Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 96

TOBASCHE SPRAAKKUNST.

,-


TOBASCHE SPRAAKKUNST,
IN DIENS1' EN OP KOSTEN

VAN HET

NEDERLANDSCH BIJBELGENOOTSCHAP,

VERVAARDIGD

DOOft

H. N. VAN DER TUUK.

Eerste Stuk.

(KLANKSTELSEL).

_0-

AMSTERDAM,

FREDERIK MULLER.

GEDRUKT BIJ C. A. SPIN & ZOON.

1864.
VOORREDE.

Zoo ik als afgevaardigde van 't Nederlandsch Bijbelgenootschap


..iet verpligt was een Spraakkunst van 't Tobasch te schrijven,
dan zoltde ik dit werk nog eenigen tijd uitgesteld hebben, omdat
ik overtuigd ben niet in staat te z&'n, een Spraakkunst te lcve-
Ten, die van die taal een behoorliy'ke voorstelling geeft, want om
dit te kunnen doen. , is ltet noodig, da,t~ men niet alleen de ver·
scWlende Bataksche tongvaUen kent, maar ook de overige talen
van Sumatra zoo a18 't lo1antawejsch, R ldjang8ch, Lampongscl.
enz. 't Zoude weinig moeite koste-n één Woordenboek van al die
tau", te geven, zoo men .lecht. de gelegenheid I.ad ze ter plaatse
te beoefenen, daar zij elkander niet aUeen in vele woorden, maar
zelfs in eigenaardigheden van uitspraak zoo zeer gel&ken, dat
men dikwijls slecht8 een regel te geven "eeft, waarut't men een
en 't zelfde woord in zijn verscltillende vorme .. kan terug vin-
den. De taal, die veel licltt over sommige on!lerklaarbare ver-
schijnsels van 't Bataksc1, zoude hebben kunnen verspreiden, is
zonder !wijfel het Lubu.ch (of muscl.) in zuid-lo1andailing, daar
toch de Lub"s wel de oorspronkelijke bewoner., althan .• van 't
zuidelijk gedeelte der Bataklanden geweest zullen zijn. Ik I.ad
ook deze taal gaarne in m,:in Woordenboek en Spraakkunst wil-
len opnemen. maar daartoe ontbraken mij de middelen, die
wel noodig wa7'en niet zoo zee1' voor een reu derwaarts, maar
voor een verblijf ter plaatse van eenigen duur.
Uit I t bovenstaande kan men zien, dat ik zeer goed weet, wat
aan mi,jne Spraakkunst ontbreekt , en dat ik ltet aan een ander
moet overlaten, de door mv' waargenomene feiten, - die ik niet
"eb willen verzw&gen, hoe duister 80mmige mij ook gebleven zijn, -
nader te onderzoeken. 't Leveren va.. een model-Spraakkun8t,
waarnaar ziel, ieder voortaan te regelen heeft, die aan de talen
van den Indischen ArcMpel zijn leven wijdt, zal wel voor nie- ·
mand mogelt'jk wezen, afscltoon er zijn, die ziel, verbeelden, door
wiisgeerige redeneringen daartoe in staat te z~'n t. Het zoude mij
1 Zie mijne verhandeling 1heo Roorda'3 beoeflJning tUut luJt Javaa'/Uch beMk41t.
Il VOORREDE.

gemakkelijker geweest zijn, ... ook minder tijd gekost hebben,


zoo ik een kleine Spraakkunst had willen geven, maar ik sta
niet op het hooge .tafldp..nt van een Orokel, om van d... le-
zer te vergm , dat hij iets van mij, zonder dat ik er de be-
wijzen bij geef, als· waarheid moet aannem.... Buitendi... is
een zoogenaamde schets van een spraakkunst meestal niets an-
ders dan een voorwendsel, om zic'. van de mol!tjelijkl!eden af
te maken, en tevens, vooral als men op een geheimzinnige wijze
daarin e...ige raadsel. uitstrooit, een leepe manier om zich buit...
schot te houden. De leerling, die begrijpen zal, dat hij zich
aUeen aa71 'tgeen in de §§ staat, 'ooreerst te houden 'leeft, en
de aanmerkingen, aanteekeningen, en 'tgeen over de tongvallen
vermeld wordt, ooerslaan kan, om het slechts bij voorkomende
moeijelijkheden te raadplegen, kan niet over te groote uitvoerig-
,..id te klagen '/ebben. Voor hem is het raadzaam ziel. voor-
. eerst bij 't Tobaseh te bepalen, en van dit eerste stuk niet meer
dan de 25 eerste bladzijden te lezen, zonder :<!J·n geheugen te
vermoeijen met al de aangehaalde voorbeelden, die ik slechts tot
bewijs 'der verschijnsels heb opgegeven, of met d, afwijkingen,
die in de .'. en b'. enz. vermeld zijn. Eerst wanneer hij zich
de hoofdzak... heeft eigen gemaakt, en reed. aan 't lezen van
teksten is, zal hij daar kennis van moeten ~lemen, om in Blaat te
te zijn een woord in een ongewonen vorm op de regte plaat. in 't
Woordenboek te zoeken. Een korte Spraakkun.t van 't Batak.ch
te schrijven is wel niet zeer gemakkelijk, tenzij men al de vormen,
die een en 't zelfde woord kan hebben (als . b. v. dan, daoan,
daban, d.han en dawan, huskns, usklis, hukklis en hutslis),
in een Woordenboek wilde oJmemen, en dus een Woordenboek
geift, dat door dikheid uitmunt, en de dilettanten in de gele-
g...heid .telt, zeer geleerde vertoogen bij 't groote publiek over
de taal houden. .Misschien zal een ander mij den tijd besparen
tot hèt geve" van een verkorte Spraakkunst, die zonder twijfel
.eel "ut zoude kttnnen doen, zoo hij maar niet de dwaasheid
begaat, zaken weg te lat.... die tot het verstaan van een Ba-
takseh geschrift niet kunnen ontbeerd worden.

AMSTER:ÓAM, H. N. VAN DER TUUR".


18 Mei 1864.
I N LEI DIN G. .

I. 't Bntaksch behoort tot de familie 'van talen, die men de Ma.
leUch-Poly"etiBcke beeft genoemd. en wel tot de Westelijke hoofd-af-
deeling, die zich van de Oostelijke vooral door een kraohtiger klank-
stelsel onderscheidt. In de Westelijke hoofd-afdeeling kan men weder
twee afdeelingen stellen: een cOl18onanti8clu en een fJocaU&clte. Tot de
consonnntische zijn te brengen de talen die een medeklinker nIs slui-
ter vnn een woord hebben, en tot de vocnlischo, die slechts woorden
die op een klinker uitgaan, kennen. Tot de vocalischc behooren b. v.
't Niasch , en ook 't lI-!alagnsisch, hoewel hier de eind klinker van een
woord nagenoeg stom is; b. v. lálanä (fCt'g) = Jav. en Bat. àalan. Tot
de oonsonnntische behooren 'tBataksch, Maleisch, Javaansch, de talen
der Philippijnen en andere, die nog niet toegankelijk zijn. Tot eCD
middensoort, die men de kalf-vocalucke knn noemen, behooren de ta-
len, die zoo als b. v. 't Mennngkabowsch, Mnkasnursch cu Bugineesch
slechts enkele medeklinkers als sluiters van een woorcl dulden .
a. 't Makasaarsch en Bugineesch kennen als sluiters van een
woord slechts den keel.neusklnnk (ng) i, cn een onvolkomen uitge.-
sprokene k (die wij door guitdrukken) 2.
b. 't MeDangkabowsch kent in inkeemlClIe woorden als sluiters
vnn een woord slechts de fJ. 3, de 11. .. , de neusklanken (met uitzon-
dering van de riJ) en een zncht gebraauwde r tSo Overgenomen woor-
den, zoo als barat (uit 't Mal.), b.rkat (uit 't Arob.), zijn als aange-
leerde uitgezonderd.
H. 't Bataksch is als d. t~al van een onbeschaafd volk hijzonder

t.Zio bI. 7 tulnt. 2 Zie bI. 73 r. 1. 3 Zie bI. bI. 71 amd. onder XII" bl.
72 aAnt. 1 cn 2 cn 44nt. onder XIV. "Zie bI. 71 alwt. 1 en 2, hl. 72 aatJt. 1.
rs Zie bI. 52 «anI. S.
IV IN LEID IN G.

arm in woorden, die het olgemeene moeten uitdrukken, en zeer rijk


in dezulke, die 't meer bijzondere te kènnen geven. Zoo b. v. beeft
het geen woord, om aap in 't algemeen uit te drukken, terwijl het van
iedere bijzondere aapsaart een naam opgeeft t. De algemeene woorden
zijn er van bijzondere afgeleid Ct woord voor vOflel is er, b. v. van 'ip
afgeleid i); 't geen wel van alle talen kan gezegd worden.
lIL Er zijn drie hoold-dialecten: 'tTobasch, het Mandailingsch
en het Dalrisch. 't Tobasch is weder onderscheiden in eent POlJaac'" en
su~-Tobasc"', dat naar mate het naar 't Mandailingsch of Dairisch over·
helt, ook weder verschillend is. 't Mandailingsch is weder onderschei·
den in noord-Mandailingacl. (ook wel Angltola.eh genoemd) en zuid-
Mandailingseh. De juiste grenzen dezer dialecten op te geven, is tot
\
nog toe niet te doen. Wat de West-kust van Sumatra betreft, men
kan veilig .tellen, dat het Msndailingsoh zich van 't Ophir- of P.'á-
man-gebergte ten zuiden uitstrekt tot aan de noordelijke grenzen van
Sipirok en Batang-toru. 't Dairisch wordt 1n 't noorden en noord-westen
van :Barus, en verder te Singke1 3 en de binnenlanden dezer plaats
gesproken. Ten Oosten en Noord-Oosten van Siboga (Si-belga), Barus,
Soclmm (Surham) , in Silindnng, en in de aan 't Meer (140) gelegen
land.chappen heerscht 'tTobasch. Wat a. Oostkust b.lreft, uit de be-
rigten van elders weet men, dat aldaar in de binnenlanden twee uia·
leeten gesproken worden, waarvan 't eeDe 't Dairiseh is, cn 't andere 't
Tobasch. In Anderson's Mission la the East...coast of Sumatra heet 't
Tobasch Pardef1!Oanan en 't Dairisch Karow karoIO. Het laatste is de
Maleische uit!!lpraak van KaTa (naam van een landschap. wnar men
Dairisch spreekt), en 't eerste btlteekent waar àem~a1l aanwetig is, d.
i. de taal, waar men de betel demo(ln noemt, zoo als in 'techt..To·
baseli. Deze benaming ia zeer verklaarbaar uit de gewoonte del' in.
landers een vreemdeling op 't onüerscheid van dialect opmerkzaam te
maken door eell woord aan te halen, dat iets voorstelt, dat hem zelf,
zoo als de betel, na aan 'thart ligt. De eerste les, dic ik van een :Bo-
takschen geleerde genoot, was een opsQmming van de woorden, die

~ Voor geed hcaft het drie woorden tondi (de per1oo"lijftft6id van ecn leven-
de). lJegN (th perloonlijk1leid vaD een afgcatorvene; ook Ipook) cn IIIm4#gOt (d.
perloo'llijkheid van een afgcstorvên verwant). Bij 't bijbelvertalende gedeelte VliR

mijn taak heb ik Heiligt Get'd met /()tU/i parbadija moeten yertnlen.
'! Zio bI. 68 aanm.; ûe voorta Wdb. onder znnggan en pnssim.
S Hier is het echter zeer met Maleisl!he en Atjinesche woorden vermengd.
l~ LEIDIN G. v

betel beteekenen, waarbij hij mij vooral op 't hart drukte, mij nieL in ,
te beelden, ooit kans te zullen hebben, 811e in de verschillende land-
schappen gebruikelijke tongvallen meester te worden, en mij in de
meeDing bragt, dnt cr wel ecn paar dozijn tongvallen waren aan.te
loeren.
IV. Van de taalsoorten zijn te noemen:
P. De antlung-taal d. i. de' taal der over een lijk weeklagende
vrouwen. Zij bestaat in versierde uitdrukkingen, die nu eens ver-
ouderde woorden zijn, dan weder omschrijvende, die men door 't
voorhechtsel ai den vorm gee~t van eigennaam; zoo b. v.8i-mandjo-
àj.k (Stapper) in pInnts van pat (been). Vooral in 't Mnndnilillgsch
worden stukken in de andung opgesteld, waarin de schrijver zich
over 7.Îlu ongelukkig lot beklaagt, zijn ouders vnn wreedheid beschul-
digt, daar zij hem niet naar de andere wereld hebben wilden mede
nemen enz. In de verhalen wordt ruimschoots van anàung-woorden
gebruik gemaakt, en zelfs in de poda (zie so.) .
.da",lI. In Dairisch is deze taalsoort niet in zwang.
2°. De nata ni óegu tiJar d. i. de taal, die iemand spreekt, zoo
lang zijn persoonlijkheid (tondJ) plaats maakt voor die van een afge-
storvene, uit wiens naam hij dan spreekt. De woorden van deze taal-
soort zijn dikwijls ook omschrijvende.
8'. h.ta pad. (ondencii6taal) d. i. de tual, die gebezigd wordt in
de boombast-boeken, die meestal in de verschillende soorten van wig-
ehelarij onderrigt geven. Vele woorden hiervan zijn niet in dage-
lijkscJl gebruik; zoo b. v. de namen der 8 cnrdinoal-punten van 't
compas, die allen uit 't Sauserit zijn ontleend (in pl88ts van kabit-
aaran zon-opkomat-plaats, Oosten , heet het dan puróa 'I). _ Iedere
$Oort van wigchelarij heeft hare bijzondere termen, waarvan men niet
altijd de aanleiding kan weten, daargelaten nog, dut sommige soor-
ten von wigchelarij in vele landschappen niet meer in gebruik zijn,
zoodllt men eeu boek. dll8rovcr handelende zonder haar in praktijk
te zien brengen, op vele plaatsen niet kan begrijpen. Zoo wordt b. v.
in de pamodilon (de "und vatl met een geweer tt~ ackietetJ, waarin ondel'-
ligt gegeven wordt als ware het een wigchelarij) in plaats van ra6uk
(brlskruiá) padu8Î (Menangkabowsch "roulo), in plaats van taroktok
(!tartklopping-plaats) dara gtmwrr, (Mal. dara'" gumt'Tult: d01i.det,etld bloer!)
gebezigd.

i Zie bijv. Wdb. onder a!Jo~Ji.


vr IN LEID I Ne.

a. ',at4 tondllttg is ecn minder deftige naam vaD de iata poda I en


wordt ook in een engeren zin genomen, nnmentlijk wanneer men
van een wigchelarij spreekt, dIe niet zoo zeer op den oorlog be·
trekking heefl, en al. dingen van minder gewigt, al. b. v. 't to zoek
raken van eenig goed . behandelende, niet zoozeer door raadpleging
van een boek in werking gebragt wordt.
.4°, Aata pangaraksaon is de versierde taal, die de dat" (theoloog,
wigehelaar, duivelkun,tenaar en doctor te,$eJijk) bij geestaanroepin.
gen af fee.telijke gelegendheden bezigt, .prekende hij dan van Ic·
venlooze voorwerpen als van Hee.ren CD Damee, dh~ een naam krij~
gen, ontleend aan d'een of d'andcre eigenschap van het voorwerp;
b. v. si..raàj.-marlaJinda. (Vorat·rJooNlkander·lcrui,gewijze-geóondm) in
plaat. van tarik .i gordanu (pauk/rom/ij.",), .j..adji-tlUJrMrlo-kirlo
(Vor.t Flikkeraar) in plaat, van.pi (....r) enz. De al, dames voorgo-
,telde voorwerpen heeten iu deze taaIsoort meestal ,i.-ddjaou (de jooue
jujfJ1'OUW zus en zoo).
5'. kata talxu (prevelformulier-taafJ. De woorden zijn niet alleen
verouderde maar zeer vaak geheel onbegrijpelijke, en juist hierdoor
van onbegrijpelijk veel kracht; zoo b. v. óil8umirlahi (uit 't Ar. Mol.
biami·Uah.) , waarvan geen heidensche Bat.k de beteekeni, weet
6'. kata nipartod.ou (de taal der kamj.rh.Ie,,) d. i. de laai, die de
kamferhalers moeten bezigen, om gelukkig te kunnen zijn in 't vinden
van de zoo moeijelijk te vinden kamfer .
..Aanm. Zoo zijn ook bij de jagt en vischvaugst zekere woorden
verboden, en worden als zoodanig door andele vervangen.
V. De Bataksche taol heeft door aanraking met de beschaafdere
Maleijcrs vele woorden uit 't Maleisch overgenomen. De Sanscritsche
woorden zijn er niet onmiddelijk in gekomen, maar door een Maleisch
volk been, daar zij in hun vorm de blijken dragen, vnu'eerst door een
taal, die de klankwetten van 't Jav. of Maleisch beeft, verbasterd te
zijn t. In't Maudailingsch zijn vele woordeJ,1 uit 't Menangkabowsch,
vooral uit dat van 't aangrenzende RáD !:.
VI. In klankstelsel ia 't :Batakach 't naast verwant met 't Malaga.
sisch (zie bI. 8Z onder), maar in de grammatica met't oud.Javaansch

t Zie b. v. hl. til aant., bI. 67 4, en. vgl. mort"'", dat blijkens de 0 (als
vertegenwoordiger van ~, tie bI. 8S IJ) een transcriptie is van 't JaT. mlrt;'iia
uit Sanser. UJr~8fiikts, manfJli de Jav . vorm van 'tSoD8cr. mui, enz.
2 Zie b. v. pden (bI. 50 aant. 2), de namen van klophaan-soorlcn, en7..
1 N LEI DIN G. VII

