Professional Documents
Culture Documents
Samenvatting Accountancy
Samenvatting Accountancy
Samenvatting Accountancy
De boekhouding laat ons toe om op elk moment een beeld te krijgen van:
De vermogenstoestand
= Toestand van de werk- en financieringsmiddelen op een welbepaald ogenblik
Het resultaat
= Verlies of winst die ontstaat uit de commerciële, financiële en uitzonderlijke activiteiten
uitgevoerd in een welbepaalde periode
Boekhouden = het registreren van documenten met betrekking tot verrichtingen die een invloed
hebben op het vermogen en het resultaat van de onderneming
Dubbel boekhouden = registreert elk document onder een dubbel oogpunt (2x)
BALANS
ACTIVA PASSIVA
Werkmiddelen Financieringsmiddelen
Bezittingen Schulden
A=P
BALANS
ACTIVA PASSIVA
Oprichtingskosten Eigen vermogen
Vaste activa Voorzieningen en uitgestelde belastingen
Vlottende activa Schulden
Schulden > 1 jaar
Schulden ≤ 1 jaar
- LIQUIDITEIT + - OPEISBAARHEID +
Hoofdstuk 3: De resultatenrekeningen
RESULTATENREKENING
KOSTEN OPBRENGSTEN
Resultatenrekening
Investeringen Activiteiten:
Bedrijfsactiviteiten: bedrijfsopbrengsten en -kosten
Financiële activiteiten: financiële opbrengsten en -kosten
1. Commerciële of bedrijfsactiviteiten
Recurrente bedrijfskosten en bedrijfsopbrengsten
= Komen zeer regelmatig voor en zijn dus inherent aan de normale
bedrijfsactiviteiten, aan de dagelijkse werking
Niet-recurrente bedrijfskosten en bedrijfsopbrengsten
= Hebben een uitzonderlijk karakter. Ontstaan uit occasionele gebeurtenissen
2. Financiële activiteiten
Recurrente financiële kosten en financiële opbrengsten
= Komen zeer regelmatig voor en zijn dus inherent aan de normale
bedrijfsactiviteiten, aan de dagelijkse werking
Niet-recurrente financiële kosten en financiële opbrengsten
= Hebben een uitzonderlijk karakter. Ontstaan uit occasionele gebeurtenissen
Klasse (1 cijfer)
Groepen (2 cijfers)
Rekeningen (3 cijfers)
Subrekeningen (min 4 cijfers)
Hoofdstuk 5: Journaal en grootboek
De registratie van een document:
Grootboek
= De verzameling van alle T-rekeningen (numerieke volgorde)
Journaal (dagboek)
= De verzameling van alle journaalposten (chronologische volgorde)
Met volgnummer, datum, rekeningnummer (MAR), debet @ credit en de
omschrijving
1. De beginbalans opstellen
2. Het grootboek en journaal openen
- Met begintoestand (BT) of beginsaldi (BS): A D +
P C+
Er zijn op dit moment alleen balansrekeningen in de boekhouding (geen K & O)
- Debet @ credit
Omschrijving: openingspost
3. Boek de verrichtingen in het grootboek en het journaal
4. Boek de eindejaarsverrichting in het grootboek en het journaal
- Btw-saldo bepalen en subrekeningen wegboeken
Btw-saldo boeken op definitieve btw-rekening (411 of 451)
Omschrijving: INV: btw-saldo
5. Stel de proef- en saldibalans op
- Alle T-rekeningen afsluiten
- Rekeningen inschrijven in de proef- en saldibalans
Volgens MAR-nummer
Alle balansrekeningen samen en subtotaal maken
Alle resultatenrekeningen samen en subtotaal maken
Het resultaat van het boekjaar bepalen
- Sluitpost in het journaal inschrijven
!!! Creditzijde in de saldibalans wordt debetzijde in het journaal (en omgekeerd) !!!
Omschrijving: sluitpost
6. De eindbalans opstellen
Intracommunautaire aankoop
Wanneer je als Belgische onderneming een goed aankoopt bij een verkoper uit een land
binnen de EU, dan is de btw verschuldigd in het land van bestemming, namelijk België.
Daarnaast mag de Belgische onderneming via het systeem van verrekening of vooraftrek zijn
eigen betaalde btw gaan terugvorderen van de btw-administratie.
