende factoren voor ogen te houden, met daaraan vastgekoppeld vijf werkvormen die een houvast geven om de betrokkenheid van de kinderen te verhogen en om hun welbevinden te vergroten. De factoren en werkvormen zijn de volgende: 2.2.1 De 5 betrokkenheidsverhogende factoren 1 Sfeer in de groep en de relatie met elkaar kring Kinderen moeten lekker in hun vel zitten. Een belangrijke factor hierbij is de sfeer in de klas. Deze is afhankelijk van verschillende zaken, zoals de relatie die de leerling heeft met de leerkracht en de medeleerlingen. Kinderen hebben het vertrouwen van de volwassenen in hun buurt nodig, hun geduld, hun goede vragen naar problemen die je als leerling kunt hebben, zodat je weer verder kunt. Om een goede sfeer en relatie te bevorderen wordt gebruik gemaakt van de kring. Dit is een moment waarop de groep of een deel van de groep bij elkaar komt met het oog op uitwisseling van gedachten en ervaringen. Er zijn twee functies: de kring als ontmoetingsplaats waarin onderling contact bevorderd wordt en de kring met een plannend en evaluerend karakter. De kring wordt dan gebruikt voor het maken van afspraken door de kinderen samen met de leerkracht, voor het plannen en bespreken van werkplannen, het geven van instructies, het terugkijken en nadenken over eigen gedrag en dat van anderen. 2 Aanpassing aan het niveau contractwerk Aansluiten bij het ontwikkelingsniveau van het kind is essentieel voor betrokkenheid. Wanneer het niveau te hoog is haakt het kind af en wanneer het te laag is, is er geen uitdaging meer voor het kind. Kinderen verschillen op vele vlakken van elkaar, zoals op ontwikkelingsniveau, belangstelling, tempo en bewegingsbehoefte. Verschillen tussen kinderen vinden we normaal. We willen dat kinderen het gevoel krijgen dat ze, ongeacht hun prestaties,

74

geaccepteerd worden als persoon. Als kinderen zelf kiezen zijn ze bijna altijd betrokken bij wat ze gaan doen. Een werkvorm die zich hier heel goed voor leent is contractwerk. Dit is een vorm waarbij voor iedere leerling een activiteitenpakket voor een bepaalde periode (een dag, twee dagen ofbij de oudere kinderen een week of langer) op papier wordt vastgelegd. Bij de onderbouw is dit in de vorm van een takenbord waar de activiteiten op aangeboden worden. Voor het maken van dit pakket krijgt elke leerling een bepaald deel van de tijd beschikbaar. Hierbinnen kan de leerling redelijk zelfstandig beslissen over de duur en de volgorde van de activiteiten. De leerkracht draagt een stuk organisatie (zelfstandigheid) en verantwoordelijkheid over aan de kinderen. Per kind wordt bekeken wat hij of zij aan kan in de contracttijd, soms behelst het vele vakgebieden. Een belangrijk aspect van contractwerk is dat leerlingen in het leerproces verder kunnen gaan zonder door anderen te worden gehinderd. De contracten van de kinderen zijn niet gelijk, maar op hun eigen leerproces afgestemd. Door deze manier van werken sluiten we aan bij het ontwikkelings - en het belangstellingsniveau van de kinderen. Door deze manier van werken praten we niet meer over jaargroepen, maar niveaugroepen. De leerlingen hoeven niet meer te wachten tot de leerkracht vertelt wat ze moeten doen, ze kijken op hun contract en zien wat al af is en wat ze nog moeten doen. Ze leren hun tijd in te delen, schatten de duur van de activiteiten, structureren hun werk, kunnen de hulpvraag uitstellen, helpen zelf en worden geholpen door medeleerlingen en kunnen zelfstandig omgaan met hulpmiddelen en bronnen. Ze nemen zelf initiatief en hun betrokkenheid wordt vergroot. 3 Werkelijkheidsnabijheid projectwerk Kinderen hebben belangstelling voor wat er om hen heen gebeurt. Ze willen deze werkelijkheid begrijpen en er mee omgaan. Projectwerk ontstaat als kinderen bepaalde vragen, problemen of themas tegenkomen die hen sterk aanspreken. Een project start als een kind (kinderen) zich aangetrokken voelt tot een bepaald onderwerp en dat gaat onderzoeken. Dit kan in de vorm van een geschreven verhaal, een getypte tekst op de computer, een muurkrant enz. Soms maken kinderen veel meer dan alleen een verhaal, er worden bijv. dingen die een relatie hebben met het thema werkelijk (na)gemaakt. Als het project wordt afgerond vindt er een presentatie plaats in de kring, zodat andere kinderen op de hoogte worden gebracht van de (leer)activiteiten van medeleerlingen. 4 Activiteit ateliers (keuzecursussen) We proberen te voorkomen dat er slechts nrichtingsverkeer is van de leerkracht naar de leerlingen. Het gebruik maken van ateliers is een werkvorm waarbij de kinderen zelf aan het werk kunnen. Ateliers zijn aparte tijdsblokken van circa een halve dag, waarbij de kinderen de keuze hebben uit een aanbod van activiteiten, die een bijzondere begeleiding, bijzondere materialen en soms een

bijzondere ruimte veronderstellen. Sommige ateliers vereisen specifieke begeleiding, daarvoor wordt hulp ingeroepen van deskundigen of van ouders. Voorbeelden van ateliers zijn: timmeren, schaken, aerobic, kleien of koken. 5 Leerlingeninitiatief vrije activiteit Er kan alleen maar sprake zijn van betrokkenheid als een activiteit helemaal aansluit bij het behoeftepatroon van het kind. Daarom moet er ruimte zijn voor persoonlijke inbreng van het kind, waardoor de individuele belangstelling aan het licht komt. Het inspelen op behoeften van kinderen is weer een krachtig middel om de betrokkenheid te verhogen. Een goed middel daarvoor is de vrije activiteit. Dit is een organisatievorm waarin kinderen uit een ruim aanbod kunnen kiezen, waarbij zo weinig mogelijk beperkingen gelden. Naast het aanbod van de leerkracht kunnen ook leerlingen met ideen en activiteiten komen. Door kinderen te observeren probeert de leerkracht er achter te komen waarin kinderen genteresseerd zijn, om zo een aanbod te kunnen doen, dat aansluit bij de (individuele) behoeften. Met de drie praktijkprincipes en de vijf betrokkenheidbevorderende factoren is in het ErvaringsGericht Onderwijs het kind de norm. Het onderwijs is aangepast aan de kenmerken van de leerlingen. Door deze manier van werken stemmen we het onderwijs af op het kind, we nemen de verschillen tussen kinderen als uitgangspunt. Dit onderwijs legt de norm van het succes bij het kind zelf: we halen er uit wat er in zit. De leerstof en manier van aanbieden worden zo gekozen, dat ze stap voor stap aansluiten bij de ontwikkeling die het kind ten aanzien van het leerproces doormaakt. Het tempo waarin de stof wordt aangeboden wordt bepaald door het tempo waarin het kind zich de stof eigen maakt. We zorgen voor een ononderbroken ontwikkelingslijn van de kinderen t/m het bereiken van de kerndoelen. Zittenblijven en hetzelfde nog een keer doen kennen we niet. Ook de onvoldoende is er niet bij. Want als kinderen steeds datgene doen wat past bij hun ontwikkeling doen ze het voldoende. Zo niet dan is de stof die ze moeten maken te moeilijk en moet de leerkracht dat aanpassen. Wel kun je 9 jaar over de basisschool doen ook dit is afhankelijk van het kind zelf. 2.2.2 Het werken in de verschillende bouwen Een dag werken in de onderbouw Vanaf 8.15 uur komen de kinderen de klas binnen. De een alleen, de ander met vader of moeder om even wat werk of wat dingen in de klas te laten zien, of om daar een

74

74

verhaal bij te vertellen. Het leuke van de vrije inloop vinden wij dat de kinderen bij binnenkomst direct hun verhaal kwijt kunnen en we ze hierbij even individuele aandacht kunnen geven. Soms hebben ze iets om te laten zien of iets ingrijpends meegemaakt, ook zijn er kinderen die iets liever niet in de kring vertellen of dit niet durven, dat lost zich op deze manier op. Wij als leerkrachten merken op deze manier ook wat er leeft bij de kinderen. Zo kreeg een van ons de vraag waarom je eigenlijk gaat huilen en waarom je daarbij tranen krijgt. Ja, waar komen die tranen eigenlijk vandaan? Zo ontstond er dus een interessant kringgesprek. Ook kwamen we er met zn allen achter dat je ook kunt huilen van blijdschap. En waarom huilen kinderen eigenlijk veel vaker dan grote mensen? Hebben grote mensen dan nooit verdriet? Zo werden er allerlei dingen bedacht waarom je wel zou kunnen huilen. Je moet als leerkracht op de Heidehoek aardig flexibel zijn en in kunnen gaan op de belevingswereld van de kinderen. Ter plekke werd er dan ook een boek gezocht waar een verhaal in stond dat mooi aansloot bij dit onderwerp n.l.: Bij uil thuis. Daar staat een verhaal in over de tranenthee die uil voor zichzelf gaat zetten. Daar had uil ineens zin in maar hij moest wel eerst heel wat tranen verzamelen om een pot tranenthee bij elkaar te krijgen. Hij moest dus aan heel veel zielige en verdrietige dingen denken. Sommige dingen vond uil heel erg zielig maar de kinderen helemaal niet. Het verhaal sprak de kinderen zo aan dat er die middag een handpop van een uil bij werd gehaald en een mini theeservies. Zo werd het verhaal in de klas nagespeeld met juf achter de kast en na afloop, nadat de kinderen uil hadden geholpen bij het bedenken van hele zielige en verdrietige dingen, tot grote verbazing van de kinderen een theepotje gevuld met echte tranenthee. Iedereen mocht ook een echt slokje thee (Zout water) proeven. Door dit poppenspel wat op de dag zelf snel bedacht was werden de kinderen zo enthousiast dat ze zelf tranenthee wilden maken en met poppen achter de kast wilden spelen. De volgende dag kwamen er verschillende kinderen met handpoppen op school en ze vroegen of ze ook in de echte poppenkast iets mochten spelen. In tweetallen gingen ze stukjes instuderen met hun eigen pop of knuffel in de hoofdrol. Echte optredens werden het en het verbaasde ons hoeveel fantasie de kinderen hierbij hadden en ook echt verschillende stemmen gebruikten. Als kinderen laten merken ergens zeer betrokken bij te zijn moet je daar iets mee doen. Op zon moment staat het kind er open voor en is er sprake van echt leren. Dit gebeurt dan ook op een hele natuurlijke manier. Wij hebben als leerkracht vooral de taak om met materialen aan te komen en het geheel te begeleiden. Ook kijken we hoe we met bepaalde leerstof op de onderwerpen in kunnen gaan. Want terwijl er in groep 1 en 2 poppenkasten geplakt worden en de rest van de taken op het takenbord ook zoveel mogelijk inhaken op het onderwerp, gaan de kinderen van groep 3 bezig met hun contract. Woordjes schrijven die te maken hebben met het onderwerp en ook zij weten dat als hun contract af is, er nog genoeg tijd is om te knutselen of een poppenkastspel voor te bereiden. Op het bord worden er door groep 3 woordjes bedacht die te maken hebben met het onderwerp, van de letters die ze al kennen worden al heel wat woordjes bedacht. Op de ateliermiddag, wanneer alle kinderen knutselen worden er prachtige fantasiepoppen gemaakt van pollepels waarvan er niet een gelijk is. Welbevinden en betrokkenheid bereiken we vooral door veel naar

de kinderen te luisteren en ze in hun leefwereld te observeren.

74

Het werken in de middenbouw Het is kwart over 8, nog een kwartiertje voordat de belgaat. Maar dat is niet te merken. Er zijn al verschillende kinderen druk doende in de klas. Maarten laat zijn moeder zn taalschrift zien, waarin hij met een fel gekleurde gelpen een taallesje heeft geschreven. Nienke en Susanne schrijven de hoofdletters, die ze net hebben geleerd, op het schoolbord voor in de klas. Chantal snuffelt in de boekenkast, want haar vakleesboek is bijna uit, en ze is al vast op zoek naar een ander boek. Dan gaat de bel en de rest van de groep komt binnen. Eerst even de stoel van je tafeltje zetten, dan gaan we rondom de instructietafel in de kring zitten. Even bijpraten over wat we allemaal hebben beleefd. En dan is het tijd om aan de slag te gaan. Een groepje van 5 kinderen blijft aan de instructietafel zitten, want zij krijgen vandaag een nieuw contract. De andere kinderen weten wat ze kunnen gaan doen en gaan (zelfstandig) aan het werk: Kevin gaat alvast zijn verhaal voor de schoolkrant op de computer typen. Anne en Marian willen met schrijven beginnen en komen nog snel even vragen hoe de hoofdletter B geschreven moet worden. Dat oefenen we even samen op het bord. Ruben, Mariska en Marit hebben hun rekenen gepakt en overleggen even samen hoe die lastige som ook alweer moest. Inmiddels heeft het groepje aan de instructietafel hun boeken en nieuwe contract voor hun neus. De rest van de groep weet het: Nu even niet storen! Met deze kleine groep houden we een kringgesprek over het nieuwe taalthema; sprookjes. De kinderen vertellen over hun lievelingssprookje en vullen elkaar aan als het verhaal toch ook anders kan zijn. De komende twee weken zullen oefeningen in de taallesjes over sprookjes gaan. Ik leg alvast een paar taallesjes uit, die op hun contract staan. Vervolgens pakken we ons spellingswerkboek. In het woordpakket zien wij welke spellingsproblemen deze week centraal staan; woorden zoals hond met een d op het eind en woorden zoals ijs met een lange ij. Samen bespreken we waar we op moeten letten. Ook worden de spellingskaarten besproken, die in de loop van de week gemaakt kunnen worden. En nu: aan de slag, want ze popelen om aan hun nieuwe contract te beginnen. Rijanne blijft nog even bij mij aan de instructietafel zitten en ook Kevin en Mariska komen erbij zitten, want we gaan samen nogmaals die lastige kloksommen oefenen. Zo gaat de ochtend snel voorbij. Soms komt een klein groepje bij mij aan de instructietafel voor uitleg, of het is een kind die graag wat extra hulp wil hebben bij zijn/haar werk. Om 11.15 uur komen kinderen van groep 6 om samen met groep 5 wereledorintatie te gaan doen. s Middags beginnen wij altijd met een half uurtje duo- of stillezen. Daarna is er nog even tijd om aan je contract te werken. (dit doen we nooit erg lang, want de resterende tijd van de middag wordt gevuld met expressie of gymnastiek.) Nadat we met zn allen een aantal liedjes hebben gezongen, gaan we naar het sportveld waar we snel

74

een slagbalveld uitzetten. Tjonge wat is het spannend, vooral als Kevin weer een homerun slaat. Bezweet en met rode koppies van het spel, komen we na afloop in de klas terug, snel even de spullen opruimen, stoel op de tafel en naar huis . Het werken in de bovenbouw Om kwart over 8 komt een groepje kinderen de klas binnen. Een aantal begint meteen met het contractwerk, waarschijnlijk weten ze dat ze niet met hun planning uit zullen komen en proberen op deze manier wat tijd in te halen. Het kan ook zijn dat de activiteiten van het contract boeiend genoeg zijn om er voor schooltijd al aan te beginnen. Drie kinderen gaan bij elkaar zitten praten. Thomas pakt zijn aquarel, waar hij de vorige dag aan is begonnen en gaat met een penseel de kleuren aanbrengen in de tekening. Al deze kinderen maken gebruik van de vrije inloop, dit betekent dat je vanaf 8.15 uur naar je klaslokaal kunt gaan om te beginnen met je werk. De leerkracht is ondertussen bezig met de voorbe reidingen van de ochtend, maar kan als er vragen zijn de leerlingen al vast helpen. De anderen spelen buiten op het schoolplein of voetballen op het grasveld naast de school. Om half negen gaat de bel. De kinderen in de klas gaan gewoon door met hun werk, de anderen komen binnen en pakken hun spullen. Elk kind weet wat er deze week gedaan moet worden en hoeft niet op de leerkracht te wachten, ze kunnen zelfstandig aan het werk. Na een minuut of tien roept de leerkracht de kinderen bij elkaar in de kring. Deze morgen worden het nieuws uit de krant of van het journaal met elkaar besproken en van commentaar voorzien. Na de bespreking wordt er een planning gemaakt voor de rest van de ochtend. Na de kring gaan de kinderen verder met hun contractwerk en is er gelegenheid tot het stellen van vragen over het werk van de vorige dag. Sommige kinderen moeten zaken die niet goed begrepen zijn verbeteren en hebben daar hulp bij nodig. Groep 7 gaat samen met de leerkracht een taak rekenen bespreken terwijl de groepen 6 en 8 zelfstandig werken. Tijdens zo'n bespreking mag er niet gestoord worden door de andere kinderen, ze moeten de vraag die hen bezighoudt uitstellen of voorleggen aan een ander (ouder) kind. Kom je er niet uit dan kun je ook iets anders gaan doen van je contract. De leraar maakt zo nu en dan een rondje langs de kinderen, zodat eventuele vragen ook dan gesteld kunnen worden. Twee kinderen gaan naar de computers. Timo gaat de topografie van Azi oefenen terwijl Femke haar tekst die ze deze week verbeterd en herzien heeft gaat uittypen en printen. De kinderen van de