(Ka ...) en het Tagaalsch. De verwantschap met het Niosch bestaat


slechts in enkele woorden J wnnrvDR de meesten ook in de zo.stertnlen
gevonden worden. Vroeger echter moet het meer woorden met het
Niasch gemeen hebben gehad '.
vno De letterkunde bcatnnt u~t voorschriften (pod4) omtrent wig~
chelarij, verhalen, geeslaanroepingen, weeklagten (a1Ulung) , liedjes
(mek), gedichten van langcren adem, zoo als b. v. de n.margall!lgo1tg
gaol, en verbaal-raadsels IJ,!,han-lorha""n). 't Grootste gedealte be-
stnnt uit proza, waarin echter een menigte rijmpjes zijn ingevloeb~
ten. Vertalingen uit andere talen bestaan er niet, en waar een Ba-
tabch gèschrifl de blijken droogt van uit een andere \nal ontleend te
zijn, is de kleur zoo Bntaksch, dat slechts hier en daar een eigen.
naam den vreemden invloed kan doen vermoeden. Voor de kennis
van tnal en volk zijn de verhalen bet belangrijkst, daar de personen
die er in spelen , di,kwijls sprekende voorkomen. Voor de kennis der
aialecten zijn de wigehelarij-voorschriften van veel belang, daar mon
van deze 800rt van letterkunde bij.na in ieder landschap geschriften
vindt.
a. De verhalen, wceklagten, liedjes, verbalende roadsels en
gedichten worden meestal op bamboe gesehreven. Men. vindt zeer
weinig verhalen op boombasi geschreven.
b. De wigcbelarij-voorscbriften vindt mev. maestal op boombast
geschreven. De boombastboeken heelen pUB/aA. (de uitspraak
van 't Sanscr. pUBtaka) of lop(jan (lapillin in 't Dairiseh). 't Is
niet onwaarscbijnlijk, dat de oudste letterkunde der U.taks in
wigchelgeschriften heeft bestaan.
c. In 't Maodàilingsch worden de verhalen, die met andung-
woorden doorspekt zijn, en zingenderwijs verteld worden J turi-
turijan genaamd, terwijl dio welke in de dagelijksche taal zijn
opgesteld, en sprekenderwijs worden voorgedragen, l1ooar-kobarall
hooten.
d. Wetten vindt men zelden opgeschreven, en evenmin rede~
voeringen, die stellig de schoonste stukken der letterkunde zou-
den zijn, daar de Botaks (vooral die vaD Toba) veel werk daarvan
maken.
VIII. Danr uit gebrek aan verdeeling van den arbeid soms ieder

t Zie Wdb . b. v. onder luwa, tola, waarvan de verkeerde vcrtaling uit \·cr.
walling met vroeger hl hot 'l'obnsch gebc:ûgclc woorden moot verklnllrd worden.
VUl I NL El DIN G.

bijna alle ambachten op zijn tijd uitoefent, zoo kent ieder Batnk zIjn
taal beter dan iemand die tot een besebaafde natie behoort. Uen knu
Item daarom veilig over de namen der verschillend800rtigste znken
raadplegen, als b. v. over de namen van planten, vogels, visschell,
gedeelten van een gebouw, ue termen bij 't sohieten enz. Daar bij hem
bet onderscheid tu.sehen sebrift- en spreektaal, waar hij niet lJlet wig-
chelarij te doen heeft, niet in acht genomen wordt, ZOO schrijft hij zijn
taal gemakkelijker en beter dan menig individu van een beschaafde nll~
tie, die aan d~ ketting loopt van een overgeleverde taal. In Mandsi-
ling is de inlander door den invloed van de door de ambtenaren aan~
gestelde schoolmeesters en tolken, waarvan sommigen vreemdelingeil
zijn, op weg zijn 1.aal slecht te leeren sohrijven. Men kent op ue Gou·
vernementscholen te veel gezag toe aan de Mohammedaanseh gewor·
den Datnks, dio als nieuwe bekeerlingen met Maleische woorden zoo-
veel mogelijk zoeken te pralen'; ,an daar de ellendige schoolboekjes,
die men aldaar der jeugd in handen geeft, en die, zonder dat men er erg
in heeft, den Heiden langzamerhand geheel onder den invloed van
den Mohammedaan zullen brengen.

i Zoo b. ~. bezigt men heden in Mandailing elechte t:elden meer luuijtlra"


(paard), en gebruikt in pI. daarvan bàtJ (Men. Mal.). Dit i_ "el een groot be·
"U- nu ltflleiJchen in,loed. dur dit woord zeUl niet in. 't LubQ,ch . alwaar
men iadjawan bezigt, bekend i8.
I. SCHRIFT EN UITSPllAAK.

i 1.

Men schrijft van de linker- naaf de regterhand I - cn daaf 't geen,


waarop men gemeenlijk schrijft, bamboe is, die wegens de kokerach-
tigc gedaante wel niet gemakkelijker dan in de lengte beschreven of
liever besneden kan worden - steeds van onderen nnar boven: Bij't
lezen kan men 't geschrevene in een horizontale ligging \'66r zich
honden.

I 2. \."
't Alphabeth beet ai-8ija-8i,jaj de schriftteekens, die op ziri'f~ zelve
ccn klank voorstellen I heeten 8urat na BappUZ" Bija (de 19 8ckrifttt!~­
kC1!-8) of ina ni ,urat (groot schrift) in 'tegenstelling van die, welke
slechts met hen in verbinding gelezen, en anak ni 8urat (klein schrift)
genoemd \Vorden.
l.a tli 8UJ'at:
gedaaule. num. klQDk en lraulajplie.
..,.." a drager van een klinker (te vergelijken met do
, stomme" in Jt l~raDscb) .
?'? ka o (§ 10).
oe: ma n•.
"0 na n.
=s- ta r (zie nader § 7 aanOl. 6).
~ la I.
'2"" Ba ..
IJa p.
..-- la I.
~
U" !J in 'L Engclschc !Jood.

-~
=
2
num. ).I~n" fel U'lItcrifl\i •.

dja, i in 1t Engelsche joke, maar met minder sÎssing;


altijd zoo uit te spreken, dat de j vnn de trans-
criptie (tij) niet afzonderlijk hoorbaar i.; raJja en
niet rad-ja.
t1a ti.
<: "ga ng nIs in fÇ{Jjfge1J, of 't Engclscbe Bi6:Uer, mnaf
zó6, dat de klinker a van een voorgaande letter-
greep open blijft klinken; b. v. Mng. cn uiet
rongo. Als beginner vaD ecn woord voor de
meeste Europeanen moeijelijk uiL te spreken.
ba b.
wa •• (zie nader! 17).
ja j (zIe nader! 17).
"" 14ija ",j wordt alleen in 't nlphabct opgegeven maar nooit'
gebruikt (zie nader I 7 aanm. 8).
i de klinker i als op zich zelf een lettergreep VOf-
mende.
de klinker 06 (transcriptie: ti) als op zich !loclf
staande lettergreep .
.dan"", In vele landschappen bezigt men V7 in plaats van
~ , en <::. in plaats van ~ (vgl. ]}airioc" A).
De opgenqerode letters, met uitzondering dcr twee laatste (-=:=- cn
..=.) , worden met acn klinker a uitgesproken; b. v. "" - rap',
Om haar dien k,linker te ontnemen, of wel ecn ander te geven, bezigt
men de anak. ni 8urat, waaronder ook begrepen zijn 't toekon, dat de
ng als sluiter aanduidt, en de pangobt (I 3).
! 3.
..d.nak ni lurat:
o (Aa/odin) staat regls acbter d. letter op dezelfde lijD (""0
_ 0 "pi), eD beeft z lfs in oon gesloten lettergreep den open klank
van i in titel of on'ze ie; 'istil spreke men titBtie. uit.
,. (l,a~orulCan of hahorotan) voorziet den medeklinker van den klin-
ker u, dio zelfs in een gesloten lettergreep den open klank lleeft van
08 bij ons (nooit als u in 't Hoogduit.sc}\e muttsr); t",tUI spreke men.

toealoe. uit. De plaatsing zie men uit "'T'" pu, -r;:" lu, ~, ju,
"'""ö7 mIj c::;o-, bu, ~ unu. ~ ku, ~ 1'U , ~ (~) tu, ~
gIl, ~ <-c::;.)frll, 0; tutt, h B!l, c:::;;- dju,..-:;. iJu, <; n!l".
3
X (sijala of silwa) staat regLS achter den medeklinker op dezelfde
lijn ( c::::;::) x DO), en voorziet hem van een klinker, die nu eens open
(als de o,in ons boven) dan weder gesloten (nls in ons lof) uitgesproken
wordt (zie nader § 6).
_ (lI,atadingan) stant linke evenwijdig mot do bovenste streep
• (ö;:, be), cn geeft den medeklinker den klank e, die nu. eens open (nis
in <le eerste lettergreep vnn leoen), dan weder gesloten (als de e in bef)
uitgesproken wordt (zie nader § ö).
\ (pallgolat) staat achter den medeklinker op dezelfde lijn ( _ \
p), en ontneemt hem zijn a (12 onder); b. v. "'7 - \ rap. De "!!
wordt op die wijze slccht's uit onkunde ontklinkerd, en heeft als slui-
ter tot teeke n de ),;
_ (kamiaaran of lIo/~i"'f1gil) . De plaats van tlit teekcJl is die van
de katadingan maal' regt8 ( a5 hang). Zoo de medeklinker reeds een ,
of 0 heeft , pleegt men het boven hen te schrij ven ; b. v. ex> ö bi,,!!,
ex>x bORg ..
Ieder klinkerteeken staat in een gesloten lettergreep bij den slui-
tenden medeklinker en zoo het naast de letter plaats heeft, v66r den
J

ontklinkernnr (pa ..golat); b. v. :>i:: -,- \ tup, :>i:: - 0 \ tip, :>i::


- x, top. De e kaM naar verkiezing bij zijn medeklinker geschre-
ven worden; de een schrijft haken: G:)?? -0 , J de ander c::;;o??
=;s\. •
Uitapraak der Klink.,..

§ 4. IJ, A.

, Omtrent de klinkers i en u valt niets meer te zeggen na Jt geen


§ 3 gezegd is. Omtrent de a is, na Jt geen § 2 bij de < gezegd is J
nog op te merken, }o. dat hij in een gesloten lettergreep even nIs bij
on' kli~t.
2°. dat hij in een laatste door n of m geslot.elle en uiet geklemtoonde
lettergreep van zijn helderheid zoo veel opgeeft, dat hij naar een 0 in
een geslotene lettergreep zweemt (nagenoeg .als de Fransehe 0 in écoZe),
zoodat hij hiermede dikwijls verward wordt; vaD dMr b. v. Zejan naast
lej.1I.

§ 5. IJ, E .
I. De e klinkt als de e in o~s hef 10. in eCll@cslownc lettergreep
(b. v. sè,'öèng), 20 • iu een apene lettergreep zoo de volgende gesloten
is) en geen ft heeft (b. v. t~ja8 , èaèn!l. ètèt, mèllààt), of open zjjnde een
1•
4
o of a heeft (b. v. èto, mèna), 3°. in een opene laatste lettergreep
die den klemtoon niet heeft (b. v. tàlè), en ~'. in bet op bL 16 (r. & v.
. 0.) vermelde geval.
0
Il. Hij klinkt als de e in de eerste lettergreep van heten 1 iu ,

een opene laatste geklemtoonde lettergreep (h. v. malé), 2'. in een opene
leltergr. als de volgendo een ti heeft (b. v. 6égu, MtuI), en s'. in.een
opene lettergr., zoo de volgende wegens I'. t! heeft (h. v. obi, 6101).

I 6. lJ. O.

I. Als bij on! in lof 1°, in iedere gcslotelle lettergreep. waar I II


en IV geen plaats hebben (h. v. dok, tlIJnO, bot, dbr), 2'. in een openo
lettergreep zoo de volgende een 0 of. beeft (b. v. tlIJkot, tOlè), en 3'. in
een opene lettergreep. zoo rle volgende een "9 als sluitei of beginner
heert (lora,,!!, tonga, àlJnflan, Ilotang).
U. Als 00 in ons rootlm 10. in iedere opene lettergreep. waar 20 •
en 3'. van 1. niet plant, hebben; b. v. 06'0, Mrot, kM., bMat, ttlru,
Ml~'l, d6ran, M.tik, "aal, talJ6, d6b6.
UI. Nagenoeg als de u in de Engelsche woorden Bun en dull in
eCl) laatste door I or n geslotene lettorgreep (b. v. b~n, MbÖf), uitge-
zonderd zoo zij met een r of ng begint (h. v. lliro., tà.gim, da,'fIOl).
IV. Als a in de voorvoegsels ~ ~ X" - --:;. x, en .oe: I

c:::;. x, ; b. v. 0:: t:=5- x , ?? x -:::.. markóda. Zoo die voorvoeg~


aels vóór een stamwoord komen, dat met een klinker begint, laat men
de X ook in 't schrift wegj b. v. ~:=; 0 -:::.. tarida (R s=s x,
+ "'=" --).
a. Dezo uitsprw der voorvoegsels is in 8ub-Toba. en Man~
dailing uIIeen gebruikelijk. In Tobn .preekt men mor"óda uit, en
.. schrijft zelfs, hoewel zelden, ~ X =s. 0 -.:::...
b. Zoo mor. tor en por geen voorvoegsels zijn, behouden zij na~
iuurlijk de gewone uitspraak b. v. in m~rou. pàrlak, torluk (1) maar
tartllJk (voorvoegsel ~ ~ x, en stamw. dok).
c. Zoo "t woord drielettergrepig is, maar niet nfgeleid door
een dier voorvoegsels, spreekt men nanr verkiezing 0 of a uitj b. v.
mortifta eu martifla portilJi enparti/J •. De uitspraak vnn 0 is hier
l

verkieslijk. om het woord als nitst afgeleid te doen uitkomen.


NB. In 't geen verder volgt zullen die teekens van k.linkeruil-
spraak-wijziging niet meer gebezigd worden, en I drukt vOortnall flcn
klemtoon op de laatste lcttcrgreep uit..
5

P"'lOuding der Mei1ektink.,.. lol eU~"àel'.

§ 7.

~ \j U~

IeB.n.PI . ITOIII"I . " ...


IlU~I.IIII'.
a.I.I.'-
'L1~KlU.
HlLLIU. • ..un.

keelletters. . . ... k g ng r h
verhemelteletters . (tj) dj (njl j
landletters...... t d n I
lipletters ....... P b m w

sisser (zie aanm. 1). 1 • I 11

Áanm. 1. De medeklinkers, die in de twee eerste reijen links


onder elkander staan, worden vaat, en de regts van hen staande in
tegenstelling ijl genoemd (vgl. bI. 7 onder in de aant.). De bena-
ming vaste strekke men niet tot de 8 uit, daar de sisser hoewel Va8-
ter dan de medeklinkers, die ijl genoemd zijn, door zijn geruisck
aaD de ijle verwant is (vg!. aaum . 9, en § 30 XI). De halfklinkers
zijn oDder de ijle gebragt, daar lt , ro en j elkanders plaats nemen
(§ 22 II 2° en de aaom.). - De vaste medeklinkers zijn DaaT mate
van den nadruk, waarmede zij uitgesproken word~n, 8cAerp of
stomp. De stompe zijn nimmer sluiters (vgl. Aanm. 7).
a. De 1J wordt wel eens als sluiter ge8ckret)et~1 zoo dezelfde
lettergreep ook met een ó begint; b. v. v...,. c:<) c:<), alJalJ
naast v...,. c::;:;;:) - , aoap .
.daom. 2. De , moet blijkens § 11 onder de ackerpe medeklin-
kers gebragt worden. Hij is een tand-letter; ook in gedaante is hij
de Indische tand-s met weglating van de regts staande neerhaal
(vgl. l;T met 2;"" l. De Ij besl ••t niet in T. en sub.·T. (zie n.der
Mandailingack A.). De .Iompe sisser (c) bestaat in geen B.takschen
tongvafl maar wel in het aan 't Tobaseh zeer verwante HUW8SCh;
hij zou tot de 8 staan als de 9 tot de k I de d lot de ti en de () tot
de p enz .
.dallm. 8. De medeklivkers bij wier voortbrenging 't zelfde
spraakwerktuig in werking is , worden hier gelijli!lachtig genoemd
(p, Ó, men w zijn b. v. gelijkslachtig). .
Lfanm. 4. De onder elkander in de drie linksche reijen staande
medeklinkers zijn ongelijkslachtig I maar geUJkgradig I daar zij tot
hun gcslachtgenooten in dezelfde verhouding staan; de k: g en
-
"!I= Ij: tIj en nj= t: tI en" =p: h en tn. Ook de halCklinkero
zijn gelijkgrodig door dezelfde verbouding tot bun gealaehtgenooten,
doar de j tot de nj, ilj en tj otoat al. de 10 tot de m, h enp. De,
.toat tot de , als de k tot de f/ enz., en is dus gelijkgrodig met
de medeklinkers waaronder hij .tant.
Aanm. 5. De neuskloDken zijn niet nlleen gelijkgrodig maar te-
vens als gelijkalaebtig te beschouwen, daor zij allen door den
neus klinken (uit deze dubbele verwantschap volgt I 80 llI).
Aonm. 6. De benaming sm.lt· of ./Mi·letters is op de r en I
niet toepasselijk, daar zij met een voorgnandcn medeklinker, ol is
deze zelfs scherp en vast, nooit één lettergreep kunnen vormen,
zoodat lettergrepen nIs b. v. tra en tla niet bestoan, en tera en lola
moeten worden (vgJ. :DairiBch A. Il a); blijken.! 95 i. de naom
van triller voor hen 't gepna!. De r is als keel-medeklinker te be-
schouwen J niet alleen omdat hij door sommÎgtl stammen scherp
gebrnanwd als de Arab. É. uitgesproken wordt, maar ook omdat
hij zich gnnrne bij de Q" die een keel·klinker is, bevindt (§ 17
Va), en met den keel-neusklank dezelfde uitzondering in ! 0 III
geef!, De I is tandletter, en wordt al. zood.nig dikwijls met iJ en
.. vel'wi..eld C\ 30 IJ en IV; .gl. ook I 0 lIl). Hij mag in het
Botaksch in één woord niet met de r plaats uemen (§ ~).
Aallm. 7. De stompe medeklinkcnt mag (Deo als een over-
gang tot de ijle beschouwen, te meer doar zij zoo zwak zjjn, dat
zij, zelfs waar de woordvorming het niet eiseht, nB CCD neus-
klank van huu geslacht verloreu gnnn (Dairisch K I eu vgl. I 80
IX). Waar zij sluiter.! zouden moeten zijn, vindt men een 8cltfrpc,
of wel een neusklank van hun geslacht in hunne plaat. (I 30 VI
aan... 1).
Llattm. 8. De n wordt als sluiter in plaats van ~j vóór een dj
geschreven (in M. en D. ook voor een tJ). Natuurlijk rigt hij zich
alsdan naar 't gosl:\cht van dien medeklinker, en klinkt er (lus als
nj, die één ondeelbare kblnk is, ZOOq.t de j van de transcriptie
JÛet gehoqrd wordt. Dat nj 't zij als beginner 't zij tUS8chen twee
klinkers, niet uitgesproken kan worden, blijkt reeds uit zijn naam
nija in pinnts vnn nja (I 2). In 'I Deirisch wordt hij zelf, niet in
't aJphabeth opgenomen (v~Ma.áaili.g.c" E lIl) .
.danm.O. De 8 hoewel een scberpe medeklinker, kan met de l
en r als d6órklinlrer gelden, dasr .ltij even ala deze medeklinkers
al! sluiter den stemstroom niet als de scherpe vnste medeklinkers
7
k. ten p (ue ij zie noum. 10) volkomen afsluit. Vnn dnar dat hij
met de ! en ,. gelijke dienst doel (I 27 IJ.
Aant. Die f'ui8clling van de 6 als sluiter is dnn ook de re-
den, dat woorden die elders op een r, l en 8 uitgaan, in tt
Mnkassnarsch een naBlag hebben, die door eon opgeslokte k ge-
sloten wordt, ell denzelfden klinker heeft nis de; voörgnnndc
lettergreep. terwijl de klemtoon in 't aldus verlengde woord
op de derde lettergreep van achteren valt; b. 1'. lUna8äq = lUlllu
(M.l.), .án!J!Jariiq =
8ánf/f/ar (T.), kápaliig =
kápa! (D.) en"
Daar andere woorden altijd den klemtoon op de voorlaatste
hebben, zoo is de klemtoon oP, de derde van acnteren wel een
bewijs , dnt die lnntste lettergreep slechts een naslag is. die
d6.á.rom vóór een aa'''lecntsel plaats maakt als een oneigentlijke,
niet tot 't stam\v. behoorende. lettergreep. 't Bepalende p geen
vormend aanhechtsel zijnde, ofschoon op dezelfde wijze geschre-
ven, verplaatst den klemtoon niet, en doet om die reden dien tla-