Dit houdt in dat de Belgische onderneming als koper 2x btw boekt: nl. als een schuld en
als vordering t.a.v. de btw-administratie.
o Btw wordt niet aangerekend door leverancier
o Btw nog is boeken op extra rekening
4512 Verschuldigde btw op intracommunautaire verwerving P C +
Hoofdstuk 2: Verkopen
Berekeningsschema AANKOPEN VERKOPEN
factuurbedrag Soort rekening MAR-nummer Soort rekening MAR-nummer
PxQ K 6040 O 7040
- CK K 6042 O 7042
+ BK K 6043 O 7043
= BFB
- KvC O 757 K 657
= MvH
+ btw A 4110 P 4510
+ terugstuurbare A 418 P 488
verpakking
= FB contant
+ KvC
= FB termijn P 440 A 400
Berekeningsschema
Bruto
- RSZ-werknemersbijdrage: 13,07 %
Belastbare basis
- Ingehouden bedrijfsvoorheffing
Netto
Wegens de verschillen in uitbetaling van het vakantiegeld van arbeiders en bedienden worden de
RSZ-bijdragen voor de arbeiders (zowel de WG-bijdrage als de WN-bijdrage) op 108 % van het
brutoloon berekend
In de boekhouding:
Netto: 455 Bezoldigingen
Ingehouden bedrijfsvoorheffing: 453 Ingehouden voorheffingen
RSZ-bijdragen (zowel de WG-bijdrage als de WN-bijdrage): 454 RSZ
Bruto: 620 (6202 of 6203) Bezoldigingen (Bedienden of Arbeiders)
Patronale bijdrage RSZ: 621 Werkgeversbijdragen voor sociale verzekeringen
In de boekhouding:
Loonstaat
o Zie hiervoor
Schuld verleggen naar sociaal secretariaat en inboeken van beheerskosten
o RSZ-bijdragen en bedrijfsvoorheffing omboeken
o Beheerskosten: 61331 Sociale secretariaten
o Btw: 4110 Btw op aankopen
o Gesommeerde bedrag: 440 Leveranciers
Uitbetaling van de netto bezoldiging aan werknemer
o Netto bezoldiging (onder 455 Bezoldigingen) omboeken
o 5500 Bank r/c
Betaling aan het sociaal secretariaat
o 440 Leveranciers omboeken
o 5500 Bank r/c
Waardedaling =
1 Aantal dagen in het jaar vanaf aankoop datum
aankoopprijs ( excl. btw ) * *
# jaar gebruiksduur Totaal aantal dagen in het jaar
Aankoopdatum zelf moet meegeteld worden!
Bij verrichtingen in plus of min van een financiële rekening zal de betrokken instelling een
rekeninguittreksel opmaken
Geldopname: debetbericht
Geldstorting: creditbericht
Document wordt opgesteld vanuit het standpunt van de bank
De bank heeft – omdat klant geld bij de bank op rekening heeft staan – een schuld t.o.v. haar klant
Geldopname = klant neemt geld op dus:
Schuld van de bank t.o.v. de klant daalt
= Debet van de schuldrekening
Verplicht te reserveren
5 % van de winst van het boekjaar tot max. 10 % van het kapitaal is bereikt
Wat als de intrestbetaling en de intrestkost van het boekjaar niet hetzelfde zijn?
Verschillen
Het volledige bedrag van de lening wordt direct op de LT-schuldenrekening geboekt
Halfjaarlijkse rentebetaling: 6500 Rente, … aan schulden @ 5500 Bank r/c
Inventarisverrichtingen – hetzelfde, plus …:
o 6500 Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden
@ 492 Toe te rekenen kosten
De berekende rente van dat BJ * ((# resterende periodes na de laatste
intrestbetaling van dat BJ) / (om de hoeveel periodes de intrestbetaling
plaatsvindt)
o Overlopende rekening wegboeken
Deel 6: Boekhoudkundige registraties op het einde van een
boekjaar
Hoofdstuk 1: Afsluitwerkzaamheden
1. Van beginbalans tot eindbalans
2. De regularisatieboekingen
Te verwerken/bestemmen saldo = winst/verlies van het boekjaar + winst van het vorige boekjaar
- verlies van het vorige boekjaar