74

74

bovenbouw hoeven hun werk niet te onderbreken maar mogen in de pauze binnen blijven. Het is mooi weer vandaag, de meeste kinderen kiezen voor buiten spelen. Vandaag is de laatste dag van het weekcontract van groep 7. Zij moeten nu alles klaar hebben wat op hun contract staat. Sommigen zullen nog hard moeten werken, anderen die klaar zijn kunnen vrij kiezen uit een reeks van activiteiten: een mooi computerprogramma gaan doen, een typcursus, schaaklessen volgen uit een boek of via een cd-rom, verder werken met rekenen of taal, of misschien hebben de kinderen nog andere goede ideen. Tamara kiest voor het afmaken van haar buizerd van papier-mach, die ze naar aanleiding van een natuurwerkstuk heeft gemaakt. Roofvogels interesseren haar mateloos en daarom heeft ze daar een eigen project over opgezet. De leerkracht is ondertussen met groep 8 aan de instructietafel gaan zitten om gezamenlijk begrijpend lezen te gaan doen. Steeds is er de afwisseling van individueel werken, in een groepje werken naar soms met de hele klas iets gaan doen. Door op deze manier te werken met kinderen leren ze met anderen omgaan, elkaar te helpen, zelfstandig leermiddelen te gebruiken en eigen initiatieven te nemen. Zo wordt de betrokkenheid vergroot en vindt ontwikkeling plaats. Het onderwijs wordt afgestemd op de verschillen die er zijn tussen de kinderen. De leerkracht heeft als taak een (leer)omgeving voor kinderen voor te bereiden en hun ontwikkelingsproces te begeleiden. 2.2.3 Kwaliteitverbetering De sterkte/zwakte analyse van de school Voor de schoolevaluatie maakten we gebruik van de Kwaliteitsscan primair onderwijs van Cdin, een evaluatie in de teamvergadering, het inspectierapport en de intentieverklaring van het EGO. Deze analyse wordt eens in de vier jaar uitgevoerd. Deze instrumenten inventariseren en geven een beeld van de school als geheel, hoe de school functioneert. Deze instrumenten kunnen het beste beschouwd worden als een spiegel, die de school zichzelf voorhoudt. Aan de hand van de uitkomsten wordt een plan opgesteld voor de komende vier jaar. In dit plan staan de zaken die vernieuwd moeten worden, zodat we steeds de kwaliteit van het onderwijs verbeteren. In het Schoolplan 2007 2011 hebben we de volgende verbeterpunten opgenomen: De rapportage van de school aan de ouders blijven ontwikkelen Het ICT-Beleidsplan van de school aanpassen aan de huidige situatie Een digitaal Kindvolgsysteem zoeken De website actueel houden en ev. uitbreiden met andere rubrieken Techniek invoeren o.a. door middel van Het Kidzzlabb, een techniekhoek voor kinderen De axenroos gebruiken bij de sociale omgang met elkaar

Verder bijstellen van de methode voor wereldorintatie Topondernemers Verder ontwikkelen van het digitale portfolio voor elk kind met tekeningen en ander werk Het rijke milieu, de leeromgeving van de kinderen blijvend uitdagend maken Techniek met de koppeling naar rekenen en taal. Van recente datum is het landelijk programma Verbreding Techniek Basisonderwijs (VTB). We hebben ons opgegeven voor het vervolg. Vrij initiatief. Begeleiden van de kinderen die hun werk afhebben en kunnen kiezen waar ze interesse in hebben. Ateliers Bijna elke week zijn er de ateliers. Dit zijn workshopachtige middagen waar kinderen vaak zelf hun keuze kunnen maken wat ze graag willen gaan maken of doen. De onderwerpen zijn zeer gevarieerd en soms zijn het hele duidelijke techniekopdrachten. We nemen deel aan de volgende onderwijsprojecten met als doel ons onderwijs te verbeteren en het leren van elkaar: Weer Samen Naar School. Dit is een samenwerkingsverband rondom een speciale school voor basisonderwijs. Een netwerk van Egoscholen in het noorden. Dit zijn scholen uit Friesland, Groningen en Drenthe met dezelfde onderwijsvisie. De begeleiding is in handen van het Expertisecentrum. Een netwerk van interne begeleiders wat voortkomt uit het WSNS samenwerkingsverband. Samenwerking met scholen uit de gemeente Westerveld Een netwerk van ICT-ers in de gemeente Westerveld Het BOS-project (zie bijlage)

74

3 De organisatie
3.1 Organisatie van de stichting Gezamenlijk vormen de scholen een sterk netwerk, dat zijn kennis en krachten bundelt tot een geheel dat meer is dan de som der delen. Een professioneel ondersteuningsapparaat, geleid door de Algemeen Directeur, verzorgt de administratieve en beleidsondersteuning en werkt voor de scholen aan een prettige werkomgeving en gunstige randvoorwaarden. Op de leden van het Algemeen Bestuur na, wordt de gehele hirarchische lijn gevormd door professionele krachten. Voor namen verwijzen wij u naar hoofdstuk 10. 3.1.1 Algemeen bestuur Er is een Algemeen Bestuur met 5 leden. Het Algemeen Bestuur mandateert taken en bevoegdheden aan de Algemeen Directeur. Dit is vastgelegd in het Management Statuut. 3.1.2 Algemeen directeur Er is een Algemeen Directeur, integraal verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de Stichting en belast met de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het beleid op stichtingsniveau. 3.1.3 Directieoverleg De betrokkenheid van de directeuren bij de Stichting in de adviserende en ondersteunende zin krijgt vorm in het directieoverleg. Het directieoverleg vormt daarmee, naast het Algemeen Bestuur, een belangrijk overlegorgaan voor de Algemeen Directeur daar waar het gaat om de stichtingsbrede beleidsvoorbereiding en -evaluatie. 3.1.4 Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad De Algemeen Directeur overlegt met de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) over bovenschoolse zaken conform het vastgestelde GMR-reglement. Advies- en instemmingsrecht van GMR zullen daarbij gerespecteerd worden. Daarnaast worden de GMR-leden overeenkomstig de wet- en regelgeving gefaciliteerd.

74

3.2 Organisatie school Om de Ervaringsgericht visie van onze school op leren en leven tot uiting te laten komen is het nodig dit waar mogelijk te organiseren en te regelen in de school. Uiteindelijk gaat het erom zodanige voorwaarden te scheppen dat kinderen en leerkrachten kunnen doen waar zij voor op school samenkomen, samenleven en samenwerken. Iedere school binnen Stichting Talent heeft op dit moment een directeur, schoolteam, MedezeggenschapsRaad (MR), Ouderraad (OR) en tal van vrijwilligers. Voor namen verwijzen wij u naar hoofdstuk 10.

74
3.2.1 De directeur De directeur is integraal verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding op de school en belast met de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het beleid op schoolniveau. De directeur legt verantwoording af aan de Algemeen Directeur. 3.2.2 Medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad bestaat uit (minimaal) 4 personen, die gekozen zijn door de ouders en de leerkrachten. Er zitten evenveel ouders als leerkrachten in de MR. De leden van de raad hebben zitting voor een periode van 2 jaar en zijn twee keer herkiesbaar. Als zich meer dan 2 personen voor de oudergeleding kandidaat stellen, vinden rechtstreekse, schriftelijke verkiezingen plaats. De samenstelling van de MR is opgenomen in de bijlagen. De directeur overlegt met de MR over schoolse zaken conform het vastgestelde reglement. Advies- en instemmingsrecht van MR zullen daarbij gerespecteerd worden. De MR-leden worden overeenkomstig wet- en regelgeving gefaciliteerd. Daarnaast hebben twee leden van onze MR zitting in de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) van de Stichting Talent. In de GMR worden zaken besproken die betrekking hebben op alle scholen in de gemeente. 3.2.3 Ouderraad De ouderraad is een rechtspersoon en staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Regelmatig komen de leden van de ouderraad in vergadering bijeen met afgevaardigden van het team. De door de ouderraad te organiseren activiteiten dienen overlegd te worden met de directeur (en team) conform de eigen statuten, waarin tevens duidelijk de taken en overlegstructuren zijn weergegeven. Ouders, die zich verbonden voelen met de school en die, om welke reden dan ook, iets van hun ideen aan school kwijt willen, kunnen dat dan ook doen via de leden van de ouderraad, van wie de namen in hoofdstuk 10 te vinden zijn.

74

De ouderraad bestaat uit 7 ouders van leerlingen van Obs de Heidehoek. De raad wordt door de ouders gekozen. Samenstelling vindt plaats naar aanleiding van verkiezingen, die tijdens de jaarlijkse zakelijke ouderavond in het najaar wordt gehouden. Iedere ouder waarvan een kind bij de school is ingeschreven, kan zich kandidaat stellen en is kiesgerechtigd. De leden zijn in principe elke 3 jaar aftredend en herkiesbaar, zolang ze kinderen op school hebben. De OR belegt 1x per maand een vergadering met het team en doet daarvan verslag. Dit verslag hangt gedurende 1 maand in de hal van de school. De personen die zitting hebben in de OR staan vermeld in de bijlagen. De leden van de ouderraad en het schoolteam zijn verdeeld over verschillende werkgroepen. Elk lid zit in een aantal werkgroepen die verantwoordelijk zijn voor de door hen te organiseren zaken. De verdeling over de groepen vindt u in de bijlagen. Ouderactiviteiten Van de hulp van ouders wordt bij de volgende activiteiten gebruik gemaakt: begeleiding bij het technisch lezen bij de ateliers (de keuzecursussen) schoonmaken, 2 x per jaar wordt met hulp van ouders alle materiaal schoongemaakt klussen, zo nu en dan wordt er een avond of ochtend georganiseerd assisteren bij de sportdag, excursies, schoolreizen, projecten, vieringen en feesten deelnemen aan de redactie van 't Pummeltje, de dorpsschoolkrant van Vledderveen of de Schoolklapper de jaarlijkse rommelmarkt wordt door ouders en team georganiseerd in de maand september of oktober oud papier ophalen, zeven keer per jaar wordt oud papier opgehaald in Vledderveen en omgeving, ouders helpen daarbij volgens een rooster. Dit betekent in de praktijk ongeveer 1 keer per jaar helpen bij het ophalen. begeleiding van gezelschapsspelletjes begeleiden en vervoer van kinderen Zakelijke ouderavond Deze ouderavond wordt gehouden in oktober of november. Tijdens deze avond worden de verkiezingen gehouden voor de ouderraad. Bovendien wordt het jaarverslag gepresenteerd en besproken, vindt de financile verantwoording plaats en kunnen gedachten, wensen en suggesties tussen ouders en ouderraad worden uitgewisseld.

3.2.4 Leerkrachten De groepsleerkracht is voor de kinderen en voor de ouders de uiteindelijk verantwoordelijke persoon en kan daarop aangesproken worden. In principe heeft elke leerkracht zijn/haar eigen groep. In alle groepen komt ook wel eens een andere leerkracht in verband met roostervrije dagen van de groepsleerkracht, ziekte, nascholing en / of cursus. Zie hiervoor hoofdstuk 3.3.3. procedure (ziekte)vervanging.

74

Omschrijving functie groepsleerkracht heeft als primaire taak de uitvoering van het onderwijs en het begeleiden van de leerlingen; draagt zorg voor de intensieve begeleiding en specifieke zorg voor leerlingen; levert bijdragen aan de onderwijsontwikkeling en deskundigheidsbevordering op de school; bevordert de eigen ontwikkeling; voert op basis van de eigen specifieke deskundigheid,opgedragen werkzaamheden uit, op basis van een in het functiebeleid omschreven takenpakket, met daaraan gekoppelde verantwoordelijkheden en bevoegdheden; verricht werkzaamheden en levert bijdragen aan de schoolorganisatie op basis van vastgesteld taakbeleid, waaronder het organiseren en uitvoeren van buitenschoolse activiteiten. Aan de leerkracht kunnen naast de werkzaamheden op basis van de eigen functie ook andere taken opgedragen worden binnen het niveau en de schaal van de functie. Het betreft hier de volgende taken: waarnemend / plaatsvervangend directeur, intern begeleider, remedial teacher, taal-/leescordinator, bouwcordinator en ICTcordinator: Waarnemend/plaatsvervangend directeur Vervangt de directeur bij korte afwezigheid door: het op zich nemen van de dagelijkse leiding in de school; het aanspreekpunt zijn voor collegas, ouders / verzorgers en derden; het afhandelen van praktische zaken; het nemen van besluiten t.a.v. zaken die geen uitstel dulden en waarbij overleg met de directeur niet mogelijk is. Vervangt de directeur bij kortdurende afwezigheid i.v.m. verlof of ziekte door: het zoveel mogelijk afhandelen van gemaakte afspraken; het te woord staan van ouders / verzorgers met vragen en opmerkingen; het eerste aanspreekpunt zijn voor collegas;

het optreden bij calamiteiten en daarna de directeur op de hoogte brengen; het (laten) verhelpen van technische storingen.

74

Overlegt bij langdurige afwezigheid van de directeur met de Algemeen Directeur over de invulling van taken, waarbij keuze gemaakt wordt uit de volgende opties: het overnemen van de directietaken, waarbij ondersteuning wordt verleend door de Algemeen Directeur dan wel de directeur van een andere school; het overnemen van de directietaken door de Algemeen Directeur, een directeur van een andere school, dan wel door een interim-directeur. Intern Begeleider levert een bijdrage aan de voorbereidingen en de uitvoering van het zorgbeleid op schoolniveau door het bijwonen van IB-vergaderingen draagt zorg voor het eigen ontwikkelingsproces. Deze taak wordt nader beschreven in hoofdstuk 5 Zorg. ICT-Cordinator Draagt zorg voor de vertaling van bovenschools ICT-beleid naar specifiek ICT-beleid op school door: het geven van beleidsadviezen op het gebied van ICT op school; een bijdrage te leveren aan het vertalen van het bovenschoolse beleid naar toepassingen op schoolniveau, aangepast aan de specifieke didactische grondslag en onderwijsvorm van de school; het opstellen van protocollen en gebruikersregels; het opstellen van procedures en werkinstructies. Is belast met het instrueren en ondersteunen van gebruikers bij didactische toepassingen van hard- en software door: het initiren en begeleiden van de orintatie op- en invoering van computerondersteund onderwijs; het instrueren van gebruikers ten aanzien van het gebruik van apparatuur en het omgaan met programmatuur en specifieke applicaties; het helpen bij het opstarten van nieuwe didactische applicaties en het geven van uitleg daarover.

Verzorgt het klein beheer van hard- en software op school door: het vervullen van een helpdeskfunctie; het inventariseren, registreren en bundelen van vragen en problemen t.b.v. het externe onderhoud; het oplossen van kleine storingen aan hard- en software; het doorvoeren van kleine wijzigingen en het veiligstellen van gegevens.

74

Verricht overige werkzaamheden op het gebied van ICT van vergelijkbare aard, zoals het begeleiden en ondersteunen van specifieke projecten. Draagt zorg voor de uitvoering van deskundigheidsbevordering op het gebied van ICT door: het coachen en ondersteunen van leerkrachten op het gebied van ICT- toepassingen; het adviseren over de aanschaf van hard- en software passend bij de onderwijskundige doelstellingen van de school; het begeleiden van de medewerkers m.b.t. het gebruik van ICT in het onderwijs- / leerproces en doet voorstellen m.b.t. scholing van de medewerkers; periodieke en incidentele instructie op het gebied van hard- en software. 3.2.5 Externe contacten Voor veel activiteiten werken wij samen met andere instanties: Schoolbestuur: Stichting Talent Westerveld, Tel.: 0521-594944 Externe contacten Inspecteur van het onderwijs: Info@owinsp.nl of www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis) Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900-1113111 (lokaal tarief) Schoolarts: Afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD, Stephensonstraat 1,7903AS, Hoogeveen 0528-290424 Landelijke klachtencommissie Onderwijs Postbus 185, 3440 AD Woerden, Tel: 0348-405245, E-mail: info@lgc-lkc.nl Website klachtencommissie en geschillencommissie: www.lgc-lkc.nl Reestoeverschool, J. Marisstraat 1, 7944EM, Meppel, 0522-251575 Peuterspeelzaal

't Spelend Wijsje, L. Homanstraat 14, 8384 EE, Wilhelminaoord, 0521-382302 Naschoolse kinderopvang: Het Speelkasteel in Noordwolde Henritte van de Wal, clustermanager Speelwerk Kinderopvang, 0561-432842

74

3.3 Integraal personeelsbeleid (IPB) Goed personeelsbeleid bindt personeel en biedt medewerkers meer loopbaanperspectief. Tevens biedt personeelsbeleid scholen een handvat om organisatorische doelstellingen af te stemmen op de personele mogelijkheden en deze te benvloeden. Bovendien heeft het een positief effect op het onderwijskundig proces met als resultaat kwaliteitsverbetering van het onderwijs.