8ldf/ blijven (b. v. kuifpa8aka d. i. k.!ipaaif.q en a). Dat men nu


in 't Makassanrsch luZr14puq vindt naast kllruq, stoot den boven
opgegeven regel niet omver, daar de naslng in dit woord ont-
staan is om 't geruisc11 van een f. als lJla::cr in 't oorspronkelijke
Ar. woord (u)~ ) na te bootsen. De neusklanken worden nIs
sluiters van een woord in 't Makass..1arsch door 1I{J vertegenwoor-
digd ~Dder naslag, waaruit blijkt, dat zij lJiet zoo rui8clundzijn
als de r, l en 8. Sommigen brengen hen daarom onder de ez·
plositiffl, zoodst zij dan met de medeklinkers , die boven vast ge-
Doemd zijn, in één vak zouden moeten staan. Gelukkiger is de
benaming reBo/lIJnt (I 30 UI,). Dat zij in het natakseh ij! zijn,
blijkt onder anderen uit § 30 lil e asurn., en Dairiack F .
.danm. 10. Hoewel de Ij (Mandailingach A.), dj (I 2) en nj
(nanm. 8) ondeelbare medeklinkers zijn, zoo moet meD hen toch
als oorspronkelijk zamengestelde opvatten (zie b. v. § 30 Va); vnn
daar dat ij nooit even als een andere scherpe medeklinker sluiter
is) terwij l nj als sluiter van een woord niet uitgesproken kan wor·
den (vg!. aanm. 8).

§ SJ JTer8t71elting van kli,ûcer8.

Twee gelijke klinkers te zumen komende, 't zij bij n8eiding, 't zij
bij ontmoeting van twee woorden , worden een, zonder daarom lan-
ger te woruen (ûe dJ. Komt de znnmgekokkcnc klinker op die wijze
8
in de laaisic letlergreep Ic ,laan, dan heeft deze den klemtoon; b, v.
~ -=- ~ ?? -0 x \ ltutaAon, - u...,. ~ - x\ v--,. -.=:.. - •
x \ patlopatlop. x, norM". - . , X \
7"? =5 X , o:::t X """""" ""ë5
?? ~ p;;'kalJn, -oe 115 0 --c.. 0 -=;:- marid!.
v--,. ""'ö ,
/J. De voornaamwoordelijke Daobcchtsels mu en Au als ook

~ ?? x =7 en c:;;;:) ~ x verliezen hun eind klinker voor een


adjectief voornaamwoord, De algemeen gebruikelijke spelling I •• t
den klinker ook in 't schrift wegj b. v. ~ * , \ oe: CS X ,

Audjurmón (lludjurmu on) de" urce la"" Evenzoo het uitroepen~


der wijze gebezigde ind!; b. v. V"-,--aO\ ~ ë5X\ indón
(indi + 0") #Ît dit hier! v--,. 0 0 \ "'"' -.:;. indacht (indi +
adu) zi4 dat Ql'nda! Bij c:;;;::,"'\:,rIo X en v-:; ?? x =7 kan de eind~
klinker in 't schrift weggelaten worden; b. v. 00 ~o nanst
,t .
""" "" x "='" bfIJ"
6. De cinrlklinkers der tusschenwerpsels gnnn niet verloren;
b. v. (X) ~ -oe: ba amá"!1. u...,. ~ v...,. -.::.. all edá.
c. u...,. ~ (Ol) verliest vaak zijn eerste lettergreep nn CS
als het pak aan! beteekentj b. v. ft" Ze in plaats VBO na all,
d. De praepositie ai vóór 't voornaamwÇ)ord i komende om een
bijwoord te vormen. mod een a inschuiven; b. v. .-:::.. 0 r 0
di-a-i. Daar de zallmgetrokken klinker. zoo als boven in de § ge_
zegd is. fliet gerekt klinkt als l, zoo zoude, zonder de ingescho-
ven '. di + i slechts di ge\'cn, en niet te onderscbei)lcn zijn van
de gelijkluidende pr.epositie.
e. Achter 't voorhechtsel Bi, zoo 't plaats neemt nn mar, wordt
v66r 2'djur cen t ingcschoven (marsitidjur uit mar + ai + idj"r;
vgl. IJairi,c'. E IV cl,
Aanm. In bot! is i ook met den eindklinker van het voorgaande
woord versmolten, maar op welken klinker ging dat uit? kan men
hier een bow. welijk beteekenoude) on~erslellen P Evenzoo is in biJ.-
tapa (Mal.) slechts apa te herkennen; 't Men. kent h~t niet, eu ge-

brui kt bag ap! ("'>14; bag beleekent g.lijk; bag it., g.lijk dat,
bag ikà, gelijk dil).

I 9,

])e al,dier va'~ etn voorgoand tDoord vormt, zoo de zin 't toelaat, één
lettergreep met de volgende mdt een klinlrer beginne"de leUergref'p va:n 't
volgende; b, v. -===- '?? ~ X \ -::=- ?? ~ X \ i40.tilt.ot, alwaar de 0
van ho' in de tweede lettergreep na.r I ij II open klinkt,
§ 10. Uitapraak vall de ??

De 7? is nIs sluiter een fiks uitgesproken k; b. v. -:::..?? x ,


. ~??, dokdak; bij verkrijgt door ~ {) zijn gewone waarde; b. v .
.=. ~ ?? x \ ..=.. :s<:: ?? x \ uto-lmtok I ?? oe- ?? \ ~ kala-
hi. In 't schrift verdubbeld is hij altijd kk; b. v. "70::;.?? X \ ??
o radjokki.
a. De k als beginner van een lettergreep komt slechts voor iu
twee woorden, namentlijk J.-ujt,,, en beka, welke beide woorden
niet door 't schrift kunnen uitgedrukt worden; kltjuk, dat alleen
als uitroeping gebezigd wordt. is misschien uit een andere tanl,
en lJeka zonder twijfel uit een Mandnilingscbnchtigen tongyal,
te meer danr men vaker lIeta hoort. Een k tusschen twee klin-
kers in overgenomen woorden spreekt men nls een dubbele kuit;
b. v. radjok!:i van 't R.o-Men. radjoki (Jj) De h als beginn er
van een woord of tusschen twee klinkct:s vertegenwoordigt de k
elders; b. v. tukor = tokor (Dairi8clL; zie aldaar B, en Wdb.).
b. De TI valt dikwijl8 weg achter eell i; b. v. QC?? 0 "V'
ë5 , .-.:;. tnahijandu ( QC ?? 0 + '7? (5 \ -.:;. ) , ~ 0 ~
..:- ( z-o + ?? ~ ). -.::...O?? en -.::..o~ . als ook
r 0 ~ ~ X \ en --z:- o?? ~ x .' zijn naast elkander in
gebruik, mnar met onderscheid \'nn betcekenis (zie Wdb.). Achter
a allccn in de woorden v..,. ~, ..e-?? X en a:::>?? CS ,
die ook ~ -=- , ..:-~ X en CA::) v..,. 0 , gespeld worden;
achter e alleen in ;c-??"'O x, dat ook ;c- ~ -0 x \ ge-
speld wordt; achtcr een u in nU1C4 (uit ltuna). Als beginner van
cen woord aeer zelden; b. v. u...; 7"? -:::.. -< 0 \ uit ?? '??
-.::.. < 0 \ (§ 22 IV a, en vgl. Mand.iling.e!, TI á) .
Aamn. In tijop is de Tt verdweneD, en alleen uit 't Dairischo
tj'Up (zie IJairise!, D lIl) te bewijzen. Opmerkelijk is het, dat
D., hoewel heL ecn k. tusschcn twee klinkers heeft, in këtjetlr de k
verloren beeft, zoodat bet dit woord van T. (ltasijor) schijnt ont-
leend te hebben. Dat hiel' dt k, die, zoo nIs boven (a) gezegd is.
in T. Tt is, oorspronkelijk geweest is, ziet men uit 't Sund. tjikurcn
't Mal. /jak.r (vgl. Dairi..k D lIl.).

9 11. De ne14sl..tanken als sluiter8 t;óór eeu 8clterpen medekli"ker.

Een ncusklank wordt als sluiter \'óór een scherpen medeklinker als
de scherlJe ,'ustc
VUil zijn geslacht uitgesproKen; b. v. ?? --::::.. QC \
JO
~ ~adopla, ~ ° V" 0 , r 0:> lijot.",6a - 0' ~ r
0\ patti" ~ 0 \ r ~ \ laüat, -or::: '2'""0 makli enz.
a. Een sluitende" volgt 't geslacht van p ; b. v. ~ ° V" 0 ,
- '2'"'" ==5 0 ~ tijap pa8ttrwu, - 0,. \ - """ë57 \ pUppUtl ,
__ oO:>??o,-x-'rx,o ui batp (6 I 10) po.
!l0ma •
.donm. àuppein plaats van àukps (....::,. "-) komt etldm voor.
IJ. Een neusklank nIs sluiter vaD een eenlettergrepig woord volgt
wel eens 't geslacht vaD een stompen medeklinker en ongclijk~

slachtigen neaskhmk b. v. -.:::.. oe: '\ ë5 '\ (dan + (m-


c::::;o" ~

Ion), ?? ö?? V" 0 ' (ki. + Mja., vgl. a! 22 IV), 0


o , ~ -c-'= nnnst -g ~ -c-'=, ï5 ~ ~ nanst 0 0 ,
~~. Aldus is 0 0 0 \ (5 uit oöo, ë5 0:::0\
0;: uit ë5 ö oe; I f!S ë5 0 '\ ~ uit 0 Ö ~ ontsto.an;
ä,Qc: (nung ma) is niet alleen ,Ul1nma ( 0 0; \ -oe) maar
zelfs c;.,. < ""nga geworden.
c. In woorden, die uit lettergrepen bcst8lm met denzelfden slui-
ter en beginner I volgen m èn lt 't geslo.cht van u; b. V . gou!lyotJ"
in pI. v. gompO'l)J. gonUfJon in pI. v. !lOt/gon. - - De n ka,. als shli-
ter ook in andere gevAllen vóór cen begillnendc'o een m worden;
b. v. kaim·6ottor naDlt hain.fJottar, ócnn«m nanst bonban .
4ant. 't Weglaten van een sluitenden neusklank vóór scherpe
medeklinkers is regel ook in 't Niasch en Moko ?tIoko-MeDsng-
. kabowscb. In de zustertalen vindt men er oveTsl sporen VSD;
b. v. Ia!;, (Sund.) = langki. (Mal.) , opa. (Sund.) = ampa"
(Mal.), lala! (Doj.) = lang.ot (Mal.), djakit (Daj.) iljongl.-it =
(M.l.) enz.

i 12. JJe """.klanken au .luit.,.. zoor .en Il.

Een neusklank als sluiter wordt met een h als beginner cen ver-
dubbelde scherpe vaste medeklinker van zijn eigeu geslaoht; b. v.
~ 0 0 ' ~ 0 0 , ?7, tittittu (§ 11), ?? __ -oe: , ?7, ~ádappu, .
?? X -i ?? X ~ ~o",k·kor"nu, .,..... ?? :s<:: , lakknl.
a. Als sluiter van ccn meer dan twee-letlcrgrcpig woord kan
d~ IJ 't geslacht volgen \'8U cle beginnende k von een aanhechtsel i
b. v~ napurakku naast napuraltu ("'0 T -:::::;. ë5' + ~);
manr zelden hoort men tittikk# in plants UUWu. \":10

h. ]tJcn sluitend.e n volgt "t geslacht "au de 11 ,,"au een volgend


11
woord ; b. v. :st!:/ O"tof' 0 " ~ ~ tijak-k1,ta, -.::.. 0 c::;t:) ??
"0 , ?? x di bfUik (b § 10)-ko enz.
c. 't Aanhechtsel "?? X ë5 ë5 X" ?? ë5 X" wordt naar
deze § ',onotton, cn uaar l; notlOkkon uitgesproken.
d. De 1n moet Jt geslacht volgen vnn een 11 als beginner van
een volgend woord J zoo de ~erste let tergreep hierin open " en de
tweede met een p begint j b. v. v-,. x ( 5 0:: x , ~ --= onok-
kupang. Zoo de eerste lettergreep gesloten is , ka" ' t zelfde pIpots
hebben; van danr onok·koroo naast onop-porbo (V-.:.. x ë5 -oe: x '\
?? =5 x , = x ) manr naar <ieu regel van de § onop-palak (v-,..
x"O'OCX\?? ~?? , ).
Aann" De p is voor sommige stammen van Oostelijk Toba aan
't meer (tao) onuitspreekbaar, cn wordt door hen als k llitgesproken
(!dBO = piso, kekellg = ""pellg). In 't schrift zijn hier enkele spo-
ren van overgebleven j zoo vindt men indak-kodó (= indak podJ
~ 00 \ ~ - x -.::.. X § 11) , rakkor, in plaats van rapp01J
( =5 - , ?? "0 x, § H; vgl. Mal/dai/ing,cl, Ca) .

I 13. Ee .. dubbele S.

Een IJ dubbcld geschreven, of door afleiding en ontmoeting va n


twee woorden te zamen komende wordt tIJ; b. v. ~ '2""" \ '2""" X
"\:7 -.:::.. lat-lJowada, ..=. ~ r x \ z- 0 \;::.::::,. lllot-s'11lde, ~
==.7 X \ ~ X -< r )(' \ r (tartot1gos + aanb. 8a) ta1·tongot8a .

§ 14. De 8ckerpe metlekUnker8 a18 IJZ"Uers c66r een, H .

Ieder schcrpc medeklinker als sluiter wordt met een volgende 7,


dubbeId; b. v. ~"O??, ~ anakku (I JO), - ~ , ~ paltu,
~ =5 -,- \ ~ taruppu, ~ X ~ :>ë! x \ ?? (5 X \ 8olaUan ,
-=- ~ r ·x \ ~ ttlat81t (~
13), ?? 2; \ ? ? Z; \ lWtSllSJ§ 13),
~ ~ X - ~ X \ ?? 'Oe: 0 ltutopot-twmi.
a. 111 lettergrepen, die door deuzclfdeu medeklinker gesloteu
worden, en tevens met ecn lt beginnen, wordt de sluiter met de
I, een dubbele I, (I 10); b. v. ?? - X , ?? - x, "okkop,
'?'? ..;:x: \ '?'? .QC \ lwkkallt . Alleen de IJ is hiervan uitgczon~
{lerd (zio 77 Z; \ ? ? 2'; \ in deze §), maar in het naar Dai.
riseh overhellende sub-Tobasch wordt ook de 8: k; u. v. lmk.
kus = nutsu8. Zoo een , t, sluiter is, vindt men den nlgemccllcn
regel dezer § naast de afwijking; "nu daur ludtut naast ku/.:kut

12
( ??'<;\??'<;\); in ??"""'Ö??':;::X\??xS<!':
o X \ (haZikoHolon) wordt?? ,:;:: x \ ?? S<!': X \ vaker kok-
kol dan hoUDt uitgesproken. Roewelhukkam thaDs ~?? 0::,
(I 12) geschreven wordt, lDoet het blijkens '\ Doirisch (?? 0:; \
?? 0:: \) op dezelfde wijze zijn kk gekregen hebbeD .
.d.anm. De I., die wij uit n.
(I 11), .. (113) en .h (deze I) zien
onlst.an, is de klank dien de Tobaseh sprekendeD iD de Ij tusschen
twee klinkers hooren; von danr hataak-kat'ang (naar § 11 ?? 0 \.
-r ?? 0 , -rgespeld) uit kaljallg-kaljang (MeD. "5ehiet-knge!).
Van tji maakt hij meestnl ti (prutima uit pa,tjima Sanscr. j vgl. Dal..
ri.ck D lIl). Als beginne r vaD een woord oftusschen kliDkers wordt
tj elders door, vertegonwoordigd j b. v, 1'alun = ratjun (D.), ,ina
= tjina (D.).

