Professional Documents
Culture Documents
Rubrics Nederlands Spreken 3F
Rubrics Nederlands Spreken 3F
Rubrics Nederlands Spreken 3F
Nederlands Spreken 3F
De beoordeling dient digitaal te gebeuren, de papieren versie wordt niet automatisch bijgewerkt bij updates in het TOA Toetsplatform.
PRECONDITIES
Voldoet het geheel van de uitgevoerde spreekopdracht(en) aan alle onderstaande precondities?
NIVEAU-UITSPRAAK
JA
Beoordeel je het geheel van de De kandidaat voldoet aan het getoetste niveau.
uitgewerkte spreekopdracht(en) Het cijfer wordt tussen de 6 en de 10
met een voldoende op 3F? Baseer je
NEE
uitspraak op alle opdrachten.
CIJFERBEPALING
Bekijk hoeveel aspecten de kandidaat
onvoldoende / voldoende of goed heeft
De kandidaat voldoet niet aan het getoetste niveau. uitgewerkt. Hieronder wordt het volgende
Het cijfer wordt tussen de 1 en 5,4 verstaan:
Samenhang
VOLDOENDE GOED
De kandidaat is in staat om met complexere verbanden (bijv. De kandidaat geeft hoofd- en bijzaken inzichtelijk weer. Dit
oorzaak-gevolg (door, waardoor, zodat, als gevolg van), voor- en doet hij door met complexere verbanden (bijv. oorzaak-gevolg
nadelen (aan de ene kant, aan de andere kant) overeenkomsten, (door, waardoor, zodat, als gevolg van), voor- en nadelen
vergelijkingen (evenals, lijkt op, overeenkomstig) etc.) (aan de ene kant, aan de andere kant) overeenkomsten,
samenhang aan te brengen. De gedachtegang is logisch en vergelijkingen (evenals, lijkt op, overeenkomstig) etc.)
consequent, een eventueel zijspoor is niet hinderlijk. Hij kan, samenhang aan te brengen.
indien nodig, de opbouw aan het publiek duidelijk maken, en deze
aanhouden. Hij gebruikt correcte voegwoorden (eenvoudig: en, want,
maar, omdat, dus, dat, of. complex: tenzij, hoewel,
Hij gebruikt correcte voegwoorden (eenvoudig: en, want, maar, totdat, terwijl, aangezien etc.) en maakt correct complexe
omdat, dus, dat, of. complex: tenzij, hoewel, totdat, terwijl, verwijzingen (bijv. Als het ontwerp klaar is, kunt u dat bij
aangezien etc.) en maakt correct eenvoudige verwijzingen (bijv. De ons inleveren. De organisatie heeft haar nieuwe plannen
jongen heeft honger. Hij gaat eten. De telefoon is leeg. Die moet ik gepresenteerd. De oppas is trots op de kinderen en geeft
opladen.). Fouten kunnen nog voorkomen in complexe verwijzingen hun een compliment.), ook in complexe constructies (bijv.
(bijv. Als het ontwerp klaar is, kunt u dat bij ons inleveren. De De Nederlandse bevolking heeft haar stem laten horen. De
organisatie heeft haar nieuwe plannen gepresenteerd. De oppas staatssecretaris deed een voorstel dat niet uitgevoerd kon
is trots op de kinderen en geeft hun een compliment.). worden.).
ONVOLDOENDE
De kandidaat bereikt het spreekdoel. Indien gevraagd kan De kandidaat kan, indien nodig, meerdere doelen (bijv. jezelf
hij verschillende spreekdoelen (bijv. jezelf voorstellen voorstellen en iets vragen, resultaten presenteren en een
en iets vragen, resultaten presenteren en een actieplan actieplan communiceren, probleem in kaart brengen en
communiceren, probleem in kaart brengen en mogelijke mogelijke oplossingen ophalen, voldoende informeren om de
oplossingen ophalen, voldoende informeren om de luisteraar luisteraar aan het denken te zetten etc.) nastreven zonder in
aan het denken te zetten etc.) in één voordracht combineren. verwarring te raken of verwarring te veroorzaken.
ONVOLDOENDE
De kandidaat kiest in formele of informele situaties zonder De kandidaat kan verschillende registers (bijv. wervend,
moeite consequent de juiste toon (bijv. amicaal, afstandelijk, academisch, informeel, fictief, betogend, evaluerend, etc.)
wervend, overtuigend, populair, enthousiasmerend, zakelijk, hanteren en heeft geen moeite om het register aan te passen
etc.). aan de situatie en het publiek.
Hij kan, indien nodig, spontaan afwijken van een voorbereide Hij houdt contact met het publiek en kan reageren op verbale
tekst en ingaan op punten die vanuit het publiek worden en non-verbale signalen (Alleen te beoordelen bij video-
aangedragen. opname van het gesprek of bij aanwezigheid van assessor bij
het gesprek. bijv. defensieve of verveelde houding, verbaasde
of boze gezichtsuitdrukking, etc.) van het publiek.
ONVOLDOENDE
Woordenschat en woordgebruik
VOLDOENDE GOED
De kandidaat heeft een goede woordenschat. Dit laat hij De kandidaat heeft een zeer grote en gevarieerde
horen door te variëren in woordgebruik (Het gebruiken van woordenschat, er zijn geen merkbare beperkingen. Hij kiest
synoniemen en alternatieve formuleringen in plaats van woorden en idiomatische uitdrukkingen (bijv. rode draad, met
(hinderlijke) woordherhalingen.). Hij kiest vrijwel altijd hart en ziel, de wind van voren krijgen, de laatste loodjes
woorden die passend zijn voor de situatie. wegen het zwaarst) die passend zijn voor de situatie altijd
correct.
ONVOLDOENDE
ONVOLDOENDE