Professional Documents
Culture Documents
Köppenschema + Verklaringen
Köppenschema + Verklaringen
Regel 1. Hoe verder je Regel 1. Neerslag begint Regel 1. Lucht stroomt A = 28° C gemiddeld hele
van de evenaar af altijd bij lage druk en van hoge druk naar lage jaar door
beweegt, hoe kouder de stijgende lucht. druk. (Dit bepaald de
gemiddelde noordelijke of zuidelijke B = Hele droge klimaten
temperatuur wordt. 3 Soorten. windrichting) op aarde (tussen de 20°
(bijlage 1) Bij warmte ontstaat C en 30° C in warme
stijgende lucht, deze Regel 2. Wet van Buys gebieden, er bestaan
Regel 2. Hoe hoger, je koelt af naarmate de Ballot. Noordelijk ook koude woestijnen)
begeeft in de atmosfeer, lucht stijgt en het gaat halfrond afwijking naar
hoe kouder het wordt. regen (stijgingsregen) rechts en op het zuidelijk C = zomer temperatuur:
(Let op dit geldt alleen in halfrond naar links (Dit gemiddelde maximum
de troposfeer eerste 10 Bij bergen stuwt lucht bepaald westelijke of 25° C en minimum 18 °
km) (bijlage 2) voortdurende oostelijke windrichting) C, winter temperatuur
stilstaande lucht die maximum 13° C en 2° C
Regel 3. Golfstromen geblokkeerd wordt door Regel 3. Aanlandige
worden aangedreven bergen omhoog, wind van af zee brengt D = zomer temperatuur
door de overheersende hierdoor ontstaat neerslag en warmte in gemiddeld rond de 20 °
oppervlakte winden. stijgende lucht en het de winter en kou in de C en winter onder 0° C.
gaat regen zomer. (uitzondering
Regel 4. (stuwingsregen). koude golfstroom brengt E = zomer temperatuur
Warme golfstromen geen neerslag). gemiddeld onder 5° C,
zorgen voor hogere Als koude en warme op de pool ligt deze rond
temperaturen aan de lucht botsen dan stijgt Regel 4. Aflandige wind, de 0° C.
kustgebieden. de warme lucht boven wind vanaf het land is
Voornamelijk bij de koude lucht en gaat droog en versterkt de f = neerslag het hele jaar
aanlandige wind. Koude het regen heersende temperatuur door
golfstromen voor een (frontregen/depressie) ( warm wordt heet, koud
verkoelend. wordt nog kouder. s = zomer droog
Warm: relatief warm Regel 2. Hoge druk zorgt
naar koud gebied. voor dalende lucht en dit w= winter droog
Koud: relatief koud naar zorgt voor droogte in
warm gebied. gebieden. Bij minder dan 500 mm
Bergen (bijlage 3) neerslag in het jaar:
vervang f, s, w door
Klimaten Köppen hoofdletter Klimaat. Let
Tropisch regenwoudklimaat Af op EH = uitzondering
Moessonklimaat Am hier valt juist meer dan
Savanneklimaat Aw/As 500mm wat
Steppeklimaat BS ongebruikelijk is. EH =
Woestijnklimaat BW Hooggebergte klimaat.
Middellandse zeeklimaat Cs
(gematigd) zeeklimaat Cf
Chinaklimaat Cw
Landklimaat Df/Dw
Toendraklimaat ET
Poolklimaat E
Hooggebergte klimaat EH
Klimaat- Hoofdtype Onderverdeling Gemiddelde maand-temperatuur. Neerslagverdeling Begroeiing (o.a. Landschaps- Plaats/ druk-gebied
gebieden (classificatie) (classificatie) Köppen). over een jaar en/of boomgroei en type) zones*2
Köppen. Let op: hoofd- of kleine gemiddelde mm
Hoofdletter. letter. *1 neerslag/ jaar.
Tropische Tropische Tropisch regenwoud Gemiddelde maand-T koudste maand > Elke maand. Regenwoud. Bomen Tropische Rondom de evenaar;
regenklimaat klimaten (A) klimaat (Af) 18°C. dicht op elkaar. Palm- zone equatoriaal minimum
bomen.
Savanneklimaat (Aw, As) Winter of zomer. Bomen uit elkaar. Aan randen regenwouden
Aride klimaat Droge klimaten Woestijnklimaat (BW) Extreem warm (overdag) en koud (s’ Max. 250 mm/jaar Geen of bijna geen Droge (Aride) Subtropisch maximum
(B) nachts). planten-groei; géén zone
boomgroei.
Steppeklimaat (BS) Zeer warm. 250-500 mm/jaar/ Grassen. Struiken
Géén boomgroei.
Gematigde Gematigde Maritiem klimaat (Cf) Gemiddelde maand-T warmste maand > Hele jaar door. Loofbomen. Gematigde Sub-polair minimum; invloed
klimaten klimaten (C). 10°C.; Gemiddelde maand-T koudste zone zee
Mediterraan klimaat (Cs) maand > -3°C. Neerslag in winter. Loofbomen.
De atmosfeer wordt alleen vanaf het aardoppervlak verwarmt, doordat de kortgolvige ultraviolet straling bij weerkaatsing door ijs, water, aardoppervlak
verandert in langgolvige infrarood straling en warmte begint uit te stralen.
Bergen hebben een loefzijde en lijzijde. De loefzijde is de regenkant van de berg waar stuwingsregens vallen. De lijzijde is de droge kant van de berg, de
lucht die over de berg heen gestegen is, is droog en daalt naar beneden, waardoor er nauwelijks of geen neerslag valt. Door de tweede temperatuur regel
daalt de temperatuur naarmate de hoogte toeneemt. Let op de boomgrens vindt plaats als de gemiddelde zomer temperatuur niet boven de 10° C uitkomt.