I 15. Een aluit,nà, N OO6r L, lt en M.

De n als sluiter wordt gelijk aaD eeD beginnende, l, r en m; b. v.


'2""' ë5 \ ~ QC \. - '2""' 0 \. aallappil, ""'ö (5 \. ~ X ao -==s. \
nar-rabar, ~ 0 '"tr- ë5 \. ~ -oe: UiaT rrlma, ':=7 ë5 x \ ~ ë5
,
X \ 1'01ro" , -oe: ë5 x, ~ 0 X \ mommon, ~ 0 ë5 ~ ~
ëS \. oe; tinaruwammu, oc- 0 \. <r- CS \. lallan, ~ ~ """iS \.
..- ~ ëS \ luwal-lae" enz. ,
I 16.

Een 8luilende r l1an ten tloorhecktleZ wordt aa3 een 6tginnende l ge-
lijk gemaakt; - . . , X \ .,..... 0 \ '* pal/andja, 0:: "7 x \ .,.....
':<::: mallange j daarentegen ~ -==7 x , ~ ~, torluk (tor is bier
geen voorhechlsel). •
a. N •• st porluk spreekt meD p.a.k ( - "7 x \ .,..... ?? ,)
uit, hoewel por hier geen voorhechlsel is; aldus schijnt moleng
uit molkng ( 0:: "7 X \ 'é-" ) ontstaaD te zijn.
h. Uit de vergelijking met M. en D. blijkt 't verloreD ga.n
vnn ecu sluitende " van 't vQoThcchtsel -oe:: ~ x, vóór si in
reciproque werkwoordcn; 0::: r 0 c:::::;:, x -:::.. 0 <e- 'ëS' op
elkandet· schieten (mer8ibldill,,, 0., mar8ibodila" M.).
c. In den tongval \'8n Nai pOlpOl (bovenland van Sur/tam) i~
palJuICe in plant! van parouw8 nn een voorhechtsel op ,. (als b. v.
oe::=;.x, ) gebruikelijk; b. v. morpabulr" (elders: morpa,·/;ulCe).
Aant. In 't :.\Inl. valt de r der voorhechtsels weg 1°. zoo de
ollmiddelijk volgendo lettergreep r tot sluiter beeft; b. v. bil-
J3

kiirdja (bär + kiîrdjn), bäp'miJmba''''a .. (bar + enz). 2'. zoo 't


woord met een l' of t begint. Zoo 't woord met ecn klinker
begint. en op eCIl r eindigt, wordt de sluiter "nn 't voorhech tsel
I; b. v. bliladjar (.il bar + adjar), talandj'" (Men.) uit tli,a.·
djur; tetantar (Uatav.) uit tar(h)antar. In andere gevallen blijft
de r van 't voorhechbel ; van daar Wirtc.buran munr Mtärhatlgan
(naar lO.); biilantara is dus niet vau har e~ antara (aant. 1 on-
der § 24).

I 17. n. ',alfW.km.
In Tobo.sch· kunnen zij niet uitgesproken worden . 't sub-Tobllsch
volgt in 't gebruik der halfklinkers nu eens T" dan weder D. en M., I

al nuar mate het naar een dezer tOllgvallen overhelt. Daarom zal het
hieronder uiet overal vermeld worden; om de wijze, wanrop T. de
balfklinkers vermijdt, te doen uitkomen, tullen hier al ele tongvallen
met elkander vergeleken moeten worden.
I. ]Je haVktitlker8 mogen il~ geb~ tonglJal beginntr of 8luiier Zij1'.
Wanr cIders een woord met ecn hunner begint, heeft bet Bat8ksch
r. de verwante klinkers i en u vóór hen; b. v. uwa·11!Je = foangi
(Jnv.) , iJamáll (cigenD.) uit 't Ar. Mal. jamá", uwalu = Uiolu (!av. ,
toJOalu Kawi).
2°. Een IJ in plaats VBn 10, en dj, even als in 't Ma!., in plaats vanj;
b. v. hange naast tmange (zie 1°.), lJorna uit Jav. ,oirna ({Jant. 4. onder
b IV § 23), djaln uit jawa (Sanscr.).
Aanm. Uit aant. 2 onder VIII moet a iu plaats van i in vluga
(Sanser. juga) en eveuzoo in 't Makass. ajoka verklaard worden.

n. w.
H. D. (of Dairisch sub.T) is de eenigste tongval, d,ie tD, w8arvó6r
geen u of 0 staat, tussehen klinkers duldt. In de andere tongvallen
vindt men dan in plaats van te 1°. een IJ. 2'. we!l!lelaten, zoodat dall de
twee gelijke klinkers. waar hij tussehen in staat, ccn worden (9 8), en
' t woord een lettergreep korter wordt, en so. door 0 veroa"'gen, zoodat
't woord een lettergreep langer wordt. Wanneer. en in welken tong.
val het een of 't andere ge'al plallts heen, is niet door een regel te bc~
palen zoo als uit de voorbeelden hierond er blijken zul.
lIl. M. maakt van wa in een geslotene laatste lettergreep gaarne
0; b. = maloas (D.).
V. "laOS

a. Zoo in pInats van toa als siotkl<\nk cIders, een 0 staat, dun
14
is ft woord onmiddelijk uit Men. (zie uot. hl. 15) overgenomen;
zoo b. v. is àj.o (Jsvo) als b. v. in limh.ko àjao (J••. tMak) d.
Men . uitspraak van djalca; eveDZOO ,al1dao in lira ,andao (aal.
peter), en raD (eigenn. vnn een Mal. landschap ten zuiden van
klein Mandailing).
Aan",.. :Bij de voorbeelden wordt de vorm vnn D. voorop ge.
zet, daal hij in 't 'Wdb. beschouwd is geworden Bb die \Vnaruit de
vormen in de andere tongvallen verklaarbaar zijn. Zoo hij in D.
niet bekend is, zal bij de onderstaande voorbeelden tot ecn zus-
tertanl (Jav., Mal. enz.) d. toevlugt genomen worden.

TToor~eelden van àc vertegenwoordiginfl ran een W tU88c"en twee A's.

1. kalOan (D.), hM01. (T.), haan ~L).


2. /alOar (D.), I.oar (T.), I.bar (T.), laar (M.).
S. /aIO" (Mal.), /aoa (M. aluin) = laooa (D. en T. preadlormuZitr
bij een geneesmiddel) daar sterk riekende dingen de geesten, veroor-
zakers V3U kwalc?, verondersteld' worden te verdrijven). 't blijkt dus,
.lat D. Ia"'" VOD T. heeft overgonomen.
4. djlJfI)lJ (Mal., en Jov. in djercareut uit tljatDIJ + IJl&ut; Sanscr.
jallJG), dja6a (T.), dja (T. in iJja-p<U!a.p).
5. mawaa (D.), maoa. (T.), m..., (M.).
6. à.wan (D.), daoa. (T.), àa. (T. cn noord-M.), àalJa.. (T.), da-
~... (zuid-M. in plaats van ria-... zie ManàailillUlCh Eo).
7. Uwarag (Mak.s•.), rabar (T.).
B. rawan (Mal., en D. in rawanen) , r.oon (T.).
9 . ralO'''g (D.), r.aang en ralJang (T.).
10. lare. (D. in lerla"a), la in. marlalá (T.) en mantatá (M.).
11. ralCa (Mal.), ra (noord,.M. eigenn. = rao zie boven regel 4).
12. Ijaltan (D. uit 't Mal. van 't ehin. taa-wan "thee-kop''), .aban
(bI. 12 onder in de aonm.), ,aoan (T.).
IS. dja .... in .lam.dj.wa (D.), àja (T.) in ba/vlDanp-dj•.
14. '&"'01 (D. zie § 24; Men. ",,,,..al), aaraoar (T.), .araor
(M.).
15. iJaroall{J (D.), b.rong (T.); vgl. I 22, .ant. onder n.
16. aroak (D.), ok en 1UXl~· (T.).
17 . dOlOa (D.), do (M., cn T. inàadá).
18. law.ng (D. en Mal. in bllnga-la,o'II{J), laoan!l, W.nu (1'. en D.),
wnnnlit blijkt dat D. laban!! (Rls 'pijktr beteekcnenue) von T. heoft over-
genomen.
15
lD.Ialarea (D.), talM. en lala/Ja (T.), talá (;8) en naderhand lala
o Hl 1 aa'l-m.) in deo cigenn. dat" tala di lJaUtI[Jt (zie Mnt. op 't TInt.
J,ee,b. bI. 2a onder).
20 . IcaICar (D.), kar ('1'. in ,i.karkar).
21. h.lawa" (D.), huldn (T. zie i 8).
22. djalOal , djaoat ('1'.), iljat (noord.M.), djoot (zuirj.M.).
28. gawak (in [Jngatcak), flMak, gak.
24. &atoa (in ulok-sawa, slangsoort vau de grootte vnn ecu boa COII-

strictor), la.
25 ••awak (Mal.), .a/Ja.
26 . lawon (Mal.) taban (ook D.; vgl. § 80 X aanln. 1) .
.d61lm. Als slotklank is tea in T. u geworden in djau ~it djmoa
(Niasch nifalDa; zie aant. bI. 16). Dit oude djau wel te onderschei-
den van djao (zie bI. 14 rog. 2).
Limit. Metta"ukahole,ch vertegenwoordigt 100, als slotklank door
o (gesloten. kl,nk 0); b. v. djao, djio, /Jao =
djalDa, djiwa,
bda enz. Makas8aar6Ch va,.. Salejer kiest I" boven 10 tusschcJl
klinkers (vgl. i 80 X); raka = rmoa (Mak.), djak. = djarea,
pinahang = pinalcallg (Mak.), /()he = lowe (Mak.), .ki = "lOi
(Mak. en Jnv.). 8ultatlgi = auhàngi (Mak. in ploats van 8uwàngi van
bàngi = Jnv . tce1tgi "nacht"j zoo .dat suwangi, dat in 't Mal. VUIl
de Molukken naa,.. spokerig of liever 't Engclschc lUlfmted betec-
kent, eigentlijk naddelijk is), tdmq =. uq (Mak.; zie § 22 II 2°).
Sundasd, heeft gaarne ntj in plaats van ro vooral tusschen twee
a's; lantja = lawa (MaL). lantja (slangaoortnaam) = BatOa (zie
boven nO. 24) , ,.aranljak naast lalawak; alleen schijnt kentJa. =
kiwa (Jav.) to staan; kanljak (D. en Men.) = kawah (Jav.) is
du, uit West·Java gekomen (vg!. § 31 VI 00111.).

1ci = i.

IV. !Di na a wordt in den regel i ; voorbeelden:


L taICi (D.) = lai (T.) in lai·lai.
2. ,awil (D.) = sait (T.).
S. rawit (D.) = rail (T).
'k atliin (D.) = ailt, (T.); vgl. abill.
5. kawil (Bisaj. on Lamp.) = kail (p.), ,,,,jt (T.).
6. k ..git (Bisaj .) , Mw;I,.. (!Iuwa,eh) = hail (T.), "ail (MaL).
a. Zelden wordt 1oi: ft; voorbeeldell:
1. batau (of 1/Iatm, § 30 Vrn), uit Mal. ualalOi (ei3n. Bala.ia).
10

2. !zaut (T.) nonst hait (vg!. boven n'. 6).


3 ......U (Sund.), ,"on!! (T. +29 IV) = .awin!! (Teg.); vgl. dau.
(Mal.) mot r4roi.ä (IJuwascb) enz .
.danm. 1. 't Men. manlareej (eigenn. vaD eilanders die 't blaas.
roer met behendigheid gebruiken. en die zich op 't vervaardigen
van blnnsroer-pijlvergift toeleggen) is als naam van een krachtige
,aart van genoemd vergift, in T. nattaue (in ,nb· Tob. , naUauroe)
geworden (I 30 UI); deroatä (San,er.; Jav. rlj• .,aÛJ) i. debalt. ge.
worden; zoodat D. het uit T. beeft.
Aam", 2. De tD na 0 in /) veranderd zelden; cen yoorbecld: boóan
naast lJowan •
.Aant. Van tetca hier, en QlDa elders zijn Mn te halen lawa8
(Men.) = l"wa. (Mal.) , 'ara",al (Men.) = .arulDal (Ar. Mal.) , .a.
Ulala (Sund.) = auwala (Mal.); langkaroaa (Bi.aj.) = la"Ukultla.
(Mal.); eu van au = aroa .. paroa. (Mal. ",al.illC") = pa •• (Men.)
manawangi van nOtl1t.!I (Mal.; vgl. aQnm . bI. U) enz. Hieruit mis.
schien te verklaren haukun (kond' eigent!. 't lage fJOOTrCerp, zie
IJairi.c" F.) van een vroeger bau" (i 31 IV) =ha.,a" (Mal.); vg!.
.)~ (zwijn) en a.àapa. (J••. zwijn) van a.dap (laag).

n. J.
V. Zoowel a ala 0 vó6rjin sub·Tob. enM., wordte in T.j voorbeelden:
1. beo.!!a. = bajan!!a. (~L).
2. beom = bojom (M.).
S. P'op = pojnp (,ub.T.).
4 . l.anu = /ajanu (M.), en 10jm'l1 (D. en M.).
5. bevAan = óoj.!za. (M.).
6. eo = ojo (,ub.T) .
.dan ... deák, ook in .ub·T. gebruikelijk, heeft mi ...llien vroeger
daják 'n••st zich gehad (zie nader § 28 lI); ..al (ook .ub·T., "jaC;
moet vroeger blijkens 6ait (Men.) Mljat DaAst zich gehad hebben (zie
aant. 1 hl. 18). Evenzoo is kjalm ook in ,ub·T. gebruikelijk (vgl.
onder VI 't vierde voorbeeld, en I 30 XIII).
NB. De e, dio aldus in de derde van achteren komt, wordt met
een zekere haking uitgesprokeu, alsof zijn lettergreep een afzonderlijk
woord ware (bcuha. al, bè-u,,"n, de e IlChcrp of gesloten); zie de re.
den I 22 III d. .
a. Zonderling Us het, dat D., dat cen j zelfs bezigen moet
(zie aldunr C I), ook e beeft in woorden, clio in 8ub-T. en
17
M. een j tusschen twee a', hebben, uUgt;ontkrd soms wanneer
de lett.ergr. met een r beginl (nanm. 6 § 7); b. v. kj_ng = w.jong
(M.), bejangin = baJa"ua. (M. en Bub-T.) enz.; daarenrege"n rajar
en rajam (in uen eigenn. ailJiru rajam), terwijl het reja en "aja
Danst elkander bezigt.
VI. Minder vaak vindt men in T" dat soms hierin door 8ub-T.
cn noord-Mandai1lngsch gevolgd wordt, ae, waar elders aja gebezigd I

wordtj voorbeelden:
1. tuwan lajan (zuid-M.)= t.wal-Zam (\16), tuwan la ... (noord-M.).
2. gulam (AL) uit 'I Men. uuw.ja. (in gukj gnlajan "allerlei soorten
van toespijs").
3. lalaen uit een vroeger lalajan in Men! (latej 4- an, z..ie aant. op
bI. 30 onder), zoodat hel vroeger misschien Ite'" lUTbij.terd heeft be-
teekend.
4. robaja. (zuid-M.) = rob... (sub-T. en noord-M.), terwijl T.
naar de boven (V) opgegeven regel ook ra/wuI heeft~
6. 8ang bitlaja DRBst Batig 6i"ae (T.).
6. parlcajan nnast parlcaen (M.). - Opmerkelijk keda. ( ?? ~ ,
-.::. v-, zie Dair. B en C op bI. 34) = !..dea (T.) en kadaja (.ub-T.);
vgl. ook Zajá8 nnast /ajé•.
a. Van ae in T. in plaats van ajo in sub-T. of M. ziju'de vol-
gende voorbeelden ann te halen:
1. aek (T. en sub-T.) = ajak (sub.T); vgl. air (Men.) = ajar
(Mal.) in aant. 1 bI. 18.
2 ••aep (T. en sub.T.) = .ajop (M.).
S. 'lUim (T. en sub.T.) = .ajam (M.).
b. aja in plaats van een oorspronkelijker ae vindt men in pa-
""ja = pal..e, hajan (M.) uit baen .1s uitspraak van baken (110 b).
VII. Zoo de u aan weerskanten van de j staat, heeft T. in plaats
van de eerste u: i; b. v. 8iup = 8Ujup, Uung = tujrmg enz..
a. Van daar verlvisseling van iu of iju'met uju; zoo heeft sub-
T. vaD Men. masiju of man.tiju, dat in T. mali. moet worden, ma--
.uj. gem.akt; missohien is tujung op dezelfde wijze ui.t tiung (zoo-
als in 'tLampongsch) ontstaan.
VIII. Dej na een a en v66reen u ofo in T. weggelaten: voorbeelden:
1. ka. = Mj•.
2. 6ao = baJo.
S. 8aur = 8ajur.
Deze woorden zijn echter met de Tob. uitspraak ook in sub.T. in
2
18
zwang; 't eerste in kau-taaggurwag, ft tweede in eigenllDmen, als b. v.
~ao pau, en 't dordo. in .allT-mahnDa ma. Z,UJefl vindt men in dit ge·
val de j door i vervangen; e.n voorbeeld i. palo;OII = pajOflO1l .
. a. Na een" vindt men ju door; v,ervangen alleen inhaion (ltaijcm
in sulrT.) uit lJajuon, als het in 'tolgemeon hladm beteekent, die
tot .Z.cht- qf mau....k ;.lJtzigd rtorihn. terwijl naar den regel in
T. 6••0. (snb-T.: 6ai-) gebezigd wordt. WDnneor het van ..am-
6aj. (iets .leekten) het verhole substentief (OOi,et N' clecllt.......t
k .Z.ohkl. w) is. - Na _ • vóór een 0 wordt j of weggelaten.
ot door i vervangen i zoo vindt men ma nanst ",ia = auja (in ha-
pur .uj.). lappu.ng nDD.t lapp.ia.g (\ 11) uit lampaj.ng (Mal.).
A.nt. 1. Men. heeft ai (in twen lettergrepen uit te spreken)
waar Mal. dikwijll oJa h..ft; b. v./ai, = Iojar. ~r =6.jar.
air = ajaT. Mal. heeft wel eens aja waar ai moest staDD; b.
v. modat = mait (Men. tweeleUergr.) uit Ar . ..:-i-.. (mritéénlet-

tergr.); vgl.. kajo}, (Jav.) mei kail (Mal.)• ..oJlRIl=mai. (Mal.
190 III c.).
Aaot. 2. Van ij hier = ai elders zijn als voorbeelden aan te
halen: bij...ak (Mal.) = IxValOak (Tag.). oJ"Ia in plo ...",ijUU"
(bI. 19 ...... ). lai. (noco) = haliia (l\{n\') enz.

