Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 8

UNESCO-STUDIES

PARLEMTAIRE DEMOCRATIE LESBRIEF 4


Verhoudingen tussen REGERING & PARLEMENT

Inhoud
Actualiteit...........................................................................................................................................1
Inleiding..............................................................................................................................................2
Hoofdtaken en rechten van het parlement........................................................................................2
Het parlement als controleur van de regering (hoofdtaak 1).........................................................4
Het parlement als wetgever (hoofdtaak 2).....................................................................................5
Lesopdracht 1.....................................................................................................................................6
Hoe komt een wet tot stand?.............................................................................................................6
Lesopdracht 2.....................................................................................................................................6
Lesopdracht 3.....................................................................................................................................7

Actualiteit
Korpschef: ‘Jeugdcriminaliteit neemt niet
toe, maar verhardt’
8 januari 2023
In de uitzending van WNL van zondagochtend sprak
Korpschef Henk van Essen van de Nationale Politie zijn zorgen uit over de jeugdcriminaliteit.
Deze zou niet zijn toegenomen, maar wel zijn verhard. Hij steunt dan ook de oproep van een
criminoloog eerder deze week, dat er meer onderzoek gedaan zou moeten worden naar de
mogelijke achterliggende redenen.
Bron: telegraaf.nl (NPO / Omroep WNL)

Leerdoelen
De leerdoelen omvatten een groot deel van de leerstof, maar zijn niet uitputtend. Maak dus ook een
eigen samenvatting. Maak zelf verschillende soorten schema's. Bekijk de uitlegfilmpjes. Kortom, leer
actief! 

 Je kunt de twee hoofdtaken van het parlement noemen en herkennen in een bron.   
 Je kunt de belangrijkste taken van de regering noemen.    
 Je kunt de ‘controlerende rechten’ van het parlement uitleggen en toepassen op een bron.   
 Je kunt de ‘wetgevende rechten’ van het parlement uitleggen en toepassen op een bron.
 Je kunt de ‘gang van een wetsvoorstel’ opschrijven en toelichten.    
 Je kunt uitleggen wat ‘de val van een kabinet’ betekent en wat een demissionair kabinet betekent.
Inleiding

Wat heeft het parlement met het kabinet te maken? Ministers en staatssecretarissen moeten zich
verantwoorden aan het parlement, maar wat betekent dat precies? Zowel het parlement als het
kabinet hebben de wetgevende macht, maar hoe komt een wet tot stand? En wat is een
kabinetsformatie? In lesbrief 3 leerde je welke taken de regering en het parlement hebben. In deze
lesbrief gaat het over hoe het parlement zich tot de regering verhoudt. Voordat je verder leest, bekijk
je eerst deze explainer (‘De Tweede Kamer aan het werk’).

De regering en het kabinet hebben eigen taken en verantwoordelijkheden. Wel delen zij de
wetgevende macht, waarbij het parlement het laatste woord heeft. Niemand mag tegelijkertijd lid
van de regering én lid van het parlement zijn. Dit komt voort uit het idee van de machtenscheiding
van Montesquieu. De centrale vraag van deze lesbrief luidt: ‘Hoe verhouden het parlement en de
regering zich tot elkaar?’

Tweede Kamer Eerste Kamer

Hoofdtaken en rechten van het parlement 


 
Het Parlement bestaat uit Eerste en Tweede Kamer. De Tweede Kamer telt 150 leden en heeft (net
als de Eerste Kamer) twee hoofdtaken: 
  
1. Controleren van de regering (en het kabinet)
2. (mede)wetgeving

Bekijk eerst deze explainer voordat je verder leest. Hierin wordt op hoofdlijnen uitgelegd hoe de
Tweede Kamer het kabinet controleert én welke rol zij heeft in het wetgevingsproces.

  
Het parlement als controleur van de regering (hoofdtaak 1)
  
Een belangrijke taak, zo niet dé
belangrijkste taak, van een kamerlid is het
controleren van ministers en
staatssecretarissen. Het parlement houdt in
de gaten of de regering het goed doet,
eerlijk en transparant is en goede wetten
maakt. Om de regering te kunnen
controleren heeft Tweede kamer een
aantal rechten: het motierecht, het
vragenrecht, het recht van recht van
interpellatie en het recht van enquête.

