Zichtbaar-licht-satellietbeeld Satellietbeeld wordt gemaakt van het zichtbaar

licht, je ziet de beelden als het ware met je

eigen ogen, in de nacht is het donker en zie je
dus niks

Infrarood-satellietbeeld Beeld wordt gemaakt van infraroodstraling,

gebruik maken van warmtestraling van de aarde
en de wolken om weersontwikkelingen ook ’s
nachts volgen, Omdat wolken kouder zijn
naarmate ze hoger in de atmosfeer zitten kan
men ook hun hoogteligging in de atmosfeer
bepalen. Hoe helderder de wolken, hoe hoger
ze reiken in de koudere lagen van de atmosfeer

Lucht bij lage luchtdruk Stijgt en koelt af

Lucht bij hoge luchtdruk Daalt en warmt op

Wolkenvorming lage luchtdruk Ja

Wolkenvorming hoge luchtdruk Neen

Isobaren en windsnelheid lage luchtdruk Dicht bij elkaar en hoog

Isobaren en windsnelheid hoge luchtdruk Ver van elkaar en laag

Weer bij lage luchtdruk Bewolkt en neerslag

Weer bij hoge luchtdruk Zonnig, rustig en eventueel mist

Toestand weer lage luchtdruk Wisselvallig

Toestand weer hoge luchtdruk Stabiel

Klimaat aan gebied polen Koud klimaat

Klimaat gebied evenaar Warm klimaat

Klimaat tussen gebied polen en gebied evenaar Gematigd klimaat

Waar lage druk gordels Op evenaar en aan polen

Waar hoge druk gordels Boven en onder evenaar

Definitie klimaat De gemiddelde toestand van de atmosfeer

(temperatuur, luchtdruk en winden) voor een
bepaald gebied over een langere periode (30
jaar)

Wat is het klimaat in België Koelgematigd met zachte winter

Wat betekent het eerste deel Dat het in de gematigde klimaatgordel ligt
Waarom is er in België een zachte winter Omdat we aan de zee zitten en er een warme
golfstroom passeert

4 manieren om informatie over het klimaat uit IJskernen, jaarringen in bomen, koraalgroei,
het verleden te weten te komen bodemonderzoek

2 manieren voor actuele informatie Klimaatsatellieten en meteorologische

instituten

Voor voorspellingen naar de toekomst Computermodellen

Wat is open ruimte Het gebied waar openheid primeert en waar de

niet bebouwde ruimte overweegt

3 belangrijke functies open ruimte Natuur, bosbouw en landbouw

Bebouwing open ruimte Verspreid

Bebouwde ruimte Het gebied dat gebruikt wordt voor wonen,

industrie, handel, diensten en
verkeersinfrastructuur.

Functies bebouwde ruimte Bewoning, industrie, verkeer

Bebouwing bebouwde ruimte Geconcentreerd

Wat is versnippering De ruimtelijke gehelen geraken in de loop van

de tijd verbrokkeld door verkeersinfrastructuur,
lintbebouwing, verkavelingen en
bedrijventerreinen.

Functies versnippering Landbouw, verkeer, bewoning, industrie

Bebouwing versnippering Lintbebouwing

Evolutie steden Groeien en nemen een groot deel van de ruimte

in

Wat doen de auto- en waterwegen Versnipperen de open ruimte

Evolutie bebouwde oppervlakte Neemt toe

Wat bepaalt de morfologische Het aandeel van de verstedelijkte oppervlakte

verstedelijkingsgraad door bebouwing (bewoning, handel, industrie
en infrastructuur)

4 criteria soort bebouwd gebied bepalen Handel, onderwijs, recreatie en vrije tijd,
medische voorzieningen

