Professional Documents
Culture Documents
Tobasche Spaakunst
Tobasche Spaakunst
,-
•
TOBASCHE SPRAAKKUNST,
IN DIENS1' EN OP KOSTEN
VAN HET
NEDERLANDSCH BIJBELGENOOTSCHAP,
VERVAARDIGD
DOOft
Eerste Stuk.
(KLANKSTELSEL).
_0-
AMSTERDAM,
FREDERIK MULLER.
1864.
VOORREDE.
I. 't Bntaksch behoort tot de familie 'van talen, die men de Ma.
leUch-Poly"etiBcke beeft genoemd. en wel tot de Westelijke hoofd-af-
deeling, die zich van de Oostelijke vooral door een kraohtiger klank-
stelsel onderscheidt. In de Westelijke hoofd-afdeeling kan men weder
twee afdeelingen stellen: een cOl18onanti8clu en een fJocaU&clte. Tot de
consonnntische zijn te brengen de talen die een medeklinker nIs slui-
ter vnn een woord hebben, en tot de vocnlischo, die slechts woorden
die op een klinker uitgaan, kennen. Tot de vocalischc behooren b. v.
't Niasch , en ook 't lI-!alagnsisch, hoewel hier de eind klinker van een
woord nagenoeg stom is; b. v. lálanä (fCt'g) = Jav. en Bat. àalan. Tot
de oonsonnntische behooren 'tBataksch, Maleisch, Javaansch, de talen
der Philippijnen en andere, die nog niet toegankelijk zijn. Tot eCD
middensoort, die men de kalf-vocalucke knn noemen, behooren de ta-
len, die zoo als b. v. 't Mennngkabowsch, Mnkasnursch cu Bugineesch
slechts enkele medeklinkers als sluiters van een woorcl dulden .
a. 't Makasaarsch en Bugineesch kennen als sluiters van een
woord slechts den keel.neusklnnk (ng) i, cn een onvolkomen uitge.-
sprokene k (die wij door guitdrukken) 2.
b. 't MeDangkabowsch kent in inkeemlClIe woorden als sluiters
vnn een woord slechts de fJ. 3, de 11. .. , de neusklanken (met uitzon-
dering van de riJ) en een zncht gebraauwde r tSo Overgenomen woor-
den, zoo als barat (uit 't Mal.), b.rkat (uit 't Arob.), zijn als aange-
leerde uitgezonderd.
H. 't Bataksch is als d. t~al van een onbeschaafd volk hijzonder
t.Zio bI. 7 tulnt. 2 Zie bI. 73 r. 1. 3 Zie bI. bI. 71 amd. onder XII" bl.
72 aAnt. 1 cn 2 cn 44nt. onder XIV. "Zie bI. 71 alwt. 1 en 2, hl. 72 aatJt. 1.
rs Zie bI. 52 «anI. S.
IV IN LEID IN G.
~ Voor geed hcaft het drie woorden tondi (de per1oo"lijftft6id van ecn leven-
de). lJegN (th perloonlijk1leid vaD een afgcatorvene; ook Ipook) cn IIIm4#gOt (d.
perloo'llijkheid van een afgcstorvên verwant). Bij 't bijbelvertalende gedeelte VliR
mijn taak heb ik Heiligt Get'd met /()tU/i parbadija moeten yertnlen.
'! Zio bI. 68 aanm.; ûe voorta Wdb. onder znnggan en pnssim.
S Hier is het echter zeer met Maleisl!he en Atjinesche woorden vermengd.
l~ LEIDIN G. v
betel beteekenen, waarbij hij mij vooral op 't hart drukte, mij nieL in ,
te beelden, ooit kans te zullen hebben, 811e in de verschillende land-
schappen gebruikelijke tongvallen meester te worden, en mij in de
meeDing bragt, dnt cr wel ecn paar dozijn tongvallen waren aan.te
loeren.
IV. Van de taalsoorten zijn te noemen:
P. De antlung-taal d. i. de' taal der over een lijk weeklagende
vrouwen. Zij bestaat in versierde uitdrukkingen, die nu eens ver-
ouderde woorden zijn, dan weder omschrijvende, die men door 't
voorhechtsel ai den vorm gee~t van eigennaam; zoo b. v.8i-mandjo-
àj.k (Stapper) in pInnts van pat (been). Vooral in 't Mnndnilillgsch
worden stukken in de andung opgesteld, waarin de schrijver zich
over 7.Îlu ongelukkig lot beklaagt, zijn ouders vnn wreedheid beschul-
digt, daar zij hem niet naar de andere wereld hebben wilden mede
nemen enz. In de verhalen wordt ruimschoots van anàung-woorden
gebruik gemaakt, en zelfs in de poda (zie so.) .
.da",lI. In Dairisch is deze taalsoort niet in zwang.
2°. De nata ni óegu tiJar d. i. de taal, die iemand spreekt, zoo
lang zijn persoonlijkheid (tondJ) plaats maakt voor die van een afge-
storvene, uit wiens naam hij dan spreekt. De woorden van deze taal-
soort zijn dikwijls ook omschrijvende.
8'. h.ta pad. (ondencii6taal) d. i. de tual, die gebezigd wordt in
de boombast-boeken, die meestal in de verschillende soorten van wig-
ehelarij onderrigt geven. Vele woorden hiervan zijn niet in dage-
lijkscJl gebruik; zoo b. v. de namen der 8 cnrdinoal-punten van 't
compas, die allen uit 't Sauserit zijn ontleend (in pl88ts van kabit-
aaran zon-opkomat-plaats, Oosten , heet het dan puróa 'I). _ Iedere
$Oort van wigchelarij heeft hare bijzondere termen, waarvan men niet
altijd de aanleiding kan weten, daargelaten nog, dut sommige soor-
ten von wigchelarij in vele landschappen niet meer in gebruik zijn,
zoodllt men eeu boek. dll8rovcr handelende zonder haar in praktijk
te zien brengen, op vele plaatsen niet kan begrijpen. Zoo wordt b. v.
in de pamodilon (de "und vatl met een geweer tt~ ackietetJ, waarin ondel'-
ligt gegeven wordt als ware het een wigchelarij) in plaats van ra6uk
(brlskruiá) padu8Î (Menangkabowsch "roulo), in plaats van taroktok
(!tartklopping-plaats) dara gtmwrr, (Mal. dara'" gumt'Tult: d01i.det,etld bloer!)
gebezigd.
vr IN LEID I Ne.
t Zie b. v. hl. til aant., bI. 67 4, en. vgl. mort"'", dat blijkens de 0 (als
vertegenwoordiger van ~, tie bI. 8S IJ) een transcriptie is van 't JaT. mlrt;'iia
uit Sanser. UJr~8fiikts, manfJli de Jav . vorm van 'tSoD8cr. mui, enz.
2 Zie b. v. pden (bI. 50 aant. 2), de namen van klophaan-soorlcn, en7..
1 N LEI DIN G. VII
t Zie Wdb . b. v. onder luwa, tola, waarvan de verkeerde vcrtaling uit \·cr.
walling met vroeger hl hot 'l'obnsch gebc:ûgclc woorden moot verklnllrd worden.
VUl I NL El DIN G.
bijna alle ambachten op zijn tijd uitoefent, zoo kent ieder Batnk zIjn
taal beter dan iemand die tot een besebaafde natie behoort. Uen knu
Item daarom veilig over de namen der verschillend800rtigste znken
raadplegen, als b. v. over de namen van planten, vogels, visschell,
gedeelten van een gebouw, ue termen bij 't sohieten enz. Daar bij hem
bet onderscheid tu.sehen sebrift- en spreektaal, waar hij niet lJlet wig-
chelarij te doen heeft, niet in acht genomen wordt, ZOO schrijft hij zijn
taal gemakkelijker en beter dan menig individu van een beschaafde nll~
tie, die aan d~ ketting loopt van een overgeleverde taal. In Mandsi-
ling is de inlander door den invloed van de door de ambtenaren aan~
gestelde schoolmeesters en tolken, waarvan sommigen vreemdelingeil
zijn, op weg zijn 1.aal slecht te leeren sohrijven. Men kent op ue Gou·
vernementscholen te veel gezag toe aan de Mohammedaanseh gewor·
den Datnks, dio als nieuwe bekeerlingen met Maleische woorden zoo-
veel mogelijk zoeken te pralen'; ,an daar de ellendige schoolboekjes,
die men aldaar der jeugd in handen geeft, en die, zonder dat men er erg
in heeft, den Heiden langzamerhand geheel onder den invloed van
den Mohammedaan zullen brengen.
i 1.
I 2. \."
't Alphabeth beet ai-8ija-8i,jaj de schriftteekens, die op ziri'f~ zelve
ccn klank voorstellen I heeten 8urat na BappUZ" Bija (de 19 8ckrifttt!~
kC1!-8) of ina ni ,urat (groot schrift) in 'tegenstelling van die, welke
slechts met hen in verbinding gelezen, en anak ni 8urat (klein schrift)
genoemd \Vorden.
l.a tli 8UJ'at:
gedaaule. num. klQDk en lraulajplie.
..,.." a drager van een klinker (te vergelijken met do
, stomme" in Jt l~raDscb) .
?'? ka o (§ 10).
oe: ma n•.
"0 na n.
=s- ta r (zie nader § 7 aanOl. 6).
~ la I.
'2"" Ba ..
IJa p.
..-- la I.
~
U" !J in 'L Engclschc !Jood.
-~
=
2
num. ).I~n" fel U'lItcrifl\i •.
toealoe. uit. De plaatsing zie men uit "'T'" pu, -r;:" lu, ~, ju,
"'""ö7 mIj c::;o-, bu, ~ unu. ~ ku, ~ 1'U , ~ (~) tu, ~
gIl, ~ <-c::;.)frll, 0; tutt, h B!l, c:::;;- dju,..-:;. iJu, <; n!l".
3
X (sijala of silwa) staat regLS achter den medeklinker op dezelfde
lijn ( c::::;::) x DO), en voorziet hem van een klinker, die nu eens open
(als de o,in ons boven) dan weder gesloten (nls in ons lof) uitgesproken
wordt (zie nader § 6).
_ (lI,atadingan) stant linke evenwijdig mot do bovenste streep
• (ö;:, be), cn geeft den medeklinker den klank e, die nu. eens open (nis
in <le eerste lettergreep vnn leoen), dan weder gesloten (als de e in bef)
uitgesproken wordt (zie nader § ö).
\ (pallgolat) staat achter den medeklinker op dezelfde lijn ( _ \
p), en ontneemt hem zijn a (12 onder); b. v. "'7 - \ rap. De "!!
wordt op die wijze slccht's uit onkunde ontklinkerd, en heeft als slui-
ter tot teeke n de ),;
_ (kamiaaran of lIo/~i"'f1gil) . De plaats van tlit teekcJl is die van
de katadingan maal' regt8 ( a5 hang). Zoo de medeklinker reeds een ,
of 0 heeft , pleegt men het boven hen te schrij ven ; b. v. ex> ö bi,,!!,
ex>x bORg ..
Ieder klinkerteeken staat in een gesloten lettergreep bij den slui-
tenden medeklinker en zoo het naast de letter plaats heeft, v66r den
J
§ 4. IJ, A.
§ 5. IJ, E .
I. De e klinkt als de e in o~s hef 10. in eCll@cslownc lettergreep
(b. v. sè,'öèng), 20 • iu een apene lettergreep zoo de volgende gesloten
is) en geen ft heeft (b. v. t~ja8 , èaèn!l. ètèt, mèllààt), of open zjjnde een
1•
4
o of a heeft (b. v. èto, mèna), 3°. in een opene laatste lettergreep
die den klemtoon niet heeft (b. v. tàlè), en ~'. in bet op bL 16 (r. & v.
. 0.) vermelde geval.
0
Il. Hij klinkt als de e in de eerste lettergreep van heten 1 iu ,
een opene laatste geklemtoonde lettergreep (h. v. malé), 2'. in een opene
leltergr. als de volgendo een ti heeft (b. v. 6égu, MtuI), en s'. in.een
opene lettergr., zoo de volgende wegens I'. t! heeft (h. v. obi, 6101).
I 6. lJ. O.
§ 7.
~ \j U~
keelletters. . . ... k g ng r h
verhemelteletters . (tj) dj (njl j
landletters...... t d n I
lipletters ....... P b m w
Twee gelijke klinkers te zumen komende, 't zij bij n8eiding, 't zij
bij ontmoeting van twee woorden , worden een, zonder daarom lan-
ger te woruen (ûe dJ. Komt de znnmgekokkcnc klinker op die wijze
8
in de laaisic letlergreep Ic ,laan, dan heeft deze den klemtoon; b, v.
~ -=- ~ ?? -0 x \ ltutaAon, - u...,. ~ - x\ v--,. -.=:.. - •
x \ patlopatlop. x, norM". - . , X \
7"? =5 X , o:::t X """""" ""ë5
?? ~ p;;'kalJn, -oe 115 0 --c.. 0 -=;:- marid!.
v--,. ""'ö ,
/J. De voornaamwoordelijke Daobcchtsels mu en Au als ook
I 9,
])e al,dier va'~ etn voorgoand tDoord vormt, zoo de zin 't toelaat, één
lettergreep met de volgende mdt een klinlrer beginne"de leUergref'p va:n 't
volgende; b, v. -===- '?? ~ X \ -::=- ?? ~ X \ i40.tilt.ot, alwaar de 0
van ho' in de tweede lettergreep na.r I ij II open klinkt,
§ 10. Uitapraak vall de ??
Een ncusklank wordt als sluiter \'óór een scherpen medeklinker als
de scherlJe ,'ustc
VUil zijn geslacht uitgesproKen; b. v. ?? --::::.. QC \
JO
~ ~adopla, ~ ° V" 0 , r 0:> lijot.",6a - 0' ~ r
0\ patti" ~ 0 \ r ~ \ laüat, -or::: '2'""0 makli enz.
a. Een sluitende" volgt 't geslacht van p ; b. v. ~ ° V" 0 ,
- '2'"'" ==5 0 ~ tijap pa8ttrwu, - 0,. \ - """ë57 \ pUppUtl ,
__ oO:>??o,-x-'rx,o ui batp (6 I 10) po.
!l0ma •
.donm. àuppein plaats van àukps (....::,. "-) komt etldm voor.