Vragenrecht
de Tweede kamer kan vragen stellen (schriftelijk of mondeling) aan de regering. De regering is
verplicht deze vragen te beantwoorden. 

Recht van interpellatie


De Kamer kan een minister of staatssecretaris naar de Kamer laten komen om met de Kamer te
praten. Minimaal dertig Kamerleden moeten een dergelijk verzoek steunen. De minister is dan
verplicht naar de Kamer te komen. 

Recht van enquête (parlementaire enquête) 


De Kamer dan een onderzoek (enquête) om meer informatie te krijgen. Bij zo'n onderzoek kan de
Kamer personen ondervragen. Die staan dan onder ede. Dat betekent dat wanneer zijn bewust
onwaarheid spreken ze meineed plegen. 

Motierecht
Een motie is een uitspraak van de Kamer. De
kamer kan de regering vragen iets wel of juist
niet te doen.  Met een motie vraagt de kamer
de regering om ergens aandacht aan te
besteden, een wetsvoorstel te maken of een
oordeel geven over het gevoerde beleid. Het
kabinet is niet verplicht deze motie uit te
voeren. Bekijk deze explainer over het
motierecht.
Ook kan de Kamer een oordeel geven over een
bepaalde minister of de hele regering door middel van een motie van wantrouwen  of een motie van
afkeuring.  Als de Kamer een motie van wantrouwen aanneemt (de meerderheid stemt voor) dan
moet de betreffende minister(s) of het hele kabinet moet aftreden. Dat is in de praktijk slechts één
keer voorgekomen. Bekijk deze explainer over de motie van afkeuring en motie van wantrouwen.  

 
Het parlement als wetgever (hoofdtaak 2)

Het parlement heeft een belangrijke taak bij de


totstandkoming van wetten. Om haar taak als
medewetgever te kunnen vervullen beschikt de
Tweede Kamer over vier rechten: het stemrecht, het
recht van initiatief, het recht van amendement en
het budgetrecht. De Eerste Kamer heeft minder
rechten dan de Tweede Kamer. De Eerste kamer
heeft geen recht van amendement en geen recht
van initiatief. De rol van de Eerste Kamer is vooral
het toetsen van wetsvoorstellen op staatkundige en
juridische kwaliteit. 
  
Stemrecht         
De Tweede Kamer kan wetsvoorstellen van een minister of staatssecretaris verwerpen of aannemen. 

Budgetrecht 
De Tweede Kamer beoordeelt de (rijks)begroting van de regering. Zonder goedkeuring van de Kamer
kan de regering geen geld uitgeven. 

Recht van initiatief 


De Tweede Kamer kan zelf wetsvoorstellen maken en vervolgens aannemen. Dit recht heeft de
Eerste Kamer niet. Een voorbeeld van een initiatiefwet van een Tweede Kamerlid is de donorwet die
in 2020 is ingegaan.
 
Recht van amendement 
De Kamer kan een wetsvoorstel van de regering wijzigen. Het recht om wijzigingen aan te brengen in
wetsvoorstellen van de regering of in initiatiefvoorstellen (van een tweede kamerlid), heet het recht
van amendement. De Tweede Kamer stemt over de voorgestelde wijzigingen of amendementen en
over het bijbehorende wetsvoorstel. Als de amendementen worden aangenomen, gaan ze deel
uitmaken van het wetsvoorstel. 
  