3.3.1 Bekwaamheidseisen onderwijspersoneel Leerlingen hebben recht op onderwijs van bevoegde leraren, die gedurende hun carrire hun bekwaamheden op peil houden. Sinds de Wet op de beroepen in het onderwijs (Wet BIO) van kracht is, draagt de school de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijspersoneel. De bekwaamheid tot het geven van onderwijs omvat de volgende competenties: Interpersoonlijke competentie Pedagogische competentie Vakinhoudelijke en didactische competentie Organisatorische competentie Competentie in het samenwerken met collegas Competentie in het samenwerken met de omgeving Competentie in reflectie en bemiddeling

3.3.2 Scholing Regelmatig zullen leerkrachten worden bijgeschoold. Door de directeur wordt daarvoor een nascholingsprogramma opgesteld. De deskundigheidsbevordering van de leerkrachten staat in relatie met onderwijskundige en

organisatorische doelen van de school (zie Schoolplan). Deskundigheidsbevordering kan zowel in teamverband als individueel plaatsvinden. Meer informatie vindt u in ons Schooljaarplan en in hoofdstuk 9 Praktische informatie. 3.3.3 Procedure benoemen nieuw personeel In het Proceshandboek administratieve organisatie staat de procedure voor benoemen van nieuw personeel omschreven. De procedure voor benoemen van nieuw personeel is opgesteld, rekening houdend met de geldende weten regelgeving. De procedure heeft tot doel optimale kwalitatieve en kwantitatieve personeelsbezetting als primaire voorwaarde om de beleidsdoelen van de organisatie uit te voeren. De procedure richt zich op vacatures die direct onder verantwoordelijkheid c.q. benoeming van Stichting Talent vallen. Voor het benoemen van invallers wordt niet de gehele sollicitatieprocedure doorlopen, zie hiervoor 3.3.4. procedure (ziekte)vervanging. 3.3.4 Procedure (ziekte) vervanging Het kan voorkomen dat de leerkracht van uw kind n of meerdere dagen afwezig is in verband met ziekte of recht op arbeidsduurverkorting (ADV) / compensatieverlof of in verband met het volgen van scholing. Stichting Talent is feitelijk de werkgever van de vervangers. De directeur van de school waarbinnen de vervanger werkt is verantwoordelijk voor een goede begeleiding van de vervanger. Voor de invalleerkracht ligt het programma klaar. Elke leerkracht houdt namelijk in zijn / haar groepsmap bij welke lessen hij / zij gegeven heeft en wat de plannen zijn voor de komende periode. Zo kunnen wij er voor zorgen, dat het lesprogramma door kan blijven gaan. 3.3.5 Studenten Elk jaar zullen er studenten van de PABO door de leerkrachten begeleid worden. Waar en wanneer deze ingezet worden, is op voorhand niet te zeggen. Het bevoegd gezag is verplicht aan studenten, die in opleiding zijn voor een functie in het basisonderwijs of in het voortgezet onderwijs, gelegenheid te bieden, de als onderdeel van hun opleiding vereiste ervaring in de school, te verkrijgen. Deze verplichting betreft: Studenten, die op een school voor de opleiding van onderwijzend personeel zijn ingeschreven of anderszins studeren voor een bewijs van bekwaamheid, dan wel voor een bewijs van voldoende pedagogische en didactische voorbereiding;

74

74

Een bevoegd gezag kan een student de verdere toegang tot de school ontzeggen, indien deze in de school in strijd handelt met de grondslag en doelstellingen van de school. Van een beschikking tot ontzegging van de toegang tot de school wordt mededeling gedaan door toezending of uitreiking van een afschrift aan het bevoegd gezag van de betrokken opleidingsinstelling dan wel aan de betrokken examencommissie en aan de inspectie. De directeur regelt, onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, de werkzaamheden in verband met de begeleiding door het onderwijzend personeel van de studenten in de school. Dit in overeenstemming met het personeel, en de betrokken opleidingsinstellingen of staatsexamencommissie.

Het onderwijs

74

4.1 Werkwijze Inschrijving. Kinderen die nog niet eerder op een basisschool hebben gezeten, kunnen worden toegelaten wanneer ze 4 jaar worden. In de regel worden de kinderen ingeschreven tijdens een (kennismakings)bezoek aan de ouders. Hiervoor maken de leerkrachten van groep 1 een afspraak. Tijdens het huisbezoek worden een zestal ochtenden afgesproken, waarop het kind voorafgaand aan de vierde verjaardag, de school kan bezoeken. 4.1.1 Groepssamenstelling Dit voor het eerst wordt als teldatum de eerste dag na de zomervakantie gehanteerd. Het aantal leerlingen op die datum bepaalt hoeveel uren er leerkrachten kunnen worden aangesteld op onze school. Komend schooljaar verandert er niets , we hebben een formatie van ongeveer 3 leerkrachten. We hebben gekozen voor de basisgroepen 1-2-4, 3-5-6 en 7-8. Op de middagen zijn de kinderen verdeeld over de groepen 1-2-3-4 en 5-6-7-8 4.2 Vak/vormingsgebieden Wettelijk is iedere school verplicht een aantal vak- en vormingsgebieden te verzorgen. Dit gebeurt op basis van onderwijskundige en pedagogische principes. Naast de wettelijk verplichte vakken besteden wij ook aandacht aan bijvoorbeeld sociaal/ emotionele vaardigheden. Actief burgerschap en sociale integratie Op 1 februari 2006 is de bepaling in werking getreden die aan scholen de opdracht geeft het actief burgerschap en de sociale integratie van leerlingen te bevorderen en hier gerichte aandacht aan te geven. Actief burgerschap verwijst naar knnen en willen deelnemen aan een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren, het zelfstandig verantwoordelijkheid nemen voor gemeenschapsbelangen binnen en/of buiten school; Sociale integratie naar deelname van burgers (ongeacht hun etnische of culturele achtergrond) aan de samenleving, in de vorm van sociale participatie, deelname aan de maatschappij en haar instituties en bekendheid met en betrokkenheid bij uitingen van de Nederlandse cultuur. Het gaat dus om een activiteit: initiatief nemen, zelf keuzes maken n de consequenties dragen. Kinderen en jongeren moet nadrukkelijker de kans geboden worden om actief ervaringen op te doen met meedoen, meedenken,

meebeslissen, uitvoeren, eigen keuzes maken en verantwoordelijkheid dragen. Het vraagt ook reflectie op het eigen handelen, een respectvolle houding en een bijdrage aan de zorg voor je omgeving. De opdracht aan scholen om actief burgerschap en sociale integratie te bevorderen is vastgelegd in een aantal wetsartikelen. De betreffende bepaling luidt: Het onderwijs: 1 a. gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving; 2 b. is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie; 3 c. is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met 4 verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. De wenselijke opbrengsten van het onderwijs voor wat betreft burgerschap en integratie zijn ook terug te vinden in de herziene kerndoelen voor het basisonderwijs. Deze zijn vastgesteld door de minister van OCW. De domeinen van burgerschap zijn politiek-juridisch (bijv. staatsburgerschap, paspoort, belastingplicht, stemrecht), economisch (bijv. sofinummer, werk en inkomen, sociale zekerheid) en sociaal-cultureel (bijv. thuis voelen, relaties, taal, verbondenheid, waarden en normen). Hoe leer je Actief Burgerschap? Actief Burgerschap is niet louter te ontwikkelen door overdracht van kennis, je leert het door het te doen, door te ervaren wat het is. Actief Burgerschap is een belangrijk onderwerp, dat op veel verschillende manieren kan worden ingevuld. Dat betekent dat er niet n goede manier is waarop dat kan. Wij geven daar al op verschillende manieren invulling aan. Wij houden rekening met de situatie van de leerlingen, de wensen van ouders/verzorgers en omgeving en de missie van de school, binnen de grenzen van wet en regelgeving. In hoofdstuk 2 vindt u meer over onze visie op mens en maatschappij, op levensbeschouwing en op onderwijs. Op onze school is burgerschap en sociale integratie geen apart vak, maar in vele vakken gentegreerd. In de schooldocumenten, zoals het schoolplan, de beleidslijnen en de protocollen is (de verantwoording voor) de aandacht voor actief burgerschap en integratie terug te vinden. Sociaal emotionele ontwikkeling Hiervoor gebruiken we de axenroos en het huis van gevoelens.

74

Expressie activiteiten De expressieactiviteiten vinden voornamelijk plaats op de middagen. Op donderdagmiddag zijn de ateliers. Alle kinderen van de school worden verdeeld over drie leerkrachten. Het programma wordt per jaar samengesteld. Bewegingsonderwijs Alle groepen hebben minimaal 2 x per week een gymles.

74

4.2.1 Vak/vormingsgebieden groep 1 en 2 Het doel van ons onderwijs is het kind te begeleiden vanuit zijn of haar bekende wereld naar het onbekende. Kleuters zijn aanvankelijk nog op zichzelf gericht. Naarmate ze ouder worden richt de verkenning van hun leefwereld zich ook op de mensen om hen heen. Daarom is de ontwikkeling van het samenspelen en samenwerken en een goede begeleiding daarbij van groot belang. We werken in de kleutergroepen vanuit de kring. Daarnaast wordt gespeeld en gewerkt aan tafels, in hoeken, in de speelzaal en op het plein. We werken in de groepen aan de hand van thema's. Op een speelse manier leren de kinderen hoe hun wereld in elkaar zit. Er zijn tal van materialen om de kinderen op motorisch, sociaal-emotioneel, creatief en verstandelijk gebied verder in hun ontwikkeling te brengen. Behalve een poppenhoek, bouwhoek, computerhoek en boekenhoek is er ook een luisterhoek waar de kinderen m.b.v. koptelefoons allerlei opdrachten krijgen. Er zijn ook allerlei ontwikkelingsmaterialen in gebruik om de eerste beginselen van het rekenen, lezen en schrijven aan te leren. Dit gaat stapsgewijs. Voor de oudste kleuters zijn er activiteiten die al duidelijk gericht zijn op de voorbereiding voor groep 3; oefeningen voor de ontwikkeling van de grove en fijne motoriek, speciale werkbladen en een begin met de eerste stappen in het leesonderwijs. De volgende activiteiten komen aan de orde: Taalactiviteiten, zoals voorlezen, een boek bekijken, taalspelletjes doen, vertellen in een kring, poppenkast spelen, lezen, stempelen, luisteractiviteiten enzovoort. Rekenactiviteiten, zoals wegen, meten, tijd waarnemen, tellen, hoeveelheden vergelijken, cijfers oefenen, met de getallenlijn werken enzovoort. Spelen en werken: vrij spel in de hoeken, werken met allerlei ontwikkelingsmateriaal, knutselen, tekenen, verven enzovoort. Bewegingsactiviteiten: gymles met klim-/klautermateriaal, zang- en tikspelen, dansen op muziek, buitenspel

enzovoort. Muzikale activiteiten: zingen, ritmiek, spelen met instrumenten, dans en drama, enzovoort. Overgang naar groep 3 In groep 3 maakt het spelend leren van de kleutergroepen plaats voor meer methodegebonden leerstof. Dat maakt dat het kind voor de overstap naar groep 3 een aantal vaardigheden moet bezitten op verstandelijk en motorisch gebied, maar het moet er ook sociaal en emotioneel aan toe zijn. Zo moet het kind een tijdje geconcentreerd aan een opdracht kunnen werken. Het moet de wil hebben om een opdracht tot een goed einde te brengen. Het moet beschikken over de vaardigheden, die nodig zijn om te leren lezen en rekenen. Het moet ook een poos zonder de hulp van de leerkracht kunnen. Het moet teleurstellingen kunnen verwerken. De motoriek moet zover ontwikkeld zijn dat het een potlood en een schaar behoorlijk kan hanteren. Normaal zijn de kinderen rond het zesde levensjaar aan de overgang naar groep 3 toe. Maar er zijn kinderen, die daar nog niet aan te zijn en meer gebaat zijn bij een verlengde kleuterperiode. Anderen zijn er eerder aan toe. Besluitvorming hierover vindt altijd zeer zorgvuldig en in samenspraak met de ouders plaats. Hoofdzaak is het belang van het kind. 4.2.2 Vak/vormingsgebieden groep 3 t/m 8 Hieronder volgt de weergave van de vakken met de methoden zoals die op school aan de leerlingen worden gegeven: Nederlandse taal Taaljournaal Lezen Veilig leren lezen Schrijven Schrijftaal Rekenen en wiskunde Alles telt Engels Hello world Wereldorintatie Topondernemers Verkeer Op voeten en fietsen/ Jeugdverkeerskrant 4.2.3 Computers (ICT) Wij werken met een bovenschoolse ICT-beleidsgroep. Alles wat te maken heeft met ICT wordt door hen aangestuurd. Deze groep bestaat uit 2 directeuren en een lid van het stafbureau. Zij sturen ook de ICT-er van de school aan. Zij cordineert het beheer van het netwerk van de school en draagt zorg voor het opstellen, onderhouden, uitvoeren en implementeren van een ICT-beleidsplan. Dit plan is opgesteld en is ter inzage op school.

74

Als Stichting zijn wij er alert op, dat pesten en agressie in toenemende mate plaatsvinden met behulp van digitale media als e-mail, chatten, SMS e.d. Onze school beschikt over 12 computers verdeeld over de drie groepen. Al deze computers zijn aangesloten op het interne netwerk. Binnen ons concept krijgt de computer een ruime plaats. Het gebruik van ICT krijgt bij allerlei vakgebieden gestalte. De computers worden gebruikt door alle kinderen. Ze krijgen op het contract opdrachten die van belang zijn voor hun eigen ontwikkeling. Deze opdrachten zijn afgestemd op het individuele kind, dat wil zeggen dat gekeken wordt naar de behoeften van elk kind afzonderlijk. Naast het gebruik van allerlei software zijn we de hele dag online. Kinderen maken gebruik van internet ter verrijking van het onderwijs en om informatie te zoeken en gebruiken wiki's voor de teksten en wereldorintatie. De huidige software verwijst meer en meer naar internetsites voor aanvullend, actueel of alternatief materiaal, het zogenaamde online leren. Samen met de kinderen hebben we een aantal afspraken gemaakt over het gebruik van internet. Dit internetprotocol is te vinden in de bijlage. Op ICT-gebied werken we samen met de andere 10 openbare basisscholen van Stichting Talent. Gezamenlijk hebben we de aanleg van de netwerken aangepakt en we beschikken ook met elkaar over 1 bovenschoolse netwerkbeheerder. Deze wordt ingehuurd van het Drenthe College. Alle leerkrachten van de scholen zijn geschoold. Vanaf 2008 maken we gebruik van digitale schoolborden. Alle groepen hebben hun eigen bord. Ze worden gebruikt voor uitleg, presentaties, tv kijken, dansen op de dansmat, karaoke enz. Er komen steeds meer webbased toepassingen voor het onderwijs. Internetprotocol Kinderen van onze school kunnen gebruik maken van internet. We hebben ervoor gekozen de kinderen die mogelijkheid te bieden. Wij maken hiervoor gebruik van eigen Yurls startpaginas. We hebben daar 3 kindvriendelijke zoekmachines op staan, die kinderen leiden naar Nederlandstalige sites die geselecteerd zijn, waardoor zaken als racistische uitingen en pornografie niet zomaar benaderd kunnen worden. Kinderen kunnen echter ook andere zoekmachines gebruiken We gebruiken geen individuele e-mailadressen maar elke groep heeft zijn eigen adres, waarmee met andere kinderen gecommuniceerd kan worden. Waarom internet? Kinderen maken gebruik van internet ter verrijking van het onderwijs en om informatie te zoeken, contacten te leggen met leerlingen van andere scholen en deskundigen te kunnen raadplegen. De software die in ontwikkeling is verwijst meer en meer naar internetsites voor aanvullend, actueel of alternatief materiaal.