De Kl<1II1oo••

§l8.
D. klemtoon volt op de Innt,te ai voorlaatate lettergreep; b. v. tla&.
Mltok, dtbató. nb6r.ng. De klinker van de niet geklemtoonde letter-
greep is duidQlijk. en mag niet kleurloo8 worden, zoo ala in onze uil-
.praak nn kdsflltfd (als t.,ee"""fj en ,{ngkil (.ls Singkel). Do voor-
laatste niilt geklemtooode lettergreep ;. de ligkk (in de6atá, 6a. in
da&, diJ); clie. ..•• rop d. klemtoon valt de noare (in genoemde voor-
beelden ta on 0; en ia 60U0i: lJol); en, die ua een zware or vóór de
.ligtste .tent de liult. die men ook """arad/jg. zoude kunnen noemen
{ill deb.U, de. in IJóUoI, tok). terwijl alo lig"'" te besebonwen i. de let-
tergreep die v66r de ......- vóórla.tate staat (in tiMr••g, 81).
A ..... Tn 't Dairi8cA (zie bI. ..a ""....) i. ook een lig"'" laat.t.
lettergreep.
a. Woorden vaD meer dan drie lettergrepen worden nagenoeg
o.ls twee woorden uitgesproken. Men scbeid ze in deelen, wnnr-
Uil 't laatste drie lettergrepen heeft. zoo 't getalleltergrepen on·
JU
even is. Alleen 'I Inatste gedeelte heert den vollen klemtoou ;
b. v. gàbe-lJólon, ààramha"uf.DQ, durnàreàé, pàhOllJàlumó/rkmr.; waar- .
uit men ziet, dat de halve klemtoon I die in 'teerste gedeelte
door, een \ is aangeduid, dezelfde plaats als in .'t tweede in-
neemt.
Á.a"t. De scheiding in twee woorden komt vooral uit in die
talen, wanr de a als & (of b) nil«esproken wordt, zoo .Is b. v.
in 't Menangkabowsch, waar men b. v. tjinä..butt! vindt (alsof
hel blinde Ohi.... heteekende I) o.il tjih.iMilta (zie bI. 47 ou-
der).

i 19. Plaat, .an ders klemtoo•.


Op welke lettergreep de klemtoon moet vallen, is hier nog niet
te bepalen, daar de plaats van den klemtoon niet aUeen vaD de soort
afhangt, waartoe 't woord behoort, maar ook van de dienst, die hetin
den zin verrigt. Voorloopig boude men zich ann 't volgende:
I. Substnntiven hebben in den regel de voorlaatste zwaar; b. v. 6{.
jaou (konáJ, Ixfltok (buik) enz. .
a. Uitz01Iderin{/eli zijn overgenomen woorden, of die, waarin
de laatste lettergr. een zaamgetrokken klinker bevat (zie b. v.
n'. 21 bI. 16); deóatá (Sanscr. deroatä), ,"Uorá (Sanscr. autra, Mal.
8rdära), ,ukkurá (Banser. Ijukra, Jav. 8u"ra; over de 0 hier zie § 7
nanm. 6); ijomó. (4 17 1), .aumru. (eigenn.) uit '\ Men. of Mal.
",aman (Ar. C)~). - Hoe naru1nÓ aan zijn klemtoon komt,
weet ik niet .
.danm. Substantiven, wier laatste lettergreep zwaar is, verleg~
gen gaarne den klemtoon naar de voorlaatslo; zoo b. v. tala (zie
n'. 19 bI. 15) uit talá, dwata (M.) in plaats van de6atá.
IJ. ~-OC:O\~-r;--oc:o\ (eigenn. zie man Wdb.),
..,.... ~ x -.:- Ö (eigenn., van een Auta) en r 0 ~ ;::;:::,. wor-
den als zamengestelde woorden - waarin 't laatste woord duister
is - imlmlu-man, alo-Ung en 8ila.1f,g-de uitgesproken; even zoo "a-
jllm-6a"f1 dnl uit AaJu + .. + 6a"f1 (o.it 60100'9) beatnet.
Il. Alle eenlettergrepige voornaamw. trekken als adj"'tiif den
klemtoon op zich, zoodat dan 't voor hen staande woord een halven
klemtoon heeft; b. v. ? ? . . - ? ? , v--. ë5 x, (deee lieden) kàla-kon
(I 10); vandaar ook, dat zij den eindklinker van sommige woorden op-
slurpen (4 8 a).
a. Met een eenlettergrepige prnepositic vóór zich om bijwoor-
2'
20
clen te maken. vormtin zij tweelettergrepige woorden wier~aatsto
I

lettergreep zwa.r i8; b. v. dilt (aldaar, zie 18 à). Is de praeposi-


tie meerleltergrepig, dan krijgt deze den halven klemtoon; b. v.
~ 0 'V' 0 \ ...... 0 X \ (laog. dit, A;"" lang.) i\ja-nón
(I 9).
lIL De laatste lettergreep is zwaar in 't tUS!chenwerpsel aU, en in
eeD woord, waarmede men iemand aanspreekt; b. v. aU radjanam:
o ont~ l'or8t I EV6DZOO bij ieder van de woorden, \Vaar mede men aan-
.preekt; b. v....... _ ...... ~ - < ..- v-. '2'" x \ aU amák
(111) pangalaó•.
a. 't Tus80benwerpsel m, dat bij 't aanspreken ~achter den vo-
cativu. plants neemt, is ~it{;ezonderd; h. v. 0:. X ~ o-oe
':;;:' ...... QC: x \ ""'f" 0::: ...... -oe 0 \ COI:>7 ~ QC: 0 \
""7

...rk Oelt.ld, H.er _.t


...... X ':;;:' hod ,na i oppl.ng ,adjt! imh1d.-ma-n6i (aldOl lOa. lid er
Imhulu-Jfanf).

§ 20. De klemtoon i. rifg.leid. DJ ... ... aan~AtuI .oorzim.


woorden.

I. Bij v66ra.n plnat.hebbende afleiding heeft 't stamwoord den


klemtoon; b. v . •and6k, en mandók (atamw. dok), ..ardohU. (atamw.
"",), maturó (.tamw. rol, padodót (stamw. dot; waaronder het in het
Wdb. bad moeten geplaatst worden), dadt! (tweemaal dal, Bipét en ,i-
luik (voorhechtael .i + pa en Aak).
II. De klemtoon verspringt een lettergreep Daar achteren door een
nnnhechtscl, al wordt het woord er niet langer door; b. v. k'Undulan
(htlnd.! + an), hudjo,... (!."diu, + mul, angolm (ónu!JÏ + m), pabaá-
hon (p. + hóa + Mn).
a. h. en t. ala ...",.aat uitdrukkende ••nhechtsel. trekken
den klemtoon op zich; b. v. -oe -, 0 \ ~ ~ magandjaktu
of QC: - , 0 \ <!- ~ flUJgandjakkll (t. lang is het); evenzoo
an, rus het een meerderen graad uitdrukt, en 't daarvan voor
ziene woord sla praedicaat optreedt; b. v. dengganón (ochooner is
het); evenzoo de woorden van denzelfden vorm, die liner bctee-
kenen, zoo als ,ahandn, tag,,"ón, adongán (M.) cnz.
~. ~, -.::.. x « x D.), -oe (-oe x D.), "ö en öo
zijn geen a.nheehtsels; vandaat lako ma Vla.') ...... ~ "- au p'
(ook ik) enz. - Zoo pc en do, of do en ma onmiddelijk op ~Ik.n­
der volgeul worden zij als ééllwoord uitgesproken met een zware

I'
21
laatsle lettergreep; b. v.p0d6 (pe + do, zie § 28 I a), dopé(M.) ,
domá (M.). Ook als podó (of zijn bijvorm pellé) na voor zich
heeft, behoudt bet dien klemtoon; b. v. napodó. - Over 1Ian6t,
zie § S2 1.
Aanm. 1. De regelen van den klemtoon kunnen allen hier nog
niet behandeld worden (1). - Bij vele woorden is de klemtoon wil-
lekeurig, en niet aan ecn regel te onderwerpenj zoo b. v. spreekt
men r X . . , ~ X " al, h.t op á'een of d' andre. tijd (in de toe-
komst) beteekent, lOf/ot uit, maar 80g6t zoo het de bele.kenis heert
van .,.oeg i. den oc1Uend. Dat dit niet uit de beleekeni. Ie verkla-
ren is, blijkt uit !Julé (M.) = logot. De nominale vorm van pau-
lakon (pa + uia + kon) namentlijk - .=. ..--, die al, imperatief
gebezigd wordt, en in 't passief optreedt, wordt paulá uitgesproken,
als het beteekent doe allaI, oein, terwijl paula: doe werken zoude
beteekenen. Ook hier is de beteekenis niet de reden vaD 't onder.
scheid van lettergreep-klemtoon, waot in M. bezigt men mambaen-
!Ja.. (doen allof, oeinzen) van mamnae. (maken); waaruit blijkt, dat
paukt ook van ula (ma"9ula "werken") moet afgeleid worden.
ddnm . 2. 't Balaksch kent slechts den lettergreep-loon in een
woord. De woord-klemtoon, waardoor men op een woord in den zin
den nadruk legt, is er onbekend.
Lfanm. S. De klinker der voorlaatste lettorgreep wordt wel eens
gerckrom de beteekenis te versterken, en een" cn i worden dan 0
en e, terwijl in de volgende lettergreep i of " dezelfde wijziging
ondergaat; b. v. adcwe {pi"dscl. zeer zee}' tier) in plaats vnn aduwi
(ui.tJa.h).

DE BINDU'S.

I 21.

Zinscheidingteekens zijn niet gebruikelijk. 't Eenigste teeken, dat

(1) In 't Wdb. zijn de intranaitive werkwoo.rden, die den klem~on op de


laatate lettergreep bebben door een bijvoegeliJk nal.Dlwoord of deelwoord in 't
Nederd. vertaald; 100 b. v. i, ~??..- b, waar bet met ingldrongm
vertaald i,. e.A.1r •• .
uit te spreken; dav (tier zij,.) is er met tier vertaald. De
meeste van die woorden nemen den klemtoon op de voorlaatste (Maduo en fta.

tiJ.), '00 ,ij na al ma vMr zich nemen (zie verder beneden).


22
als zoodanig kan beschouwd worden, i. een naar den linker kant open-
staand half cirkeltje, dat achter de lelter , haar als 'I ware omsluiten-
de, geplaatst wordt, en even al. de ontklinkeraar (18)pa.Ooltd (qf_
.ZuiteT) beet. Hel wordt daar gebezigd, waar de plaatsing van zekere
woorden, den lezer niet tot 't goed lezen von den zin kan leiden; b. v.
'=" 0:: u-.. r -.::.. 0 - X 77?'? 0 -) ooox, "7 x
?'? X 0:: o .x - :R: )( \ u-.. ~ m daar Ik rea.., waar... zij
(zijn voelen door de wortels) worde. "'kneld; tIla", komt uV mii opzoe-
k.... Stond hier de a/.ZwikT niet, aan zoude men oallÓ!l als bepaling
van 't gekneld zijn opvatten. Dit teeken i. mij niet anders dan op
bamboe voorgekomen, en schijnt van nieuweren datum te zijn. In 'i
Leesboek heb ik cr hier en daar meer gebruik van gemaakt dan bij
de inlanders, die er teer achteloos mede lijn, 't geval is. Algemeen
gebruikelijk zijn daarentegen de teekens, die bi.tl. heelen; hiervan
zijn twee 8oorten: de eel'$te die 't begin van een geschrift 8anduidt,
heet bind_goa.no (~()()/d-bi.d.; de gedaante zie Leeab. I bI. 1), en de
tweede die ean 't begin van de afdeeling van een geschrift, of wel vnn
een ander vers slaat: bind. na metek (klein. bindu; de gedaante zie
Leeab. I bI. 4 onder).
G. In brieven (op bemboe) wordt in plaats van de bi.du-ooa.nil
de bindupinardjol... (bind. in Ik gedaante ta. een mI_h) geoo.
zigd. De staart van deze bind. doorloopt de gel...le bamboe-go-
leding; b. v.

o
u-.. ~ r. ~:R: \ :R:Oo)( < r x \ 00
~~::::::-. , ~ r 0:: x \
u-.. 0 X \ Dit i. een 1I<",l-
C/O
b";'/oan Go,. Bombaon enz. - Naar mate van 't beeld,
dat men in zoo'n slecht geteekende figuur ziet, heeft zoo'n bind"
ook andere namen, ols b. v. bindupinarolok (bind. in Ik ueda.nt.
van een ,lang) enz.
b. de bind" na ...t.k heet ook nasr de gedaan Ie bind. pi1larbo-
rOl (bi.à.. i. d. il6a.ante ... .m .ruclit). Ook de.. biMU heeft
80mà eeu f4taaTt, die de gebee1e bladzijde doorloopt, om d'eene
nfdeeling van de andere Ie scheiden.
c. In sommige"""" wordt 't taeken !I/, dot bij de mij beo
kend geworden Batak. niet in gebrnik is, even al. a. bind. na
""td gebetigd, maar in onderscheid doarvan ook acbter den ti.
tel vnn een geschrift vMr 'I eigenlijke begin, omdat men gewoon
i. den titel op den.elfden regel ala 't begin te schrijven. Ik heb
23
cr in 't J.JCesboek telkens "gebruik van gömaakL (zie b. \'. bI. 1
Leesb. I).

Lmoefening.

(De tekst zie Batakseh Leesb. I bI. 1 en vlgg.).

(lJindu-godatlg) Suhutan Nan-Djomba-ilikjjj .. ad6ng ma halak na


sningnn , mnrgownr si-singgn-ulubalangj aSB j ma na mnrdjolmahot si.
born 8urigB, i ma na marhutnhok kuta padang matoguj sukkot ni Iw.-
gabejom ma ibano. anggo mafomaa , alai anggo dnkdanak sada pe SQwa-
da. Dung ni nsa lao ma ibana meda-ngedak tu balijaD J dids ma paf-
buwe ni rukkung banggik nnoga sai marrara di baellnmunna; dung ni,
asa di tultuli ma dakka ni haju ij duk sappe bowanonna di rohalla.
midjur ma ibano, di putihi ma, di lejom ma di pangon djolmsnll ij
sahat butoog ma djolmaoa i u8 IDsDgap parbuwe ni rukkung bnnggi-
hi j dung Di, nsn modam ma n&sida, mnrnipi ma djolma ni radja i,
dipi-mn: ra dali-doH tu lambungnaj dung Di, asn manukkum ma ibana:
"aha ma ni-ulamu aM itóngl di baer ro hamn tu lambukk6n"Pj botf ma
ninna. "010 it6 ro pe au tus6n, ad6ng ma na hu-dok: di pangnk ka-
mu nariap parbuwe ni rukkung banggik , molo Daek parsaulijak kinor-
honni di bnmunn, pnngnk-knmu ma sadn manuk nn IDarpuli, sada mn-
nuk sabur bittang baek karoaona; mala sa di pangak-kamu i, rd tuk
kamagowan do hinorhonnt j slai mala di pangak-kamu i, ra tuk par-
eaUliJllh clo liinorhohüf; op pe d. ha il61 i do na budók di bam u di
baer ro aUi" botf ma niDDe. flOlo it6! mala i ma bapé ui ulamuna di
baen na ra, djadi do tutu; ati-hunang di pabowa hamunn, nd6ng bi-
noto?" botf ma DibDa djolma ui radja i. Dung ni, a5a sum ma nasida
na IDnrhatn i; asa lao ma doli·doli na ro i. Dung ni, aM tarsunggul
ma djolma ni radja i, dingot ma nipina i. Duk tora-ngari, asa di
dokkom ma naposoDa manakkup manuk dnwB, sada na marpuli, aadn
sabur bittang: Dung Di, nsn manukkum ma radja i: "tu aha maDn-hi,
di baep pala duwa di buwat toP" botf ma ninna radja i. "010 sian'k
ni na.n1boru! nad6ng ma uIaanna, di baek kubuwnt; aai nae-ngau
manga.m manuk; agija-tad6k kaugoluwam musé"; bot{ ma ninnn djol~
mana i. Dung ni, asa di parmasak ma. tutUj Bum muak, asa di dip~
pu ma indahat tu pinggan. Dung ni, nsa di tibali ma djuhut manu-hi
tu panganaD; dung Di, nsa di hatnhom ma tn tondina: Halé tondikk(t!
mangnm manuk Da marpuli ma bita, dohot mangam manuk sabur bit-
tangj barowan ni nipikku naborngim mn on"j botr mn ninna. DUII O'
24
ni, as_ di p_ngam ma tutu dj~bnl mann-bi dobo-tindnha-ni; sn-nibn-
Da IOsogan, marnnpurnm ma ibana. Dong ui, Rsa sappe ma snbulnn
dung di pSllgan t manu-hi, naa di pnraÎgoro. hala1c ma ibnnn: dung ni,
asn di dokkor radja i IDa guru aijnpuluwan mambaep pugar parmeme.
Dunk aun di baeu. :11 paga-ri, asa mangam ma nssida; sum mangaD,
858 zr:.anukkum ma radja i: nunga di baek ka paga-ri gurunamfl pabo-

wa horat.sor88 dillgin-dingin, hadadao Di begu, donok ui parsanlijan";