Eigenschappen dorp Winkels voor dagelijkse voorzieningen, kleuter-


Eigenschappen kleine stad
Eigenschappen regionale stad
Eigenschappen grote stad
Wat is de functionele verstedelijkingsgraad
Wat is het verzorgingsgebied van een centrum
Centrale functies Brussel
Centrale functies Antwerpen
Centrale functies Gent
Evolutie waar mensen wonen voor WOII
Evolutie waar mensen wonen na WOII
Evolutie waar mensen wonen 1970
Evolutie waar mensen wonen 2000
Wat is rurbanisatie
5 delen bewoonde zone klein naar groot
en lagere school, voetbalveld, huisarts
Warenhuis, secundaire school, bib, ziekenhuis,
sporthal
Meerdere grote warenhuizen, kwantitatief en
kwalitatief hoogstaand winkelniveau, hoger
onderwijs, cultureel centrum, sporthal van hoog
niveau, gespecialiseerd ziekenhuis
Gespecialiseerde winkels, hoofdzetels van
firma’s, universiteit, theater/opera,
sportstadion, universitair ziekenhuis
De uitrustingsgraad en de invloedssfeer bepalen
de functionele verstedelijkingsgraad
Voor bepaalde diensten en goederen zijn
gemeenten aangewezen op een groter centrum.
Ze behoren dan tot het verzorgingsgebied van
dit centrum en vallen onder de invloedssfeer
ervan
Bestuurlijke functies: ministeries en
ambassades, universitair onderwijs
Economische functies: haven en industrie,
culturele functies
Economische: haven en industrie, culturele
functie, universitair onderwijs
Urbanisatie: plattelandsvlucht naar kernstad
Suburbanisatie: morfologische en functionele
verplaatsing van wonen en centrumfuncties
naar standsrand
Desurbanisatie: morfologische en functionele
verplaatsing van wonen en centrumfuncties
naar banlieu
Re-urbanisatie: terugkeer van wonen naar
bepaalde wijken van de kernstad
De sociologische en economische
verstedelijking van het platteland
Stadskern, 19e eeuwse uitbreiding, stadsrand,
banlieu, forenzenzone
Naam eerste 2 samen, eerste 3, 4, 5
Naam stadskern vroeger en wat zijn de
morfologische en functionele eigenschappen
Stadskern nu morfologisch en functioneel
Naam 19e eeuwse uitbreiding vroeger,
morfologisch en functioneel
Naam 19e eeuwse uitbreiding nu, morfologisch
en functioneel
Naam stadsrand vroeger, morfologisch en
functioneel
Stadsrand nu morfologisch en functioneel
Banlieu morfologisch en functioneel
Waarom is de banlieu een conflictzone
Forenzenwoonzone morfologisch en functioneel
Waarom is de forenzenwoonzone ook een
conflictzone
Wat is de grootste oorzaak voor de aangroei van
de stedelijke bevolking
Kernstad, agglomeratie, stadsgewest, stedelijk
leefcomplex
Middeleeuwse stad, morfologisch: kleine
bevolkingsdichtheid, omwald, dicht bebouwd,
radiaal concentrisch. Functioneel: bewoning,
ambachten, bestuur
Morfologisch: lagere bevolkingsdichtheid,
aaneengesloten bebouwing. Functioneel:
administratief(stadhuis,…), handel(winkels,…),
godsdienstig(kathedraal,…)
19e eeuwse uitbreiding industrialisatie,
morfologisch: hoge bevolkingsdichtheid,
arbeiderswijken, fabrieken. Functioneel:
industrie en bewoning
19e eeuwse woonwijk, morfologisch,
dichtbevolkte wijken en aaneengesloten
bebouwing. Functioneel: wonen(jonge
gezinnen, migratie,..), diensten(school,
ziekenhuis,..)
Stadsrand postindustriële fase, morfologisch:
dichtbevolkt en bebouwing is uitdijing van de
stad. Functioneel: bewoning
Morfologisch: dichtbevolkt en bebouwing is
aaneengesloten en halfopen, ook flatgebouwen.
Functioneel: vooral wonen, ook handel,
recreatie en industrie
Morfologisch: matige bevolkingsdichtheid,
bebouwing bestaat uit woonwijken,
landbouwbedrijven en open- en halfopen
bebouwing. Functioneel: wonen, tuinbouw,…
Er is de verdringing van landbouwfunctie
Morfologisch: lage bevolkingsdichtheid, de
bebouwing zijn aangrenzende dorpen in
versnipperde open ruimte. Functioneel: wonen
en agrarisch.
Veel mensen pendelen(forenzen) maar er is een
mobiliteitsprobleem
Het grote buitenlandse migratiesaldo
Door wie wordt de stad verlaten Door de autochtone bevolking

Hoe noemt het fenomeen van deze twee dingen Verkleuring van de stad

Door welke leeftijdsgroep wordt de stad 30 – 39j en 0 – 9j: jonge gezinnen

verlaten

Voor welke fenomeen in de steden zorgt dit Vergrijzing van de stad

Welke leeftijdsgroep trekt naar de stad en 18 – 25 jarigen voor studiemogelijkheden

waarom

Hoe noemt dit fenomeen Vergroening in de stad

Wat is ruimtelijke segregatie Dat is een stedelijk fenomeen waarbij

bevolkingsgroepen zich concentreren in
bepaalde buurten of wijken. Hierdoor ontstaat
een oververtegenwoordiging van bepaalde
groepen

4 mogelijke criteria ruimtelijke segregatie Inkomen, leeftijd, geslacht, etnisch-culturele

herkomst

Wat is gentrificatie Dat is het feit dat bepaalde sociale groepen met
een hoger cultureel of financieel niveau zich
vestigen in volkswijken en die (willen)
renoveren. Op deze manier verjagen de rijken,
de armen

Wat is gezinsverdunning Het bevolkingsaantal blijft hetzelfde maar er

komen meer gezinnen omdat
eenoudergezinnen en kleinere gezinnen
ontstaan

Wat gevolg heeft dit op de vraag naar woningen Bij een even grote bevolking maar kleinere
gezinnen -> meer woningen

Wat is een 15 minuten stad Alle benodigdheden zijn op 15 minuten

wandelen of fietsen

Waar zijn er het meeste verkeersproblemen In de kernstad, gevolgd door de 19e eeuwse
gordel

Verloop ruimtelijke ordening Voor 1962 geen nationale ruimtelijke ordening.