74

Internetactiviteiten worden hiermee steeds meer onderdeel van methodes en leergangen. De software bij methodes kan door kinderen ook via Internet benaderd worden. Afspraken: Samen met de kinderen hebben we een aantal afspraken gemaakt: Gedragsafspraken met de kinderen: Geef nooit persoonlijke informatie door op internet, zoals namen, adressen en telefoonnummers Vertel het je leerkracht meteen als je informatie tegenkomt waardoor je je niet prettig voelt of waarvan je weet dat het niet hoort. Houd je aan de afspraken, dan is het niet jouw schuld dat je zulke informatie tegenkomt Leg nooit verdere contacten met iemand zonder toestemming van je leraar Verstuur bij e-mail berichten nooit fotos van jezelf of van anderen zonder toestemming van je leerkracht Beantwoord nooit e-mail waarbij je je niet prettig voelt of waar dingen in staan waarvan je weet dat dat niet hoort. Verstuur zelf ook geen mailtjes die niet prettig zijn of waarin je anderen kwetst Meld bij je leerkracht van tevoren waar je naar gaat zoeken op internet Je weet dat alle sites die je bezoekt worden geregistreerd Printen mag alleen met toestemming van je leerkracht Je mag geen bestanden downloaden van internet zonder toestemming van je leerkracht Op de computers mogen geen instellingen of screensavers veranderd worden

74

Zorg

74

De scholen binnen onze stichting vinden het belangrijk om te kunnen omgaan met de verschillende onderwijsbehoeften van leerlingen. Centraal binnen onze visie op onderwijs is dat elk kind zoveel mogelijk passend onderwijs moet krijgen, dat het onderwijs zo goed mogelijk aansluit bij de mogelijkheden van het kind en recht doet aan de verschillen. Competentie, relatie, vertrouwen, zelfstandigheid en autonomie zijn begrippen die van groot belang zijn voor Stichting Talent scholen. 5.1 Samenwerkingsverband/ zorgplan Onze scholen maken deel uit van Samenwerkingsverband Meppel en omstreken 407. In het samenwerkingsverband werken alle betrokkenen aan een centrale opdracht, namelijk het inrichten van een zorgstructuur waarbij alle leerlingen die zorg krijgen die ze nodig hebben om een ononderbroken ontwikkelingsproces te kunnen doorlopen. In dit zorgplan beschrijft het samenwerkingsverband het beleid dat zij voert voor het realiseren van deze zorg op maat voor alle kinderen. Het uitgangspunt is dat de basisscholen zelf verantwoordelijk zijn voor de inrichting van hun zorgstructuur. Scholen mogen daarom verschillen in de vormgeving van de zorgstructuur. Het huidige ontwikkelingsplan omvat de periode 2010-2011. In dit plan, dat ter inzage op de scholen ligt, worden o.a. de volgende zaken beschreven: Inzet van de door de Overheid beschikbaar gestelde financile middelen; Visie op de Zorg; Hoe te komen tot Kwaliteitsverbetering. 5.1.1 Zorgdocument Daarnaast heeft de school een eigen Zorgdocument waarin o.a. de visie omtrent zorg wordt beschreven. Het Zorgdocument wordt jaarlijks geactualiseerd en ligt ter inzage op school. 5.2 Zorg op de Heidehoek Onze school maakt gebruik van het procesgericht kindvolgsysteem voor leerlingen van het Centrum voor ErvaringsGericht Onderwijs, dit is een digitaal systeem. We willen daarmee te kennen geven geen van de kinderen uit het oog te willen verliezen en duidelijk zicht houden op de ontwikkeling die elk van hen doormaakt. Het kindvolgsysteem zit zo in elkaar dat het de leerkracht en school helpt om op een efficinte (dus: haalbare) manier te achterhalen: of we voldoende zorg dragen voor ieder kind dat ons is toevertrouwd

74

of ons onderwijs op maat is en zich niet beperkt tot een standaardaanbod dat zich alleen op de middenmoot richt of alle kinderen de inhoud en stimulansen, de bevestiging en zorg krijgen die ze behoeven. We concentreren ons met andere woorden niet alleen op het meten van de groei, maar ook op aanwijzingen die met het (groei)proces te maken hebben. In deze procesgerichte benadering worden drie indicatoren gehanteerd: welbevinden, betrokkenheid en competenties. Zij vertellen ons hoe goed kinderen het maken en of ontwikkeling zich bij hen aan het voltrekken is. Deze indicatoren vormen de spil van het Procesgericht Kindvolgsysteem. Voor de basisvaardigheden technisch lezen, begrijpend lezen, spellen, wereldorintatie en rekenen/wiskunde gebruiken we landelijk genormeerde voortgangstoetsen van CITO. De frequentie van afname is 1 2 keer per jaar. Daarnaast gebruiken we zowel methodegebonden als niet-methodegebonden observaties en toetsinstrumenten. Alle gegevens, ook die over speciale hulp, worden in dit leerlingvolgsysteem vastgelegd. Voor elke leerling is er een dossiermap met alle gegevens waarbij inbegrepen het onderwijskundig rapport. Evaluatie vindt elke dag plaats bij iedere leerkracht. Dagelijks worden de ontwikkelingen van kinderen uit de groep in de groepsmap bijgehouden. Dit betreft zowel de cognitieve (het leren) - als de sociaal-emotionele ontwikkeling. De informatie komt uit: observaties (welbevinden en betrokkenheid), de dagelijkse correctie, dictees, het maken van teksten en toetsen die bij de methode horen, registratie van het contractwerk enz. Met behulp van het leerlingvolgsysteem stellen we vast of de leerlingen zich voldoende ontwikkelen de leerstof op het niveau van de leerling is afgestemd de leerlingen extra hulp of extra uitdaging nodig hebben verbeteringen in het onderwijsgedrag van de leerkracht nodig zijn onderdelen van het onderwijsprogramma voor verbetering in aanmerking komen we als school op de goede weg zijn Evaluatievormen 1 Groepsbesprekingen zijn er 4 x per jaar 2 Schoolevaluatie, aan het eind van het schooljaar tijdens een teamvergadering 5.2.1 Intern begeleider (IB-er)

74

De zorg voor individuele kinderen met leer -, ontwikkelings - of gedragsproblemen is niet alleen een taak voor de groepsleerkrachten. De interne begeleider ondersteunt de groepsleerkrachten bij de verantwoordelijkheden en taken rondom de begeleiding van kinderen die speciale zorg behoeven. Daarom kan het voorkomen dat de intern begeleider aanwezig is bij sommige gesprekken over uw kind. Samen met de schoolleiding bewaakt zij het niveau van individuele leerlingen en groepen. Een aantal zaken op een rijtje: De IB-er cordineert de zorg op schoolniveau door: het onderhouden van vakmatige, externe contacten; het mede adviseren inzake de plaatsing van (potentile) zorg / aandachtleerlingen; het (laten) invullen van het onderwijskundig rapport Is deskundige op het gebied van de leerlingenzorg en -begeleiding door: het verwijzen van ouders / verzorgers en leerlingen naar (externe) deskundige(n); het - zo nodig - begeleiden bij het opstellen van handelingsplannen; Voert zorgwerkzaamheden op schoolniveau uit, door: het onderhouden en verbeteren van de orthotheek; Er wordt gewerkt vanuit een netwerk van IB-ers voor collegiale ondersteuning. Scholen kunnen van elkaar leren. 5.3 Groeps- en leerlingbespreking Op school wordt regelmatig overleg gevoerd over leerlingen: overleg met leerkrachten, ouders en externe begeleiders van een schoolbegeleidingsdienst. Er zijn in school verschillende typen van leerlingenoverleg te onderscheiden. Deze besprekingen vormen de basis van de zorgverbreding binnen de school. Ze worden gehouden om gezamenlijk (het hele team) de verantwoordelijkheid te kunnen dragen voor alle kinderen van de school. De groepsbespreking De groepsbespreking vindt plaats voorafgaand aan de rapportbesprekingen met de ouders. In deze bespreking worden de gegevens van kinderen door de groepsleerkracht besproken met de collega's aan de hand van gegevens uit de observatie/rapportage en het leerlingvolgsysteem. De gegevens hebben betrekking op de cognitieve gebieden en de sociaal-emotionele ontwikkeling. De resultaten van de gehele groep worden besproken. Dan wordt de eventuele hulp aan de groep besproken (groepsplan) en wordt vastgesteld voor welke leerlingen een nadere diagnose uitgevoerd moet worden. De groepsleerkracht heeft altijd de mogelijkheid om de gegevens te bespreken met een

74

schoolbegeleider. De school onderhoudt contacten met een schoolbegeleidingsdienst, andere basisscholen en de Reestoeverschool (de speciale school voor basisonderwijs in Meppel). Leerkrachten en intern begeleider maken indien nodig gebruik van de consultatiemogelijkheden van de Reestoeverschool, maatschappelijk werk en de jeugdhulpverlening. Daarnaast kunnen leerlingen, als de ouders dat willen, ook aangemeld worden voor de speciale school voor basisschool: de Voetelinkschool in Steenwijk. Uit de groepsbespreking komen vaak leerlingen die nader besproken moeten worden dit doen we als volgt: presentatie van een probleembeschrijving en hulpvraag verzameling van tips voor oplossingen en een keuze daaruit afspraken over bespreking van resultaten en evaluatie Het verslag wordt in het leerlingdossier bewaard en omvat dezelfde punten, aangevuld met: (voorlopige) conclusie met adviezen de resultaten van remediring / extra begeleiding of eventueel individueel onderzoek afspraken over: observatie/aanvullend onderzoek, het maken van een handelingsplan of contract, gesprek ouder(s), inschakelen van een externe deskundige Individuele leerling-besprekingen Het is mogelijk dat in het handelen met kinderen zich problemen voordoen die bespreking vragen, zonder dat uitstel mogelijk is. Problemen die ontstaan omdat de leerkracht niet (goed) meer ziet hoe deze leerling aan te pakken. Deze problemen kunnen besproken worden op elk gewenst moment of tijdens de 2 wekelijkse teamvergaderingen. Plaatsing en verwijzing van leerlingen met specifieke behoeften De meeste kinderen met specifieke behoeften kunnen in ons onderwijssysteem prima blijven functioneren, omdat het onderwijsaanbod op het individuele kind wordt afgestemd. Daardoor zijn leerachterstanden geen reden van verwijzing. Toch is het mogelijk dat, ondanks alle extra hulp, er kinderen zijn die zulke specifieke hulp nodig hebben dat verwijzing naar een speciale school voor basisonderwijs de beste oplossing is. Dit besluit wordt pas genomen na uitvoerig overleg tussen ouders, leerkrachten en schoolbegeleider. De ouders spelen in deze procedure een belangrijke rol. Voor iedere stap wordt met hen overlegd en om hun toestemming gevraagd. 5.4 Handelingsplan We hanteren ons eigen handelingsplanformat. Alle leerkrachten maken hier gebruik van.

74

5.5 Werkwijze PCL/ SWV Indien de extra hulp niet het gewenste effect heeft, wordt in overleg met ouders, groepsleerkracht en IB-er besloten om het kind verder te laten onderzoeken door de IJsselgroep of Timpaan. Daarna gaat de school verder aan de slag met dit kind en het advies. Mocht blijken dat het kind beter af is in het Speciaal Onderwijs dan wordt actie ondernomen met een onderwijskundig rapport richting PCL. De PCL is een door de wet vereiste en ingestelde commissie, die bepaalt of een leerling plaatsbaar is op de SBO van het samenwerkingsverband of niet. Dat houdt in dat zij positieve of negatieve beschikkingen afgeeft. Er is nog een derde mogelijkheid: komt de PCL niet tot een besluit en wenst zij verdere informatie dan kan ze besluiten tot een proefplaatsing. Bij een proefplaatsing wordt de leerling enkele weken toegelaten tot het SBO. Na die weken geeft de groepsleerkracht aanvullende informatie en kan de PCL wellicht tot een weloverwogen besluit komen. De leerling blijft daarbij ingeschreven op de school van herkomst. Hoe werkt de PCL? De PCL doet zelf geen onderzoek, maar vraagt ouders en school om alle beschikbare en relevante informatie over de problematiek van het kind op te sturen. De school doet dit aan de hand van een Onderwijskundig Rapport, dat eerst aan de ouders ter ondertekening is voorgelegd. De ouders zijn de officile aanmelders. Zij kunnen in overleg met de basisschool bepalen dat zij hun kind willen aanmelden bij de PCL. Overigens is het in de praktijk duidelijk dat de school meestal het initiatief neemt, strikt noodzakelijk is dat echter niet. Het dossier dat van een leerling wordt samengesteld, wordt bestudeerd door de leden van de PCL. In een vergadering, waarbij ook de school (groepsleerkracht, interne begeleider) of ouder(s) kan worden uitgenodigd, wordt vervolgens een afweging gemaakt en een besluit genomen. School en ouders krijgen van dit besluit zo spoedig mogelijk bericht. Op alle basisscholen in ons samenwerkingsverband is een IB-er aan het werk. De IB-ers van het samenwerkingsverband zijn verenigd in netwerken. Deze netwerken komen een aantal keren bij elkaar. De doelen van de netwerken interne begeleiding zijn: Training / scholing / deskundigheidsbevordering. Collegiale consultatie en intervisie. Bespreking en optimaliseren van het zorgbeleid. Bespreking van en geven van handelingsadviezen t.a.v. individuele leerlingen.

74

Werkwijze van het SWV Meppel e.o. 407 Ten aanzien van de vraag omtrent een CVI-beschikking v.w.b. plaatsing of toewijzing leerling gebonden financiering (rugzak) het volgende: Het WSNS SWV Meppel e.o. 407 heeft bij de oprichting besloten om zoveel mogelijk van de ontvangen middelen rechtstreeks aan adequate leerlingenzorg op de basisschool te willen besteden. Het voordeel is dat er weinig verloren gaat aan overhead en overige kosten en de ontvangen gelden worden daar ingezet waar dat nodig is. Deze werkwijze voldoet tot volle tevredenheid, wordt echter wel jaarlijks gevalueerd maar vooralsnog ziet dit samenwerkingsverband geen enkele reden de tot nu toe gevolgde (succesvolle) werkwijze te willen veranderen. Om de middelen op de juiste wijze en met veel rendement te kunnen inzetten ligt de nadruk dus op een goed begeleiding- en zorgsysteem met op de basisschool (een) autonome en gekwalificeerde interne begeleider(s). Het spreekt vanzelf dat er een continu systeem van deskundigheidsbevordering is op het gebied van de interne begeleiding en leerlingenzorg. Er is een voortdurende opleiding Interne Begeleiding (Master SEN) De interne begeleiders hebben voortdurend overleg in de I.B. netwerken en er zijn overkoepelende I.B. bijeenkomsten. Er is elk cursusjaar een uitgebreid cursusaanbod waarbij de cursussen op locatie worden gegeven. Dat laatste staat borg voor veel deelname. Cursussen zijn altijd op het gebied van leerlingenzorg. Er zijn regelmatig bijeenkomsten (workshops/interactieve ontmoetingen) waarbij de nadruk ligt op themas die op dat moment belangrijk zijn (thans is dat met name dyscalculie/hoogbegaafdheid/weerbaarheidtrainingen en lezen en spelling aan het jonge kind) De middelen schoolbegeleiding worden vooral gericht besteed aan hulpverleners en ondersteuners die door zelfstandige interne begeleiders op een lijst van specialisten staan (dus niet automatisch naar een onderwijsbegeleidingsdienst). Kortom: de hulp wordt vooral op school geboden en de leerling wordt op een adaptieve manier in het basisonderwijs op weg geholpen. Het Samenwerkingsverband probeert de leerlingenzorg bij de leerling te brengen en niet andersom. 5.6 Leerlinggebonden financiering/ rugzak Met ingang van 1 augustus 2003 is de wet Regeling Leerling Gebonden Financiering in werking getreden. In deze wet wordt onder meer geregeld dat leerlingen met een beperking toegang kunnen krijgen tot een school voor regulier onderwijs. De keuze voor regulier of speciaal onderwijs wordt gemaakt door de ouders. Van de scholen

wordt verwacht dat zij de toegang tot hun school voor deze leerlingen mogelijk maken. Het geld dat voor de leerling beschikbaar komt, kan alleen gebruikt worden voor onderwijsgerelateerde zaken. De bijdragen worden per beperking vastgesteld. Een deel van de rugzak wordt gebruikt voor ambulante begeleiding, vanuit een school voor speciaal onderwijs. Het resterende deel is vrij inzetbaar. De scholen van Stichting Talent hebben afspraken gemaakt m.b.t. toelating van leerlingen met een beperking of stoornis. Deze staan vermeld bij hoofdstuk 6.3.3. 5.7 Speciaal (basis) onderwijs en de ambulante begeleiding Speciaal (basis) onderwijs is onderwijs voor leerlingen die in het gewone onderwijs niet meer goed kunnen functioneren of onderwijs kunnen volgen. We spreken van speciaal (basis) onderwijs -S(B)O- voor leerlingen van 4 tot 12 jaar. Er zijn 4 verschillende categorien, of clusters, van scholen voor speciaal (basis) onderwijs, ingedeeld naar de specifieke handicap van de leerlingen: Cluster 1 voor kinderen met een visuele handicap Cluster 2 voor kinderen met gehoor- en spraakproblemen Cluster 3 voor kinderen met een lichamelijke en/of verstandelijke handicap Cluster 4 voor kinderen met ernstige gedragsstoornissen en/of psychiatrische problematiek Onderwijs aan zieke leerlingen Een kind heeft recht op onderwijs, ook als het ziek is. Wanneer een leerling langdurig ziek is, thuis of in het ziekenhuis, zorgt de school ervoor dat de leerling betrokken blijft bij het onderwijs. Een aangepast leerprogramma kan het kind de nodige afleiding geven en zal het contact tussen het kind en de school waarborgen. Ook wordt voorkomen dat de achterstand te groot wordt om na de ziekteperiode de draad weer op te pakken. Om de begeleiding van zieke leerlingen zo optimaal mogelijk te realiseren kan de school een beroep doen op de consulenten Onderwijs aan Zieke Leerlingen, die werkzaam zijn bij een schooladviesdienst. Zij kunnen de leerkracht adviseren bij het aanpassen van de leerstof aan de mogelijkheden van het zieke kind. In overleg met de school en de ouders kan de consulent de leerling 1 2 keer in de week bezoeken en samen met de leerstof bezig zijn. Verder hebben de consulenten zicht op de aard en de consequenties van ziekten.