IJ. Een neusklank nIs sluiter vaD een eenlettergrepig woord volgt
wel eens 't geslacht vaD een stompen medeklinker en ongclijk~
Een neusklank als sluiter wordt met een h als beginner cen ver-
dubbelde scherpe vaste medeklinker van zijn eigeu geslaoht; b. v.
~ 0 0 ' ~ 0 0 , ?7, tittittu (§ 11), ?? __ -oe: , ?7, ~ádappu, .
?? X -i ?? X ~ ~o",k·kor"nu, .,..... ?? :s<:: , lakknl.
a. Als sluiter van ccn meer dan twee-letlcrgrcpig woord kan
d~ IJ 't geslacht volgen \'8U cle beginnende k von een aanhechtsel i
b. v~ napurakku naast napuraltu ("'0 T -:::::;. ë5' + ~);
manr zelden hoort men tittikk# in plants UUWu. \":10
I 13. Ee .. dubbele S.
Een 8luilende r l1an ten tloorhecktleZ wordt aa3 een 6tginnende l ge-
lijk gemaakt; - . . , X \ .,..... 0 \ '* pal/andja, 0:: "7 x \ .,.....
':<::: mallange j daarentegen ~ -==7 x , ~ ~, torluk (tor is bier
geen voorhechlsel). •
a. N •• st porluk spreekt meD p.a.k ( - "7 x \ .,..... ?? ,)
uit, hoewel por hier geen voorhechlsel is; aldus schijnt moleng
uit molkng ( 0:: "7 X \ 'é-" ) ontstaaD te zijn.
h. Uit de vergelijking met M. en D. blijkt 't verloreD ga.n
vnn ecu sluitende " van 't vQoThcchtsel -oe:: ~ x, vóór si in
reciproque werkwoordcn; 0::: r 0 c:::::;:, x -:::.. 0 <e- 'ëS' op
elkandet· schieten (mer8ibldill,,, 0., mar8ibodila" M.).
c. In den tongval \'8n Nai pOlpOl (bovenland van Sur/tam) i~
palJuICe in plant! van parouw8 nn een voorhechtsel op ,. (als b. v.
oe::=;.x, ) gebruikelijk; b. v. morpabulr" (elders: morpa,·/;ulCe).
Aant. In 't :.\Inl. valt de r der voorhechtsels weg 1°. zoo de
ollmiddelijk volgendo lettergreep r tot sluiter beeft; b. v. bil-
J3
I 17. n. ',alfW.km.
In Tobo.sch· kunnen zij niet uitgesproken worden . 't sub-Tobllsch
volgt in 't gebruik der halfklinkers nu eens T" dan weder D. en M., I
al nuar mate het naar een dezer tOllgvallen overhelt. Daarom zal het
hieronder uiet overal vermeld worden; om de wijze, wanrop T. de
balfklinkers vermijdt, te doen uitkomen, tullen hier al ele tongvallen
met elkander vergeleken moeten worden.
I. ]Je haVktitlker8 mogen il~ geb~ tonglJal beginntr of 8luiier Zij1'.
Wanr cIders een woord met ecn hunner begint, heeft bet Bat8ksch
r. de verwante klinkers i en u vóór hen; b. v. uwa·11!Je = foangi
(Jnv.) , iJamáll (cigenD.) uit 't Ar. Mal. jamá", uwalu = Uiolu (!av. ,
toJOalu Kawi).
2°. Een IJ in plaats VBn 10, en dj, even als in 't Ma!., in plaats vanj;
b. v. hange naast tmange (zie 1°.), lJorna uit Jav. ,oirna ({Jant. 4. onder
b IV § 23), djaln uit jawa (Sanscr.).
Aanm. Uit aant. 2 onder VIII moet a iu plaats van i in vluga
(Sanser. juga) en eveuzoo in 't Makass. ajoka verklaard worden.
n. w.
H. D. (of Dairisch sub.T) is de eenigste tongval, d,ie tD, w8arvó6r
geen u of 0 staat, tussehen klinkers duldt. In de andere tongvallen
vindt men dan in plaats van te 1°. een IJ. 2'. we!l!lelaten, zoodat dall de
twee gelijke klinkers. waar hij tussehen in staat, ccn worden (9 8), en
' t woord een lettergreep korter wordt, en so. door 0 veroa"'gen, zoodat
't woord een lettergreep langer wordt. Wanneer. en in welken tong.
val het een of 't andere ge'al plallts heen, is niet door een regel te bc~
palen zoo als uit de voorbeelden hierond er blijken zul.
lIl. M. maakt van wa in een geslotene laatste lettergreep gaarne
0; b. = maloas (D.).
V. "laOS
a. Zoo in pInats van toa als siotkl<\nk cIders, een 0 staat, dun
14
is ft woord onmiddelijk uit Men. (zie uot. hl. 15) overgenomen;
zoo b. v. is àj.o (Jsvo) als b. v. in limh.ko àjao (J••. tMak) d.
Men . uitspraak van djalca; eveDZOO ,al1dao in lira ,andao (aal.
peter), en raD (eigenn. vnn een Mal. landschap ten zuiden van
klein Mandailing).
Aan",.. :Bij de voorbeelden wordt de vorm vnn D. voorop ge.
zet, daal hij in 't 'Wdb. beschouwd is geworden Bb die \Vnaruit de
vormen in de andere tongvallen verklaarbaar zijn. Zoo hij in D.
niet bekend is, zal bij de onderstaande voorbeelden tot ecn zus-
tertanl (Jav., Mal. enz.) d. toevlugt genomen worden.
strictor), la.
25 ••awak (Mal.), .a/Ja.
26 . lawon (Mal.) taban (ook D.; vgl. § 80 X aanln. 1) .
.d61lm. Als slotklank is tea in T. u geworden in djau ~it djmoa
(Niasch nifalDa; zie aant. bI. 16). Dit oude djau wel te onderschei-
den van djao (zie bI. 14 rog. 2).
Limit. Metta"ukahole,ch vertegenwoordigt 100, als slotklank door
o (gesloten. kl,nk 0); b. v. djao, djio, /Jao =
djalDa, djiwa,
bda enz. Makas8aar6Ch va,.. Salejer kiest I" boven 10 tusschcJl
klinkers (vgl. i 80 X); raka = rmoa (Mak.), djak. = djarea,
pinahang = pinalcallg (Mak.), /()he = lowe (Mak.), .ki = "lOi
(Mak. en Jnv.). 8ultatlgi = auhàngi (Mak. in ploats van 8uwàngi van
bàngi = Jnv . tce1tgi "nacht"j zoo .dat suwangi, dat in 't Mal. VUIl
de Molukken naa,.. spokerig of liever 't Engclschc lUlfmted betec-
kent, eigentlijk naddelijk is), tdmq =. uq (Mak.; zie § 22 II 2°).
Sundasd, heeft gaarne ntj in plaats van ro vooral tusschen twee
a's; lantja = lawa (MaL). lantja (slangaoortnaam) = BatOa (zie
boven nO. 24) , ,.aranljak naast lalawak; alleen schijnt kentJa. =
kiwa (Jav.) to staan; kanljak (D. en Men.) = kawah (Jav.) is
du, uit West·Java gekomen (vg!. § 31 VI 00111.).
1ci = i.
n. J.
V. Zoowel a ala 0 vó6rjin sub·Tob. enM., wordte in T.j voorbeelden:
1. beo.!!a. = bajan!!a. (~L).
2. beom = bojom (M.).
S. P'op = pojnp (,ub.T.).
4 . l.anu = /ajanu (M.), en 10jm'l1 (D. en M.).
5. bevAan = óoj.!za. (M.).
6. eo = ojo (,ub.T) .
.dan ... deák, ook in .ub·T. gebruikelijk, heeft mi ...llien vroeger
daják 'n••st zich gehad (zie nader § 28 lI); ..al (ook .ub·T., "jaC;
moet vroeger blijkens 6ait (Men.) Mljat DaAst zich gehad hebben (zie
aant. 1 hl. 18). Evenzoo is kjalm ook in ,ub·T. gebruikelijk (vgl.
onder VI 't vierde voorbeeld, en I 30 XIII).
NB. De e, dio aldus in de derde van achteren komt, wordt met
een zekere haking uitgesprokeu, alsof zijn lettergreep een afzonderlijk
woord ware (bcuha. al, bè-u,,"n, de e IlChcrp of gesloten); zie de re.
den I 22 III d. .
a. Zonderling Us het, dat D., dat cen j zelfs bezigen moet
(zie aldunr C I), ook e beeft in woorden, clio in 8ub-T. en
17
M. een j tusschen twee a', hebben, uUgt;ontkrd soms wanneer
de lett.ergr. met een r beginl (nanm. 6 § 7); b. v. kj_ng = w.jong
(M.), bejangin = baJa"ua. (M. en Bub-T.) enz.; daarenrege"n rajar
en rajam (in uen eigenn. ailJiru rajam), terwijl het reja en "aja
Danst elkander bezigt.
VI. Minder vaak vindt men in T" dat soms hierin door 8ub-T.
cn noord-Mandai1lngsch gevolgd wordt, ae, waar elders aja gebezigd I
wordtj voorbeelden:
1. tuwan lajan (zuid-M.)= t.wal-Zam (\16), tuwan la ... (noord-M.).
2. gulam (AL) uit 'I Men. uuw.ja. (in gukj gnlajan "allerlei soorten
van toespijs").
3. lalaen uit een vroeger lalajan in Men! (latej 4- an, z..ie aant. op
bI. 30 onder), zoodat hel vroeger misschien Ite'" lUTbij.terd heeft be-
teekend.
4. robaja. (zuid-M.) = rob... (sub-T. en noord-M.), terwijl T.
naar de boven (V) opgegeven regel ook ra/wuI heeft~
6. 8ang bitlaja DRBst Batig 6i"ae (T.).
6. parlcajan nnast parlcaen (M.). - Opmerkelijk keda. ( ?? ~ ,
-.::. v-, zie Dair. B en C op bI. 34) = !..dea (T.) en kadaja (.ub-T.);
vgl. ook Zajá8 nnast /ajé•.
a. Van ae in T. in plaats van ajo in sub-T. of M. ziju'de vol-
gende voorbeelden ann te halen:
1. aek (T. en sub-T.) = ajak (sub.T); vgl. air (Men.) = ajar
(Mal.) in aant. 1 bI. 18.
2 ••aep (T. en sub.T.) = .ajop (M.).
S. 'lUim (T. en sub.T.) = .ajam (M.).
b. aja in plaats van een oorspronkelijker ae vindt men in pa-
""ja = pal..e, hajan (M.) uit baen .1s uitspraak van baken (110 b).
VII. Zoo de u aan weerskanten van de j staat, heeft T. in plaats
van de eerste u: i; b. v. 8iup = 8Ujup, Uung = tujrmg enz..
a. Van daar verlvisseling van iu of iju'met uju; zoo heeft sub-
T. vaD Men. masiju of man.tiju, dat in T. mali. moet worden, ma--
.uj. gem.akt; missohien is tujung op dezelfde wijze ui.t tiung (zoo-
als in 'tLampongsch) ontstaan.
VIII. Dej na een a en v66reen u ofo in T. weggelaten: voorbeelden:
1. ka. = Mj•.
2. 6ao = baJo.
S. 8aur = 8ajur.
Deze woorden zijn echter met de Tob. uitspraak ook in sub.T. in
2
18
zwang; 't eerste in kau-taaggurwag, ft tweede in eigenllDmen, als b. v.
~ao pau, en 't dordo. in .allT-mahnDa ma. Z,UJefl vindt men in dit ge·
val de j door i vervangen; e.n voorbeeld i. palo;OII = pajOflO1l .
. a. Na een" vindt men ju door; v,ervangen alleen inhaion (ltaijcm
in sulrT.) uit lJajuon, als het in 'tolgemeon hladm beteekent, die
tot .Z.cht- qf mau....k ;.lJtzigd rtorihn. terwijl naar den regel in
T. 6••0. (snb-T.: 6ai-) gebezigd wordt. WDnneor het van ..am-
6aj. (iets .leekten) het verhole substentief (OOi,et N' clecllt.......t
k .Z.ohkl. w) is. - Na _ • vóór een 0 wordt j of weggelaten.
ot door i vervangen i zoo vindt men ma nanst ",ia = auja (in ha-
pur .uj.). lappu.ng nDD.t lapp.ia.g (\ 11) uit lampaj.ng (Mal.).
A.nt. 1. Men. heeft ai (in twen lettergrepen uit te spreken)
waar Mal. dikwijll oJa h..ft; b. v./ai, = Iojar. ~r =6.jar.
air = ajaT. Mal. heeft wel eens aja waar ai moest staDD; b.
v. modat = mait (Men. tweeleUergr.) uit Ar . ..:-i-.. (mritéénlet-
•
tergr.); vgl.. kajo}, (Jav.) mei kail (Mal.)• ..oJlRIl=mai. (Mal.
190 III c.).
Aaot. 2. Van ij hier = ai elders zijn als voorbeelden aan te
halen: bij...ak (Mal.) = IxValOak (Tag.). oJ"Ia in plo ...",ijUU"
(bI. 19 ...... ). lai. (noco) = haliia (l\{n\') enz.
De Kl<1II1oo••
§l8.
D. klemtoon volt op de Innt,te ai voorlaatate lettergreep; b. v. tla&.
Mltok, dtbató. nb6r.ng. De klinker van de niet geklemtoonde letter-
greep is duidQlijk. en mag niet kleurloo8 worden, zoo ala in onze uil-
.praak nn kdsflltfd (als t.,ee"""fj en ,{ngkil (.ls Singkel). Do voor-
laatste niilt geklemtooode lettergreep ;. de ligkk (in de6atá, 6a. in
da&, diJ); clie. ..•• rop d. klemtoon valt de noare (in genoemde voor-
beelden ta on 0; en ia 60U0i: lJol); en, die ua een zware or vóór de
.ligtste .tent de liult. die men ook """arad/jg. zoude kunnen noemen
{ill deb.U, de. in IJóUoI, tok). terwijl alo lig"'" te besebonwen i. de let-
tergreep die v66r de ......- vóórla.tate staat (in tiMr••g, 81).