In 1962 wet op de stedenbouw:
bodembeschermingsplan en ruimtelijke
scheiding van functies. In jaren 70
gewestplannen voor het hele Belgische
grondgebied. In 1980 wordt de bevoegdheid RO
(Ruimtelijke Ordening) overgedragen naar de
gewesten. In 1997 een visie met RSV. In 1999
 RUP: ruimtelijk uitvoeringsplan. In 2000
herziening van het RSV. In 2004 strategische
projecten uitvoeren. In 2012 BRV: beleidsplan
ruimte Vlaanderen. In 2018 strategische visie
BRV
RSV Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen

4 basisprincipes RSV - Rekening houden met de bestaande

versnippering, de groei van functies
- Concentreren in steden en bestaande kernen
= GEDECONCENTREERDE BUNDELING
- Beschermen van de open ruimte
- Herwaarderen van het stedelijk weefsel

4 invalshoeken RSV Stedelijk gebied, gebied voor economische

activiteit, buitengebied en
transportinfrastructuur

2 maatregelen eerste invalshoek Gedeconcentreerde bundeling, stedelijke

netwerken: geheel van steden en stedelijke
gebieden met draagvlak voor voorzieningen en
diensten

Wat is de Vlaamse Ruit Het verstedelijkt gebied binnen de vierhoek

Antwerpen-Gent-Brussel-Leuven

Welke 4 andere stedelijke netwerken zijn er in Kustgebied - Kortrijk-Roeselare - Hasselt-Genk –

Vlaanderen Kempen

3 maatregelen economische activiteit Stedelijke gebieden, economische netwerken en

knooppunten, poorten: zee- en luchthavens en
HST(hoge snelheidstreinen)-stations vormen de
motor van de economie

3 maatregelen buitengebied - Gebied waarin de niet-bebouwde open ruimte

overheerst in het landschap
- Afbakening van landbouw-, natuur- en
bosgebieden
- Tussen de bestaande open ruimte
verbindingen behouden

2 belangrijke economische gebieden Albertkanaal-gebied van Antwerpen naar

Hasselt-Genk. De zone rond Brussel(vooral
Noordelijk)

6 poorten Vlaanderen Zeebrugge zeehaven, Gent zeehaven, Zaventem,

Antwerpen Centraal, Brussel-Zuid station,
Antwerpen haven

Waar bevinden zich de buitengebieden Rond de Vlaamse Ruit aan de rand van
Vlaanderen: Kempen, Leemstreek

Waarom is het nodig dat er verbindingen komen
tussen de buitengebieden
Met wat rekening houden omtrent
transportinfrastructuur
Wat is de IJzeren Rijn
Wat betekent NIMBY
6 manieren hoe ruimtegebruikers met elkaar in
conflict kunnen komen
Voorbeeld eerste
Voorbeeld tweede
Voorbeeld conflict woonwijk-
hoogspanningsleiding
Voorbeeld conflict bewoning-verkeer
Voorbeeld conflict verkeer-natuur
Voorbeeld conflict bewoning-landbouw
(Haspengouw, Vlaamse Ardennen) W-
Vlaanderen
De verbindingen tussen de buitengebieden
maken het geheel van buitengebied groter en
helpen zo de biodiversiteit in stand houden
Moet rekening houden met: bereikbaarheid,
leefbaarheid, verkeersveiligheid en
infrastructuur
De spoorwegverbinding voor vrachtvervoer
tussen Antwerpen en het Ruhrgebied
Not in my backyard: mensen die tegen nieuwe
infrastructuur in hun ‘achtertuin’ zijn (of in de
buurt)
Landbouw-verkeer, bewoning-industrie-verkeer,
woonwijk-hoogspanningsleiding, bewoning-
verkeer, natuur-verkeer en bewoning-landbouw
Verlies van landbouwgrond door aanleg E40. De
percelen akkerland worden versnipperd, minder
bereikbaar
Woonkwaliteit verstoord door drukker verkeer.
Hinder door aanwezigheid van industrie
onzekerheid van bewoners i.v.m. gezondheid.
Verstoring van uitzicht.
Verkeersdrukte, gevaar voor
gezondheid(fijnstof, uitlaatgassen,..),
geluidsoverlast
De E314 doorkruist hier het natuurpark Hoge
Kempen een oplossing om de biodiversiteit te
behouden: 'ecoduct' kikbeek
Wateroverlast door gebrek aan
overstromingsgebied