botf ma ninnD. "010 radjanamf! anggo tong mom indn-ngad611g di
• rohak\u, alai anggo na di dalom laut, to-ngaafk eogot rupanf sijar ru-
pa ni halsk, ra tung mambaet lihas i S di ho"; bot{ ma ninna. "OIo
gurunamf! aoggo lupana i, stik na heb' pe ropnoa, indada dobonon
i , tu ho; nonk ao-tijur do tolhat sarOW8U"; botr ma ninnll. HOla ra-
djaDam{ aoggo tung di mam ni djolmami, pos robám"; bot{ ma Dinna
datunD. i. DllUg ni, asa sum ma nasida no IDorhat& i, midjur ma datu
i. Dllng ni asn sappe ma duwa bulan dung na mllmbaep paga-ri. aso
matoras mlf cme, tubu ma nB di dalom lautj ro mn djolma Di radja i,
di bereng ma tutu, did. ilik do paják di djolona; dung ni, pitt6r gon-
dók do panailina. Dung ui, aso. di djopput ma. tinubuhonua i, di ba~
Inti luloo. Dung ni, ... di appebom ma tu lakkingan ili-hi; dung ni
maridi ma ibau8 Lu Hek. Ilo ma radja iJ dihuttot sijap pUWj monggop
ma ibans di djl\lu ni tapijnn. Dung ni maridi ma djolmana ij dida mil
hutuha ui djolmnna i uungo. alpfs: "nuDga tolbat sarowallejatni, nUD-
ga alp1t su-id. buluba ni djolmakkán; n. songon dij. ulaning na lubu
iP" ninDa Johana. Dung Di aso. 1ao ma ibans muli J pittór di djumung
ma tu hag:!s. Dung Di, llS8 di t8Dapi ms di bago-si; indadong dids;
lino. tu dija ma di bacn tubutul ijl" niona rohana. Dung n.i J asa ro ma
djotmana i sija-naek; dung ni, manukkum ma radja i: Cltu dijn do 08
tinubuhommfP a16 boni ui datulá.ng" I botf na nione. 010 rndjanamf

t De ,. wordt hier niet uaar lIen medekliDker, wlIlrmede 't volgende woord
begint, gewijzigd, omdat .4•• -1i (die kippen) Inbject is ..... di ,all91UI (door
Aaa, gIlt/Int). De regel ,an t 15 zoude hier gelden, zoo 't lubstantief achter
di P"~tl1' de persoon uitdrukte. waanau de inhoud van 't werkwoord' uitgaat
(di p(1.1IIa. _41',.,,-1. zonde door dil iipptt gegIl". beteekenen).
!I tJlfl 4 - ri i. hier 't subject nu di {Jtun (tom door 1,. Aet 6doedmiddel ge-
1'et/d fltmtut!1 taU enz.); anden zoude hier de sluitende" als puitgesproken wor-
a.. (\U .).
3 i .laat hier als substantief; anden zoude het tiAa-ri lijn.
Vlg. noot 8.
M andauing.cn klank.tell.l. 25
di takkinga,ni do hu-bnen; ai 8sfng do sijat tubu ni ho1nk;" hatf ma
ninna djolmnnn i. "010 born ni radjanamfl ai aha do lejatni na tinu-
buhomm{P" bati ma Dinnn radja i. uOl0, anák Di namborul ilik do na
hu-tubuho-ni;" batf ma nionn. Dong ui, nsa gond6k be ma nasida;
dung ni, aM di rijor radja i ma tu takkingan, dids ma ili-hi nungn
mnndjirir djirir. Dung ui, asa di djopput radja i mn, nneng di sappat-
tom ma ili-hi; una-ngnu di sappaUok-ko alé npáugl molo' tung di bunn
ho BU, sai mago do 110; hnpé, molo di pangolu ho do au, aai gabe do
hot hotr ma uions. Dung Di, aSB sundat ma di 8appnttor radja i.
(Unàu na me/ek of U",l. pinarbora.) Dung ni, Bsa sappe ma pitu bor-
ngin enz.

MANDAILINGSCH.

A. &krift.

Een h met twee .treepj.. op den rug, die t""lpi (roggeoraaM) hee-
ten, wordt gebruikt om eeD Ic uit te drukken. In zuid-M. is, met de
tompi in gebruik om Ij uit te drnkken. De tj is nagenoeg de Engelsehe
cll in cltild. maar met minder sissing, zoodat het even als reeds van de
dj (\ 2) en nj (\ 7 nanm. 8) gezegd is, een ondeelbare medeklinker
is, waarin de j van de transcriptie niet afzonderlijk te hooren is (tjaiJing
en niet tja/-jing). ]leide deze achriftteekens (n en ~) zijn van
jongen datum, er zijn slechts bij zeer weinige woorden, en meestal bij
die uit 't Oeloeseh of Menangkabowseh overgenomen zijn, volstrekt
noodzakel-ijk (zie nader onder B. en D). 't Schrift versehiJt 81eoMs in
enkele letters, zoodst men. na kennis van 't Tobnsohe genomen te
hebben. bet met weinig inspanning kan leeren lezen. Alleen de let-
ters, die veel in gedaante verschillen. geef ik hier op j de overige kan
men uit 't tweede stuk van 't Leesboek gemakkelijk leeren kennen. r ;
= ??, ~ = 7 . -:( = T."""'S'- (ook: "",»='2';',S-=~;
~ (tj. zie boven), -i'-; (ka zie boven). De nu nis sluiter heeft .ltijd
de gewone plaats (~x 8onf/. -= 0 ping). De ina ni Burat heeten
induk 1lÎ 8urat, e.q de anak ni 8urat: da1Ulk ui 8tlrat. De eerste worden
in de hier onder staande volgorde in zuid·M. opgegeven. terwijl in
noord-:af. weder een andere in gebruik is: ~ -;-; ' è -oe: ~
:::::;C::=-'-"~-~ __ <"c:;:t:)~<"'CI""-;::-~

~ +. - De i heet uluwa, de n: boruta of bUTtlta, de 0: 8ijala


fÛU, de e: talinfJu, cn het teeken von een slllitende nfJ: ami&ara. Ou-
der de {[anale 1tÏ 8t/rat wordt ook de tompi gebragt.
,
- ,

26 Mallàaili"g8ck klankltek,l.
Aa"'''. In gedaante is de ~ de Indische long.8, die in 't
Saneer. en Jav. van do p slechts door een streep verschilt; vgl.
met ~ , "Cl (P) met llf <1l en ... met "' .

B. ik k ••n k.

J. De A is onmiddelijk na een aluit.. k; b. v. por~-i8 = porM. (T.),


mar,,"ta = markuta (T.), manjoWtkon = ..."olottlJn (oc: ë x .......
~ x, ?? ë x,), di boen ka (zuid.M.), bMe ka (noord.M., zio à'
Cl" = d. ba,k·ka (I 12 b).
IT. In twee volgende lettergrepen ia 11 als beginner onaangenaam)
en vindt men "in plRato van de cerste 7. cen ki b. v. kek, (ver!rekken)
eigentlijk = Mk, (T.' op,/a.n), kakáng (alleen nis vocativus gebruikt)
= kaM"g ' (T.), kikik, kalla'ggr (nit kaka +. aaggi in T.; kaka wordt
mijns wetens in dezen tongval afzonderlijk niet gebruikt), enz.
a. Wanneer door herhaling van een op een medeklinker eindi~
gend woord wegen. I 't twcede woord met een k begint, maakt
deze tongval aoma den beginner Van 't eersle ook tot een k; b. v.
kija ....kjja.i (kija. tweemaal + .).
b. 't Bezigt k als beginner ook in gevallen, die niet te bepalen
zijn; voorbeelden zijn kerek = herek (T.) , kikit (misschien door
Mal. invlopd, en herinnering àan 'tMal. kikir), mikim, kuwat(A.r.
Mal.) , na kobol (door Mal. invloed) =
na kobol (T.).. mardak{ng
(stamw. king = king in T.), kaljitjiren (door 'tMcn. zio Wdb.),
kut., timlJako (door 't Men. timbakalll), enz. In keta is d. kuit
ken. (keta is keke + ita .ie cl alhier, en conder E).
Aanm. zuid·M. heeft bij woorden, waarvan de afleiding niet dui~
dclijk is J zoodat zij nIs stamwoord kuuDen gelden I in plaats vaD
kk tusscben klinkers altijd ogk; hieruit rangk.. te verklaren als
rakkon (zie aanm. 112).
c. Dikwijls vindt meD k in een overgenomen Meft. woord J
waar dit 11. heeft, alleen manr om het een vreemd voorkomen te
gevenj zoo vindt men manta~'ari (in de prevelformuliercn) = man·
takari (Men. = Mal. mO:/a.hari), ••kaja = tjakaj& (Men.); immers
daar n in 't Bataksch een k van 't Mal. of Men. vertegenwoordigt
(I 10 a), zoo nam men de kuit vreea, dat 't woord met een h 10
B.takach zoude klinken! (vgl. D IV a).
á. zuid·M. laat do- h weg, tûJtle&onderd wnar I plants beeft;
b. v. 'Jot = iAat, ijan = iltan, dat/oN = dalmnon enz. Dit wegla.
Mandai/ing.ck kla ..krtewel. 27
ien vnp de h is soms in noord~M. ook bij sommige woorden geijkt
geworden; zoo b. v. in 't voor hechtsel maki (b. v. maÏ80lat == ma~
kilolat); vgl. maikotang uit makikotang (zie blo 41 onder a).

C. Sluitenà, .,••klanken .66r ••furp' medeklinkers.


Het zuid.M. spreekt de neusklanken nIs sluiters ,6ór de scherpe
vaste medeklinkers uit, terwijl noord·},!. T. volgt (§ 11), maar met de ,J
n als sluiter v66r een p geen uitzondering maakt (§ 11 a)j b. v. teman
pargarut•• (zuid-M.), temat parg.rutan (noord-M.), pantil (zuid-M.),
patti. (noord.M.), !a''iJk. (zuid-M.), !akka (noord-M.) enz.
a. zuid-M. maakt van dubbele k gaarne ngk (zie aanm. onder
13.), of werpt soms een k weg; b. v. mandokon = ma'ldo!ckotJ
(zie G.) .
.&ant. Daaruit misschien te verklaren, dat wel eeus eCD woord
dat in T. op k uitg••t, in M_ op een klinker eindigt; b. v_
,urdu" . 8urdu (M.); immers 8urdukkon kan in zuid-M. aur.du-
kon worden, en dit kan weder als 8UTduhon in noord-M., dat de
h tusschen twee klinkers even als T. bemint, gehoord worden;
zoodat men kon als 't aanhechtsel van 't woord afsclieidcnde,
niets meer overhield dan aurdu.

D. de • en de tj.

I . De 8is in zuid-M. na een .luitende. altijd tj; b. v. !antjat =


latlat (T.). Evenzoo de 8 van 't aanhechtsel Ba na iederen anderen slui-
lenden medeklinker; b. v. dapottja = dapot•• (T.).
11. In noord-M. is de 8 altijd ij na iederen sluitenden vasten mede-
klinker, 't zij oorspronkelijk in 't woord hoorende of door C. ontstaan;
b. v. maktj; = mak.. (T.) = mang" (zuid-M.), laltjat (zie bij I), ',a-
lak-tjokko-ni 1 = alak .ongkoni 1 (zuid-M., zie B. áJ, hup tjokkoni I =
urn .ongko-ni I (zuid-M., zie B. d.).
IlI. De 8 als beginner van een lettergreep in een woord, waarin
reeds een lettergreep door I of II met tj begint, wordt tj uitgespro-
keu; b. v. óintj.djur (zuid-M.), bit/jutjftr (noord-M.) = óit••"" (T.);
evenzoo a"tjotjak (zuid-M.) en attjotjak (noord-M.) .
.dant. In 't Mal. vindt men een 8 als beginner van een letter-
greep wel eeus in tj veranderd, omdat een andere lettergreep
met tj begint; b. v. tj.tji nnnst .utjj, tjuIJJatja uit S.nser . •watjtjka,
,

28 Mandailingsck klank.kZ..I.
tjatjang (Men.) = .ajang (Jav. en Sund.l; vgl. D.iri.ck
D Il op bI. 35.
IV. Er zijn echter gevallen, waar d. .... volstrekt noodzakelijk is,
en men niet uit de plaats door de. ingenomen, weten kan, dat hij als
ij moet uitgesproken worden; b. v. ~ ~o, dat uit het Men. "'n-
ring (= 7?"2"" ö) moet ontstean zijn, want daar de, in de tweede
lettergreep wegen. I tj wordt, zoo moest de , der eerste naar m hem
gelijk worden. De JO zal hier door noord-M. onlloorboar geworden zijn
(C.), zood.t misschien ergens in zuid-U. de uitspro.k tjanijing nog in
zwang is. - In katjil i. de tj een overblijfsel von 't Mol. kantjil met
weglating van een uit PI in noord-M. 'naar C ontstane t.
D. Jlij katjitjir... (uit Rao-Men. lr.titi".) is tj ontstonn door de

zucht 't woord a]s Maleisch te etcmpelen; immers men meende


door ti te :Bataksch te zijn, want uit de vergelijking van een
woord al. b. v. 't Mal. tjintjin met 't Bot. tinti.. moeat men dat ti
te B.taksch vinden (vg!. c. onder B).
71. Woorden, waarin ij niet te verklaren is. zijn zeer weinig in
getal, en denkelijk allen uit 't Men. of Uiuaeh; b. v. ""17kaljak,
totjonga1tg, enz.
E.

Do ..,."..U;nU "" klinker. heeft hier .1.in T. plaats moar vóór-


n.n; b. v. t.ta (zuid.M.) uit tu-uia (B. ti) = t.-Tl.1a (noord.M.); mar-
k.lala (zuid-JlL) in plante vnn m.rk.la·ata = markala-kala (noord-M.)
CUZ.; daarentegen maridi.i cn niet maridi zoonls in T.
a. Zoo a do klinker is in de lasIaLe lettergreep, achuiCt zuid~M.
een /. in; b. v. parkalaka.. = parkala-an (noord-M.) = parkalán
(T.); evenzoo is daAa. ontstaan uit da..an met weg,nlling van de
w van cla", •• (no. e op bI. \4).
6. ao"V'x behoudt zijn eindkiinker v66r de OOjeotive voor-
nanmwoorclcn (lJaj• •), terwijl aHor4 (\ 8 a) mij in dezen tongval
nooit voorgekomen ia. - In r.uid.M. wordt de eind klinker van
mu en A. uiel opgeslurpt (\ 8 a).
c. Zementrekkingen in zuid-M, nis pintarlJangon in pI. v. pintu-
orb••gOll (arlJa»u ... = korlJangoa in noord-M.); en keta in pI. v.
ke-e it" (kehe kita in noord-M.) zijn zeldzaam; ev.nzoo hori (noord- -'-
"M.) in pI. v. haori.
d. aU verliest zijn eerste lettergreep (vgl. § 8 c) ook na d. in-
lertorjeetie ba (.. ada ba Ie).

,
Malldailillg.el, kumklleZ,,/. 29
e. Achter 't voorhechtsel pa kan vó6r ida een I alo ingeschoven
gelden (palidaM. uit pa + id4 + ko.), daar id. tban, alo ,tam-
woord geldt.
f. tusschen kala-ki (ol, voornaamw. derde pers.) en i (al, ad-
ject. voornw.) wbrdt n ingeschoven; b. v. kala-kini (?? oe:- ?? ,
-:;;:- + -:;;:-).
F. OndmcTuid .a. klanken i. MandailillglCh e. PalJascn.
1. Id = U (vg!. G); b. v. maldo = mallo (T.), tuldang = tuUang
(T.), poldak =poUak (I 16 a) .
H. UIa in een gesloten I.atate lettergreep in .nb-T. (en D.) i, bier
0; zie bI. IS r. S v. o. en de voorbeelden op bI U; waaruit blijkt dat
soms T. gevolgd wordt. .
lIl. "j altijd, - waar T. en D. n hebben in 't verhale voorvoegsel
(met een sluitenden neusklank) als de , als beginner van 'tstamw.
wegvalt; b. v. manjurat = manurat (m.enurat D.) vaD mrat, uügtZml-
dtrd wanneer de tweede lettergreep van 't stamwoord ook met een 8
begint; van daar manosop vaD 60801, manu'" van IUIU.
a. zuid-M. stoort zich soms niet aan de uitzondering.
Aanm. 1. De nj is nu eens vertegenwoordiger vanj (sub-T.), dan
weder van n; b. v. tanja = tana, njaba = naba, panjogon (zuid-M.)
= pajQ{fM (bI. 18 r. 3). Wanneer nj een "t of een j vertegenwoor-
digt, is niet te bepalen; zoo b. v. is 't Mal. minjak ook hier mijak
even rus in sub-T. t terwijl Dairisch minalt heeft .
.dant. Waar d'eene tOllgval n, en d'andere j heeft, moet men
- - daar n en j elkander's plaats niet nemen - - uitgaan van
een nj in een elders bestaand woord; b. v. miJak (zie aanm. 1);
bojom. (Dair.: blnim) veronderstelt een bonjom of benjm ergens;
even zoo '?'? 0 ~ 0 \ en '?'? 0 ëS ëS \ . Zoo zijn na
(B.tak,ch aanhecht,el derde persoon) en ja in ija (Mal. voor-
nnamw. derde persoon) beiden uitgegaan vaD nja (Mal. en Men.
nIlllhechtsel derde persoon) zoo als blijkt uit 't Men. injtt (d.1
= ..sJ); vg!. ook pojop met p,"è}> (D.).
Aanm: 2. In plaats van. nja of Ilnja in M. vindt men ook in T .
nna of nni; b. v. imanna en irMmmi = imanja of irisannja. In
sommige streken van Tabs gebruikt men. even als in 't Huwasch,
n; = ?la (als aanhechtsel derde pers.), waaruit de overeenstemming
met 't Mal. nanhechtsel (zje aanl.) blijkt. De i ,chijnt hier een
poging te zijn den verhemelte-klank tij terug te geven, even als in
30
at&dara,i, waar ti moet gekomen zijn om tja weder te geven vaD in ..
tIirtJIja (D.) .
.lant. Men. is afkeerig van "ji en heeft ni; b. v. lcuniq (I 30
xm ..nl. 1) = ....jit (MaJ.), ....i = ...ji (MaJ.) enz.; 't Jav.
soma ook; b. v. ko.i, = mjJl, oni = ~••ji (MaJ.).
IV. Een tI al. beginner van een lettergreep, waar T. I beeft in
woorden, waarin een 1ettergreep, meestal een voorgaande, met l of,
begint; voorbeelden: lidN." = lilu.", lidi = lili, .ido (in ",...tjido)=
= 1Üo, Ijjado.a. (uit riAatl"'f'" zie ! 10 6) = ljjalOlan.
A.anm. Er kan hier geen melding gemaald worden vnn woordvor-
men, waarin 't aanwezig zijn van zekere klanken niet aan regels
kan onderworpen worden; zoo b. v. is bet geen regel, dat deze
tengval mb tn'80ben twee klinkers kiest, waar T. of een znstertaal
slechte 111 heeft; men vindt timlJHI = ti11lUl, djomlJur :;::: djomuf,
!l"m6ot = gomtl (D., zie IJai""''' A. TI 6 ep bI. 33), maar oman =
Mal. ämiJ.. (vgl. Jav. UmMlo); zie verder I 30 IX.