A ..... Tn 't Dairi8cA (zie bI. ..a ""....) i. ook een lig"'" laat.t.
lettergreep.
a. Woorden vaD meer dan drie lettergrepen worden nagenoeg
o.ls twee woorden uitgesproken. Men scbeid ze in deelen, wnnr-
Uil 't laatste drie lettergrepen heeft. zoo 't getalleltergrepen on·
JU
even is. Alleen 'I Inatste gedeelte heert den vollen klemtoou ;
b. v. gàbe-lJólon, ààramha"uf.DQ, durnàreàé, pàhOllJàlumó/rkmr.; waar- .
uit men ziet, dat de halve klemtoon I die in 'teerste gedeelte
door, een \ is aangeduid, dezelfde plaats als in .'t tweede in-
neemt.
Á.a"t. De scheiding in twee woorden komt vooral uit in die
talen, wanr de a als & (of b) nil«esproken wordt, zoo .Is b. v.
in 't Menangkabowsch, waar men b. v. tjinä..butt! vindt (alsof
hel blinde Ohi.... heteekende I) o.il tjih.iMilta (zie bI. 47 ou-
der).
I'
21
laatsle lettergreep; b. v.p0d6 (pe + do, zie § 28 I a), dopé(M.) ,
domá (M.). Ook als podó (of zijn bijvorm pellé) na voor zich
heeft, behoudt bet dien klemtoon; b. v. napodó. - Over 1Ian6t,
zie § S2 1.
Aanm. 1. De regelen van den klemtoon kunnen allen hier nog
niet behandeld worden (1). - Bij vele woorden is de klemtoon wil-
lekeurig, en niet aan ecn regel te onderwerpenj zoo b. v. spreekt
men r X . . , ~ X " al, h.t op á'een of d' andre. tijd (in de toe-
komst) beteekent, lOf/ot uit, maar 80g6t zoo het de bele.kenis heert
van .,.oeg i. den oc1Uend. Dat dit niet uit de beleekeni. Ie verkla-
ren is, blijkt uit !Julé (M.) = logot. De nominale vorm van pau-
lakon (pa + uia + kon) namentlijk - .=. ..--, die al, imperatief
gebezigd wordt, en in 't passief optreedt, wordt paulá uitgesproken,
als het beteekent doe allaI, oein, terwijl paula: doe werken zoude
beteekenen. Ook hier is de beteekenis niet de reden vaD 't onder.
scheid van lettergreep-klemtoon, waot in M. bezigt men mambaen-
!Ja.. (doen allof, oeinzen) van mamnae. (maken); waaruit blijkt, dat
paukt ook van ula (ma"9ula "werken") moet afgeleid worden.
ddnm . 2. 't Balaksch kent slechts den lettergreep-loon in een
woord. De woord-klemtoon, waardoor men op een woord in den zin
den nadruk legt, is er onbekend.
Lfanm. S. De klinker der voorlaatste lettorgreep wordt wel eens
gerckrom de beteekenis te versterken, en een" cn i worden dan 0
en e, terwijl in de volgende lettergreep i of " dezelfde wijziging
ondergaat; b. v. adcwe {pi"dscl. zeer zee}' tier) in plaats vnn aduwi
(ui.tJa.h).
DE BINDU'S.
I 21.
o
u-.. ~ r. ~:R: \ :R:Oo)( < r x \ 00
~~::::::-. , ~ r 0:: x \
u-.. 0 X \ Dit i. een 1I<",l-
C/O
b";'/oan Go,. Bombaon enz. - Naar mate van 't beeld,
dat men in zoo'n slecht geteekende figuur ziet, heeft zoo'n bind"
ook andere namen, ols b. v. bindupinarolok (bind. in Ik ueda.nt.
van een ,lang) enz.
b. de bind" na ...t.k heet ook nasr de gedaan Ie bind. pi1larbo-
rOl (bi.à.. i. d. il6a.ante ... .m .ruclit). Ook de.. biMU heeft
80mà eeu f4taaTt, die de gebee1e bladzijde doorloopt, om d'eene
nfdeeling van de andere Ie scheiden.
c. In sommige"""" wordt 't taeken !I/, dot bij de mij beo
kend geworden Batak. niet in gebrnik is, even al. a. bind. na
""td gebetigd, maar in onderscheid doarvan ook acbter den ti.
tel vnn een geschrift vMr 'I eigenlijke begin, omdat men gewoon
i. den titel op den.elfden regel ala 't begin te schrijven. Ik heb
23
cr in 't J.JCesboek telkens "gebruik van gömaakL (zie b. \'. bI. 1
Leesb. I).
Lmoefening.
t De ,. wordt hier niet uaar lIen medekliDker, wlIlrmede 't volgende woord
begint, gewijzigd, omdat .4•• -1i (die kippen) Inbject is ..... di ,all91UI (door
Aaa, gIlt/Int). De regel ,an t 15 zoude hier gelden, zoo 't lubstantief achter
di P"~tl1' de persoon uitdrukte. waanau de inhoud van 't werkwoord' uitgaat
(di p(1.1IIa. _41',.,,-1. zonde door dil iipptt gegIl". beteekenen).
!I tJlfl 4 - ri i. hier 't subject nu di {Jtun (tom door 1,. Aet 6doedmiddel ge-
1'et/d fltmtut!1 taU enz.); anden zoude hier de sluitende" als puitgesproken wor-
a.. (\U .).
3 i .laat hier als substantief; anden zoude het tiAa-ri lijn.
Vlg. noot 8.
M andauing.cn klank.tell.l. 25
di takkinga,ni do hu-bnen; ai 8sfng do sijat tubu ni ho1nk;" hatf ma
ninna djolmnnn i. "010 born ni radjanamfl ai aha do lejatni na tinu-
buhomm{P" bati ma Dinnn radja i. uOl0, anák Di namborul ilik do na
hu-tubuho-ni;" batf ma nionn. Dong ui, nsa gond6k be ma nasida;
dung ni, aM di rijor radja i ma tu takkingan, dids ma ili-hi nungn
mnndjirir djirir. Dung ui, asa di djopput radja i mn, nneng di sappat-
tom ma ili-hi; una-ngnu di sappaUok-ko alé npáugl molo' tung di bunn
ho BU, sai mago do 110; hnpé, molo di pangolu ho do au, aai gabe do
hot hotr ma uions. Dung Di, aSB sundat ma di 8appnttor radja i.
(Unàu na me/ek of U",l. pinarbora.) Dung ni, Bsa sappe ma pitu bor-
ngin enz.
MANDAILINGSCH.
A. &krift.
Een h met twee .treepj.. op den rug, die t""lpi (roggeoraaM) hee-
ten, wordt gebruikt om eeD Ic uit te drukken. In zuid-M. is, met de
tompi in gebruik om Ij uit te drnkken. De tj is nagenoeg de Engelsehe
cll in cltild. maar met minder sissing, zoodat het even als reeds van de
dj (\ 2) en nj (\ 7 nanm. 8) gezegd is, een ondeelbare medeklinker
is, waarin de j van de transcriptie niet afzonderlijk te hooren is (tjaiJing
en niet tja/-jing). ]leide deze achriftteekens (n en ~) zijn van
jongen datum, er zijn slechts bij zeer weinige woorden, en meestal bij
die uit 't Oeloeseh of Menangkabowseh overgenomen zijn, volstrekt
noodzakel-ijk (zie nader onder B. en D). 't Schrift versehiJt 81eoMs in
enkele letters, zoodst men. na kennis van 't Tobnsohe genomen te
hebben. bet met weinig inspanning kan leeren lezen. Alleen de let-
ters, die veel in gedaante verschillen. geef ik hier op j de overige kan
men uit 't tweede stuk van 't Leesboek gemakkelijk leeren kennen. r ;
= ??, ~ = 7 . -:( = T."""'S'- (ook: "",»='2';',S-=~;
~ (tj. zie boven), -i'-; (ka zie boven). De nu nis sluiter heeft .ltijd
de gewone plaats (~x 8onf/. -= 0 ping). De ina ni Burat heeten
induk 1lÎ 8urat, e.q de anak ni 8urat: da1Ulk ui 8tlrat. De eerste worden
in de hier onder staande volgorde in zuid·M. opgegeven. terwijl in
noord-:af. weder een andere in gebruik is: ~ -;-; ' è -oe: ~
:::::;C::=-'-"~-~ __ <"c:;:t:)~<"'CI""-;::-~
26 Mallàaili"g8ck klankltek,l.
Aa"'''. In gedaante is de ~ de Indische long.8, die in 't
Saneer. en Jav. van do p slechts door een streep verschilt; vgl.
met ~ , "Cl (P) met llf <1l en ... met "' .
B. ik k ••n k.
D. de • en de tj.
28 Mandailingsck klank.kZ..I.
tjatjang (Men.) = .ajang (Jav. en Sund.l; vgl. D.iri.ck
D Il op bI. 35.
IV. Er zijn echter gevallen, waar d. .... volstrekt noodzakelijk is,
en men niet uit de plaats door de. ingenomen, weten kan, dat hij als
ij moet uitgesproken worden; b. v. ~ ~o, dat uit het Men. "'n-
ring (= 7?"2"" ö) moet ontstean zijn, want daar de, in de tweede
lettergreep wegen. I tj wordt, zoo moest de , der eerste naar m hem
gelijk worden. De JO zal hier door noord-M. onlloorboar geworden zijn
(C.), zood.t misschien ergens in zuid-U. de uitspro.k tjanijing nog in
zwang is. - In katjil i. de tj een overblijfsel von 't Mol. kantjil met
weglating van een uit PI in noord-M. 'naar C ontstane t.
D. Jlij katjitjir... (uit Rao-Men. lr.titi".) is tj ontstonn door de
,
Malldailillg.el, kumklleZ,,/. 29
e. Achter 't voorhechtsel pa kan vó6r ida een I alo ingeschoven
gelden (palidaM. uit pa + id4 + ko.), daar id. tban, alo ,tam-
woord geldt.
f. tusschen kala-ki (ol, voornaamw. derde pers.) en i (al, ad-
ject. voornw.) wbrdt n ingeschoven; b. v. kala-kini (?? oe:- ?? ,
-:;;:- + -:;;:-).
F. OndmcTuid .a. klanken i. MandailillglCh e. PalJascn.
1. Id = U (vg!. G); b. v. maldo = mallo (T.), tuldang = tuUang
(T.), poldak =poUak (I 16 a) .
H. UIa in een gesloten I.atate lettergreep in .nb-T. (en D.) i, bier
0; zie bI. IS r. S v. o. en de voorbeelden op bI U; waaruit blijkt dat
soms T. gevolgd wordt. .
lIl. "j altijd, - waar T. en D. n hebben in 't verhale voorvoegsel
(met een sluitenden neusklank) als de , als beginner van 'tstamw.
wegvalt; b. v. manjurat = manurat (m.enurat D.) vaD mrat, uügtZml-
dtrd wanneer de tweede lettergreep van 't stamwoord ook met een 8
begint; van daar manosop vaD 60801, manu'" van IUIU.
a. zuid-M. stoort zich soms niet aan de uitzondering.
Aanm. 1. De nj is nu eens vertegenwoordiger vanj (sub-T.), dan
weder van n; b. v. tanja = tana, njaba = naba, panjogon (zuid-M.)
= pajQ{fM (bI. 18 r. 3). Wanneer nj een "t of een j vertegenwoor-
digt, is niet te bepalen; zoo b. v. is 't Mal. minjak ook hier mijak
even rus in sub-T. t terwijl Dairisch minalt heeft .
.dant. Waar d'eene tOllgval n, en d'andere j heeft, moet men
- - daar n en j elkander's plaats niet nemen - - uitgaan van
een nj in een elders bestaand woord; b. v. miJak (zie aanm. 1);
bojom. (Dair.: blnim) veronderstelt een bonjom of benjm ergens;
even zoo '?'? 0 ~ 0 \ en '?'? 0 ëS ëS \ . Zoo zijn na
(B.tak,ch aanhecht,el derde persoon) en ja in ija (Mal. voor-
nnamw. derde persoon) beiden uitgegaan vaD nja (Mal. en Men.
nIlllhechtsel derde persoon) zoo als blijkt uit 't Men. injtt (d.1
= ..sJ); vg!. ook pojop met p,"è}> (D.).
Aanm: 2. In plaats van. nja of Ilnja in M. vindt men ook in T .
nna of nni; b. v. imanna en irMmmi = imanja of irisannja. In
sommige streken van Tabs gebruikt men. even als in 't Huwasch,
n; = ?la (als aanhechtsel derde pers.), waaruit de overeenstemming
met 't Mal. nanhechtsel (zje aanl.) blijkt. De i ,chijnt hier een
poging te zijn den verhemelte-klank tij terug te geven, even als in
30
at&dara,i, waar ti moet gekomen zijn om tja weder te geven vaD in ..
tIirtJIja (D.) .
.lant. Men. is afkeerig van "ji en heeft ni; b. v. lcuniq (I 30
xm ..nl. 1) = ....jit (MaJ.), ....i = ...ji (MaJ.) enz.; 't Jav.
soma ook; b. v. ko.i, = mjJl, oni = ~••ji (MaJ.).
IV. Een tI al. beginner van een lettergreep, waar T. I beeft in
woorden, waarin een 1ettergreep, meestal een voorgaande, met l of,
begint; voorbeelden: lidN." = lilu.", lidi = lili, .ido (in ",...tjido)=
= 1Üo, Ijjado.a. (uit riAatl"'f'" zie ! 10 6) = ljjalOlan.