Lesopdracht 1

1. Noem de twee hoofdtaken van het parlement. 


Regering controleren en wetten maken
2. Wat kan een Tweede Kamerlid doen om een minister te controleren?  
Iemand verzoeken om bepaalde maatregelen te nemen
3. Welke wetgevende rechten/bevoegdheden heeft de Tweede Kamer wel en de Eerste
Kamer niet ? 
Het recht van amendement
4. Geef drie verschillen aan tussen de Eerste en Tweede Kamer. Welke conclusie kun je uit
deze verschillen trekken? 
Recht om wetsvoorstellen te doen, 2 de kamer heeft mondelinge beantwoording, 1 ste kamer
mag de regering controleren. Mijn conclusie is dat de 2 de kamer veel meer macht heeft
5. Wat zijn op dit moment de oppositiepartijen in de Tweede Kamer? En wat is de
voornaamste rol van de oppositie? 
VVD, D66, CDA, ChristenUnie, die zijn tegen de uitvoerende macht gekant
6. Waarom kan een minister (of staatssecretaris) niet tegelijk lid zijn van de Tweede Kamer? 
Omdat ze verschillen in machttoewijze
7. Welke  rechten heeft het de Tweede Kamer om haar taak 'controleren van ministers' uit te
voeren? 
Iemand verzoeken om maatregelen te nemen en het recht op inlichtingen
8. Welke  rechten heeft het de Tweede Kamer om haar taak 'medewetgeving' uit te voeren? 
Budgetrecht. Initiatiefrecht. Recht van amendement. Onderzoek en enquêterecht.
Vragenrecht. Recht om moties in te dienen. 
9. Wat kan er gebeuren met een minister die weigert een motie op te volgen? 
Diegene zou er tot gediend kunnen worden om af te treden.
10. Het recht van enquête wordt gezien als een zwaar politiek instrument van het parlement.
Leg uit waarom. 
Ze hebben er heel veel macht mee en andere kamergenoten zullen er ook voor opassen
omdat er gevolgen kunen zijnn
11. Geef een voorbeeld van een actuele of recente parlementaire enquête en maak duidelijk
waarom deze werd of wordt gehouden.  
Accijns op zout (1852-1853), Is het belasten van zout bij de inslag doelmatig met het oog
op de belangen van de schatkist en de nijverheid?

Hoe komt een wet tot stand?


Een minister of staatssecretaris heeft de goedkeuring nodig van het parlement voor zijn / haar
wetsvoorstel. Hoe komt een wet precies tot stand? Wetgeving vindt in ons land plaats volgens een
aantal vaste stappen: 
  
1. Er is een maatschappelijk probleem.   
2. Een minister of Tweede Kamerlid maakt  een wetsvoorstel.   
3. De Raad van State  brengt een advies uit over het wetsvoorstel. 
4. De Tweede kamer praat over het wetsvoorstel. 
5. Tweede Kamerleden dienen eventuele amendementen in. 
6. De Tweede Kamer stemt over de  amendementen en het uiteindelijke wetsvoorstel’. 
7. De Eerste kamer stemt over het wetsvoorstel. Zij geen aanpassingen meer aanbrengen. 
8. De Koning en de verantwoordelijke minister(s) ondertekenen het wetsvoorstel. 
9. De nieuwe wet wordt gepubliceerd in het Staatsblad. 
Het bovenstaande betekent dat wetgeving alleen tot stand kan komen met goedkeuring van het
parlement. Toch zijn er situaties waarin de regering, zonder specifieke toestemming van Eerste en
Tweede Kamer, wetgeving kan aanpassen. Dan is er sprake van een Algemene Maatregel van
Bestuur  of een Koninklijk Besluit.  Dat gebeurt bijvoorbeeld bij de benoeming van een burgemeester. 

 
Lesopdracht 2

Bekijk dit korte filmpje over ‘de totstandkoming van een wet’. Schrijf alle stappen uit het filmpje
onder elkaar op. Vergelijk deze met de bovenstaande 9 stappen. Noteer drie verschillen tussen de
stappen uit de tekst en die uit het filmpje.
Wetsvoorstel op het ministerieBehandeling, wetsvoorstel in de minsiterraad, Advies raad van
staten, wedsvoorstelBehandeling, wetsvoorstel, tweede kamerBehandeling, wetsvoorstel eerste
kamer, Onertekening, wet door koning en ministerIngang nieuwe wet
Het filmpje heeft 7 stappenEr wordt niet gestemdEr wordt geen amendement ingeleverd
Lesopdracht 3

- Open deze ‘NPO-story’: Hoe werkt de Tweede Kamer? | NPO Kennis


- Lees de teksten, bekijk de filmpjes en maak de onderstaande vragen.
- De vragen staan in volgorde van de ‘NPO-story’.