G.

PenluMtliirg fIa. MRz"ldetJ mttkklioker in zuid-11. dikwijla .......-


dm; vnn daar F. I, C. a, en marlalfgB (f 16), t~lluu,-JajanJ mONmo1l
(115), ...adok.,. (C. a).
a. noord-?{. volgt natuurlijk vaak T.; b. v. • imm. = .i"U",.
(zuid.M.), ninna = .i"!I.a (zuid-M.) en ••"'".. even als in T. (! 116),
.."ndokkon even ala in T. (C. a). - Ook F. 1. geldier.
Aa"t. In 't overnemen van woorden uit 't Menangkabowsch
worden de tweeklanken 9 en ow, die daarin slecht. als slot-
klanken voorkomen, of uoor ~ of 0 wedergege,en, of in twee
lettergrepen (twee klinkers) overgebrogt (h. v. lindj6u uit Men.
,f,.djollJ). Die tweeklanken zijn in 't Men. onn,If'"', waarvan
het eerate heatanddeel (0) door 'I tweede (i of .) gekleurd ia;
kemt een met een klinker beginnend aanhechloel nchter hen te
stonn, zoo herkrijgen zij hun eerste bestanddeel ongekleurd; b.
v. gu/Aj•• (in gukj gol4j•• ) uit gokj + ••, panindj• .,•• uit
paNindjow (van tindjolO) + en. Wij zullen die tweeklanken
door fJ en OIO uitdrukken, omdat ei en OIC dIJn leerling aanlei..
ding zouden geven ze nla Iweelettergrepig (.-i en 0-,) uit te apre-
ken, daar zjj in de transcriptie van Botakache woorden aldus
.moeten uitgesproken worden. In geslotene lettergrepen kunnen
Ma1Jdailingacl, klankstel8el. ·81
die tweeklanken niet anders dan als twee klinkers uitgespro.
ken )Vorden; b. v. MuZ .. máit uil J;
en ~.

H.
,
De klemloon is hicr als in T. - 'I Voorhcchtsel do (I 28 1 b) ver-
andert zijn klinker niet; mardokfn[/ ' maUiR.{nfl.

Noord-Mandailingscke LmoeJening. (Teksi zie nntak,ch


Leesb. II bI. 54).

(Biodu-gorloog) torkat.torkananll/ "torkal-torkanalta: bij' ma pam-


buwat ni hala~ dj, lnttjat saean ni nQ,mora, pitu lDppis ina ina, pita
lappi. ama ama, pilu lappi. budjing budjing, pilu lappi8 doli doli
mamntaisa, ulang di buwal kalak, ulnng di pangan moliji, i ma di
baen na lIi maro-an ni halakP" ni-ngi na sado halak. Djadi ro 00 sa·
da hal.k: "torkat-torkanalta: bij. ma pambuwat ni gndj. di bulung
gumbol di rob.en, alij"dapo-tij~ i pangano-nija?" ni-ngi na aada hn-
lak. Djadi rQ pardjolo nakkinn"n: "pilud.r do i di alo gadj. i marra-
kan.n; di bael piludn-ri gijot ma.ngaD djnuk pnnjulung nihal.k, djadi
makkuling ma gadjn i di lopi-duru ni n. pUDn djau-ngi, djadi <\i begé
piluda-ri mn; "aba do baenonmu disóriP" ni-ngija. Djadi ro godja i:
"ija ho, aha bacJlonmu. disónp" ni-ngija. Djadi ro pitnda-ri: Ugijot
mauakko djnnk panjulung ni bajo oappuna l1auma on do au nij'n";
ni-ngija. Djadi ro gadja: Uau pe nijlin, rohamu, gijot mambuwat bu-
lung gumbot na di robaen nu do au, .nada dopo-tau;" ni-ngija. Djadi
ro piLuda-ri: "ra do ho motnle-alc hita, aUjo hu-buwat bulung-gum
ba-ti pangononmup"; ni-ngi pituda.-ri. Dja.di ro gadja i: '(djadin; ni·
ngijn. Djodi di buwat gadja i bulung ni jlanggu; dung di buw.-tijn
bwung ni panggu i, èijadi di sap8a.pija ma bulung Di panggu i. Dung
di ..pan-pija bulung ni p.nggu i, djadi di pajakk",nija ma sopa-sopa-
na i di dalat tu hauma i. Djadi tora-ngari, djadi dido. nap'puna hnuma
i ma p.njap ••pnn ni g.dja i di dalo-ni, djndi di dQ~kQ-nijn m. di dnlu
panjulu-ngi: "numma sudé djau1,l~ di pangan gadjaU ; ni.ngija. Djadi
ra datu paDjulu-ngi : lfatt6ng ulang"be hori barn(\ haumn i J ua duk tnr.
pattang ma i",; ni-ngija. 1 ma da t (li baen na ni-pangnn ni pitudat
ujtlok paujulu-ngi. Djndi di rurusi pitudal bulung-gumbot na di ro-
b.e-ni, djndi butok pitudnr mangan djaung, butong gndj. mangan bu-
lung-gumbol"; ui-ngi na ••d. bol~k. (Bind.. na ...nek). Dj.di ro nn
sndn hnink enz.
32 ])airiJcu /tla"k./el..l.

Zuid-Mandaüingd. L...~ming. (Tekst


zie Leeob. H, bI. m).

(lJind.-uoáang) andung/// ijs ba aló bulu-aor-lom~n na pitu ruwMI


ulang ka mardabu-dabu ailuluton di bojo n. aumur.t ka, di gndubang
aala-matadjom ka mardabu-dabu ailulnton, di raut aala-mspintjur ka
mardabu-dabu ailululon; i do na paudnugkon dalau kalolongaa di si
manaremu i, alé bulu-aor-lemán nB pita ruwMl 0 ma i na Inndat pa-
lando-lando mwasmu, DB aandat marugeuk di tonga ni SitumalUD, na
sundat parsitinggiran ui tarij85 kedede di tonga ui situmalun alé bulu-
aor-lcmán I di Toba ailindung djulu 0 mard.bu-dabu siluluton I i do
n. padjodi-djadi boru ni oitulison aM bulu-aor-lem6.n I antjo dalanna
malangas marobur eimanaremu i, alé buIu·aor-lcm'n na pitu rUWM!
i po da alé bulu-aor-Iemán napitu rnw6.s I aar ma i djolo parsaitan
pardangolan ni simaoaremu i I alé bulu-aor-Iem'n na pitu ruwá! (bind"..
... .....k) u-paijut ku-palompang dom. djolo paraaitnn pard.ugolan ni
simanarengku on alé bulu-aor.1eDlánl muds u-tontnng tu-sanjon, song
na Iopak di bulan kurung di bulan lobi·lobi ma, urowa, aimannrengku
on, anfjo tarp .. urung larpalobi paraaitan pardangolan ui sima.areng-
ku on. .Anla ulaning tijé lobi-Iobi ui bougs ui .iubejon ni dainang do
sÎmanarengku on, aotjo 8uwangkon na matartar di Bk ni silumimpang
dahm do simanarcngku on di tartarkon dainang enz.

DAIRISCH.

A.
't .J.lp1oa6etA wordt in deze volgorde opgegeven, - 0 '7?
o::.,c=c:;.r.,.......,.<v-.""'~V7~
o::?" .:::..; waaruit meD ziet, dat er geen nj opgegeven wordt, en -dat
V7 en ~ hier in plaats vnn ~ cn ~ gebruikl w9rdcn. Dc
ltaluain heet bier kalorc41l, terwijl de overige name,n der anak ni aurat
slechts in uitspraak verscbillen; b. v. kaberltln = /,Q/;orotan, kltadinui.
= Aatndinuan enz. Het tceken van do sluitende nu kan bij 0 cn X
op de gewone plaats geschreven worden (2" X ,ong WO ting). Bij
de aftak ni 8Urat van T. worden nog gebruikt:
1. = (likortljan) op de gewone plaats van de kamilaran geschreven,
is 't teeken van een zachte maar duidelijk hoorbare k als sluiterj b. v.
~ X ..,.lE x loklou.
])aÎJ'üJclt klollkstdsel.

Be ë.

Ir. >' (kabëretên-podi J. i. acltter-kaborotan) wordt midden boven of


ac!der - daar men van onderen naar boveu schrijft (§ 1) - de letier
geplontst, on hedt den klank van onze toonloozc if (in begin). Hierbij
is op te merken:
a. De kaoerëten podi, hoewel een t.oollloozc ë (zie b) mag nooit,
zelfs niet vóór de trUiera (§ 7 naum. 6), 't verlies vnn ecn letter-
greep veroorzaken (zoo als b. v. in 't Hoogduitsche glar,ben = ge-
loovem) j iel"" en per&. spreke mon niet tlle en pra uit . De apone
lettergreep, wenr de e zich bevindt, wordt tevens gesloten door
den beginner der volgende dubbeId te scl~rijr)en (zieH.); b. v. V7
~ , "I:'") (teM). Is die beginner ecn stompe vaste medeklinker,
zoo wordt de apelle lettergreep wegens § 7 (naom. 1 onder) met
cen sckerpen gesloten; b. v. - ~ \ ~ (pedák) , = ~ \
= ~ \ ~ (Mb,rt), a:> ~ \ - (MUl) enz. Is hij ecn dj
of IJ' I zoo bezigt men uit gebrek aan ecn bijzonder teeken voor ij
een "07 ter sluiting dor voorgaande lettergreep; b. v. ~ ~,
'*(iedja) , r ~ \ r __ ~ \ (Ij'tjed",').
Aanm. 1. De spelling van ë5 - \ c:::o 0 is zonderling I en
slechts te verklaren uit een herinnering aan een vroeger nebi, dat in
~t Mal. (of Atjineesch?) ergens bestaan kan hebben, zoo als uit de
Rno-Men. uitspraak nofJi (aant. bL 60 onder) vnn 't Ar. nabl (~)
mag vermoed worden. ..
Aant. In sommige Jav. handschriften zal men een diergelijke
spelling (b. v. p<tdjak = pedjak enz.) vinden.
b. De edoet den klemtoon altijd op de volgende lctterglcep v'at-
leD, zelfs wanneer deze ook van hem voorzien is; b. v. c:;;;;:) ~ \

-c- 6 oein. a;::, ~ \ -$ belgá/t enz. Hij neemt nooit plaats in


ecnc Jan tstc opent: of met lt geslotene lettergreep, en is dikwijls de
,'crt.cgcnwoordiger van ccn 0 in T. of M,; b. v, kbho = Itorbo,
bedil = bodil, gomët = fjU71wot (M. zie jfail/.dailing8cll . aamn. op
bi. 30), tanole = tano, betolt = boto, enz. Uit de è kent men de plaats
van den klemtoon, zoodat de lastige ' regels in T. of M. belref-
fende den klCl~toon hier voor een groot gedeelte vervullen (zie
nader K.)!
Aan'l'il . agoni is uit T. overgenomen (aanm. bl. 45), daar llct
ag'ij,û zouue zijn, zoo het onmidd clijk uit 't Sanser. (a.gni) was over-
genomen.
j
.Dairioch kl••kI/eZ..I.

B. IJ. ??
IJe ?? wordt hier .ltijd kuitgesproken, en vertegenwoordigt h
in T. of M. bijn. regelmatig (110 al; b. v. ?? 0 -oe: kim4 = hi"",
(T. en ~q, <" ?? ~, dukot = tl.4ul (T. en M.), cnz.

C. D. """.
I. De """, ~ en .=. worden bij 't opzeggen van 't alphabet ge.
-adspiroerd uitgesproken (ha, Ai, kul, maar men iB, daar zij ook niet
gendspirccrd voorkomen, gewoon, overal WRar i en tf of e en 0 v66r
cen ongelijken klinker do gelegenheid daartoo bieden, van de i en
f() gebruik te mnken, om de adspiratie te verhoedenj zoo spelt men
.c:::;::r,. 'C!. "U7 \,' en niet ~ \J"o,.. "'07 \ • d88f dit "ukat zoude uitgca
sproken ,vorden; evenzoo ~ "toA en niet '"!- v;. (dat kll4ng
zoude zijn). Van dnar dat naauwkeurige schrijvers de j en "' ge-
bruiken na. op een klinker uitgaande woorden, zoo 't volgende niet
met een h begint; b. v. ~~xc;6 (ku-00a.\) , Z-o,;,-.xc;6
ti.ooah) enz. M..r daar nu nog vele geval!en plaats kunnen hebben,
waarbij 't onderscheid tusschen een stomme IJ (klinker) cn oon !J, nict
in Jt schrift kon uitkomen, zoo pleegt men ook i,. ccn woord de half.
klinkers te schrijven, waar zij uitgesproken de uitaprMk geenszins
wedergeven; men schrijft dan na ecn a de j voor i en e, on de 10

v66r" en 0; b. v. V7';'-'0 (lal), ?? V- (ka.), -oe: ~ r. \


(marl8) , v--,. ~ ~ x , (aor). Daar jiJ j~, wu cn wo geen erkende
. lettergr. zijn, zoo kan 't gebruik der haUldinkors hier geon onzeker·
heid geven. :
Aat.t. 'Wordt do !IJ in Jt Jav. raum? (ro'\ in D .), en ~. arawu l'
(vgl. Mal. ~~) uitgesproken?
IT. Tusschon twee klinkera of na een ,luitenden medeklinker ge.
schrevcn, is v-.,.. nltijd Ij b. v. r u....,. ~ , ,a!tllt, ,... """""' "'ö7'
pu.hrm, c:::> .,. , \,J"oop oe:, barham, ëS v-.,.. 0 ' naha. enz. Als
beginner van ccn woord knn de """" , zoo hij niet van een klinkerteeken
voonicn is, Dnar willekeur, met of tonder adspiratie klinken; 'teersto
is vaker 'L geval, maar Ilxwneer kan niet door een regel bepaald wor-
dcn; zoo b. v. spreekt men ""'" ~ 0 aiji cn hadji, ...,...... '2:'"' aiO en
hOla uit, mnar '-"'"r ?? oe;: , is nltijcl hakrlm. - 't V oorbechtsel 8 met '
ecn sluitenden neusklank is nooit geadspireerd (enttuak, emlJNwe enz.); r ;,

evenmin do prnepoaitie i, die dnarom ook wel ~ o g8sckreven wordt.


Aanm. Die er lust t.oe heeft, knn hot beproeven een regel te

~
.L
lJairi,ek klankstellet. 35
vindcn door 't dcrde stuk vnn 't Lecsb. vlijtig te lczen, daar 't volgeu
wm een met v-.,. beginnend woord op een klinker uitgaand woord
(zio I) over stomme of klinkende " licht kan verspreiden; ik heb
cr den tijd niet toe kunnen vinden. De Mal. spelling knn hem zijn
tnak gedeeltelijk slechls ,ergemakkelijken ; b. v. v-,. oc:: \ =
(kamba = ~), daarenlegen v:.,. . , 0 (ari = )v.).

D. IJ, 2"" .

De r is in de volgende gevallen tj:


1. Na cen sluitenden n; b. v. ??""15' r kantja (vgl. Mandai-
lil/g.ck D. I cp bI. 27).
H. Als beginner 'vau ecn lettergreep , zoo in 't woord een andcre
lettergreep 't zij door I, of onderzins met Ij begint; b. v. rex,
-r' Ijattljallg (Men. 'lIn8ang = Mnl. ~; vgl. Malldailingaclt D. III
en IV), 2"" 0 0 \ 2"" 0 0 \ !jintjin , 2"" ~ \ T -.::.. ~ \ tjl -
tjedur (A Il a).
lIJ. Waar '( equivalente woord in T. of M. ti beeft; b. v. '2- 7'7
-1., fjekep = tijop (\ 10 nanm.), ",=," 2""0 iijing=iting, 7'7X-r'o
kolji1!fJ = ltuti,,{/, ro~?? ijilaka = ti/aha, '2""" o v-.,. x tjiho
= Si! 0 "C/'x, = \
~ 2"" 7'70\ = = x Si! 7'70\ (zie
Wdb.).
a. 111 andere gevallen is bet niet te zien, wanneer hij, of ij is i
b. v. r 0 '1:.ft'" X Ijijo, r ° <:!.
aiwak Dat de spelling in som·
mige gevallen een hulpmiddel kan wezen , blijkt uit A. IJ a (on-
der); b. v. = \
~ 2"" 7'7 0 \ betjik, maar """ 7!- \ 2"" 0
bif.i = öoti (T.). Die Mal., Jav. of Sund. ~ent, zal hier geen
z\Vnrigheid hebbeu, daar deze tongval die talen in 't gebruik
van ij meestal gelijk i Sj b. v. 2';' ~ , tjuwatja even als in 't
MaJ .• m~r 2) 00 ~ , ;::::; 8uoera1l!l = 8ubaraug (Men.), ??
~ , ?- "C/' ~ \ (zie aa/tm. bI. 9) cnz.