A.anm. Er kan hier geen melding gemaald worden vnn woordvor-
men, waarin 't aanwezig zijn van zekere klanken niet aan regels
kan onderworpen worden; zoo b. v. is bet geen regel, dat deze
tengval mb tn'80ben twee klinkers kiest, waar T. of een znstertaal
slechte 111 heeft; men vindt timlJHI = ti11lUl, djomlJur :;::: djomuf,
!l"m6ot = gomtl (D., zie IJai""''' A. TI 6 ep bI. 33), maar oman =
Mal. ämiJ.. (vgl. Jav. UmMlo); zie verder I 30 IX.
G.
H.
,
De klemloon is hicr als in T. - 'I Voorhcchtsel do (I 28 1 b) ver-
andert zijn klinker niet; mardokfn[/ ' maUiR.{nfl.
DAIRISCH.
A.
't .J.lp1oa6etA wordt in deze volgorde opgegeven, - 0 '7?
o::.,c=c:;.r.,.......,.<v-.""'~V7~
o::?" .:::..; waaruit meD ziet, dat er geen nj opgegeven wordt, en -dat
V7 en ~ hier in plaats vnn ~ cn ~ gebruikl w9rdcn. Dc
ltaluain heet bier kalorc41l, terwijl de overige name,n der anak ni aurat
slechts in uitspraak verscbillen; b. v. kaberltln = /,Q/;orotan, kltadinui.
= Aatndinuan enz. Het tceken van do sluitende nu kan bij 0 cn X
op de gewone plaats geschreven worden (2" X ,ong WO ting). Bij
de aftak ni 8Urat van T. worden nog gebruikt:
1. = (likortljan) op de gewone plaats van de kamilaran geschreven,
is 't teeken van een zachte maar duidelijk hoorbare k als sluiterj b. v.
~ X ..,.lE x loklou.
])aÎJ'üJclt klollkstdsel.
Be ë.
B. IJ. ??
IJe ?? wordt hier .ltijd kuitgesproken, en vertegenwoordigt h
in T. of M. bijn. regelmatig (110 al; b. v. ?? 0 -oe: kim4 = hi"",
(T. en ~q, <" ?? ~, dukot = tl.4ul (T. en M.), cnz.
C. D. """.
I. De """, ~ en .=. worden bij 't opzeggen van 't alphabet ge.
-adspiroerd uitgesproken (ha, Ai, kul, maar men iB, daar zij ook niet
gendspirccrd voorkomen, gewoon, overal WRar i en tf of e en 0 v66r
cen ongelijken klinker do gelegenheid daartoo bieden, van de i en
f() gebruik te mnken, om de adspiratie te verhoedenj zoo spelt men
.c:::;::r,. 'C!. "U7 \,' en niet ~ \J"o,.. "'07 \ • d88f dit "ukat zoude uitgca
sproken ,vorden; evenzoo ~ "toA en niet '"!- v;. (dat kll4ng
zoude zijn). Van dnar dat naauwkeurige schrijvers de j en "' ge-
bruiken na. op een klinker uitgaande woorden, zoo 't volgende niet
met een h begint; b. v. ~~xc;6 (ku-00a.\) , Z-o,;,-.xc;6
ti.ooah) enz. M..r daar nu nog vele geval!en plaats kunnen hebben,
waarbij 't onderscheid tusschen een stomme IJ (klinker) cn oon !J, nict
in Jt schrift kon uitkomen, zoo pleegt men ook i,. ccn woord de half.
klinkers te schrijven, waar zij uitgesproken de uitaprMk geenszins
wedergeven; men schrijft dan na ecn a de j voor i en e, on de 10
~
.L
lJairi,ek klankstellet. 35
vindcn door 't dcrde stuk vnn 't Lecsb. vlijtig te lczen, daar 't volgeu
wm een met v-.,. beginnend woord op een klinker uitgaand woord
(zio I) over stomme of klinkende " licht kan verspreiden; ik heb
cr den tijd niet toe kunnen vinden. De Mal. spelling knn hem zijn
tnak gedeeltelijk slechls ,ergemakkelijken ; b. v. v-,. oc:: \ =
(kamba = ~), daarenlegen v:.,. . , 0 (ari = )v.).
D. IJ, 2"" .
e
De VAn 't aanhecbtsel en (E lil) wordt gelijk aan een u der voor-
gaande lettergr., meestal zoo deze slechts door een" of l' gesloten is;
b. v. "",uk.n (pu ••k + i!~) , nap.nt" (_ nopura. in T.).
e
a. Zoo dt! voorgaande cen i heeft, kan de daaraan gelijk ge-
mankt worden J zelfs wanneer die Jettcrgr. door cen "alten mede-
klinker gesloten is; b. v. kif'.ikin (këraik + en). Von daar ookJ dat
soms zolfs de 8 VElO 't onnhechlsel kin !lan de i der voorgnamlc let-
IJail'i8ck klankstelsel. 37
tergr. gelijk wordt; h. v. arikkin (ari" -+- klll) I ba!.:il,~·ill (bakiti
+ kCn), kifrikill (U Ti + kb.); waaruit blijkt dni i helderder is
dan u. In de meeste gevallen heeft die gelijkmaking plaats, wanr
de voorgaande lettergreep slechts door een ijlen medeklinker ge-
sloten is; vnn daar perall9in.an9in~n, keladinqin, rarisin , gendirü"
(\ 25 = dinggiran) , Inpiki. (= /opija,,), pikirin (= Mnl. pikiran) ,
tongkirin (longkir + en) enz. - ])e ë vall 't voorhechtsel ke wordt
gelijk nDn de i van 't inheeMse} in ; b. v. kinigurü11, uit kc·
!l~rü. (kegur~ + en) en inbechtsel in, kiniajllltlak (MaF<ltla'. met
inhechtsel in) cnz.
b. De ë wordt aan ue i of u der volgende dikwijls gelijk, zoo
er een r tussehen staat; b. v. pe,mrune van S1,rUlle (in plaats van
:Jërune = 8aTUlle, zie J IV), kiripit uit ccn vToeger k?r1pit (zie
A II b) = karopit (T.).
G.
•
Dairi8ck klankstelsel. 39
.,., X \ (M.), .umanga. = aumangot, ongk.", (V 6.) = ~.,.,
- \ (zie nader! 30 VI).
a. 't Omgekeerde in pid.~ (aaum. onder VIII §SO) = pidoug (T.).
X. Vank .ka waar T. of M. aD hebben; b. v. mahal = ma61 (noot
bI. 2J), tahall = taOll, rlj.MI = dja6t (zuid-M.), baha. = baon (zuid-
M.), tlalian = ë5 \J""o,. -0 x, enz.
XI. Eenlettergrtpige ge&loten ' woorden hebben den klinker gerekt;
b. v. bik, !Jung, kln enz.
a. 'Diergelijke woorden zijn soms in T. of M. tweelettergrepig
met ecn 0 als voorslag (bl. 43 1°.); b. v. bûk = ooMK, gïmg =
ogun!l; maar /dn is uit kijii. = .,., 0 V ' ë5 \ (T.). De voor-
slag beeft in dezen tongvnl ook wel ceu neusklank tot sluiter;
b. v. <mp.1 = opal (T. en M.).
b. Eenlettergrepige vooralopene 'IDoorden, hebben ook twee geJijko
door een " gescheiden klinktmij b. v. tuku = tu (Mnlagnsi; on T.
in t.M), Ie"" = Ie in maM (T.), nelU! =., (8umbawa), pikir = pir
(T.), enz. (vgl. bI. 42 2'.) .
./lant. 't Moderne Mal. heeft den eenlettergrcpigcn vorm, waar
onder anderen Men., 't Mal. der geschriften, on Makassaarseh
den tweelettergrepigen heeft met ti of lw. beginnende; b. v. lang
= iil.ng (Men. ~), djnng of djo"g (~ Pen.?) = iidjnng
(&-1), bang (Pe". ~) = iibang (&Il, lat = iilol (~), lut
= alut (~ blijken, 'I Mandail. .,., x - - ~ \ , dat over-
genomen is, daar 't nnders olut zoude zijn), long (doodkist) =
,llu"g (Mak), ". (~{al. van Palembang) = iînow (Men.), "at =
Itiirat (Men.) enz. MetMlIfJkabow~ch scheidt 8rnM den klinker in
I"'ccën door ,,; b. v. rljihi.. = dji" (Ar.), ,."ku" (I 30 lIL c.) =
rum (Ar. Mal. rJ) eigenn.). 't S."dasch maakt den klinker dub-
bel zonder scheider; b. 'T.•a-at = /Jat in alat (Jav .) , bo-ol = bol
(Jav.), gu-uII!l of gO-DNg = go"p of !JOn!l (MaL), bu-uk = 'uk
(XI a), ti-is = ti, (Jav.), du-u", = dllr< (Jav.), ".-lIt = /,.t in
uknt (D., Tag. okot), ka-flk of !la-ok = kak (D.) of gak (T.), de·
eng = 'leng in ~Igt!e"!l (Jav.).
X II. ld even als in M. (zie bI. 29 bij I) "a,,, T. II heeft; b. v. 101-
rlallp (V b) = tuUa"g.
a. Alleen staat ""bal"o (\30 IX) = malta (T.), ..aldo (M. ; vgl.
Men. manow).
XIII. d even als in M. in 't aldaar (bI. 80 bij IV) vermelde geval,
wnur T. I heeft.; b. v . • odip = ,ilup (I 25), rluo.la"!l (ook Men.) uit ,,zll-
40 lJairilCh klank.!.l..!.
bala"g (ûe a. bI. 61); vgl. dlUi." (Men.) = la.una (zio aa••,. 1 bI. 46),
bIdalag (Mak.) nno.t hllaliq (Ar. Mal. biW) enz.
XIV. di wel een. Woor T. dji h66ft; b. v. tadi = tadji, gandil =
gawljil, djodi = ujuujj (V b); 'I geen zonderling i., daar deze tongval
onders tji boven ti trekt (bI. S5 Hl). Minder v..k dH WBor T. ,lju heeft;
b. v. radUIx = rac/jum, eclur (Va) = icljur.
K. Klemtoon.
Deze ie te kennen uit de plaats van de t (A. n u)) terwijl cen ge..
rekte klinker in een laatste lettergreep plaats nemende op deze den
klemtoon lant vaUen (E I en Hl). -))e uitzondering dtbatá, dat hier
delJ,kI moest zijn, of diMt. (I 22 III d, op bI. 4!) worden, is te wijlen
Mil overnamc van 't woord uit 't Tob8.Sch j men spreekt het ook deMta
uil (vgl.de geciteerde plaat. onder).
Llam". DAar deze t.ongval ecn l heeft, en dien klinker ook in
een lnntstc lettergreep (bI. 83 h) bezigt, zoo heert hij ook een lig!ere
lnatste lettergreep, wat in T. en 11. uit gebrek aan den kleurloozen
klinker niet '\ geval kan zijn; van d.. r pollt (bI. 38 aaam. I),
wnarin ë door do rekking der voorlant.le (bI. 88 V) moet gekomen
zijn. Uit de rekking von dcn klinker in de voorlafttste zware let-
tergreep is ook 't volgende te verklaren.
l. De v66rnanstnonde ligtwe lettergreep vaak w~JS'eworpen, waar
r,ij in T. of M. met cen klinker begint; b. v. lJara = a6ara, n'rmlfl =
arira'~fI, goni naast agolli. Zoo zij met ecu neusklank gesloten is, en de
volgende lettergreep met een slompm medeklinker begint) kan dezc ~
ook door den neusklank weggestootcn worden; b. v. naka7t = i1idalla1/',
lat." in pI. v. nalu 0 80 I\~) :::z: andalu of illdalU; mnDr bow = imbalo,
lndulmr = antluhur, en ëtuléralja = 'tIaratia (Mal.).
a. Zoo zij met een scherpen medeklinker begint, kan slechts de
klinker wegvallenj b, v, tjemun nnast lnljemrln = v-.,. ë5 \ r o
IOc: -a, \ , tjulCa. naast tntj'lt~a1J, = ~ -0 \ 2'; ~ 0 \ oC ;
~ 0 0 \ Z> ' " 0 \ (bI. 43 r. 2 v. onder).
6. De praepositie i wordt fJó6r een woord vank wcggel:lt.cn i b. v.
srnda cn alndi. in pI. v. i~8·ë"da en i..,·ëndi. (E. IV a), àolrltën =
i doltkln. Door dat het zoo dikwijls voor twee1ctt('rgrepige WOOl'-
dtm geschiedde, beeft. men 't zelfs vóór (,clllcttcrgrèpigo woordell
gaan doen. b. v. dok = i dok.
H, 't Voorhechtsel mi, 1.00 't door cen ncusldnnk gcelotell is, die
in sommigo grvnl1rn den hcginnrr van '1 stnmwool'(l \\' (!g~toot) "nlt
llairisc/t klat~k,tc18el. 41
soms ,,'cg, zoo de volgende zware met een m begint; IJ. v. mUlOat in
plaats van mèmuwat, mum"~ in plauts vnn memttluth (van ollnrtlt) = ma-
mUllu (T.), magakkën in plaats vnn memagahken (van bafJa/~), mahall. in
l)lo.nts van memaltou (van hakatt)j daarentegen ,nemukar.
lIL 'I V oorhech\sel mi! (zouder sl uilenden neusklank) wordl vóór
alle medeklinkers, uitgezonderd l, r en " - daar v66r deze mede-
klinker geen sluitende neusklank knn uitgesproken worden - omge-
zet, zoodnt er ;; uit ontstaat met cen sluitenden neusklank vnn 't geslacht
vnn den heginner van 't stamwoordj b. v. ëmptngke = "Oe -= ??