74

5.8

Protocol leesproblemen en dyslexie

We hanteren hiervoor een landelijk vastgesteld protocol. 5.9 Toetsing en registratie De opbrengsten van ons onderwijs meten we met de methode gebonden toetsen en ons leerlingvolgsysteem waaronder Cito-toetsen voor taal voor kleuters, ordenen, Drie-minuten-toets van Cito, AVI, begrijpend lezen, rekenen/wiskunde, spelling, wereldorintatie.

74

De resultaten over meerdere jaren Kinderen verschillen in ontwikkeling en mogelijkheden, er is geen kind gelijk. Wij gaan als school uit van die verschillen met ons kindgericht onderwijs. We halen, door het kind steeds datgene te bieden waar het aan toe is, het beste uit de kinderen en gaan er van uit dat bijna elk kind de kerndoelen haalt. In onderstaande tabel staan de uitstroomgegevens van de afgelopen vijf jaar: In onderstaande tabel staan de uitstroomgegevens van de afgelopen vijf jaar: Voortgezet onderwijs 2007 2008 2009 2010 2011 Totaal Vwo 1 1 2 Havo/Vwo 3 3 1 2 1 10 Vmbo - t 2 2 3 1 3 11 Vmbo gemengd/kader /beroeps 1 1 1 3 Lwo 2 2 2 6 Pro Totaal 32 Nog belangrijker dan deze cijfers, is de vraag hoe de leerlingen het doen in het voortgezet onderwijs. Om daar achter te komen volgen we onze schoolverlaters. Het voortgezet onderwijs stuurt ons jaarlijks de rapportage van de oud-leerlingen. We kunnen daaruit concluderen dat de schooladviezen die we geven goed zijn. 5.10 Rapportage en dossiervorming Ouders worden regelmatig schriftelijk en mondeling op de hoogte gehouden van de resultaten van hun kinderen. Wanneer zich problemen voordoen worden de ouders meteen ingeschakeld om de problemen met hen te bespreken. Ouders worden op de hoogte gesteld van de extra maatregelen die de school treft aansluitend bij de specifieke onderwijsbehoeften van hun kind. We hebben hetzelfde doel namelijk de juiste begeleiding zoeken voor het kind.

74

Zowel ouders als leerkrachten dienen zich te houden aan de gemaakte afspraken betreffende de extra maatregelen. Twee keer per schooljaar zijn er de zogenaamde 15-minuten gesprekken, waarin ouders het werk van hun kinderen kunnen bekijken en bespreken met de groepsleerkrachten. Kinderen van 4 jaar worden alleen besproken in de 15 minutengesprekken, vanaf groep 2 krijgen ze een digitaal gemaakt rapport mee naar huis. Daarnaast is er elke eerste maandag van de maand de mogelijkheid om gebruik te maken van een ouderspreekuur. Rapporten, toetsresultaten, werkjes van kinderen, verslagen van oudergesprekken en medische gegevens worden op school opgeslagen in een leerlingendossier. Deze gegevens zijn persoonlijk en vertrouwelijk en worden niet zonder toestemming van de ouders aan anderen verstrekt. Ouders hebben het recht dit dossier in te zien. Omtrent het officile beleid omtrent privacy en informatieplicht naar ouders, verwijzen wij u naar hoofdstuk 7.2 en 7.3. 5.10.1 Beleid najaarskinderen De kinderen die geboren zijn tussen de zomer en de kerstvakantie worden in de leerlingbespreking ingebracht. Er volgt een advies dat met de ouders wordt besproken. Omdat we met eigen leerlijnen werken kan het kind ook een aantal maanden later beginnen aan groep 3.

5.11 De overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs Na de basisschool gaan de kinderen naar het voortgezet onderwijs. Ze hebben de keus uit een aantal scholen in de omgeving. De meeste kinderen gaan naar scholen in Steenwijk, Diever of Wolvega. Deze scholen nodigen de leerlingen van groep 8 uit om in januari/februari de sfeer te komen proeven en een dagdeel mee te draaien om zo tot een juiste keus te komen. Wij proberen de kinderen en hun ouders te helpen bij het maken van een keuze. De leerkracht van groep 8 geeft advies welke schoolsoort het beste past bij het kind. Dit advies is gebaseerd op de observaties van de leerkrachten en het kindvolgsysteem. Samen met de ouders wordt dit advies in januari op school besproken. Daarna wordt het kind definitief aangemeld bij een school voor vervolgonderwijs. Sommige scholen voor vervolgonderwijs komen in juni bij ons op school om de aangemelde leerlingen te bespreken met de leerkracht van groep 8. Elke school voor voortgezet onderwijs krijgt een onderwijskundig rapport van de kinderen die de school zullen gaan bezoeken.

5.12 Buurtnetwerk

Buurtnetwerk jeugdhulpverlening Vledder e.o. In oktober 1999 is het Buurtnetwerk jeugdhulpverlening Vledder e.o. van start gegaan. In dit netwerk werken instellingen samen die met kinderen van 0 - 12 jaar te maken hebben. Het netwerk komt n keer per zes weken samen om te zoeken naar oplossingen voor problemen, waarbij gebruik gemaakt wordt van elkaars deskundigheden en mogelijkheden.

74

Deelnemers aan het netwerk zijn: de maatschappelijk werkster Icare, de wijkverpleegkundige ouder- en kindzorg, beide huisartsen, de wijkagent en vertegenwoordig(st)ers van het sociaal cultureel werk, de peuterspeelzaal en de vier basisscholen. In het netwerk is er aandacht voor kinderen die agressief gedrag vertonen, angstig zijn, gepest worden, zich druk of juist stil en teruggetrokken gedragen. Ook kan het gaan over ouders die onzeker zijn over de opvoeding, vragen of problemen hebben over het omgaan met televisie kijken, slaap - en eetgedrag van het kind enz. Verder worden er in het netwerk dingen besproken die in de buurt/ het dorp spelen. Mocht u zaken hierover kwijt willen dan kunt u hiermee terecht bij Sanne Joenje, die namens het team van obs de Heidehoek deelneemt aan dit netwerk.

Het kan zijn dat u zich zorgen maakt over uw kind of problemen heeft bij de opvoeding. U kunt dit bespreken met de leerkracht en vragen of uw probleem in het netwerk kan worden besproken. Dit kan eventueel ook anoniem gebeuren. Het netwerk zal proberen een passend antwoord op uw vraag te vinden. Het is ook mogelijk dat de leerkracht een probleem signaleert en u benadert met de vraag of het goed is dat de mensen van het netwerk zich hierover buigen. Wanneer een netwerkdeelnemer zich ernstig zorgen maakt over kinderen, bijv. bij vermoedens van kindermishandeling, dan wordt dit in het buurtnetwerk besproken, na zorgvuldige afweging, zonder toestemming van de ouders. In alle gevallen geldt voor deelnemers een geheimhoudingsplicht. Doordat in het netwerk verschillende instellingen samenwerken is de kans groter dat problemen worden opgelost en wordt het makkelijker u de weg te wijzen naar de instantie die het best kan helpen. Zo wordt ook voorkomen dat er langs elkaar heen wordt gewerkt en u van teveel kanten wordt benaderd.

6 Leerplicht
6.1 Leerplicht In Nederland geldt de Leerplichtwet: deze wet garandeert elke jongere het recht op scholing en opleiding. Een goede opleiding, het liefst bekroond met een diploma, geeft nu eenmaal meer kans op een goede baan. U bent er als ouder verantwoordelijk voor dat uw kind in de leerplichtige leeftijd bij een school staat ingeschreven en dat uw kind ook de school bezoekt. 6.1.1 Volledige leerplicht Een kind moet volledig dagonderwijs volgen vanaf de eerste schooldag in de maand na de vijfde verjaardag. Hij/zij mag al naar de basisschool wanneer het vier jaar is. Hij/zij valt dan nog niet onder de leerplichtwet, maar voor hem/haar gelden wel de regels die de school voert over aanwezigheid en het volgen van onderwijs. De volledige leerplicht eindigt aan het eind van het schooljaar (31 juli) van het jaar: waarin een kind zestien jaar oud is geworden of; als dat eerder is; waarin een kind twaalf volledige schooljaren heeft doorlopen (de periode op de basisschool telt tenminste acht jaren). 6.2 Beleid toelating en (tijdelijke) verwijdering

6.2.1 Toelating Het bevoegd gezag van een basisschool beslist over de toelating van een leerling. Basisscholen kunnen uw kind ook weigeren omdat ze geen plaats hebben. Uw kind wordt dan niet afgewezen maar later toegelaten en op een wachtlijst geplaatst. Als een openbare basisschool geen plaats heeft, moet het bestuur van de school er voor zorgen dat uw kind (tijdelijk) op een andere school van het bestuur wordt toegelaten. Of uw kind op meerdere scholen van het bestuur op een wachtlijst kan worden geplaatst, beslist het bestuur. Sommige kinderen zijn nog niet zindelijk. In dat geval mag de school uw kind weigeren. Niet zozeer op grond van de wet als wel op grond van de eigen regels die de school op dit punt heeft geformuleerd. Het is voor een leerkracht van groep n eigenlijk ondoenlijk (en onverantwoord) om de groep kleuters alleen te laten om uw kind te verschonen of te helpen. Als er toevallig in die groep een onderwijsassistent aanwezig is, zou het wel kunnen, maar dat is lang

niet altijd het geval. U bent in deze situatie aangewezen op de bereidwilligheid van de school om met u te zoeken naar een oplossing. Bezwaar Als een school uw kind weigert, is het schoolbestuur verplicht schriftelijk de reden hiervoor aan u uit te leggen. U kunt dan binnen zes weken schriftelijk bezwaar maken. Vervolgens moet het schoolbestuur, nadat u bent gehoord, binnen vier weken een nieuwe beslissing nemen. Indien uw bezwaar niet gegrond wordt verklaard kunt u daarna een beroep doen op de burgerlijk rechter. 6.2.2 (Tijdelijke) verwijdering In zeer uitzonderlijke situaties kunnen leerlingen (tijdelijk) verwijderd van school worden. Op basisscholen komt dit zeer zelden voor, doorgaans alleen als een leerling een gevaar is voor medeleerlingen. Vanzelfsprekend zijn er vooral meerdere gesprekken gevoerd met de ouders/verzorgers en is er van school uit alles aan gedaan om escalatie te voorkomen. Als de toestand echter onhoudbaar wordt, is de procedure als volgt: De directeur licht de ouders / verzorgers in over zijn / haar voorstel aan het bevoegd gezag om een leerling (tijdelijk) van school te verwijderen De directeur verzoekt schriftelijk het bevoegd gezag om de leerling (tijdelijk) van school te verwijderen Als het bevoegd gezag het voorstel van de directeur ondersteunt, dan voert de directeur overleg met de rijksinspectie voor het Primair Onderwijs en met de leerplichtambtenaar van de gemeente Westerveld over het voornemen om tot (tijdelijke) verwijdering over te gaan Als tot tijdelijke verwijdering is besloten, dan wordt dat in een brief van het bevoegd gezag aan de ouders / verzorgers medegedeeld. In deze brief staat duidelijk omschreven, waarom tot deze maatregel is overgegaan. Ook wordt daarin de ingangsdatum vermeld. Bij tijdelijke verwijdering wordt de termijn ervan vermeld. Een afschrift van deze brief wordt verzonden naar de rijksinspectie van het Primair Onderwijs en naar de leerplichtambtenaar Na (tijdelijke) verwijdering heeft de school de plicht om de leerling thuis van onderwijs te voorzien in de vorm van huiswerk Bij verwijdering heeft de school de inspanningsverplichting om voor de leerling een passende andere school te vinden

6.3 Aanmelden en inschrijven van nieuwe leerlingen Bij het aanmelden van nieuwe leerlingen maken we onderscheid tussen reguliere instroom (leerlingen die nog niet leerplichtig zijn) en tussentijdse instroom (leerlingen die van een andere school komen). Als uw kind van school afgaat, moet u zelf zorgen voor een aansluitende inschrijving bij een andere school. Dat geldt voor verandering van school per 1 augustus (nieuwe schooljaar), maar ook wanneer uw kind in de loop van het schooljaar de school verlaat, door verhuizing of om andere redenen. Als de school weigert uw kind in te schrijven of als uw kind tegen uw zin van school verwijderd wordt, kunt u de Algemeen Directeur om herziening van het besluit vragen en de leerplichtambtenaar inschakelen. De leerplichtambtenaar controleert regelmatig of alle leerplichtigen inderdaad ergens staan ingeschreven. Als hij/zij een niet-ingeschreven leerplichtige ontdekt, zal hij/zij onderzoeken waarom deze niet ingeschreven staat en proberen een oplossing te vinden. 6.3.1 Procedure aanmelden Leerlingen, die voor het eerst de basisschool bezoeken, meestal de jongste kleuters, kunnen op afspraak worden aangemeld bij de directie. In verband met de organisatie stellen we het op prijs dat u uw kinderen zo vroeg mogelijk (vanaf 2 jaar) komt aanmelden. Om de inschrijving compleet te maken heeft de directeur een aantal persoonsgegevens van de leerling en de ouder(s)/verzorger(s) nodig. Tot slot dient n van de ouders/verzorgers het aanmeldingsformulier te ondertekenen. 6.3.2 Gegevens t.b.v. de inschrijving Toelating van een leerling kan slechts plaatsvinden nadat de ouder(s)/verzorger(s) de gegevens betreffende de geslachtsnaam, de voorletters, de geboortedatum, het geslacht en het persoonsgebonden nummer van de leerling hebben overgelegd. Bij de aanmelding van een kind wordt aan de ouders/verzorgers ook toestemming gevraagd voor het plaatsen van fotos en werkjes op de website (zie ook 7.2. privacy). 6.3.3 Procedure aanmelden leerling met een rugzakje Ook het aanmelden van kinderen met beperkingen is mogelijk. Steeds meer ouders van kinderen met een beperking,

wensen dat hun kind liefst in een gewone school onderwijs volgt. Deze wens van de ouders om hun kind te laten integreren in het reguliere basisonderwijs is startpunt geweest van het beleid om te komen tot leerlingengebonden financiering, ook wel het rugzakje genoemd. Leerling-gebonden financiering (LGF) is extra geld voor leerlingen met een beperking, ernstige gedragsstoornis of psychisch probleem. Het gaat om leerlingen in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs (VO). De school gebruikt de LGF voor extra begeleiding, zodat de leerlingen zoveel mogelijk in het reguliere onderwijs kunnen blijven. Van de scholen wordt verwacht dat zij de toegang tot hun school voor deze leerlingen mogelijk maken. We maken daarbij gebruik van ons protocol Aanname beleid rugzakkinderen. Daarin staat precies beschreven wat we als school kunnen maar ook wat we niet kunnen. In overleg met de ouders wordt bekeken of plaatsing op de Heidehoek een goede keuze zal zijn. 6.3.4 Plaatsing Na aanmelding mag uw kind maximaal 5 dagen (10 dagdelen), 2 maanden voordat hij/zij 4 jaar wordt, meedoen in de groep. Daarover kunt u afspraken maken met de betreffende leerkracht en/of directie. Op de dag dat uw kind 4 jaar is, wordt hij/zij ook op school verwacht. De kinderen die van een andere basisschool komen, worden in principe geplaatst in de groep, waarin ze op de vorige basisschool ook zouden zitten. 6.3.5 Adreswijziging Nadat een kind op onze school staat ingeschreven, kunnen we er normaal gesproken van uit gaan, dat dit kind een groot aantal jaren op onze school blijft. In de tussentijd kan er wel eens wat veranderen. Dit wordt niet altijd doorgegeven, wat weer tot gevolg heeft, dat onze leerlingenadministratie niet geheel compleet is. Daarom hierbij het vriendelijk verzoek om, in geval van wijziging van adres en/of telefoonnummer of email dit het liefst schriftelijk aan de school door te geven. Wanneer u tussentijds verhuist en uw kinderen gaan naar een andere school, geef dan even de naam en het adres van de nieuwe school door. De school moet dit namelijk aan de gemeente melden. 6.4 Verzuim/verlof Een leerplichtig kind moet elke dag naar school. Als een kind verzuimt, zal de school de oorzaak onderzoeken en zo