1. Wat wordt er, denk jij, bedoeld met: ‘De Tweede Kamer het ‘centrale punt’ van de landelijke
politiek?’
Dat is het centrale bestuur van het land en heeft in verhouding het meeste macht
2. Waarom wil een politieke partij zoveel mogelijk zetels winnen bij de verkiezingen?
Zodat er meer mensen kunnen zitten van de partij en daardoor meer stem hebben tijdens
de vergaderingen
3. ‘Na de verkiezing verandert de samenstelling van de Tweede Kamer’. Leg duidelijk, in eigen
woorden, uit wat met deze zin wordt bedoeld.
De zetels worden opnieuw verdeeld met stemmen van het volk
4. Wat bedoelt Özdil met: ‘We hebben ook the Dutch dream?’
Er is een strevensdoel van bepaalde personen.
5. Waarom kan een kabinet niet zonder het vertrouwen van (een meerderheid) in de Tweede
Kamer? Betrek in jouw antwoord de begrippen ‘motie van wantrouwen’ en ‘het recht van
amendement’.
Door de motie van wantrouwen zijn sommige verplicht om het aan te gaan dmv het recht
van amendement onder andere
6. Waarom zitten ministers en staatssecretarissen in een apart vak (het zogenaamde ‘Vak K’)?
Die hebben verschillende rollen
7. Ministers staan aan het hoofd van een ministerie. Wat is een ministerie?
afdeling van een overheid waar het beleid van de regering wordt voorbereid en uitgevoerd.
Aan een ministerie wordt leiding gegeven door een minister.
8. Welke taak van ambtenaren wordt besproken in het fragment ‘Welke info krijgt een
minister van het ministerie’?
Een minister is politiek verantwoordelijk voor een bepaald beleidsterrein, of voor een
combinatie van beleidsterreinen
9. Waarom spreken Kamerleden tijdens een debat ‘via de voorzitter’?
Dat is de voorzitter van een partij en ze hebben voor een debat al afgesproken wat ze willen
brengen
10. Waarom was het nog spannend of de donorwet definitief zou worden aangenomen?
Omdat er in Nederland een groot tekort is aan donoren, lobbyde D66 voor een nieuw
systeem. Eerder liep het initiatiefwetsvoorstel van Kamerlid Pia Dijkstra vast in de Tweede
Kamer. Daarom zwakte ze het af.

De val van een kabinet en de kabinetsformatie 


  
Het beleid van een kabinet of een minister moet altijd op de steun van een meerderheid in het
parlement kunnen rekenen. Wetsvoorstellen van ministers moeten altijd door het parlement
goedgekeurd worden. Het kan gebeuren dat het parlement het  vertrouwen verliest in een minister
of het hele kabinet. Dat wordt dan duidelijk gemaakt door het aannemen van een motie van
afkeuring of motie van wantrouwen. Als blijkt dat een minister te weinig vertrouwen heeft van de
Tweede Kamer, zal deze vaak aftreden. Dat geldt natuurlijk ook voor een kabinet. Als een heel
kabinet valt, dus aftreedt, dan biedt de minister-president namens het kabinet zijn ontslag aan bij de
Koning. Daarna zijn er twee mogelijkheden:  
  
1. Er wordt een (in)formateur benoemd  die bekijkt of er een nieuw kabinet kan worden gevormd.  
 
2. Er worden nieuwe verkiezingen gehouden.  
  
Het bestaande kabinet blijft aan totdat er een nieuw kabinet is. Het is dan een demissionair kabinet.
Een demissionair kabinet handelt alleen de lopende zaken af en maakt geen grote, nieuwe plannen
meer. In lesbrief 6 leer je hoe een nieuw kabinet ‘wordt gemaakt’ (de kabinetsformatie).  

Huiswerk:

 Maak een (schematische) samenvatting van deze lesbrief (lesbrief 4: verhouding tussen
regering en parlement)
 Maak lesopdracht 1, 2 en 3
 Sla jouw samenvatting en de antwoorden op lesopdrachten op in het mapje ‘Unesco-studies’.
Inleveren via It’s learning!

You might also like