(T.), ëmhijar in pI. v. mebijar = tnabijar (T.) , ëlltor in pI. v. meter ,'
enfJfJel1lk in ploats von mefJelult (= oe:: -< x ~ , zie § so IX), maar
mekatl{/ke, 1nëlampis, mërintjmt. - remurear is misschien in plaats van
meruwar (§ 25). Begint 't stamw . met een klinker. clan gaat verlo- e
reil; b. v. me/a = maila (f.), molo = maolo (r.) enz.
a. Deze tongval lleeft ongaarne woorden van meer dan drie let-
tergrepen; van daaf tjitl{/ano (D. ID) = '-"""" "'"ö \ ~ 0 < "'"ö x.
kikètang, waarvoor me blijkeus o:::! ~ '?? x 5;f (M., zie bI. 27
r. 8) moet weggevallen zijn; evenzoo: kipanfJa", Van daar ook tu·
ttiara naast entultiara (md1' + ara), përfJejatt uit paruheja1! , p er~
tnaü, uit parumaetl, d/C~alan!J = ulllhala1'fJ (bI. su r. 1 v. 0.).
I\r. 't Aanhechtsel au, de OfJCTmaat uitdrukkende, trekt den klemtoon
o 20 IJ a): enlOr81f.. De klemtoon van den vocativus is als in T. en M.
V. In een Ugtste lettergreep ,,!oet deze tongval è hehben; b. v. met--
d' kong = maUikfng (I 28 I b), 6i!r.it = /;ar.ie, b"élgak = balg,,; me.l-
dok = manllók enz.
TI. W OOR D V 0 R M.
~ 22.
I Vgl. koning (D. curcrmta) met Irlming (Mn1. geel; zie \'trdcr Wtlb. onder
!nU/iI..).
44 TFoord""rm. 122.
uit de natuur van de !igtere lettergreep te verklaren is; b. v. lampu-
Ring (M.), tëmpoling (D.) = poning; v-. 0 \ ~ ~ \ cS. (att1lr-
hUIlfI) naa.t Iurhu.!!; tind./O.. (1o[en.), ljindaw.. (Mal.) = dawa.;
-.::.. X?? .., \ = biilok.r (D.), dulang = bind_Zalig (D.); djilat.ng
(Men.), djiilata#fJ (Mal.) = latollfl,lai'nfJ (Jav.); ampiilam (Mal. è VU
=
I 80) pmm (Jav.); M.t (Mal.) uit .Iu-tllt (zie a•• t. onder VI I 80)
enz. (vgl. D.iti.ch K. Iop bI. 40) .
•. Uit de rergelijking blijkt het, dat de ligter. laitl!1"!Jmp (lIS)
nu eens gesloten, dan weder open is, cn zelfs, dat men haar ge~
sloten heeft in overgenomen woorden; b. v. pitlldar = bbJtudar
(D., zie bI. .0 bij. I' ), .ugapa (M.) = ",ngg"pa, v-. oe;; \ -
.oe:; uit upomn (80nscr.), 2""""ö7 \ ~ x.., = .ulara (Mal.;
uit Sanscr• • ulra), pakadi. (Jav.) uit Sanscr. P.llfIkauja, ij,mpak~
naast tiepak. (Jav.), tén!!kuluk (0.) = /ah.lukj rigarung (D.) =
ril/fJgarulI!}, lang...,•• (Bisaj.) uit lakalC.. (I 25 lI), enz.
b. Drielettergrepige woorden, die met een 8 beginnen, helJben
vaak twee vormen, waarvan de een met 81f , en de andere met si
begintj b. v. 8uwdak naast 6i1Jodak, 8umangot nanst timangot, su.
rambon naast 8ira1'Jl.boN. I tilr"ora naast IUkltor(EJ rittora nanst BUt.
tor.. enz.; vgl. ook 8jjalailg met ..,rcalang (D.). De naam van 't
o·teeken (x) namentIijk ,ikora (18) is aldus uit 'I S.nscr. ija~.,.a
(I 7 aan ... 6) ontstaan, en beleekende dus rad (I 25 IV); even-
zoo .indor (/ aallm. 1 bI. 46) uit ,al/dara. Hier schijnt de bete..
kenia VOD 't voorhechteel si im'loed uitgeoefend te hebben) want
door ai te nemen gaf meD 't woord do gedaante vnn een tweelet-
tergrepig stamwoord, w8arvó6r dat voorhechtsel was gekomen.
In de ligtere lettergreep' ook van woorden, die Iliet met een , be-
ginnen, vindt men nu eens iJ dan eens Ut meestal zoo de vol.
gende Mtergrepcn ongelijke klinkers Ilebben; b. v. 6it..~ nonst
bNtulla, v-,. Ö ?? 1:1'>' Daast ~?? "C.I;'.
Aa.... pin... uit pan ... (Snuscr.) schijnt door 'I Doirisch (zie
bI. 8B IV) of een andere taal in T. gekomen te zijn.
c. Drielettergrepige woorden, wier twee laatste lettergrepen van
a voorzien zijn, hebben in T. in de1igtore lettergr. gaarne 0; b. v.
otara uit utara (Mal., Sanser. u/tara), 80lCara uit 8uwara CM. cn
Mnl. enz., S.ns.r. ,.,ara), djo,,,,"" = uiinaka (D., zie bI. 88 IV),
ro.lak. = rintaka (D.), ,ontljala = <i"uiala (M.) enz; 0 aUlier
wordt verklaard uit zijn waarde als vertegenwoordiger van den
kleurloozen klinker (DairilcA, bI 33 U hl. Enkele woorden hobben
12 2 . WoOrdfJOnll.
. ·
122. JlToordcorm.
vertegenwoordigen van ecn I" of een halfklinker door cen klinker
de oorzaak (zie b. v. § 17 Il, bI. 16 r. 4, § 30 X aa.m. 2).
IV. 17ierZetteTgrepif}c woorrün hebben vnak eell drielettergrepigen
bijvorm , door wegwerping van een der twee eerste lettergrepen (vgl.
lJairiack a. op bI. 4.1); b. v. artija naast v--,. ~ ""'60' ~ 0 '"(r\.
DikwiJli is de weggeworpen lettergreep de tweede; b. v. 8alen!l!lam uit
lIlen. ,idaknguam (Tamil. aadalenuuam); kiindaka (Mal., zie a. bI. "),
Ulldag& (Men.) uit kapDrdaka (Saascr.); miirpati (Mal. duif) uit Mär·
jiipDti (Bonscr. een getro'"lld paar, § 80 Vill) ; djapati (Bund. duif) uit
djajiipati (San,er. een uetrouwd paar); djak,rla (Ja •.) uit djajakMa;
""ukara (MaL) uit akangkara (San,er.), Ijiirpiilej (MaL) uit kiripillei
(Tamil.), paraapan uit parûapan (par + isap + an); tomhara uit to-
nlnt.bara; BUlandak uit 8uga-la1uJak ('t lantste woord is in Mal. gebrui-
kelijk) ; tanuuma (M.) uit tonga.uma enz. Z,Uea vnlt de eerste letter-
greep van de laatste twee weg; voorbeelden zijn binaga (0.) = boni~
jag4,· 8inaga (naam van ccn 11larga) . waar de beteekenis van ai (zie h
bI. 44) ook gewerkt heeft, = tjunijagá (Men. naam van een BUku) .
a. Herhanlde tweelettergrepige woorden verliezen den scheiden-
den meueklinker mecstal in 't eerste: ?? ö?? O"l:l'" ëS '\
(tweemaal kijan). 7'?Ö??O"l:l"'x naast 7?O"l:l"'x7?O
"t.<"" X, dalrdanak in pI. v. dmlak-danak, halbalml in pl. v. oahul-
bak.I, v..:;?? '"'" < ë5' (\ 10 a.) uit ?'1?? ~ (tweem.al
l,adanu) + nnnheehlael an, ..anwaranu (uit ba.uaaranu, i 30 VIII)
= Mra.g.Mranu (Afal.), rejor rejor nna,t ejor ejor. In pDlakpak (uit
pDlak·palak) is 't laatste verkort. Zoo zij echter met een klinker be-
ginncll, worden zij niet verkort, maar trekken soms hun sluiter
vóór 'tgehecle woord; b. v. gulok-gl.llok uit tweemaal ulok, alwaar
de g in plaats van Ic wegens § 80 I moest komen, pujup-pujup uit
ujup...ifup ; vgl. kanak·kanak (MaJ.) = anak...a. (D.).
h. Zoo zij geen verkorting ondergaan, dan gebeurt 't volgende:
lf'. De twee eerste lettergrepen worden in ecn bekend woord
'Verknoeid, zoodat 'tgeheele woord 't voorkomen heeft van een uit
twee woorden bestaand woord; b. v. 8ira-ltllfJgam = 8alenuuam
(zie boven in IV) , zoodat 't de ueteekenis heert van lenggam-
::out in overeenstemming met sira-8andao (salpeter ; vgl. 8ira/;ulI,
cn sira!Jong in't \Ydb.); ~ -==7 -SO \ :sz: 0 ~ uit v-,.-.:::.
(50 \ ~ o"t.<"" (de sluitellde n zie a bI. 44) door nan ari
(dag) te denken; e"en zoo ljilla-örrta (zie aallt. bI. lU) uit Ijihlli.
Mid« (Sümer.).
,I
48 JlTOfIrdvorUl. 122.
2'. In de IIvee eerste lettergrepen geschiedt 't zelfde wnt boven
van de drjelettergrepige woorden gezegd is door dat men ze
J
! 23.
Sluitende medekU1lkerl.
I-
j
ps. lYoordo()r'l1l.
,.
§ 24. TYoordvorm. 51
zigd wordt (aaII". 1 bI. 49). Een voorgaande lettergr., die met
cen anderen medeklinker gesloten is, beeft. een kleurloozcn klin.
ker; vnn daar aamö8lQ, (Sanscf. aama!ta), salä8ma (SaDBcr. ajle,-
mä), wäktu (Ar. waktu) enz. Zoo men daarin een anderen klinker
teil laten hooren I wordt de lettergreep in de uitspraak als ecn
afzonderlijk woord. aangehouden of een kleurlooze klinker inge-
schoven ; b. v. 1lI-man of uaaman (c)I..J.c) J kopi8~ta (8.1ncr. pa":
pif~a) of kapiaata. Men. scht.tift soms ceD ti , ft of 0 na een tril-
ler b. v. ,aroban uit 8arban (Perz . ..ûJ.:i""')' tarllk, (eign.) uit
i_D j
I 24.
,
12 5. lroordvorm. 5S
triller eindigen, hebben dikwijls in 't Mal. of Men. ecn bijvorm
met k als sluiter; b. v. damak (Mal. blaa...oerpijltjel) = snak
àalllar (Men.), 1"'9Oek (~'A.~~) = liN~~ir, kaljik naast kiUjil,
amMk (Men.) = ambil.
§ 25. Klanl,;·verplaataÎ1lY.
§2C.
I 28 . De lig/,te leUergrup.
uit lizi van li ('t geluid van dien vogel) - geweest te zijn. Door den ,.
.'
invloed van den vocativus (i 19 TIl) schijnt ~t oorspronkelijkere ln,- •
kl (M. in .i.hu/ef) den bijvorm heltt (in ri-betef) in T. gekregen te
hebben, dunr toch dit woord zoo vaak: in 't annapreken gebezigd iSj
vgl. voorts .ulernbe = kuliimli<i (bl. 46 :1'.); vgl. bili. (Men. en T.)
= MIi. (MoL), tCÎl/gi en beltlJi (Jav.), ""riti uit oaireli (zie in ti
bl. 46), ,.mb. = reme (D .• 180 IX).
U. Ook do medeklinkers zijn er ale beginners onzeker, en even
zoo de eluiUng, zoodnt men de boven (bI." a, en hl. 46 8) reeds ver-
melde gevallen ook bier vindt; op dio wijze wordt d'ják of d,ák (hl.
16 V) nIs een bijvorm vnn 't Mal. hanjak (bI. 29 .anm.l) duidelijk (vgl.
,mb. ja" in D.). Vnn doar ook porUng na.,t holá"g, dja"gan (Men.)
-:- dangan (Ma!.), pornrP' nanst hOlt!J{., borhá nna.t boM, ....k (Jav.)
uit la.uk (Ma!.), ""nli. (Jav.) = hiti. (Ma!.), MnlJur (Jnv.) uit een vroe-
ger ",ljur, àem. (D.) = temu (Jnv.), .aklirha (Mal. eigenn.) uit.aparba
(Sanser . ..praMa), tjuóiidak (Men.) = Ijampiiàak (Mal.) enz.
lIJ. KLANKVERWI85ELINGEN.
§ 29. De Klinkm.
e met ~.
;
I. De e in plaats van a door eeD i in ecn andere lotlcrgr.; waarbij
't volgende op to merken is:
a. Van de e in ccn zware IcUcrgr. in pI. v. a door ceu i van do
volgende lcttergr. aan te halen mamutulJei in pI. v. mamutullai
(van butulta). Ook in een ligtc lct"tcrgr. bij zamensielling door ccu
i in CCD lettergr. van 't volgende woordj b. v. ,atne-,o-olip uit
lama-Io-alip (aUp moet "f)tr,clill.tnll blijkena ,ilip beteekeud
hebben).
h. De ~ in een ligto lettcrgr., zoo de voorgaande een i heeft,
I
meestal. wanueer cr geen VilStc medeklinker tusschen in Blaat;
b. v. tälinge (0.) = talinga, ltalilitf{f8 DRRst hc,lilinfla , ,andike =
,ëndika (D.). - Zeer zelde•• zoo de voorgaande lettergr. ecu u
booft; b. v. 8Uàé uit 8Uàa (vg\. d••ant. 1).
A ....". Mrlje uit een vroeger hwja (= 'tMa\. lridja.v,IBl I) i.
niet te bewijzen, daar men uäda119 (MelI.) = glfJe (Juv.) vindt. 1
,
,
,
27. Klan/.:oerwi88eziJlgell. 59
Llant. 1. In 't Jav. is ipe uit cen vroeger ipa = ipar (Mnl.);
vgl. ook nip' (D.) = nipa (Kaj.a). Meestal echter m.akt er de i
van een volgende letterg. de a eener voorgaande tot e; b. ".
be8Ï = oas; (Batnv.), e~~i uit kiUÜ (Sanscr.) enz. Van een (J in
pInots van a in een voorgaande door cen u van een volgende let-
tergreep zijn nan te halen est" (waar) = astn in ma1lgastuwi (a §
26), entuk naast a"t'uk enz. In 't Dnj. vele sporen van cen e in
plaats van a door eeu i der voorgaande lettergr.; b. v. -pire =
pira (Jav.), Um, = lima (Mal. enz.), in, = ina (T.), enz. Die
, kan natuurlijk in Mal. al, ,lotklank fj zijn; b. v. kinfj (MaL)
uit tb. (Ar.).