nodig in samenwerking met de leerplichtambtenaar nagaan of er een oplossing te vinden is. Volgens de wet moet er van een ingeschreven leerling, in geval van verzuim zonder geldige reden, tijdig kennis worden gegeven van dit verzuim aan de leerplichtambtenaar. Daarom dienen ouders/verzorgers eventueel verzuim, voorzien van geldige reden, aan de school door te geven. Wanneer een kind, wegens ziekte, niet op school aanwezig kan zijn, dienen ouders/verzorgers dit, indien mogelijk telefonisch, door te geven, het liefst vr schooltijd. Een schriftelijk bericht, mits op tijd bezorgd, is ook mogelijk. Voor vrijaf in gevallen als bezoek aan dokter, ziekenhuis e.d. wordt verzocht om vr die tijd een briefje mee te geven. Ook in andere, bijzondere, gevallen dient eerst toestemming te worden gevraagd aan de directie. Op de school is hiervoor een verlofaanvraagformulier aanwezig. 6.4.1 Geoorloofd verzuim Ziekte Als uw kind ziek is, dan hoeft het niet naar school. U moet dit wel zo snel mogelijk aan de school melden. Als u uw kind vaak ziek meldt, kan de school of leerplichtambtenaar aan de schoolarts vragen om een onderzoek in te stellen. Als uw kind ziek is, verzoeken wij u vriendelijk om dit tijdig, voor schooltijd, te melden middels een telefoontje of briefje. Wilt u geen zieke kinderen naar school sturen, ook al willen ze zelf nog zo graag. Dit in verband met overlast en eventueel besmettingsgevaar. Als leerlingen tijdens schooltijd ziek worden, wordt telefonisch contact gezocht met de ouders/verzorgers, zodat de leerling opgehaald kan worden. Wilt u er zelf zorg voor dragen dat er een eventueel 2e telefoonnummer op school bekend is? Godsdienst of levensovertuiging Als uw kind verplichtingen hieromtrent moet vervullen, hoeft het niet naar school. U moet dit minstens 2 dagen van tevoren aan de school melden. Vijfjarigen Als uw kind 5 jaar is en de volle schoolweek nog niet aankan, mag het 5 uur per week thuis blijven. U moet dit melden aan de directeur van de school. Met toestemming van de directeur mag een vijfjarige zelfs ten hoogste 10 uur per week thuis blijven. 6.4.2 Ongeoorloofd verzuim Als een kind zonder geldige reden niet naar school gaat, is er sprake van ongeoorloofd verzuim. Meestal zal de leerkracht of directeur van de school contact met de ouder(s)/verzorger(s) opnemen om na te gaan wat er aan de

hand is. Als dat niet vlot tot een goede oplossing leidt, is de school wettelijk verplicht binnen 3 dagen na constatering de leerplichtambtenaar in te lichten. Deze zal opnieuw proberen om in overleg met de ouder(s)/verzorger(s) een manier te vinden om het kind wel regelmatig naar school te laten gaan; soms is het bijvoorbeeld goed om een andere school te zoeken, of is het nodig om hulp bij de opvoeding te organiseren. Er worden drie soorten ongeoorloofd verzuim onderscheiden: Luxeverzuim Verzuim, waarbij niet de procedure van verlof aanvragen is gebruikt; buiten de schoolvakanties afwezig zonder toestemming van de directeur (tot 10 dagen) of de leerplichtambtenaar (meer dan 10 dagen). Absoluut verzuim, niet ingeschreven en schoolgaand, terwijl het kind leerplichtig is Relatief verzuim, uren of dagen verzuimen Medeverantwoordelijkheid leerlingen Vanaf de leeftijd van 12 jaar is de leerling medeverantwoordelijk voor schoolbezoek. Dit betekent dat een kind strafbaar kan worden gesteld als hij/zij zonder geldige reden de school verzuimt. De ouder(s)/verzorger(s) blijven natuurlijk in de eerste plaats voor het schoolbezoek van het kind verantwoordelijk. 6.4.3 Luxe verzuim Verlof buiten schoolvakanties De directeur van de school mag slechts nmaal per schooljaar vakantieverlof verlenen voor maximaal 10 schooldagen. De directeur mag geen vakantieverlof verlenen in de eerste 2 lesweken van het schooljaar. Vakantieverlof mag alleen worden verleend wegens de specifieke aard van het beroep van n van de ouders het slechts mogelijk is buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan. Er moet vanuit worden gegaan dat de ouder het merendeel van zijn/haar inkomen slechts in de zomervakantie kan verdienen. Werkomstandigheden zoals uitval, planning, onderbezetting en bedrijfs- of gezinsomstandigheden, passen niet in het begrip specifieke aard van het beroep. Aan de leerplichtambtenaar kan advies worden gevraagd. Procedure U dient vakantieverlof schriftelijk minimaal 8 weken tevoren aan de directeur van de school te vragen door middel van het vakantie- en verlofformulier dat op school aanwezig is. Een werkgevers/zelfstandige verklaring, waaruit blijkt dat er sprake is van de specifieke aard van het beroep, dient te worden bijgevoegd;

De directeur van de school neemt de aanvraag in behandeling. Indien nodig vraagt hij / zij de ouders om de aanvraag te verhelderen; De directeur van de school neemt een schriftelijk besluit; Ouders hebben de mogelijkheid om binnen 6 weken bezwaar in te dienen bij de directeur. Verlof in geval van gewichtige omstandigheden Onder gewichtige omstandigheden verstaat de Leerplichtwet omstandigheden, die buiten de wil van de leerling en / of ouders plaatsvinden. Aan de leerplichtambtenaar kan advies worden gevraagd. Omstandigheden, die in aanmerking komen voor extra verlof: Verhuizing (maximaal 1 dag); Huwelijk van bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad binnen de woonplaats (maximaal 1 dag) of buiten de woonplaats (maximaal 2 dagen); 12-, 25-, 40-, 50- of 60-jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders (maximaal 1 dag); 25-, 40- of 50-jarig ambtsjubileum van ouders of grootouders (maximaal 1 dag); Ernstige ziekte van bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad (periode in overleg met de directeur); Overlijden van bloed- en aanverwanten in de eerste graad (maximaal 4 dagen); Overlijden van bloed- en aanverwanten in de tweede graad (maximaal 2 dagen); Overlijden van bloed- en aanverwanten in de derde en vierde graad (maximaal 1 dag); Naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen met uitzondering van vakantieverlof en/of deelname aan sportieve of culturele evenementen buiten schoolverband. Procedure Ouders dienen vooraf of uiterlijk binnen twee dagen na ontstaan van de verhindering een aanvraag schriftelijk in door middel van het verlofaanvraagformulier dat op school aanwezig is; Bij een aanvraag voor meer dan 10 dagen zendt de directeur de aanvraag door naar de leerplichtambtenaar (het gaat hierbij om omstandigheden, waarbij sprake is van een medische of sociale indicatie); De directeur van de school neemt de aanvraag in behandeling. Indien nodig vraagt hij / zij de ouders om de aanvraag te verhelderen; De directeur neemt een schriftelijk besluit; Ouders hebben de mogelijkheid om binnen 6 weken bezwaar in te dienen bij de directeur.

6.4.4 Inschakelen leerplichtambtenaar De school dient verzuim bij de leerplichtambtenaar te melden wanneer: een leerling 3 dagen achtereen of in een periode van 4 weken meer dan 1/8 deel van de lestijd niet op school verschenen is en de school van de ouders geen (afdoende) reden heeft ontvangen; een leerling door school is verwijderd (tijdelijk of definitief); de ouders de leerling in verband met vakantie van school hebben gehouden, terwijl er geen toestemming van de directie was; ouders verlof voor langer dan 10 schooldagen aanvragen; een leerplichtig kind naar een andere school gaat, maar niet weet te vertellen naar welke school; een leerplichtige jongere geheel of gedeeltelijk gaat werken, terwijl hij / zij nog volledig leerplichtig is. 6.4.5 Bezwaar Tegen beslissingen van de directeur en de leerplichtambtenaar over leerplichtzaken, kunt u een bezwaarschrift indienen. Informatie is bij de gemeente te verkrijgen. 6.4.6 Boete Wie zich niet aan de leerplichtwet houdt, maakt zich schuldig aan een strafbaar feit. Hiervan kan proces-verbaal opgemaakt worden, wat kan leiden tot een boete of hechtenis.

Informatie

7.1 Ouders Wij willen graag dat ouders zich betrokken voelen. U heeft een gedeelte van de dag uw opvoedingstaak en verantwoordelijkheid voor uw kind aan ons toevertrouwd. Wij werken dus samen aan de vorming van uw kind. Het is belangrijk dat wij elkaar op de hoogte houden van wat er speelt. Er zijn vele vormen van contact tussen ouders en school: informeel praatje met de leerkracht tijdens halen en brengen; ouderavonden en jaarvergadering Ouderraad; 15 minuten gesprekken; website en nieuwsbrief; meehelpen met activiteiten binnen en buiten de klas; werkgroepen en commissies; De betrokkenheid van ouders Regelmatig contact met ouders over de kinderen vinden we heel belangrijk. Van ouders willen we graag weten hoe het met de kinderen gaat en waar ze mee bezig zijn, zodat we daar op school op in kunnen spelen. Omstandigheden thuis hebben meestal consequenties voor het gedrag in de groep. Leerkrachten kunnen daar dan rekening mee houden. Door elkaar van de nodige informatie te voorzien kunnen we het welbevinden van de kinderen beter in de gaten houden. Rapportbespreking/15-minuten gesprek Een dag voordat de leerlingen hun rapport mee naar huis krijgen hebben de ouders de gelegenheid tot het bespreken hiervan met de groepsleerkracht. Dit gebeurt voor alle groepen twee

keer per jaar.

Voorlichtingsavond Aan het begin van elk schooljaar worden er informatieavonden georganiseerd, waar uitgelegd wordt wat er op school gedaan wordt, welke methodes er gebruikt worden en hoe er gewerkt wordt. Ouders krijgen verder nog informatie op de volgende manieren:

Het schoolplan. In dit uitgebreide plan wordt beschreven hoe er op de Heidehoek gewerkt wordt Deze schoolgids De website waar alle actuele informatie als kalender, fotos enz. te vinden zijn en het weblog van de bovenbouw De Schoolklapper onze schoolkrant De onderwijsgids. Een gids van het ministerie waarin de rechten en plichten van ouders ten aanzien van basisonderwijs worden besproken. Deze gids wordt aan de ouders van 3-jarigen toegestuurd.

Ouderbijdrage Het onderwijs aan leerplichtige kinderen is in principe gratis. Wel is er ter bekostiging van de verschillende activiteiten, zoals Sinterklaas, kerstviering, de schoolreisjes en het feest van de laatste schooldag, een ouderbijdrage. Deze bijdrage is vrijwillig en kan niet worden verplicht. Bij niet betalen van de bijdrage kan uw kind echter niet deelnemen aan de georganiseerde activiteiten, aangezien dit het nodige geld kost. U kunt het bedrag storten op bankrekening 36.58.11.882 t.n.v. Ouderraad o.b.s. 'de Heidehoek'. Het totale bedrag moet uiterlijk 1 januari van het lopende schooljaar worden voldaan. De hoogte van de bijdrage vindt u in de bijlagen. Voor leerlingen die in de loop van het schooljaar worden aangemeld c.q. de school verlaten, wordt de ouderbijdrage aangepast. De opbrengst van de rommelmarkt en het oud papier wordt beschikbaar gesteld voor zaken die het onderwijs in de school en de kinderen ten goede komen. Hoogte van de ouderbijdrage 2011 - 2012 Groep 1 2 - 3 - 4 - 5 40 Groep 6 - 7 - 8 61 U kunt het bedrag storten op bankrekening 36.58.11.882 t.n.v. Oudercommissie obs de Heidehoek. Het totale bedrag moet uiterlijk 1 januari 2012 zijn voldaan. Huidige werkgroepenverdeling/taakverdeling van schoolteam en ouderraad: Schoolgids: Gerben Rommelmarkt: Alie Kerst: Wytske - Ingrid Oud Papier: Janet Sinterklaas: Sanne Team Avondvierdaagse: Sanne Feestelijke ouderavond: Team Laatste schooldag: Wytske en Hennie Schoolgebouw: Gerben Schoolplein/omgeving: Sanne Publiciteit: Alie en Beate Zakelijke ouderavond: Ouderraadsleden

Projecten: Wytske Team Verkiezingen O.R: Ouderraadsleden Schoonmaken materiaal: OR + Team

Afscheid O.R leden: Ouderraadsleden Budgettering/Financin: Janet

7.2 Privacy De belangrijkste regels voor het vastleggen en gebruiken van persoonsgegevens zijn vastgelegd in de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP). Deze wet is op 1 september 2001 van kracht geworden. De WBP regelt onder welke voorwaarden persoonsgegevens verwerkt mogen worden. Persoonsgegevens zijn alle gegevens die herleidbaar zijn tot een bepaald individu. De WBP heeft betrekking op alle gebruik verwerkingen van persoonsgegevens, van het verzamelen ervan tot en met het vernietigen van persoonsgegevens. Op grond van de WBP zijn onderwijsinstellingen verplicht ouders te informeren en uit te leggen welke gegevens van de leerling/student gebruikt worden en aan wie de onderwijsinstelling wanneer welke gegevens wil verstrekken en met welk doel. 7.3 Informatieplicht Ouders bezitten volgens de wet ouderlijk gezag over hun minderjarige kind(eren). Volgens diezelfde wet is de school verplicht de ouders op de hoogte te houden van de algemene gang van zaken op school en van het functioneren en de vorderingen van het kind. Ouders hebben recht van inzage in alle informatie, documenten, rapporten, onderzoeksverslagen e.d. over hun kind. De school mag geen informatie achterhouden of gegevens zonder toestemming van de ouders aan derden bekend maken. Voor ouders, die met elkaar getrouwd zijn of samenwonen en die het gezag over hun kinderen hebben, is de situatie het makkelijkst. Zij krijgen steeds gezamenlijk alle informatie over hun kind, d.m.v. brieven, rapporten, ouderavonden, gesprekken e.d. Van een voogd is sprake als beide ouders overleden zijn of niet in staat zijn om het ouderlijk gezag te hebben over het kind. Een voogd is altijd een niet-ouder. Hij/zij is door de rechter aangewezen om gezag over het kind te hebben. Een voogd heeft dezelfde rechten en plichten als een ouder met ouderlijk gezag. Voor ouders, die gescheiden zijn, die niet (meer) bij elkaar wonen en die wel het gezag hebben, ligt het niet anders. Zij hebben allebei recht op alle informatie over hun kind.

