BEKNOPTE SPELREGELS HANDBAL

INHOUDSTAFEL

Inhoud
1 HET TEAM .......................................................................................................... 2
2 HET VELD .......................................................................................................... 2
3 HET DOELGEBIED ............................................................................................... 2
4 DE BEGINWORP.................................................................................................. 3
5 3 SECONDEN ..................................................................................................... 3
6 VOET ................................................................................................................ 3
7 NULCONTACT ..................................................................................................... 3
8 DRIBBELEN ........................................................................................................ 3
9 WISSEL ............................................................................................................. 4
10 VERDEDIGING .................................................................................................... 4
11 INWORP ............................................................................................................ 4
12 VRIJE WORP ...................................................................................................... 4
13 PENALTY/STRAFWORP ......................................................................................... 4
14 SCHEIDSRECHTER GEBAREN................................................................................ 5
1 HET TEAM

12 spelers die op een wedstrijdformulier ingevuld moeten worden; maximum 7 spelers

mogen op het veld komen.

Er moet een keeper aanwezig zijn.

Aan het begin van de wedstrijd moeten minimum vijf spelers op het veld komen (dus 4
spelers en 1 keeper).

2 HET VELD

3 HET DOELGEBIED

Het doelgebied is een cirkelvormig stuk van het terrein, op een afstand van 6 meter van
de doelpalen; alleen de keeper mag erin komen!

De doelverdediger

Het is de doelverdediger toegestaan:

1. bij het afweren in het doelgebied de bal met alle lichaamsdelen aan te raken.
2. zich in het doelgebied met de bal, los van de aan veldspelers opgelegde
beperkingen te bewegen. Hij mag echter de uitvoering van de uitworp niet
vertragen
3. het doelgebied zonder bal te verlaten en op het speelveld mee te spelen. Voor
hem gelden in dat geval de spelregels voor de in het veld spelende spelers; Het
doelgebied wordt als verlaten beschouwd, zodra de doelverdediger met een deel
van het lichaam de vloer (veld) buiten de doelgebiedlijn aanraakt.
4. het doelgebied, met de niet onder controle gebrachte bal, te verlaten en daar
verder te spelen.
Het is de doelverdediger niet toegestaan:

1. bij het afweren, de tegenstander in gevaar te brengen

2. het doelgebied met de onder controle gebrachte bal te verlaten
3. na het uitwerpen de bal buiten het doelgebied weer aan te raken, voordat deze
door een andere speler is aangeraakt
4. de buiten het doelgebied op de grond liggende of rollende bal aan te raken, zolang
hij zich in het doelgebied bevindt
5. de buiten het doelgebied op de grond liggende of rollende bal in het doel gebied te
halen
6. met de bal vanuit het speelveld in het doelgebied terug te keren
7. de zich in de richting van het speelveld bewegende of in het doelgebied liggende
bal met het onderbeen of de voet aan te raken
8. bij de uitvoering van een 7-meterworp de doelverdedigersgrenslijn (4-meterlijn)
of de verlening aan beide zijden daarvan te overschrijden, voordat de bal de hand
van de werper heeft verlaten.

• commentaar Zolang de doelverdediger een voet achter of op de

doelverdedigersgrenslijn (4-meterlijn) op de grond heeft, is het hem toegestaan,
de andere voet of een ander lichaamsdeel in de lucht over deze lijn te bewegen.

4 DE BEGINWORP

De beginworp mag pas worden uitgevoerd nadat de scheidsrechter heeft gefloten.

Diegene die de beginworp zal uitvoeren moet met één voet op het middelpunt van het
veld staan. De medespelers mogen niet over de middenlijn komen vooraleer de eerste
pas gegeven is.

5 3 SECONDEN

Een speler mag de bal maximum 3 seconden vasthouden !

6 VOET

De bal mag je onderbeen of voet niet raken tenzij de bal je onderbeen of voet raakt
doordat een tegenstander de bal ertegen werpt.

7 NULCONTACT

Het nulcontact kan op twee voeten als op één voet gebeuren. Je kan enkel een
nulcontact hebben als de bal ontvangt in de lucht (zweeffase).

Na het nulcontact mag je nog maximum drie passen doen.

8 DRIBBELEN

Je hebt een dubbeldribbel wanneer je eerst dribbelt, de bal vangt en dan weer begint te
dribbelen of als je de bal "draagt".
9 WISSEL
Je mag zoveel wisselen als je wilt en gedurende de hele wedstrijd.
Het wisselen moet binnen de wisselzone gebeuren.

Je mag pas wisselen (op het veld komen) als de andere speler VOLLEDIG van het veld is!
Doe je dit niet; dan krijgt de tegenpartij de bal en krijg je 2’-straftijd!

10 VERDEDIGING
Als verdediger maak je je zo breed mogelijke en mag je de handen hoog houden.
Contact met de aanvaller in balbezit mag enkel op onderstaande manier:
• een hand aan de werpschouder
• een hand aan de heup

Het is verboden:

• de bal uit de tegenstander zijn handen te slaan

• een tegenstander te omklemmen
• aan de arm van de tegenstander te trekken
• de tegenstander in de rug te duwen

11 INWORP

Wanneer een bal volledig over de zijlijn is of wanneer een verdedigende veldspeler als
laatste de bal raakt voor hij over de achterlijn gaat dan is er een inworp.

De pas wordt gegeven met één voet op de zijlijn/hoek. De tegenpartij moet op drie
meter afstand staan.

12 VRIJE WORP

Wordt gegeven op de plaats van de fout. Wanneer de fout binnen de 9 meterzone

gebeurde dan zal de bal terug in het spel gebracht worden op de dichtstbijzijnde plaats
op de 9m lijn. De tegenpartij moet 3 meter afstand houden van de bal. Aanvallers mogen
niet in de 9m zone.

Na het toekennen van de fout mag de bal zonder fluitsignaal in het spel gebracht worden.
Dit mag een pas of shot op doel zijn.

13 PENALTY/STRAFWORP

Voeten achter de 7-meterlijn. Er moet steeds 1 voet op de grond blijven wanneer de bal
in de hand is. Na het fluitsignaal moet je de bal afspelen. Alle spelers moeten buiten de
9m zone staan en minstens 3m van de bal.
14 SCHEIDSRECHTER GEBAREN

Loopfout of meer dan 3 sec Betreden doelgebied Omklemmen, vasthouden of

duwen
vasthouden

Slaan Aanvallers fout Uitworp

Inworp richting Vrije worp richting 3 meters afstand regel niet

respecteren

Dribbel fout Doelpunt Time-out

Binnen het schoolse gegeven worden de regels aangepast in functie van de groep. Een zo
hoog mogelijke speel-leertijd is het aller belangrijkste (kleine groepen, 3/3,…).

Bron: https://www.spelregels.eu/wp-content/uploads/2021/01/spelregels-handbal.pdf

Spelregels handbal versie 2 / 13-05-01