Aant. 2. Men. V<lll Rno spreekt at, als slotklank en uit; b. v.
poken tin M. overgenomen) = piH-an (Mal., hl. 61, r. 1); 't Mal.
pon is er pen; waaruit hlijkt, dat het 't zelfdo woord is als het
in Kawi zoo vaak gebezigde pan, da~ uit een vroeger plD(m,
waarvan p01' nog een overblijfsel is I moet on~staan zijn.
e me~ i.
ti met o.
IV'. In ccn laatste lettergreep, meestal zoo zij gesloten is met een
kcel-medeklinker of triller; behalve de voorbeelden in .Dairiacl, (bI. 37 .
J 11) op te merken uaor in pla.ts vnn gallr = 9'"'' Cl 25 UI), gaol iu
pl •• ts von Uaul = gal" (I 25 lIl) enz. f
.d."m. 1. 't Gebrek nan een gesloten" (I 5) aehijot de anolei-
dingto zijn van sE?'? -.-, nuast,;e:?'? - x \, -;i=??~,
nanst 2??? X x, enz.
Aa"t. Men. spreekt ua een" en i in oen laatste leUergr., die -
doer een keel-medoklinker gesloten is, een a uit, waardoor die
,
klinkers als IC en j (ma.r vooalischer) klinken; b. v. maou;ak,
banoah, ,irjau, kanwjan.J. Iu 'tBnt. overgenomen zijn zij drie-
lettergrepig (I'nn daor kuijjjallu,lÎe aant. Bat. Ib. bI. 146). Zoo
een triller de sluiter i5, is de a eell weinig onduidelijker, 6n nR-
genoeg ti; b. v. mandlCar = ma,u/ul (hl. 52 aal/t. 3). De tongval
I
van Barns spreekt in beide gevallen e cn 0 uit (maaok, kamben!l,
ba,.o"', mandol, ab'el,); vgl. noot op bI. uz aant .. Bnt.lb.
I
.dam•. 2. ,in D. ~ 0 in T. cn M. (bl. 33 6).
,
1\ ,
§ 29. 61
Aat~t. Men. van Rao spreekt ä of e elders, als 0 uit; b. v. bori
= Liiri; ar in een voorgaande lettergreep wordt er è; b. ~. pètj/1
= partja (zie c - ~ x). fièmin = tjarmin enz. Men . v. Aga11t
heeft a; b. v. padang = piidang, tjamitl = tjiirmin enz. Ma-
kassaaraclt vertegenwoordigt a. door ecu gesloten a in een opene
voorgaande lettergr., zoo de volgende niet tnet ecn stompen me-
deklinker begint, in welk geval a door iJ gesloten wordtj b. v.
kàmig = Urnit (Jov.), takang (zie bI. 7 aant .) = teken , taqgog
= tiiguk (MaL).
AiJmn. S. Ovcr 0 in cene zware voorlaatste in D = u elders zie
°
bI. 88 V h. - In toZa en da"o (zie Wdb.) is de io. pI. v. u geko-
men. om die vreemde woorden een illheemsch voorkomeu te geven
(vgl, bI. 59 II h~i 80ma (Sauscr.) is daarentegen 8uma geworden.
Aanm. 4 . De reden van een" in een yoo rlantste zware letter.
greep in D. en M. = i in T. , zoo nIs in lumut = limut, ligt buiten
'\ notakseh . Dot Zim6t = Zumat (MaL) is, behoort tot I 28 I.
Aanm. 5. Soms 0 in T., waar D. a beeft, terwijl 't omgekeerde
minder vank plaats heeftj b. v. aftlboló'~g = imb(zlang (D.); sosar= sa·
,ar (D.); .orat = .arat (MaL); gogo, gegok (D.) =gogak (MaL), gak-
gal. (D.); ga/lap (M.),ga.op (MuL) =ga."p (T.); 'opa = ,apo (D.);
,!!mpCta (D.) = ,apota enz. - In 't Lubusch (of m.,eh) vindt men
vaak 0 WQar Men. of Mal. a heeft; misschien ltieruit te verklaren,
"ataban (slaif) in pluats van lwtalJall (buitgemaakte) vnn tahall; zoo·
dat men 't woord een Lubusch voorkomen heeft gegeven om de
miuachting jegens de Lubus als overwonnelingen gekoesterd regt
te doen uitkomen.
Aan"•. 6. Zelden is de i nanst a in een laatste door ng geslotene
lettergreep; b. v . ••.ujang naast buujing; loming = Zamong (MaL),
llmëng (Ja •. ); peutir.g (Sund.) = patanu (MoL). pètëng (Jav.). -
In M. beeft men pilting = pina1lg misschien nadat het eerst pintng
(na.r I h op bI. 58) geweest is.
Llant. In 't Malagasuch is e in een geslolene letlergr. elders, .
door i vertegenwoordigdj b, v, voorhechtsel mi = tn.er (D.), aan·
llechtsel ina (ii bijna stom) = ell (D.), on (T.), tekinJi (bI. 83) =
teket, (Iav,) enz.
Aann" 7. Een 0 in pI. v. 1tloa, zoo nIs in 't Jav. zoo vaak 't
geval is, zelden; voorbeelden zijn sora nanst 81l1!ia1'a (M,), en mora
in eigelln. = muwara. - Van 0 uit au (in tlVee lettergrepen) ook
maar enkele voorbeelden, dosak (D.) uit ria en ",ak (Men. = '
62 §So.
tljanpan); ro, ,oh (D.) = ralM (Jav.); doli uit dal/U (I 30 X
aanm. 2).
! 30. n....d.klitlkm.
?'? met -,..
I. "(k in D., tie bI. 3~ B.) met p .ls beginner van een woord dik-
wijl.; b. v. fl"rap naast k.rap; pul<>k-gulok in plaats van hUok-k.lok
(bL 47 IV a); p;'I ••O (I 27 I) naast 7? '0 0 \ ~; kirlo Cl 27 1) =
kil"", (Men.), OiI<nD (Mal.); kurtik n ...t uurtik ,enz. Tusschen klin-
kers, ofllu cen sluitenden neusklank minder vaak; b. Y. ~ukang (M.) =
6uoano; .anpoak = -r 7? 7? \ , lagil =
lakil; vgl. voorts «juga mei
ojoka (Maknss.), talaga met talaka (Makn ...).
d met I.
Dt 118U8l.:wnktn.
nl. Meestal onder den invloed van een i vindt men alle neUSKlan-
ken met elkander verwisaeld; vgl. mijo, met nvur ( {en.), oeju, (D.),
ngiJer (M.) en "jij'" (Mal.); ngiJat = "Val (1)., Ar. Mal.) maagijamun,
in plaats van mallijamuu; minggoT n3astninggor, domi!a uit duniJa (Ar.
po. Klanlrot1'lCi~8elingen. 63
Ma1.), mamia = ma1JÎ8, uwani = wangi (Jnv.), woange of bange (M.)
en ban. (zie § 29 lI); ".jat (D.) = m.jat uit Mal. majat (zie aant. 1
bI. 18, en bI. 16 r. 2 v. onder), aangijatlg Donst sanijang , wjam (D.)
= majam (V a § 17), nunûttg naast nangittfJ (Jnv.), "ituna uit mitkuna
(Sanscr.) enz.
a. Onder de voorbeelden, waar de i niet gewerkt heeft, beboo-
ren b. v. damol uit dang6l, n07lgán Daast nomán CM:.), nekne'K =
ngolm90k, pangoran nanst pamoran, 8inar (Ma l.) = ,in.gar (Men.),
1'a",or (Mal.) = pa"flUr (Men.), ngarla (zuid-U.) = mada (D.), en
.ada (noord-~L) .
b. Als beginner ,'an een ligtere lettcrg. natuurlijk dikwijls; b. v.
mandijang (v66r een eigenll. ons wijlen) uit een vroeger in 't Men.
bestaande spreekwijze nan di j(Mlg (die hij de Goden is) J aami&ara
uit 8anestjara (Sanscr.), ami8ara uit amm!iiira (&nscr.) enz.
c. im en urn worden als slotklnnken dikwijls met in cn un even
nIs in 't Men. gelijk gesteld; b. v. ra.tum nanst ranlf, mali" nanst
mali.. , djim (ook Jav.) uit Ar. Mal. tIji., jalin (Jav.) uit Ar. Mal.
jat,m , rukun (1\fen. zie bI. 39 aOllt.) uit rum (Ar. Ma1.). vgl. ....,.,.
0 \ '2:" -oc:: 0 \ met a.i. (~Ial. enz.); belon (Ba~w . MaL), bil-
lUI/. (Men.) = Oiilum (Ma!.), enz. Zoo is majam uit l1&aim = mai"
(Mal. , ûe bI. 18 aant. J).
d. Een m en ng worden nIs sluiters zelden verwisseld, en meestal
in ceu laatste lettergreep, die van a, 0 of" voorzien is; b. v. ~
-cs' r- 0::; \ = lanljullg (D.), gotom Danst gotong, w.ltom = ,,[-
tong , littom = lütollg,' tuwam = t'/w:ang; vgl. rantjung (Mal.) nanst
ratltj1~m .
e. De stompe vaste medeklinker clio zich Dil den sluitenden
neusklank bevindt, figt zich te gelijk naar 't geslacht van deze
in galm (on.d. in de aont. bI. 7) de vaste medeklinkers overtreffende
klanken; b. v. tunggu-tunggu nnnsttum6u.tumbu , marindonaastma-
ri"goo. tinggi" (Mal.), en in marriü1'!loir = Undir (Lnmp.), enz.
Aanm. In mu (nanbechtsel tweede persoon enkelvoud. ook Jav .•
Mal. enz.), is door dë terugwerking van den Jipklinker de n in
een lip-neusklank vernederd , ••du (D.) = nu (Mak .... , zie IX) en
verder mu; 't geen de ijlheid der neusklanken, nIs geen wederstand
biedende kla.nken, bewijst.
Aant. 't HUWQ8Ch kent slechts n in plants van llg en nj der andere
tongvallen van 't Malognsi, zoodat urallga (garnaal = Jav. urang)
en uranii (1'('ge" = Jnv. ?ldan) er niet te onderscheidon zijn.
-
64 KlankverwÎ.88tlingen. 130
l en ti.
•
.. \.
JSO. Klankoerwillelingen. (jó
den in Dairi8cl, bi. 85 IU en bI. .0 XIV) nog op te merken adji in
,nangadji (wigcbelboeken lezen) van adkl (Banscr.) , en waar het, even
als in 'tJav. in eigennamen van helden (b. v. 8iaàji marimbulu hOll)
enz. DOrst heteekent, uit at/ki (Banser. opper in zamenstelI. als adkipa
"opperheer"); vgl. voorts àjék,a (Jav.) uit adkjakla (bI. 43 Hl), per.
tiaja (Jav.) uitpratyaja; mertia (Jav.) uit nU2rtya (Sanscr.), enz.
a. Soms is dj ontstaan uit de praepositio di v66r een met een
klinker beginnend woord; zoo b. v. djae en djuZ" uit di ae in pI.
. van di "0.8. (§ 10 h), en di uZu, niettegenstaande zij thans als
8ubs~ntiven in gebruik zijn, door dat men hun ontstaan niet
meer weet; immers zij moeten vroeger aan 't lto<>fd en aan de dij
(vgl. ka,·lta., in D. ?? 'tI") beteekend hebben, door dat men
een landstreek als een ligchaam voorstelde, waarVan 't bovenland-
sehe als koofd (vlu) en 't benedenlandsehe gedeelte als dij (hae) of .
fJOet (Niaseh gac) beschouwd werd. Op dezelfde wijze moet djuma
uit di uma ontstaan zjjn, 't geen bevestigd wordt door kauma
(ka = ka in 't Mal. pracpositio naar), zoodat beide woorden vroe-
ger op den akker en naar den akker hebben beteekend, en eerst
naderhand als substalltivtln iu gebruik zijn gekomell. Verdere
voorbeelden zijn eljakt. in terdjaINt eliaIu (D.) uit di aIn, djaton
(Daj.) uit dia atolI.
6. Minder vank onder den invloed van een u; beh~lve de boven
(bI. 40 XIV onder) aangehaalde voorbeelden, zijn te vermelden
pilunanll (Men.) =piijunang (Makaas.), djuwata (Ja •.) uit duwata
in plaals van dewata (Sanser.), tundjuk in djongkal - (M.) naast
nmduk, djung ada (M.) = du"g ad., idjur = .dur (D., zie bI. 38
Va) enz.; vgL ook djukut (Sund.) = dukut (D. en Kawi), djub.r
(Sund.) uit dub.r (Ar. Mal.), dj.,ta (BaIaT. M.l.) = dusta. enz.
,
§So. 67
VIII. Z"" dikICiill vindt meD '" en 6 als beginne" van vooral lig-
tere lettergrepen of meor dan drie-lettergrepige woord~ll roet elkander
verwisseld; b. v. ma"dailing = lJandailing, maima (eigenn.) = lJaima,
matau = 6atau (bI. 15 r. 2 v. onder), óintora = mintora, morattlrun =
,
60raturun (M.), ..aAaIara (Oaj.) = batar. (Sanscr. Matära), mijanga (Jav.)
uit UJjangga (Sanscr.), .. injawak (Jav.) = bijawak (Mal.), ma.lij.ng
(Men., bI. 4i •.) = 6a';ja.g, bakota = makota (Mal., zie Wdb.), ,.ar-
pati (M.l.) uit MNrjäpati (bl. 47 IV). AI, beginners van twee-lelter-
grepige woorden ziet men ze verwisseld onder anderen in marul n9.88t
lJaTUl, mUlM = bila,; in balám = mal&m en muàá uit huilá exaan".. 2)
heeft de ligtsle lettergreep gewerkt. ~fen vindt zelfs im.na naast
ióana (i6a + na); 't geen verklaarbaar js uit do galm VliD de 11, ca .