Ouders, die geen gezag (meer) hebben over het kind, hebben ook recht op informatie over hun kind. De ouder zal daar echter wel zelf om moeten vragen. De school hoeft uit zichzelf geen informatie te geven aan deze ouders. Als het gaat om de vader, moet deze bovendien het kind hebben erkend, anders heeft hij helemaal geen recht op informatie, ook niet als hij erom vraagt. Deze ouders hebben een beperkt recht op informatie over hun kind. Het betreft alleen belangrijke feiten en omstandigheden, dus informatie over schoolvorderingen en evt. sociaalpedagogische ontwikkelingen op school. In twee gevallen is de school niet verplicht om informatie te geven aan de ouder die niet het gezag heeft: De school geeft de informatie niet, wanneer dit in strijd is met de belangen van het kind. Als de ouder hiertegen bezwaar maakt, kan deze naar de klachtencommissie van de school of naar de rechter stappen. De rechter heeft bepaald dat de betreffende ouder geen recht heeft op informatie. De ouder bij wie het kind woont doet er goed aan dit aan de school te melden. De school heeft recht op inzage in het gerechtelijke vonnis. 7.4 Informatie

7.4.1 Afspraak met leerkracht en/of directie Als u een gesprek met een leerkracht of de directeur wilt hebben, kunt u hiervoor een afspraak maken. 7.4.2 Nieuws Het actuele schoolnieuws is te lezen op www.obsdeheidehoek.nl. Bij Twitter staan de laatste quotes over school of onderwijs. Bij actueel staan reportages van schoolactiviteiten, meestal met fotos. 7.4.3 Dorpskrant t Pummeltje Vier keer per jaar verschijnt er een dorpskrant. Informatie van de school komt in deze krant te staan. Tussentijds verschijnt de schoolkrant de Schoolklapper met actuele informatie die alleen bestemd is voor de ouders van kinderen van onze school. Om t Pummeltje kostendekkend te maken wordt een bedrag van 5,25 per jaar gevraagd. Wie geen abonnement wil nemen krijgt alleen het schoolgedeelte. 7.4.4 Website

Website stichting Talent Westerveld Op de website www.talentwesterveld.nl treft u informatie aan over de Stichting Talent. De informatie heeft zowel een intern als een extern karakter. Extern betekent bestemd voor iedereen die meer wil weten over Stichting Talent en intern alleen voor onze medewerkers. Zij beschikken daartoe over een eigen inlogcode. De website van Stichting Talent biedt u algemene informatie over de organisatie van onze stichting en de scholen. Website obs de Heidehoek Ook bij een website dient terdege rekening gehouden te worden met de privacy van betrokkenen. Daarom hebben wij de volgende afspraken gemaakt. Bij inschrijving van een nieuwe leerling wordt aan de ouders/verzorgers toestemming gevraagd om fotos en werkstukken van hun kind(eren) op de website te plaatsen. Kinderen willen graag dat hun werk op internet te bewonderen is. Ze willen het ook thuis aan de ouders laten zien. Ouders/verzorgers kunnen hun bezwaar ook weer herroepen. De namen van deze leerlingen worden op een lijst geplaatst. De leerkrachten raadplegen deze lijst als er fotos / werkstukken gemaakt worden voor de site. Bij vermelding op de website van persoonlijke gegevens van hen, die bij de school betrokken zijn, wordt volstaan met vrij verkrijgbare informatie (telefoonboekinformatie). Alleen met toestemming van betrokkene wordt aanvullende informatie gepubliceerd. 7.5 Projecten Regelmatig zijn er projecten op onze school. Vanaf groep 4/5 is elk kind met een eigen project bezig. Daarnaast doen we met de hele school projecten. 7.6 Overblijven/naschoolse opvang Er zijn weinig kinderen die overblijven. Er is wel de mogelijkheid tegen betaling op school te blijven tussen de middag. De kosten zijn 1,50 per keer. Als er niet te veel kinderen zijn zullen leerkrachten dit begeleiden. Zij zijn dan verantwoordelijk voor de opvang van uw kind. U kunt hierover een afspraak maken met de leerkracht van uw kind. Naschoolse opvang is ook mogelijk. Kinderdagverblijf Het Speelkasteel te Noordwolde verzorgt de naschoolse opvang voor de plaatsen Vledder, Vledderveen en Nijensleek. Uw kind kan met een taxi bij de school worden opgehaald. Geschoolde krachten van Speelwerk zijn de begeleiders van de buitenschoolse opvang. Deze opvang is bestemd voor kinderen van 4 tot en met 12 jaar op roostervrije dagen en in vakanties. De opvangtijden zijn

afgestemd op het schoolprogramma.

8
8.1

Afspraken/ rechten en plichten


Afspraken op stichtingsniveau

8.1.1 Schoolverzekering De Stichting Talent Westerveld heeft voor al haar scholen onderstaande verzekering afgesloten. - Een Aanspakelijkheidsverzekering Bedrijven. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden, personeel, vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims ten gevolge van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dit verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot een misverstand. -Ten eerste is de school/het schoolbestuur niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moeten worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar is gebaseerd op een misverstand. De school is pas aansprakelijk wanneer er sprake is van een verwijtbare handeling of wanneer er sprake is van nalatigheid. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus te kort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid. Bijvoorbeeld tijdens de gymnastiekles wordt er een bal geschopt. Deze komt op de bril van een leerling terecht en de bril is kapot. Die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering, en wordt dan ook niet door de school vergoed. - Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor schade door onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen(of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidverzekering hebben afgesloten. - Een Werkgeversaansprakelijkheid Bestuurders Motorrijtuigen. Deze verzekering biedt de werkgever dekking voor aansprakelijkheidsrisico voor schade geleden door een werknemer als bestuurder van een motorrijtuig.

Volledigheidshalve maken wij u er op attent dat de Stichting geen collectieve ongevallenverzekering heeft afgesloten. Ouders/Verzorgers kunnen indien zij dit wensen hiervoor zelf een verzekering afsluiten voor zichzelf en/of de kinderen. Deze ongevallen verzekering geeft recht op een (Beperkte)uitkering indien een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt of bij overlijden als gevolg van een ongeluk. Afhankelijk van de verzekeringsmaatschappij kan bij een dergelijke individuele verzekering de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk worden meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materile schade (kapotte bril,fiets enz.) valt niet onder de dekking.

8.1.2 Veiligheidsbeleid Scholen worden met ingang van 1 augustus 2006 verplicht het veiligheidsbeleid van de school te vermelden in de schoolgids. Op grond van de Arbo-wet moeten scholen, net als andere bedrijven, een veiligheidsplan hebben. Stichting Talent scholen geven leerlingen, ouders en onderwijspersoneel en andere medewerkers een plek, waar ze veilig zijn en waar ze zich veilig voelen, fysiek en sociaal. Op onze scholen worden veiligheidsrisicos geminimaliseerd en incidenten zoveel mogelijk voorkomen. Omringende voorzieningen als maatschappelijk werk, jeugdzorg en justitie worden indien nodig bij de afstemming betrokken. Wij werken samen met ouders, GGD, brandweer, de Arbodienst en natuurlijk de gemeente - die per slot van rekening verantwoordelijk is voor het gebouw. Wat is een fysiek veilige school? Een veilige school heeft natuurlijk een goed onderhouden gebouw, waar traptreden niet los liggen en de inrichting van de lokalen geen gevaar oplevert voor kinderen. Op het schoolplein staan veilige speeltoestellen. Leerlingen en docenten weten wat ze moeten doen bij brand en de school oefent regelmatig, minimaal 1 x per jaar het ontruimingsplan. Vluchtwegen zijn vrij van obstakels. Ook ziet men er bij een veilige school op toe dat er regelmatige inspecties van het schoolgebouw en het schoolplein plaatsvinden. Hoe ziet een sociaal veilige school eruit? Op een veilige school voelen leerlingen zich thuis. Ze komen graag naar school en voelen zich serieus genomen door de leraren. Leerlingen op een sociaal veilige school pesten niet en dragen vanzelfsprekend geen wapens bij zich. De school tolereert geen discriminatie en seksuele intimidatie. De school heeft een vertrouwenspersoon en er is een klachtenregeling. Daarnaast besluiten veel scholen om een pestprotocol op te stellen. Ook werken scholen vaak samen met politie,

justitie en jeugdzorg in een buurtnetwerk. De school gaat bestaand sociaal onveilig gedrag tegen, maar voorkomt dat gedrag ook door een actieve, positieve stimulering van sociaal gedrag. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het invoeren van gedragsregels waar leerlingen, ouders, schoolleiders en leraren het over eens zijn geworden, en aan onderwijs dat is afgestemd op de wensen en mogelijkheden van individuele leerlingen. Hierdoor ontstaat een veilig klimaat waarbinnen de school problemen al in een vroeg stadium kan onderkennen en daarop kan reageren. Het veiligheidsbeleid van een school is niet alleen bedoeld om leerlingen een veilige plek te bieden. Ook leraren (en ander personeel) hebben vanzelfsprekend recht op een veilige omgeving. Geweld tegen leraren is ontoelaatbaar. Scholen, leraren, ouders en de overheid moeten dat met elkaar duidelijk maken. 8.1.3 Klachtenprocedure De klachtenregeling is sinds 1998 wettelijk geregeld. Klachten kunnen betrekking hebben op bijvoorbeeld begeleiding van leerlingen, toepassing van strafmaatregelen, beoordeling van leerlingen, de inrichting van de schoolorganisatie, seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten. Een exemplaar van deze regeling ligt ter inzage op school en is te vinden op de website www.talentwesterveld.nl Als iemand ontevreden is over bepaalde gedragingen en beslissingen of het nalaten daarvan, kan hij/zij het beste: Eerst contact opnemen met de groepsleerkracht; Mocht dit niet tot resultaat leiden, dan wordt de directeur ingelicht; Deze gaat in gesprek met de ouders / verzorgers en leerkracht en onderzoekt de klacht; Zijn bevindingen worden aan de ouders / verzorgers en leerkracht medegedeeld; Wanneer de ouders niet tevreden zijn met de oplossing kunnen zij contact opnemen met de tussenpersoon, die is benoemd door Stichting Talent of met Arbo Noord, die fungeert als vertrouwenspersoon (contactgegevens in hoofdstuk 10); De tussenpersoon c.q. vertrouwenspersoon kan proberen te bemiddelen bij een oplossing of gaat na of het indienen van een officile klacht bij de klachtencommissie noodzakelijk is. De klachtencommissie is een commissie, die geen relatie heeft met Stichting Talent of n van de scholen. Deze commissie onderzoekt de klacht en zijn daarbij verplicht tot geheimhouding. Wel worden de betrokkenen op de hoogte gesteld van het feit dat er een klacht is ingediend. Na onderzoek rapporteert de commissie aan Stichting Talent en geeft een advies.

Stichting Talent moet binnen 4 weken na de rapportage meedelen of zij het oordeel van de klachtencommissie deelt en welke maatregelen zullen worden genomen.

8.1.4 Ongewenste intimiteiten/seksuele intimidatie Het is niet mogelijk een sluitende omschrijving van het bovenstaande te geven; ieder heeft zijn/haar opvatting over wat in contact met anderen wel of niet gewenst is. Leerkrachten bij ons op school houden zich aan een aantal richtlijnen, die zijn vastgelegd in de Gedragscode, bijlage van de Klachtenregeling. Mocht u als ouder desondanks signalen ontvangen, die naar uw mening wijzen op ongewenste intimiteiten in de school (of daarbuiten), dan blijft het bespreekbaar maken hiervan met de directeur van de school de eerst aangewezen weg. Het is echter heel goed mogelijk dat u dat niet wilt/durft. Dit hoeft niets met een gebrek aan vertrouwen te maken hebben. U kunt met uw bezorgdheid ook terecht bij de contactpersoon/vertrouwenspersoon/klachtencommissie, die daarvoor is aangesteld (zie hoofdstuk 10). De wet bevat een aangifteplicht voor het bevoegd gezag en een meldplicht voor het personeel bij een zedenmisdrijf. Het gaat in de wet om strafbare vormen van seksuele intimidatie en seksueel misbruik: zedenmisdrijven, zoals ontucht, aanranding en verkrachting, gepleegd door een medewerker van de onderwijsinstelling jegens een minderjarige leerling. Bevoegd gezag, dat vermoedt dat er sprake is van een geval van ontucht met een minderjarige leerling door een personeelslid, moet contact opnemen met een vertrouwensinspecteur. Als uit overleg met de vertrouwensinspecteur blijkt dat het een redelijk vermoeden betreft moet het bevoegd gezag aangifte doen bij Justitie. Voorafgaand aan de aangifte, moet de school aan de ouders van desbetreffende leerling en aan de (mogelijke) dader melden dat tot aangifte wordt overgegaan. Om de drempel om een vertrouwensinspecteur in te schakelen zo laag mogelijk te houden, heeft deze zelf geen aangifteplicht. Voor het personeelslid dat weet heeft van een seksueel misdrijf, geldt een meldingsplicht richting bevoegd gezag. Voor klachtmeldingen over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, fysiek geweld en psychisch geweld, zoals grove pesterijen en voor signalen inzake discriminatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme, radicalisering, extremisme, e.d. is er een meldpunt vertrouwensinspecteurs van de Inspectie van het Onderwijs. Voor het telefoonnummer verwijzen wij u naar hoofdstuk 10.

8.1.5 Tussenschoolse en buitenschoolse opvang Een goede aansluiting van onderwijs en opvang maakt het voor ouders gemakkelijker om werk en zorg voor het gezin te combineren. Per 1 augustus 2006 is bevoegd gezag verantwoordelijk voor de Tussen Schoolse Opvang (TSO) van leerlingen. Tijdens deze opvang verblijven kinderen tussen de middag op school. Met ingang van 1 augustus 2007 wordt ouders ook Buiten Schoolse Opvang (BSO) aangeboden. 8.1.6 Ouderbijdrage Voor het primair en voortgezet onderwijs is bij wet geregeld dat toelating van een leerling niet afhankelijk mag worden gesteld van een eventuele ouderbijdrage, ook al is deze vrijwillig. In het primair onderwijs moet de school voor de vrijwillige ouderbijdrage een aparte overeenkomst met de ouders afsluiten. Scholen mogen een vrijwillige financile bijdrage vragen voor extra voorzieningen en activiteiten, zoals een schoolkamp, aanvullend lesmateriaal en festiviteiten. Dit zijn activiteiten, die niet tot het gewone lesprogramma behoren en die dus niet door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen worden bekostigd. Een school mag voor dit soort uitgaven een ouderbijdrage vragen, maar mag leerlingen niet weigeren of van school sturen als ouders de bijdrage niet of slechts gedeeltelijk willen betalen. Met andere woorden: de toegankelijkheid van het onderwijs mag niet worden benvloed door de ouderbijdrage.

De praktische informatie

Binnen onze stichting werken wij volgens de kwaliteitscyclus: Op basis van het stichtingsplan en de bijstelling naar aanleiding van de evaluatie, worden de te behalen strategische doelen op schoolniveau voor de komende jaren geformuleerd door de directeur. Deze doelstellingen worden vastgelegd in het schoolplan (meerjaren strategisch en financieel beleid op schoolniveau). De directeur is, binnen de kaders van de Stichting, belast met het formuleren van het beleid op schoolniveau. Hij legt dit vast in het schooljaarplan. Het formatieplan (personele inzet) en de begroting maken onderdeel uit van dit schooljaarplan. Jaarlijks wordt zowel interne als externe verantwoording afgelegd. De directeur is, onder verantwoordelijkheid van de Algemeen Directeur, belast met de externe verantwoording aan onder andere de (rijks)accountant en de onderwijsinspectie. Ook is hij/zij, onder verantwoordelijkheid van de Algemeen Directeur, belast met de interne verantwoording in de vorm van het schooljaarverslag, inclusief de jaarrekening. Hij maakt daarbij gebruik van de door het Onderwijsbureau aangeleverde administratieve gegevens. Bovengenoemde documenten zijn opgesteld en verstuurd naar de Inspectie van het Onderwijs. Deze documenten liggen ter inzage op school.

9.1 Schooltijden Een schooldag begint voor alle groepen om 8.30 uur (met een inloop vanaf 8.15 uur) en eindigt om 12.00 uur. s Middags gaan we van 13.15 uur (een inloop vanaf 13.00 uur) tot 15.15 uur naar school. Op woensdag is de schooldag voor alle groepen tot 12.15 uur. Groep 1 t/m 4 is de vrijdagmiddag vrij en elke laatste vrijdag van de maand. Dit betekent dat de groepen 1 t/m 4 ongeveer 930 uur naar school gaan en voor de groepen 5 t/m 8 is dat 1010 uur.

9.2 Vakanties en vrije dagen De vakantieregeling wordt door het bestuur van Stichting Talent vastgesteld en wel na een gemeenschappelijk overleg met de basisscholen in onze gemeente. Hierbij wordt zo veel mogelijk uitgegaan van de vakantieplanning die geldt voor het voortgezet onderwijs in onze regio. In bijzondere gevallen, zoals een bruiloft, begrafenis, een bezoek aan de (tand)arts, wordt door de groepsleerkracht, na een verzoek hiertoe, verlof gegeven. De vakantiedata en de richtlijnen voor het verlenen van schoolverlof zijn in de bijlagen opgenomen en zijn te lezen op de website.

