Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 19

1.

4 24 mei hfd 10 – Bij de fietsenmaker


Week 7
1.5 31 mei Hoofdstuk 11
oral exam:
Choose a subject
1.6 7 juni hfd. 12 – naar de
that you like.
evenementenhal
Prepare a short
speech (max. 5
min.) 1.7 14 juni Presentatie mondeling
examen (presentation oral
Give your speech exam)
during the lesson.
Use Dutch only. 1.8 - 20 juni written exam
1.9 27 juni Re-exam/resit
Vorige les:
Niet of geen?
Klachten beschrijven
Reageren/reacties op vragen
Lichaamsdelen
Dagdelen
Moeten/hoeven
Perfectum
Uitspraak
Perfectum: hebben/zijn+ participium
Regelmatige werkwoorden:
Participium = ge- + stam + t/d. Onregelmatige
t of d?? werkwoorden:
Uit het hoofd leren, zie
Softketchup bijlage 3 boek.
Gepast
Geblaft
Gewerkt
Gewacht
Gesnoept.
Eindigt de stam op een andere klank? Dan + d
Gespeeld, getoond, gedraaid, getekend, gewuifd
Wanneer gebruik je hebben en wanneer zijn?
Bij de meeste werkwoorden gebruik je hebben.
Bij werkwoorden van beweging gebruik je:

1. hebben als het om de beweging gaat:


• Ik heb gisteren 20 kilometer gefietst.
• Zij hebben de Avondvierdaagse gelopen.

2. zijn als het om een richting gaat:


• Ik ben naar mijn werk gefietst.
• Zij zijn de stad in gelopen.
Huiswerk
• herhalen: hfd 9 en grammatica (blz. 272)
• maken: rest van opdracht 5 en opdrachten 7, 9, 12, 13, 14
• lezen: hfd 10 (dialoog, woordenlijst)
• maken: opdracht 1
• lezen: grammatica hfd 10 (blz. 274-275)
Opdracht 5 (p.133), 7 (p.134), 9 (p.135), 12 (p.136),
13 (p.137)
5. Invullen onregelmatige werkwoorden zin 11-20:
Ik heb gisteren op de markt boodschappen….
7. Vul in hebben of zijn?
Gisteren ………mijn collega tot 01.00 uur gewerkt.
9. Bedenk vragen bij de antwoorden:
………………………………….? Ja, ik heb een broek gekocht.
12. Vul in (…en maak een vraag met de gevonden woorden):
Woon je ook in de Vondellaan? Op …. Nummer?
13. Preposities invullen:
Goedemorgen meneer Smit, wat is er ….. de hand?
Les 10: Bij de fietsenmaker

Femke Boesenkool, 17 mei 2023


Hoofdstuk 10: Bij de fietsenmaker (p. 143)
We luisteren naar de tekst.
Moeilijke woorden?
Welke woorden zijn lastig uit te spreken?
We lezen samen de tekst.
Antwoorden bij opdracht 1?
Verstaan, begrijpen, onbekend woord
• Verstaan: je hebt wel iets gehoord, maar kon de woorden niet
onderscheiden.

• Begrijpen: je hebt het wel verstaan, maar het is niet duidelijk wat er
wordt bedoeld.

• Wat is dat? Hoe heet dat ding? (what is the name of/the word for….)
Opdracht 2:
Betekenen of bedoelen?
Betekenen: (in dictionary)
literal no interpretation
Wat betekent dat?

Bedoelen:
intention interpretation purpose
Wat bedoel je? Hoe moet ik dit interpreteren?

Maak opdracht 3.
Opdracht 4 en 5 en 6 (p.147)
Opdracht 4: benoem de onderdelen van de fiets.

Gebruik het plaatje van opdracht 4 om het gesprek bij de fietsenmaker


te voeren.

Opdracht 5 : werk in tweetallen: eerst is de een de fietsenmaker en de


ander de klant. Wissel na afloop van het eerste gesprek.

Opdracht 6: welke fiets is voor jou het beste? Leg uit welke fiets je kiest
en waarom.
Imperfectum regular verbs (p.148)
When the stem of the verb ends in one of the next consonants:
S F T K C H P (memory aid = SOFTKETCHUP)
=> - te / -ten
hopen -> ik hoopte / wij hoopten
werken -> hij werkte / zij werkten

If the stem of the verb ends in another consonant


=> -de / -den
horen -> jij hoorde / jullie hoorden
voelen -> ik voelde / zij voelden
Vervoegen onregelmatige werkwoorden
• Slapen • Sliep Heb geslapen
• Schrijven • Schreef Heb geschreven
• Kruipen • Kroop Heb gekropen
• Lezen • Las Heb gelezen

• In het imperfectum hebben Nederlandse werkwoorden maar twee


vormen: enkelvoud en meervoud. Dat geldt voor álle werkwoorden, zwak,
sterk en onregelmatig.
• Uit je hoofd leren: imperfectum en perfectum van onregelmatige
werkwoorden
Opdracht 7 en 8 (p148-149-150)
Regelmatige en onregelmatige werkwoorden oefenen.

Opdracht 7 in duo’s.
Opdracht 8 individueel
Wanneer perfectum en wanneer
imperfectum? (p 151)

Perfectum voor zaken die afgesloten zijn:


We zijn naar de film gegaan.

Imperfectum voor beschrijvingen:


Het was een mooie film.
Maak opdracht 10.
Uitspraak oefenen opdracht 14 (p.153)
• Luister naar de uitspraak van de woorden en zeg ze na.
Huiswerk 31 mei

• Lezen dialoog hoofdstuk 11: Op een verjaardag (p.159)


• Vocabulaire (p.160-161)
• Opdracht 1 maken
• Opdracht 11.3 voorbereiden.
• Lezen page 274: Reflexieve werkwoorden.
Extra: How to find the stem of a verb?
Stem = infinitive minus '-en‘
drinken -> drink
luisteren -> luister
werken -> werk

We call this the ‘crude’ stem, because a stem often needs one or two
additional adjustments.
A few rules regarding the stem of a verb:
• Long vowel infinitives require long vowel stems
maken -> mak -> maak

• A stem never ends in two identical consonants


stoppen -> stopp -> stop

• A stem never ends in v or z


proeven -> proev -> proef

You might also like