't gebruik van 't woord al. voornaamw. (vgl. aant. 2 bI. 76).
i
a. Van de verwisseling vaD à en n zijn als voorbeelden op to
merken: nuno = dunfl. dona (D., § 30 TT a) = tint/a, nnn (b. v. in
-a ëS \ '2';' -.:- 0:: \ - ?? \), in plaats van dan, en 71i oor~
spronkelijk = di,' bij nomá uit àomá, en in "0"flá11 uit dONflán -
(M.) heeft de ligtste lettergreep gelVerkt. •
IJ. Van de verwisseling van fI cn n!J is slechts een enkeld voor~ I
beeld in 'tBalakseh zelve te vermelden; b. v. egat (noord-M). =
ingot; vgl. ngin(!i met Qigi (Mal.).
A ..... Zoo i. duk in pid"k (D.) = nuk in manuk; immers de
woorden, die "OUel beleekenen grulD dikwijls uit de benaming van
een bijzondere vogelBoort; zie djangang-dj.ngang (Mak. ""fIel) van
dj.nga.g (kip), mand ma.uk (zie Wdb.) VOD ",anuk.
A •• t. M.I. heeft zeer dikwijls al. beginner van drie-lettergre-
pige woorden m, waar Men. en'lIat. h, Jav. of Malagasi tO, en
Sund. Ij heeft; b. v. mangk.à. = 6angkuàu (Men. en Bnl.),
~
I
. - ~, ... - ,-
§ 30. 69
w.IIgklll/. (Jav.), tjangkud. (Sund.); mä"gkuwang = bangkulIIO"!I
(Men. en Bat.) , wakllana (Huwaseh bI. 83 aani.), Ijangk"wang
(Sund.); vgl. voort. Ijaringin (Sund.) met waringin (Jav.), barin-
gi" (Men. en Bat); tjarekam (Sund.), met barkam (D.), garAam
(Mal., bI. 48 2'.), baMm (Jnv.); tjalinljing (Sund .) met balimbi"g
(Mal.) enz. 't Sunà: tjalcene (maag{/) is dus uit wawene (wette =
hini in 't Mal.); vgl. hl. 75 in de aant.
Bindar = si'lar (D. en :Mal.) , ainda naast aina (D.), tondU1J{/ = tä-
IIU"I! (Mal.) , iJ"diJralja = naralja (M.I. uit 't S.nser.), nak (Men.) =
h(î..dak (Mal.), b"rllllng (I 27 I) = bUlld."!! (Men.), 8Imd.t (Men.) =
, ••ul, .indawar (D.) = sinawar (Men.), kandi",.ng (Sund.) = nihung
(Mal., vgl. bI. '0 1); endu (D. nonbeehtsel tweede persoon enkelvoud)
= nu (Maka... ), indá = ..a (M. in ..ada), a.. àal.. of iadal. (bI. .3 lIl)
= ccn vroeger nolu (= lalu, zie IV a), inderu (D.) = 'iiru (Men.).
mb. en tno
<mbalno (D.) = .. aU<> (bI. 39 XII a), remb. = rem. (D.), <",baljang
(D.) = matjang (M.l.), I,a.wir;, gambiri (101.) = kiJ",;ri (Jav.) , kara,n-
badj. (Mol.) = karamodj.; vgl. dmoroq na.st dmboroq (Mak.), en bI.
30 in de aanm .
.dant. De H vnn een vreemde ta..11 wordt soms "dj van dasr
p;nài. (Men.) uit pinnace (Engel.eh), dj,"deZa (Mal.) uitjanela
(portug.), almenài!r (Boto •. Mal.) uit Arm"'Îer. Zoo moet de
d van dija, daku en dikow (Mul.) ontstaan zijn door den invloed
van een !lluitenden ti van dangan en '-an (of akan), zoodat men
vroeger dangan aku, aanga,,, ija en dangan ikorD moet gezegd hebben
(ikoIo bestaat nog in D.j. cn T.g.). '( Sund. spreekt een stompen.
I
70 po.
medeklinker no den neuslelank van zijn geslacht zeer zaeht uit
(zoodat. men b. v. in plaats van a.djin!J nagenoeg anji.u hoort),
of maakt hem scherp (b. v. ü.tjak = tindjak). 't Bugineesoh
haat na een sluilenden neuaklank een stompen medeklinker; van
daar tanliaf = lanrljaf (Mak.), rlangKa"u _ àango••o (Mak.),
Mlamp""U = balambang (Mak.). Van daar ook dat 10 al. begin-
nef van een woord na een s1uitenden neusklank, die een m moet
worden, even nIs IJ een p wordt; b. v. tDaramparang in plaats vall
UXJrang warang, watampit;g uit roatatlfj rttitig, 6olampolang in pI.
vaD bolang 6olattg, lJulumpuMltIg in plaats van 6ruung lJu8ung enz.
Zoo is ook d••rumpu/al&an!J nit à••runu ./all!on!J ontstaan. In pI.
van een cl nn cen 81uitenden n beeft het even als 't Mak. gaarne
r (zie bI. 10 aant. 2).
h met 10.
, .
18 0 . Klan),;otrwi88elingell. 71
gerdaAa uit greddltra. In aaAaI' ( __ v-. X . . - 0 ) = doli (T.) uit
dhüU schijnt u door den invloed von de adspiratie 0 geworden te zijn.
Aant. Ook in de zusterlalen vindt men verwarring van k met
10; b. v. gr.A. (Knwi) = ghar. (Mal.) = gano. (Jav.) uit Ure-
XI. Onder den invloed van een triller of van een i en " dilctoy'u ;
b. 'Y. hurlJit = &urllÎt, hari1nborlJor = sari,nhoróoT, kalimbu6u = sali".-
buhu ,inandjar = kina,ulJar, llalittoktok = ,alitloktok I ,inamora-an
J
De t en k all al,ûlers .
XIII. Meestal in ccn laatste vnn i of e voorziene lettorgreep; h. v.
72 . Klank.moiI,iling.... § sa.
met cn ,oaek (§ 29 III lUI.m. 1), /)eM" = 6eAet, luW = l.zlit (bI. 29
F 1); vgl. parik (zie aant. 2) mei parit (Mal.), 8i8ik met n.it (Sund.);
r.bit (Doj. cn Jav.) = r.~il; en tjal>ik (MaJ.), ~u.ip = kook (D.), pe-
,.it (Jav.) = emperik (D.); ltjalmi naast ujatni, misschien uit een vroe-
ger ladn; of la.t.i (bI. 16 r. 8 v. 0.). Verder zijn op te merken rand.t
= ra"àulr, 8ijOt = Bijok, lipavt = 'lipauk; vgl. dd, waarbij klankna-
bootsing gewerkt heeft, met iI;" (D.; vgl. 't Jav. woord) •
.dant. 1. it en ip worden in 't MeD. als slotklanken iq uitge-
sproken; b. v. parig = parit (Mal.); van daar ook zulke spellin-
gen als '-:- !o.i .• in pI. van J..oL.... En zoo kan ta6it (Jnv.)
wel door 't Men. uit ~ ontstaan zijn. Als slotklank wordt
i. als iA uitgesproken (iii~ih = bä.gil). Hieruit, en uit de toe-
passelijkheicl der bcteckcnis op een rivier, bat/gia in air bangia,
zoo als wij naar de spelling uitspreken, want lJangÎÀ (Agamsche
uitspraak, zie bI. 61 boven) moest uit bangi (= Jav. lIIang.) door
de onverstaanbaarheid hiervan ontstaan. Vele woorden worden
met een sluitenden , gucltrer;e", zeUs die in 't Maj. niet op ill
maar op ; uitgaan, b. v. V'~ (üdih) = lidi, V'~ {fa.itiA)
= paniti. Dit schijnt uit pedanterie verklaard te moeten wor.
den. Is për'. (Jav.) = piJra4 door 't Nederl. P'V''''
ontstaan 1
't equivalente woord is immers pwaA (Kawi) van waar ook poluns
(in pI. v. PIIIa4a.) melk (uitP'V"I) •
.dant. 2. Men. spreekt at als slotklank ~g uit; b. v. ~
,äaèg (Rna .oaèg). Zulke woorden in 'tBal. overgenomen, heb-
ben soms cle g niot; vau daar kope uit tjopeg (Rna-Men uitspraak
van tjiJpat, zie § 28).
I. Een n9 als sluiter, waar een bijvorm van 'twoord op een klin-
ker, meestal een 0, u of a, uitgaatj b. v. etong (iD meto-ngetong) = eto,
(Jado naast fJadong, urdong naast urdo; vgl. djolonfJ (Men.) met djolo t
gat/jal/, menong (Men. Jt zeepaardje) uit een vroeger gadjall. men3? kuru ..
hutu-a" = kurullg ltUrlmgan. asang (<< < -z? '7? ë5 X , ) = asa J
talàko (Mak.) = taliikung (MaL), "idje = kWjang (Mal., \ 29 I h)P
Aan,.",. Over 't sluiten vaD i met eCD n of ng zie bI. 56 onder,
aamll.. 1. Men. heen nrm misschien. uit '0 (aanhechtsel derde per-
soon) gevormd (vgl. jallfJ uit ija enz., zie aa'lt. 1 alhier).
Liant. 1. 't Sluiten met een ng heeft grammaticale beteekenis in
jang (Mal.) uit va, even nIs lcang (Jnv.) uit ka (in ika), cn ing-
k.ng (Jav.) uit ika, nng (Jav.) uit ai ('.00 al, nog in D.). D.
slnit 8i (relatief woordje) dikwijls met een neusklank van 't ge-
slacht van den beginner van 't woordj b. v. 8interem. (si + terem),
simpera (n + pera). Aardig is kidu (Mlm. in mallidu uruiken")
vergeleken. met ltidung (neus; vgl. 't Bim. ngilu uruiken" van il"
"neus.")
.
Aant. 2. Als pracpositie is i in 't Jav. met ng gesloten (ing).
)
I uitspraak van m.8iUjil (~, zie bI. '1 .anl); vgl. _pi (Mak.) =
.u/ji (MaL), 8"f/Ï = 8Udji (MaL).
I XIII. U cn W; vgl. ta/aU. met talow., '.Iauar (Sund.) mei ai.da·
"'.r (D.).
70 Xlauberwilaetingen. IS!.
\
XIV. r cn A (Dairisch kj; b. v. rail = Aait, rair = ka";r (IV bI.
15) in kawirm enz .
.da.t. 1. De klankverwi ...linge~, die builen 't Bataksch lig-
gen, en slecbts door de vergelijking met de zustertaten kunnen
gekend worden, kunnen hier niet behandeld worden. Zij z.ijn
voor een Wdb. zeer belangrijk, en noodzakelijk waar men met
woorden te doen heen, waarvan de verklaring in de taal zelve
niet te vinden is. Zoo b. v. is tam;' (iD manami. Haa,. de geesten
oiferm", en tami-tomi Ueen offerfeest, waaraan 't publiek en
niet alleen con bijzondere familie deel neemt"), te verklaren uit
't Jaii. tamu (gaaf), zoodat mana.u eigentIijk beteekent : de gees-
ten tracteer", (aZ. gaat bekandeZen). Hier is de identiteit van de
14 en i nIs slotklank slechts te bewijzen uit een vroegere ge-
daante VDn 't woord; want zoo ccn i (die mIRT. 29 II ook e kan
zijn) slotklank vaD ecn woord is, waar een zustertaal ofaDdere
tongval een ft beeft, dan is er een middenvorm met 'Uj als slot-
klank, die in de een of de andere taal te zoeken is, en daar
som, in twee lettergrepen (als .;.; of .",e) bewaard i. geble-
ven; b. v. Zongi (D. en Ja•.), lange (T.), Zan. (Huwasch, zie
aanl. onder op bI. 6S), lan!l"j (K.wi), ta"goj (D,j. nominale .orm
van na"!loj, zie bI. 67 a, I 30 IV); api (Mal. enz.), aJu (Mal ...
gasi), ,p"j (Kawi); tamu (Jav.), tamllwe (T.), tam.,oej (Daj).,
tamoj (Lamp.), tami (zie boven); t.li (Jav.), toloj (lloeo.), tld";
(Kawi); bal. (T.), baZ,twei (Men.); ,iipei (Meu.) in angin aäpei-aiipei
(een bri4,/e) nanst aapuwe! = aepi (Jav. en Mal.). Andere proe-
ven vnn diergelijke klank verwisselingen kan men in do aant.
va~ 't 13lltaksch lee!boek vinden.
da,tt. 2. Vele klankverbasteringen stann buiten een, regel; zoo
b. v. die, waaraan de vocativus onderhevig is (il6 of it6ng van
woto, ma6J van pantmaen, taag uit turang). Ook woorden, waar-
bij aan de oorspronkelijke beteekenis niet gedacht wordt, vooral
omdat zij tor aanduiding van een betrekking dienst doen, kwi-
nen niet altijd, wat de verandering in vorm betreft, genoegzaam
verklaard worden. ZoO b.•. heen men van tapi (Mal. verkorting
van talapi uit Sanscr. tatk4pi) cn ..n Aami in sommige landschap-
pen, wnar noord-No gesproken wordt, tai en '.ai gemaakt. Jt
Wegvallen van de p cn m is hier niet nnders te verklaren dnn uit
't gebruik vaD die woorden als voegwoord (maar) en voornw. Om
dezelfde reden is Imano in T. nltijd gebruikelijk nl, bet negntief
\81. Klanlroerloislelingetl . 77
imperatief is , terwijl1l1ang, waaruit het veranderd is, steeds ge-
bezigd wordt nIs nominale vorm of imperatief van mangulatl!l (eau
iets gee1i gebruik maken). Ook vooroanmw. worden dikwijls, zoo
als reeds uit !tai in pl. v. hami gebleken is, in een vorm gevonden,
woarin de klank verwisseling niet aan een regel is te onderwer-
pen; van daor ook dat 't Mak. den eindklinker van sommig6
voornaamw., zoo zij zonder nadruk gebezigd worden, beeft onder-
drukt, en hen in een vorm weder geeft, die ze bijna onherken-
baar maakt, aq in pI. v. aku; kiq (eerate en tweede pera. enkelv.)
uit kit (zie bI. 78 boven) in plaàt. van kit. (eerste pers. meerv.
inclusièf); kang (uit kam, zie aant. bI. 7) in plaats van kami, en
mang (uit mam, zie aant. bI. 7) in pl. v. mami (Jnv.). - Dot
voorts de klankverwisseling dikwijls een middel is gew~rden om
een woord een bijzondere beteekenis te geven, ziet men uit laaijak
(8paan8cke ptptr) , dat algemeen in gebroik is in plaats van na
.ijak (I 80 IV a), daar dit te veel zo ude insluiten, en ook loep ..-
selijk zoude zijn op andere heet op de tong zijnde specerijen. Dit
is dan ook de reden, dat men gaorne "alawaa (zie b1. 1S~ 2°.) in pI.
v. !talá. gebruikt , wnnt ~alá. als 't keee. (la.) beteekenende sluit
weder te veel in. Van diergelijke woorden gaat de bijvorm met
zijn beteekenis dikwijls verloren; zoo is b. v. koning in D. nooit
geel, maar altijd curc"ma J terwij l 't Afal. kuni"u nog bezigt in
onderscheiding van kunjit (curcuma = Ot Jav. kuni" zie aanl1t.