Gezamenlijke vakanties openbare scholen schooljaar 2011 - 2012: Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Paasweekend Meivakantie Hemelvaart Pinkstervakantie Zomervakantie 24 oktober 26 december 27 februari 6 april 30 april 17 mei 28 mei 23 juli 2011 2011 2012 2012 2012 2012 2012 2012 t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m t/m 28 oktober 6 januari 2 maart 9 april 4 mei 18 mei 1 juni 31 augustus 2011 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012

9.3 Urenberekening Schema schooljaar 2011 2012


Dagen Maandagmorgen Maandagmiddag Dinsdagmorgen Dinsdagmiddag Woensdag Donderdagmorgen Donderdagmiddag Vrijdagmorgen Vrijdagmiddag Ingrid Ingrid Janine Hennie Sanne Sanne Sanne Alie Gerben Wytske Wytske Wytske Hennie Wytske Ateliers Ingrid Sanne Gerben Ingrid Sanne Onderbouw Hennie Middenbouw Alie (24x middag) Bovenbouw Gerben Hennie Gerben 1234 5678

Naast deze groepsleerkrachten hebben we nog vakleerkrachten: Lucie Brandsma muziekles voor de groepen 3 en 4 op de donderdagmorgen Alien Offereins godsdienstlessen voor de groepen 5 t/m 8

9.4

Personeel

De samenleving verandert voortdurend en het tempo van de verandering neemt toe. Het onderwijs moet in die verandering een belangrijke rol vervullen. Aan het beroep van leerkracht worden heel andere eisen gesteld dan vroeger. Als school moet je steeds kijken welke kwaliteiten je van de leraren nodig hebt, welke je al in huis hebt en wat je via nascholing nog kunt ontwikkelen. We proberen als team een lerende school te zijn, d.w.z. een school waarin leerkrachten met elkaar en van elkaar leren met het doel het onderwijs dat gegeven wordt voortdurend te verbeteren. (Na)scholing is het instrument bij uitstek om de deskundigheid van de personeelsleden te vergroten. Het doel is de bekwaamheid van de mensen die in de school werken op peil te houden en verder te ontwikkelen. We werken met een scholingsplan voor vier jaren. Veel leren we ook door onze deelname aan het netwerk EGO-Noord. Hier nemen alleen scholen aan deel die ErvaringsGericht werken. Uitwisseling van gedachten en leren van elkaar staan hier centraal. Wijze van vervanging Op het moment van afwezigheid van personeel van de school door ziekte, studieverlof of scholing wordt er geprobeerd een invaller te vinden voor de groep. In eerste instantie een parttime leerkracht die al aan school verbonden is. Lukt dat niet dan gebruiken we de invallijst van de Stichting Talent. We proberen zoveel mogelijk gebruik te maken van dezelfde invallers. Een enkele keer is het onmogelijk om iemand te vinden; dan worden de kinderen verdeeld over de resterende leerkrachten. In noodgevallen wordt vrij gegeven. Stagiair(e)s Ieder jaar zijn we stageschool voor de Pedagogische Academies Basis Onderwijs uit Meppel (1 student) en Assen (1 student). De studenten verzorgen lessen en begeleiden kinderen, maar steeds blijft de groepsleerkracht de verantwoordelijke persoon. Regelmatig zullen er ook MBO studenten stage lopen. 9.4.1 Taakverdeling Een aantal taken zijn verdeeld over het team: Interne begeleiding Medezeggenschapsraad GMR Buurtnetwerk Leesnetwerk Techniek

Alie Punter Wytske Bijstra en Ingrid Jantzen Wytske Bijstra Sanne Joenje Alie Punter Gerben Douna

Computers (ict) ErvaringsGericht Onderwijs noord

Gerben Douna Team

9.4.2 Vieringen, feesten en activiteiten Sinterklaas De leerlingen van de groepen 1 t/m 5 worden door de Sint en Zwarte Piet in de klas bezocht. De groepen 6 t/m 8 vieren dit feest in de eigen groep met zelf gemaakte surprises en een zelf bedacht programma. Kerst In de laatste week voor kerst worden er allerlei activiteiten georganiseerd voor de kinderen. Team en ouders begeleiden dit. De school is dan helemaal in kerstsfeer gebracht. Als afsluiting voor de kerstvakantie is er afwisselend een kerstdiner, kerstontbijt of een kerstbrunch. Feestelijke ouderavond. En keer in de twee jaar is er een feestelijke ouderavond. Het programma wordt verzorgd door alle leerlingen, die de avond vullen met zang, dans, toneel enz. De avond is toegankelijk voor ouders, grootouders, broertjes en zusjes en oud-leerlingen. Schoolreisjes De groepen 1-2-3-4-5 gaan er 1 dag op uit. De groepen 6 t/m 8 hebben tweemaal een meerdaags schoolreisje en n keer gaan we een dag met de trein naar Amsterdam. Wat er precies gaat gebeuren wordt elk jaar opnieuw bepaald. Alle reisjes worden begeleid door leerkrachten en leden van de ouderraad, eventueel aangevuld met andere ouders. Laatste schooldag Er wordt een leuke (spel) morgen georganiseerd voor alle leerlingen. We maken daarbij in principe gebruik van een vierjarenplan, echter nieuwe ideen zijn altijd welkom. Aan het eind van de morgen wordt er gezamenlijk gegeten. Op een andere avond (meestal de donderdagavond) is er al afscheid genomen van groep 8. Excursies Regelmatig gaan er groepen op excursie bijv.: naar het bos, een expositie, een imker, museumbezoek, een garagebedrijf, een molen enz. Projecten

Projecten zijn altijd mogelijk bij ons op school. Als kinderen met onderwerpen aankomen, waar ze meer van willen weten kan dit een individueel project worden, maar kan ook uitgroeien tot een schoolthema. Projecten zijn altijd te bekijken voor de ouders. Soms worden ze afgesloten met een expositie van de gemaakte werkstukken. Ouders krijgen daar een uitnodiging voor. De schoolsportdag En keer per jaar (mei/juni) is er een sportdag met andere basisscholen uit de gemeente. Hieraan doen alleen de groepen 3 t/m 8 mee. Groep 1 en 2 zijn dan vrij. Deze sportdag wordt gehouden op de sportvelden in Wilhelminaoord. Schaaktoernooi Onze school heeft een traditie hoog te houden op het gebied van schaken. We zijn verschillende keren hoog geindigd in de schoolschaakcompetitie van Drenthe/Groningen. Kinderen uit de groepen 4 t/m 8 doen, bij voldoende aanmelding, mee aan deze schaaktoernooien. Hiervoor wordt op school eerst geoefend met de kinderen. De oudere leerlingen leren de jongere kinderen schaken en spelen in januari onderlinge wedstrijden om het schoolkampioenschap. 9.5 Groepsplanning Zie groepsmappen die in de klassen gebruikt worden 9.6 Overig Sponsoring Op dit moment hebben we geen sponsorcontracten en ontvangen dus geen sponsorbijdragen. Ook in de toekomst zal het moeilijk zijn voor een kleine dorpsschool om sponsors te vinden. Er is geen noodzaak voor beleid op dit gebied. Mochten er zich toch sponsors melden dan zullen we beleid maken en ons houden aan het convenant dat het ministerie heeft afgesloten. Dit convenant bevat gedragsregels die scholen als richtlijnen kunnen gebruiken. Eenmalig hebben we een sponsor gevonden voor schoolshirts die gedragen worden bij sport, avond4daagse en schoolreizen. Praktische zaken Parkeren Achter de school is een ruime parkeerplaats, we willen graag dat alle ouders daar gebruik van maken.

Verjaardagen Als kinderen jarig zijn mogen ze trakteren. We hebben het liefst een gezonde traktatie. Op onze kleine school worden alle kinderen getrakteerd. Leerkrachten hoeven niet ergens anders op getrakteerd te worden. Ze willen graag hetzelfde als de kinderen. Bijzonderheden Als er zaken zijn rondom de gezondheid of in de priv-omstandigheden van het kind, die belangrijk zijn voor de leerkracht om te weten, geef dit dan zoveel mogelijk door dan kunnen ze er rekening mee houden. Uiteraard wordt vertrouwelijk omgegaan met de informatie. Jeugdgezondheidszorg (JGZ) Uw kind valt onder de zorg van de sector Jeugdgezondheidszorg van de GGD Drenthe. De J GZ-medewerkers hebben tijdens de basisschoolperiode een aantal malen contact met uw kind en u als ouder of verzorger. Het standaardprogramma bestaat uit een onderzoek in groep 2 en in groep 7, meestal in de school, soms in het GGD gebouw of op een andere plaats. Een logopedische screening vindt plaats in groep 1 en 2 door logopedisten die in een aantal gemeenten in dienst zijn van de GGD en bij de overige in dienst van de gemeente. Bij het onderzoek worden een aantal lichamelijke aspecten bekeken en daarnaast wordt er aandacht besteed aan de ontwikkeling van het kind in brede zin. Per groep kan de inhoud van het onderzoek verschillen. Voor de duidelijkheid: tijdens het onderzoek worden geen inentingen gegeven. Bij een volledig onderzoek is het gewenst dan de ouder(s) of verzorger(s) aanwezig zijn. Van tevoren ontvangen de te onderzoeken leerlingen (en hun ouders) bericht over de plaats en het tijdstip waarop het onderzoek zal plaatsvinden. Uit het onderzoek kunnen bijzonderheden naar voren komen, waardoor een verwijzing naar derden (b.v. de huisarts), een uitgebreider gesprek of een hercontrole wordt afgesproken. Hercontroles en screeningen vinden in principe zonder ouders plaats, tenzij anders met u wordt afgesproken. Na afloop van het onderzoek bespreekt de JGZ-medewerker de bevindingen die voor het functioneren van uw kind op

school van belang zijn, met de leerkracht, mits de ouders daarvoor toestemming hebben gegeven. Overleg met de JGZ medewerker of tussentijds onderzoek is mogelijk.

9.7

Hoofdregel: Zorg dat je zelf prettig kunt spelen en werken en dat anderen dat kunnen. Je hebt zorg voor jezelf en anderen. (Hier schop je niet en hier laat je je niet schoppen. Hier sla je niet en hier laat je je niet slaan. Hier scheld je niet en hier laat je niet op je schelden. Als iemand laat merken dat hij iets niet leuk vindt, STOP je)! Spel en werk moet rustig kunnen verlopen. (Hier pak je geen spullen waar anderen mee aan het werken of spelen zijn, zonder het te vragen. Leg materiaal altijd terug op zijn plaats. Jouw geluid mag anderen niet storen. In school loop je rustig. Je bent zuinig op het materiaal en de omgeving.) Een aantal organisatorische regels: Kinderen die binnen de bebouwde kom van Vledderveen wonen komen lopend naar school. Kinderen die buiten het dorp wonen mogen op de fiets komen. Inloop: s morgens vanaf 8.15 uur mogen de kinderen naar binnen om iets te kiezen of om al vast te beginnen met hun (contract)werk. s Middags gaat de deur open om 13.00 uur, zodat leerlingen en leerkrachten rustig de tijd hebben om te eten. Kinderen mogen tijdens de inloop beginnen aan hun contractwerk of hun taken op de computer. De gymuren zijn als volgt: Groep 1234: woensdagochtend en donderdagmiddag. Groep 5678 komen woensdagmorgen en donderdagmiddag op de fiets naar school. Ze gaan dan naar De Spronk in Vledder om te gymmen. Bij slecht weer maken we gebruik van onze eigen sportzaal. Tijdens het zomerseizoen als het Bosbad in Vledder open is gaan de groepen 5 t/m 8 n keer per week, op de donderdagmiddag, zwemmen. Ze krijgen dan zwemles van het badpersoneel. Er worden gymschoenen gedragen tijdens deze lessen dit is belangrijk ter voorkoming van voetwratten. Deze schoenen mogen geen zwarte zolen hebben i.v.m. het veroorzaken van zwarte strepen op de vloer.

Afspraken en regels

9.8

Bos-project gemeente Westerveld

Het BOS-project in de gemeente Westerveld heeft als doel om samen met buurtorganisaties, onderwijsinstellingen en sportverenigingen de volgende achterstanden tegen te gaan: overgewicht, bewegingsarmoede en overlast. Hierbij is de doelgroep 4 t/m 19 jaar. Om het overgewicht aan te pakken worden in samenwerking met het onderwijs voorlichtingslessen gegeven over gezonde voeding en vinden doorverwijzingen plaats naar speciale beweeggroepen. Om bewegingsarmoede aan te pakken worden klassikale sportorintatielessen gegeven en sportkennismakingsactiviteiten aangeboden. De vorm van overlast in de gemeente Westerveld is anders dan in bijvoorbeeld Amsterdam. Pesten is een groot overlastprobleem en om dit aan te pakken worden weerbaarheidstrainingen aangeboden aan minder weerbare kinderen/jongeren en ongeremde kinderen die meedoen aan het pesten. Ook worden jongeren betrokken bij de organisatie van sport om een positieve sfeer en goede vrijetijdsinvulling te creren. Ook dit kan overlast tegengaan. Hiernaast vervullen sportverenigingen een belangrijke taak bij het tegengaan van overgewicht, bewegingsarmoede en overlast. Vandaar dat sportverenigingen vanuit het BOS-project op aanvraag professionele ondersteuning krijgen. De cordinatie van het BOS-project ligt bij de gemeente. Hierbij zal invulling worden gegeven aan de vaststaande deelprojecten vanuit het BOS-project met de nadruk op continuering na afloop van de projectperiode. Hiernaast kunnen op initiatief van sportverenigingen, het jongerenwerk, onderwijsinstellingen en andere lokale organisaties extra structurele activiteiten worden opgezet. Voor meer informatie: mailto:info@gemeentewesterveld.nl.

10 Namen en adressen
Stichting Talent Westerveld Drift 1a 7991 AA DWINGELOO Telefoon 0521 59 49 44 Email info@talentwesterveld.nl Website www.talentwesterveld.nl Algemeen directeur RDO: Dhr. J.H. Scholte Albers Beleidsmedewerker Personeel en Organisatie Ageeth Bakker Kreuze Aanwezig maandag, dinsdag en donderdag Telefoon 0521 59 33 63 GMR: Voorzitter Wout Donker Tel. 0521-590418 Secretaris Renate Fledderus Tel. 0521-381320 Medezeggenschapsraad: Voorzitter: Christien Kelly Secretaresse: Wytske Bijstra Leden: Karin Haudijken Hennie Bijzitter Algemeen bestuur: Voorzitter: Mevr. drs. A.M.A. van der Staaij-Hogeling Secretaris: Mevr. drs. A.J. Root Penningmeester: Dhr. P. Bazuijnen Lid: Dhr. drs. M.A. Muntinga Lid: Dhr. J. van Klinken Beleidsmedewerker Financin en Huisvesting: Jacob Slagter Aanwezig maandag t/m vrijdag, Tel.: 0521 59 00 73 Managementassistent Martha ter Schuur Walda Aanwezig maandag-, dinsdag- en Vrijdagmorgen, donderdag gehele dag Directeur Obs de Heidehoek Gerben Douna Tel.: school 0521-381475 Tel priv: 0521-380093 Ouderraad: Voorzitter: Beate Moeken Secretaresse: Ilse Serrarens Penningmeester: Janet Stuiver Leden: Natascha v Nieuwenhoven Roelie Lem Hermien van Dijk Petra van den Berg Jeanet Bergsma Dhr. D. Crouse Tel. 0521-342240

Vertrouwenspersonen/klachtencommissie: Contactpersoon Stichting Talent:

Vertrouwenspersoon Ardyn:

338999 Meldpunt (tijdens kantooruren) vertrouwensinspecteurs van Inspectie v.h. Onderwijs Tel. 0900 1113111 Landelijke Klachtencommissie voor het Openbaar en Algemeen Toegankelijk Onderwijs: Tel. 0348-405245 Email info-lgc-lkc@vosabb.nl www.lgc-lkc.nl Recht op leren RMC&Leerplicht zuidwestdrenthe Amanda Vermoten Leerplichtambtenaar 0528-291394 avermoten@rechtoleren.nl Schoolarts: Inspectie van het onderwijs: Logopediste: Per email: info@owinsp.nl Schoolmaatschappelijk werk: Website: http://www.onderwijsinspectie.nl Sociaal verpleegkundige: Telefonisch: 0800 8051 (gratis voor vragen over onderwijs) Informatie en advieslijn voor ouders: Telefonisch: 0800 5010 (gratis, op schooldagen tussen 10.00 en 15.00 uur) Website: www.50tien.nl Informatie en advieslijn voor leerlingen: Advies- en Meldpunt Kindermishandeling 0900 1231230 ( 0,05 per min.) Kindertelefoon 0800 0432 (gratis)

Tel. 0592

Tenslotte nog wat stof tot nadenken


Een kind is geen foto, een kind ontwikkelt zichzelf.

Vindt u stoplichten of rotonden het prettigst? Elk toets is een stoplicht, elke keuze een rotonde.
kansen? Administreer je achterstanden, of organiseer je

Straffen werkt alleen bij kinderen die het niet nodig hebben.

Het gaat niet om de uitkomst, maar om de interpretatie ervan


Een 5- of een 7 zegt niets van de kwaliteit van je leven
Je kunt niet loslaten wat je niet hebt vastgehad

Alles is leren, onderwijs is vaak bijna niets

wel afspreken wie wanneer mag.


Proficiat met je hoge CITO score*

Als je de klas niet leuker maakt dan de w.c moet je

*Let op: In het verleden behaalde resultaten geven geen garantie voor de toekomst

Veel leerkrachten kijken wel genoeg na, maar niet genoeg rond

Soms vinden leerkrachten kinderen begaafd als ze zich aanpassen aan de verwachting

You might also like