2 bI. 68). Zulke woorden hebben dus veel van eigennamen, en
hebben daarom soms ook ccn vorm met ri (ee n voorhechtscl
waard oor men een woord tot eigennaam stempelt); h. v. 8i·hak
(een raaf of kram) van Aak ('t geluid van dien vogel), terwijl D.
kak bezigt, en 't Jav. 'nlJkak; even zoo .i.päda. (Men. gemi",·)
van padaa ("eet op de tong), en aim08in (Luhuseh zout) van m08i"
(= maai", zie aanm. 5 bI. 61). Soms ondergaan zij een verande·
ring die tegen den regel is ; zoo b. v. moet het in M. ( r oe::
0 ' - X ~ ) overgenomene Men. ,impalah (uitper8el van 't
vlecseh vnn ecn coeosnoot) uit 8imparah 1 (ti + p'árah , vgl aant.
1 blo 73 ontstaan zijn. Is hier de l in plaats van, gekomen door
den in vloed vatl de a, of van den neusklank I wnarbij ecn l nIs
zecr verwant met de n liever is ? (zie bI. 64. IV, en hl. G2
, Simpärd komt ook voor, maar telden . nat limpala niet Bnt. i., blijkt
uit paro = pártJ!& (Mal.) .
I
78 182.
aa.... ). - Ook woorden, waarin een geluid. nabootsing zit, zijn
aan geen regel gebonden; b. v. Iillkurug (Mak.) = dukur in en-
àu""r (D. = antluli.') = """"r in liikukur (Mal.), tutu in /Iat.e_
= p!du in .ipulu (Men.); 'gl. ookg.k,gagal/lQk, kaJ<, K"k (D.
en Daj.), gagak (Men. en Jav.). ' .pk.k (J...) enz. (zie Wdb.).
Bij diergelijke woorden zoude men alleen -de gelijkheid van
klinker al. regelmatig willen opgeven.
132.
i ss.
De spelling is nergens bij den Barok geregeld J daar ieder naar de
in zijn landschap gebruikelijke uitspraak schrijft. Zoo spelt men b. v.
Nut ... (geurig) in T. niet alleen?? 2>' ?? 2>' (i I~) maar ook
?? -0.' '2"' 2>' (\ 11), ?? ~ , '2"' r,' (naar de uitspraak)
en ?? 2> , '2"' 2> ,(i IS), terwijl het naar 't Dairiseh overhellende
snb·Tobaseh ???1"?? 2>' C\ 14 a) of ?1?? 2>' (\ 11),
noord·M. ?? 2> , ?'J 2>' (Manàailing3Ck B. I op bI. 26), en zuid·
M. v-,. 2> , ?'J 2>' (bI. 26 r. 2 van onder) cr van maakt. In de
meeste geschriften op boombast vindt men eeu geregelde spelling, die
't woord in zoo'n vorm schrijft, dat' ook iemand, die van de Tobascbe
uitspraak niets weet, het tot zijn eigen tongval met weinig moeite klln
terug brengen. Zoo b. v. kan een Mandailingsch sprekende uit de spel.
ling ?? ~, '?? '2';" zien, dot hij hier hH8ku, beeft uit te spreken
(B bI. 26). In 't Wdb. is dan ook deze spelling gevolgd, daar het vol-
gen van de spelling naar de Tobascbe uitspraak het voor iemand I die
zich in Mandailing of Dairi bevindt, geheel onbruikbaar zoude ge-
maakt hebben. Dat soms de etymologische spelling niet gevolgd wordt,
ziet men uit ?1?? 0::' (bI. 12 r. 3). Die d. uitspraak der ver-
schillende tongvallen kent, zal geene de minste moeite hebben een
woord op do regte plaats in 't Wdb. te zoeken .
.d.allt. De zonderlinge uitspraak vaD T. zoude iemand doen
twijfelen aan 't beweren vaD alle Bataksch sprekenden , dat
namentlijk het Tobasch de grondtaal is, waarvan ~M. en
D. afgeleid zijn; want de uitspraak dezer tongvaUen, geeft
nu en dan de spelling der boom bast-geschriften beter te·
rug dan de Tob8sche. Dat D. van T. afgeleid is, mag meD
wel betwijfelen, en de bewering der Bntaks aldus wijzigen:
D. was oorspronkelijk een verschillende zustertaal, waarvan
de aprekenden door de Toba's zijn overwonnen J zoodat zij
't schrift, en misschien ook de godsdienst i van hun over·
winnaars hebben overgenomen. Dat 't schrift van T. is ont-
leend, blijkt genoeg uit 't gebrek aan een toeken ter aanduÎ-
t Zie ook bI. 14 N°. 3, 18 en 26, en td.,. (ook D.) op bI. 70 (14""'. 1.
!I Vgl. ook bI. 16 onder in ., waaruit blijkt, dat zelt. de uitspraak vau T. op
D. invloed beeft moeten uiwcfencn.
u.
§ ss. Sp,Ui"g. 81
worden, dat er vnn de taal der oorspronkelijke bewoners vou 't
taalgebied van M., waarvan de Lubu's en mu's nu nog de ver~
tegenwoordigers zijn, slechts weinige sporen zijn overgebleven.
Als men or op let, dat aR, en na in T. ti in de uitspraak geven,
en oOk, kk, dan blijkt bet, dat b. v. de volgende woorden 't
overnemen van Tobasche woorden door M. kunnen staven: kat-
nt in T. ia in zuid-Af. antjit in 'nlDfttjit (in plaats vaD malUJntjit,
n.
zie bI. 26 r. 2 v.o.), en T. spelt kansil omdat ook t. geeft; hatair
in T. is in M. 'l;antjir, en T. spelt ba"s;r om dezelfde reden als
bij kat,{t opgegeven is. Beide die woorden echter had men even
goed luuAit en oa81tir kunnen spellen, om de uitaprRak weder te
geven; immers lI.a,hit c'n baahi, geven ook kaUit en batBir, ter-
\vijl zij niet anders kantJit en "antjir kunnen worden dan bij een
volk t dat ts onaangenaam vond., en er ntj van maken moest.
Door ~Ij (nI gespeld) in plaats van tI (Ik in de spelling) te zetten,
is de grondklank, waaruit die woorden zijn ontstaan, niet overeen
te brengen met dien in andere aaD hen verwante woorden j neemt
men kanljil en iJantjir, dan krijgt men de grondklanken Ijil en
tiir, en kan dan deze klanken niet in verband brengen met den
grondklank in hakkir (spelling hangkir), dat in M. ha"gkir uitge-
sproken wordt, ell in baltir; neemt men echter baskir, dan ziet
men den grondklank in nlle drie woorden, die nagenoeg 't zelf-
de beteekenen, want don krijgt men baltÎ1'. bangAir en baskir
met den gemeenen grondklank "ir . E,·enzoo is het met kaskit
gelegen, dat ha.rit gespeld in M. hanljil geeft, want tjit kan
men niet in overeenkomst brengen met den grondklank Mt van
aaltit (Mal. 8akiC). De in grondbeteekenis overeenstemmende
woorden ',itaat, akkat en "taat, die allen thans kin8at, angkat
en "n8at gespeld worden, en in M. leintjat, angkat en utl/'jat
klinken, vertoon en een ongelijken grondklank in deze spelling,
want dan krijgt m~n tweemaal sat en eenmaal kat (kat in 't
Mal. anflkaC). Men moet dus hier alweder vaD de uitspraak van
T. uitgaan, en dus een vroegere spelling Aidkat, angAat en tl8-
kat bij 't onderzoek naar den grondklnnk opzetten, zoodat men
dan den grondklank kat (ook in bork.t) vindt. Veilig mag men
stellen, dat de uitspraak in T. in vroegere tijden meer in overeen-
slcmming was met de etymologische spelling (vgl. bI. 78 XV aanl.
1), zood nt men lm8"u8 en hialû8 uitsprak,twnnt in die andere uit.
spraak lVas de grondklank ligt te ontdekken (hu. = IN.. in D., ki.
o
~ ---~ ..----~'OO:-------'l
. 82 Spelling. I 3S . I
= kil in Dair. kiakia en Mal. kikia), terwijl d. hedendangsche (hut-
lUI' en Ait8is) hem verbergt. Do nieuwere uitspraak moet echter
reeds in zwang geweest zijn) toen de Tobs's 't taalgebied van M.
veroverden, want ua liia"at en kalMt moest in M. hi,kat co hal-
/cit, en niet hi"tjat en haRtjit, zoo als M.. uitspreekt, ontstaan ..
De ti is in een menigte zust.ertalen, als b. ,. in Jav. en Mal.,
niet bekend, zood at de oorspronkelijke bevolking vaD 't taalge.
bied van M., die blijkens 't U1usch en Lubnsch een ta.1 ' pra-
ken, waarvnn 't klankstelsel met dat vaD't Jav. en Mal. overeen-
kwam, ben in ntj moesten veranderen. Dat't zuidelijke gedeelte
• der Bataklanden oo,..pronkelijk door een Maleiseh 'prekende be-
volking bewoond wa" blijkt ook uit de menigte Men. of Mal.
woorden, die in M. aanwezig zijn, en wel met een uitspraak,
die in ~en. niet geldt, maar nog in 't Mal. in zwang is. Men
denke ,Ieeht. aan u1IfIga., dat u.gg. (zie ClO ~....,) zoude
zijn, zoo het onmiddelijk nit 'I Men. (.'~gèh, zie bI. 71 aa.t. 1)
ware overgenomen; even zoo is het gelegen met pa uit Mal.
palla, terwijl het in 't Men . paà.is, en ra (noord.M. eign. van
't land!ohap Rao) dat nanr I 17 II nit ra.,a moet zijn , en bij
geen mogelijkheid uit 't Men. (rao) kan gekomeu zijn; zoo ook
is tobat 't Mal. táhat en niet l1en. (too.g, zie bI. 72 aant. 2).
Uit diergelijke ,peilingen van T. nl. ?? CS' r ~ 0 ' ,
05 ?? .,. 0 \ enz. waar het tegen zijn eigen uitspraak een
neusklank als sluiter voor een scherpen medeklinker plaatst,
mag meu veilig begluiten , dat de besohaving uit het O. door een
Mandailingacben tongvnl heen Daaf het binncnlana gekomen ia.
Ook de echt-Tobe!eh sprekenden moeten zich met de overwon-
nelingen vermengd hebben, want hoe anders te verklaren , dat
T., .nieltegcnstaande het geen tj uitspreken knn, €och dj bezigt ?
immers de stompo geslachtgeooot van de t. is tlz, zoo als nog
in 't Malagasi. Zoo men let op de groore overeenkomst van de
Bataksohe uiuprank met die van genoemde taal, zal men het
niet onwaarschijnlijk vinden I dat 't Bat. vroeger ook een à:
heeft gehad. AI. voorbeelden van die overeenkom,t zijn aan te
halen:
1°, een h als vertegenwoordiger van k eldersj b. v. aA14 = aku
(Mal., Jav. en z.).
2'. een k (in T. kk, zie I 10 en 11), "nar Mal. of Ja •. ngk
heeft; b. v. tuko ('nI rJMoet) = tllt~ko, ",akoana = bano""",ano.
SpeUillfJ· 83
133.
3°. ft ontstaan vnn ten k door eCD voorgnandcn sluiter uit I"
(bI. 26 1); b. v. !lJUr.,,-kakakä uit lOur".ä = hl/rung (Mal.) on
Ilakakä = hak (T.).
4°. 't gemis van den halfklinker j I die door z vertegenwoor-
digd wordt; b. v. l.azu = kaju (Mal.), ,alazan. = .alajan (Mal.
van 8alej).
5°, tBi waar elders t'i is (vgl. bI. SIS IlI)j b. v. tBindzo = tin-
ajoJO (Mal.) , /i"do (T.); JI/tsi =putik (Mal.); I,i.ari = li"aik
(Mnl.); en 't ontstaan van ts uit 8 door een voorgnanden sluiter;
b. v. lala"ta.ruträ (uit Wan. + ,á...,trli).
6°. 't Veranderen van een sluitend en k in h v66r een aan-
bechtsel, dat mot een klinker begint (vgl. I 10); b. v. irá-
kinii van {rahi, (de elot-a nagenoeg stom) en ina (aanhechtsel).
-- ---=-:-:-:---------~---,
D RUK F 0 U TEN.