E. J7eranu:ltil1!J van klinkera.

Regels hieromtrent zijn nis in T.; b. v. Ge "'t/"'IoIOCO' c:;;:::,x


(bai im6o), djumpak" (djllmpa aku) enz. 't Volgende is hier nog bij op
te merken:
T. l)~ nrljcclive voornlHlmwoorc1cn kunnen clen eindkli nker van het
aanhechtsel Qc:;:, CII "an cIc woorden 0 0 ~ (= uajo in T.), V',.
~ 0 , en c:;;:::, '=-> opslurpen, te gelijker tijd ü, een laatste letter!lreep
den klinker gerekt makende (K)j b. v. 00 -,. 0 '"'" 0 (óu!J(J + Mi)
3•
S6
of verkort lJagl, "2'"'"0.-c:... 5:; 0 \ aidarën. (,idari + en), c:;o 'ti""
0 " ba." (Me + ,n), bagena (hage + ..a).
u. <:: x en <:>c x (bL,20 r. ~ v. onder) ku"netJ vóór een sub-
stantief voornnnmw. hun eindklinker yerliOZCD; b. v. ~ ~
'2';" oe: 0 'V' (ZIuJ. + mo + va), lau. mû. (la,,, + mo +
aku), en. ngaku (_ + "!Jo + a~.,.).
11. Woorden die 't voorhechtsel i! (met ccn sluitenden nensklank)
hebben, verliezen de ë nn op een klinker ei~digende woorilen j b. v.
?? -5 \ r 0 \ "t17 Z- 7'?' (kentJa + entaaak) , kutantuwara
(ktda + enttlWaraj, mmroan motdulIJara (ma1lflan mo crttuwara) enz.
e
IU. 't Aanhechtsel t1' (= on en at. in T.) verliest zijn na een
slotklinker, mnar doet dezen gerekt klinkeu; b. v. tloll. (doli + ,n),
kllJerün (ke + IJër" + ;n), endurln (elldflri + en), ultën (uwe + en)
~np; .

a. tungfJari is cen versmolten woord, waorin ari slechts te her-


kennen is.,
IV. De voorheeblsels pi! (= pa in T.) en ki! (= .Ia in T.) verliozen
de 8 v6ór met i, e en 0 beginncnde woorden; b. v. pnnpatken (pe +
""pat + Kl_), pi"a-l,;tla~ (p. + iIM-idak),polikUn (pi! + DM + ken),
hmgëulI (ki -4- tIlgë"t + in) enz.; daarentegen met insehuiving van
een k pel,.,oop (vnn uwap), eup,"alo (van aw).
a. Tusschcn de praepositie i cn ënda cn endi wordt a ingcscho-
ven i b. v. i-8-e1ltla, i-a-ellài.
~. Tussehen het relative ai, en de prneposiLie i wordt n ingescIlO-
ven; b. v. ai-n-i·kuta idi (si + i + /.-uta Uz).
c. ZonderHng is de' inschniving van p neMer pëJ 200wcl tusschen
't eerste gedeelte van 't herhaalde woord als Jt tweedo, in pepoto-
polokl. (pi! + tweemaal oto + k~.). Vó6r idah kan tj als inge-
schovon gelden in peljidal,ki!. (vgl. Mandailinglek bI. 2U r. 1, en
vgl. bI. 35 bij lIl); evenzoo vóór ,tlur in tji!lj.d.r (vgJ. I 8 .).

F. Gelijkmaking .all klinker••

e
De VAn 't aanhecbtsel en (E lil) wordt gelijk aan een u der voor-
gaande lettergr., meestal zoo deze slechts door een" of l' gesloten is;
b. v. "",uk.n (pu ••k + i!~) , nap.nt" (_ nopura. in T.).
e
a. Zoo dt! voorgaande cen i heeft, kan de daaraan gelijk ge-
mankt worden J zelfs wanneer die Jettcrgr. door cen "alten mede-
klinker gesloten is; b. v. kif'.ikin (këraik + en). Von daar ookJ dat
soms zolfs de 8 VElO 't onnhechlsel kin !lan de i der voorgnamlc let-
IJail'i8ck klankstelsel. 37
tergr. gelijk wordt; h. v. arikkin (ari" -+- klll) I ba!.:il,~·ill (bakiti
+ kCn), kifrikill (U Ti + kb.); waaruit blijkt dni i helderder is
dan u. In de meeste gevallen heeft die gelijkmaking plaats, wanr
de voorgaande lettergreep slechts door een ijlen medeklinker ge-
sloten is; vnn daar perall9in.an9in~n, keladinqin, rarisin , gendirü"
(\ 25 = dinggiran) , Inpiki. (= /opija,,), pikirin (= Mnl. pikiran) ,
tongkirin (longkir + en) enz. - ])e ë vall 't voorhechtsel ke wordt
gelijk nDn de i van 't inheeMse} in ; b. v. kinigurü11, uit kc·
!l~rü. (kegur~ + en) en inbechtsel in, kiniajllltlak (MaF<ltla'. met
inhechtsel in) cnz.
b. De ë wordt aan ue i of u der volgende dikwijls gelijk, zoo
er een r tussehen staat; b. v. pe,mrune van S1,rUlle (in plaats van
:Jërune = 8aTUlle, zie J IV), kiripit uit ccn vToeger k?r1pit (zie
A II b) = karopit (T.).

G.

De MUs!.:lanke,,, worden als sluiter, vóór een IcMrpell medeklinker uit-


gesp roken (pantÏ8, lanf/sat enz.).
a. Van hun volgen van 't geslacht van den volgenden beginner
(§ 11 h) vindt men sporen; b. v. d,ndallg = dOtl9dan9 (T.) , 1Iall'-
pukun (nang + puku.), maar gemu,,. (§ 11 cl. - Ook hier nint.
(\11 hl.
H.
Verdubbelillg vall dl!1lzelfdl!ll medekl,"ker ... de ,ût8praak (A. II a.)
tlermede,, ; van daar pifrlanilja = pallulldja (§ 16) , renren = rarran (§ 15),
nimu uit nimmu, ni1la uit nim"" (§ 11 b) . Woordcn met aanhechtsels
ziju uitgezonderd (b. v. dakkel~, dakauna enz.); over de uitzonuering re-
8anna zie aanm. bI. 45 .

J. 01lderscheuZ van klollkeIJ il, lJairuc/, en Tooaac!,.

1. i! dikwijls, wnnr T. en M. 0 hebben (A. II b).


11. In een Uf}te laatste geslotene lettergreep u of i, ,vaar T. 0 of e
heeft ; b. v. lau8 = laos , piduk (IX a) = pidollf} , kiju1lg = kijollf},
mails = nuIOS , ki/jejuT = haaijoT, taltUIl = taan , laun;:::=; laan , hakü, =
~?? ë5 \, permain =" pOl'Umaeli, pagit = - v-.,. ~ \ , galuh
= gaal (\ 25) cnz.
Aanrn. Minder ,'nak u of i ÏI\ twce op elkander \'olgemle l dtcrgr.~
-.
38 lJairilch klank,ttlltl.
waar T. 0 of e heeft; voorbeelden: """"p =
mokcp, ""pul = ko-
pol, minik = mentk, mitmü = Qc: ~ \ i!X: ~, enz.
lIl. VoorllCehtseh bebben altijd. zoo zij de ligtste lettergr. uit-
maken (zie bI. 41 in V); b. v. mtnàok = mandd' (f.), merdekeng = mar-
dok{'1(J (M.) enz.
IV. De ligltr. lettergreep heeft Yank <, zoo de volgende letter-
grepen een verschillenden klinker Ilebben; b. v. ij~lmi, ijeljed"r,
,molik (d + molik) enz.; en gaarne i zoo de klinker dier lettergrepen
gelijk: is; b. v. pimJrun in plaata van plnurun (vnn turun). pinirën in
pinots van pen!!r" (van ,eren, zie § 80 VI), djinaka = djonaho (f.),
rintaka = rOltalla (T.), mnnr indJ4kur nllnst endrtkur = andulmr (T.).
o. Zoo de volgende lettergreep met eon lipletter begint, heefl
de ligtere ganrne u; b. v. tjlUtJatja, IUlCalang,Iumangan.
V. De klinker van de voorlaatste ''''0'' lettergr., wordt gerekt nitge- -.
sproken; b. v. plLntil, tiUur, pädip, enz. Hieruit 't volgende te verklaren:
a. e (eh ~, zie § ~), waar T. of 1tf. i hebben vóór een van u of
o voorziene lettergreep, terwijl 0 meestal door i vertegen woordigd
wordt (A. Il b); b. v. <num = i"um, ëdjuk = iójuk, ëpuk = ipu
(Mal. ipuk), ëpen = ip... (M.), ë'fget = =
iRuot, <ngget inooot
(M.), pëngg<l = pioOOol. Som. volgt de é den klinker der zware
leltergr.; van daar kreng = !;jróog (nool op bI. 21), eket = ilwt.
b. 0 (als 0 I zie § 6), waar T. of M. ti hebben v66r een van iJ a
of 0 voorziene lcttergr., terwijl 0 meestal door ë vertegenwoordigd
wordl; b. v. koljinO = huling (D. lil), kaden = kndon, .oadat =
BUndat. t01lugar = tlln!luar enz. Soms volgt de 1 den klinker der
zware lettorgr.j b. v. 01l011(J = u,,6ng (noot bI. 21), !okar::::&" tu-
hor, o/<mO-ollmO (IX) = ulo-kulok (M.), olok-%k = uto-'"tok
(110).
Aanm. 1. Buiten den regel staal poliit = pulut (aa.m. K) .
.d.anm. 2. VOD woorden als pil", dat naar den regel peta moest lijn,
zoude men denken, dot zij overgenomen zijn. VaD bind" is dat wel
niet te betwijfelen, danr 't schrift blijkens 't gebrek aan CCD teo-
ken voor ij I cn stomme J, (C. I op bI. 840) van T. overgenomen is.
VI. awa waar T. ao, a of Wa heeft (zie 117 ll).
VII. 10 waar sub-T. en M. oja hebben (zie bI. 16 r. 2 van onder). ;
VIII. a..i vank wllar T, en M. ai hebben (tie bI. 15 r. 9 ••n Onder). :
IX. zeer dikwijls een neusklank llJS sluiter vau een woord. W<1;r ;
T. en soms ook M. ecn scherpen ,'asten medeklinker v.m It zoÏrdc
geslacht llebbell; b. v. 0/r''U-01o"0 (V d.) = .=. oe- ?7 x \ .=. ~
\


Dairi8ck klankstelsel. 39
.,., X \ (M.), .umanga. = aumangot, ongk.", (V 6.) = ~.,.,
- \ (zie nader! 30 VI).
a. 't Omgekeerde in pid.~ (aaum. onder VIII §SO) = pidoug (T.).
X. Vank .ka waar T. of M. aD hebben; b. v. mahal = ma61 (noot
bI. 2J), tahall = taOll, rlj.MI = dja6t (zuid-M.), baha. = baon (zuid-
M.), tlalian = ë5 \J""o,. -0 x, enz.
XI. Eenlettergrtpige ge&loten ' woorden hebben den klinker gerekt;
b. v. bik, !Jung, kln enz.
a. 'Diergelijke woorden zijn soms in T. of M. tweelettergrepig
met ecn 0 als voorslag (bl. 43 1°.); b. v. bûk = ooMK, gïmg =
ogun!l; maar /dn is uit kijii. = .,., 0 V ' ë5 \ (T.). De voor-
slag beeft in dezen tongvnl ook wel ceu neusklank tot sluiter;
b. v. <mp.1 = opal (T. en M.).
b. Eenlettergrepige vooralopene 'IDoorden, hebben ook twee geJijko
door een " gescheiden klinktmij b. v. tuku = tu (Mnlagnsi; on T.
in t.M), Ie"" = Ie in maM (T.), nelU! =., (8umbawa), pikir = pir
(T.), enz. (vgl. bI. 42 2'.) .
./lant. 't Moderne Mal. heeft den eenlettergrcpigcn vorm, waar
onder anderen Men., 't Mal. der geschriften, on Makassaarseh
den tweelettergrepigen heeft met ti of lw. beginnende; b. v. lang
= iil.ng (Men. ~), djnng of djo"g (~ Pen.?) = iidjnng
(&-1), bang (Pe". ~) = iibang (&Il, lat = iilol (~), lut
= alut (~ blijken, 'I Mandail. .,., x - - ~ \ , dat over-
genomen is, daar 't nnders olut zoude zijn), long (doodkist) =
,llu"g (Mak), ". (~{al. van Palembang) = iînow (Men.), "at =
Itiirat (Men.) enz. MetMlIfJkabow~ch scheidt 8rnM den klinker in
I"'ccën door ,,; b. v. rljihi.. = dji" (Ar.), ,."ku" (I 30 lIL c.) =
rum (Ar. Mal. rJ) eigenn.). 't S."dasch maakt den klinker dub-
bel zonder scheider; b. 'T.•a-at = /Jat in alat (Jav .) , bo-ol = bol
(Jav.), gu-uII!l of gO-DNg = go"p of !JOn!l (MaL), bu-uk = 'uk
(XI a), ti-is = ti, (Jav.), du-u", = dllr< (Jav.), ".-lIt = /,.t in
uknt (D., Tag. okot), ka-flk of !la-ok = kak (D.) of gak (T.), de·
eng = 'leng in ~Igt!e"!l (Jav.).
X II. ld even als in M. (zie bI. 29 bij I) "a,,, T. II heeft; b. v. 101-
rlallp (V b) = tuUa"g.
a. Alleen staat ""bal"o (\30 IX) = malta (T.), ..aldo (M. ; vgl.
Men. manow).
XIII. d even als in M. in 't aldaar (bI. 80 bij IV) vermelde geval,
wnur T. I heeft.; b. v . • odip = ,ilup (I 25), rluo.la"!l (ook Men.) uit ,,zll-
40 lJairilCh klank.!.l..!.
bala"g (ûe a. bI. 61); vgl. dlUi." (Men.) = la.una (zio aa••,. 1 bI. 46),
bIdalag (Mak.) nno.t hllaliq (Ar. Mal. biW) enz.
XIV. di wel een. Woor T. dji h66ft; b. v. tadi = tadji, gandil =
gawljil, djodi = ujuujj (V b); 'I geen zonderling i., daar deze tongval
onders tji boven ti trekt (bI. S5 Hl). Minder v..k dH WBor T. ,lju heeft;
b. v. radUIx = rac/jum, eclur (Va) = icljur.

K. Klemtoon.
Deze ie te kennen uit de plaats van de t (A. n u)) terwijl cen ge..
rekte klinker in een laatste lettergreep plaats nemende op deze den
klemtoon lant vaUen (E I en Hl). -))e uitzondering dtbatá, dat hier
delJ,kI moest zijn, of diMt. (I 22 III d, op bI. 4!) worden, is te wijlen
Mil overnamc van 't woord uit 't Tob8.Sch j men spreekt het ook deMta
uil (vgl.de geciteerde plaat. onder).
Llam". DAar deze t.ongval ecn l heeft, en dien klinker ook in
een lnntstc lettergreep (bI. 83 h) bezigt, zoo heert hij ook een lig!ere
lnatste lettergreep, wat in T. en 11. uit gebrek aan den kleurloozen
klinker niet '\ geval kan zijn; van d.. r pollt (bI. 38 aaam. I),
wnarin ë door do rekking der voorlant.le (bI. 88 V) moet gekomen
zijn. Uit de rekking von dcn klinker in de voorlafttste zware let-
tergreep is ook 't volgende te verklaren.
l. De v66rnanstnonde ligtwe lettergreep vaak w~JS'eworpen, waar
r,ij in T. of M. met cen klinker begint; b. v. lJara = a6ara, n'rmlfl =
arira'~fI, goni naast agolli. Zoo zij met ecu neusklank gesloten is, en de
volgende lettergreep met een slompm medeklinker begint) kan dezc ~
ook door den neusklank weggestootcn worden; b. v. naka7t = i1idalla1/',
lat." in pI. v. nalu 0 80 I\~) :::z: andalu of illdalU; mnDr bow = imbalo,
lndulmr = antluhur, en ëtuléralja = 'tIaratia (Mal.).
a. Zoo zij met een scherpen medeklinker begint, kan slechts de
klinker wegvallenj b, v, tjemun nnast lnljemrln = v-.,. ë5 \ r o
IOc: -a, \ , tjulCa. naast tntj'lt~a1J, = ~ -0 \ 2'; ~ 0 \ oC ;
~ 0 0 \ Z> ' " 0 \ (bI. 43 r. 2 v. onder).
6. De praepositie i wordt fJó6r een woord vank wcggel:lt.cn i b. v.
srnda cn alndi. in pI. v. i~8·ë"da en i..,·ëndi. (E. IV a), àolrltën =
i doltkln. Door dat het zoo dikwijls voor twee1ctt('rgrepige WOOl'-
dtm geschiedde, beeft. men 't zelfs vóór (,clllcttcrgrèpigo woordell
gaan doen. b. v. dok = i dok.
H, 't Voorhechtsel mi, 1.00 't door cen ncusldnnk gcelotell is, die
in sommigo grvnl1rn den hcginnrr van '1 stnmwool'(l \\' (!g~toot) "nlt
llairisc/t klat~k,tc18el. 41
soms ,,'cg, zoo de volgende zware met een m begint; IJ. v. mUlOat in
plaats van mèmuwat, mum"~ in plauts vnn memttluth (van ollnrtlt) = ma-
mUllu (T.), magakkën in plaats vnn memagahken (van bafJa/~), mahall. in
l)lo.nts van memaltou (van hakatt)j daarentegen ,nemukar.
lIL 'I V oorhech\sel mi! (zouder sl uilenden neusklank) wordl vóór
alle medeklinkers, uitgezonderd l, r en " - daar v66r deze mede-
klinker geen sluitende neusklank knn uitgesproken worden - omge-
zet, zoodnt er ;; uit ontstaat met cen sluitenden neusklank vnn 't geslacht
vnn den heginner van 't stamwoordj b. v. ëmptngke = "Oe -= ??
(T.), ëmhijar in pI. v. mebijar = tnabijar (T.) , ëlltor in pI. v. meter ,'
enfJfJel1lk in ploats von mefJelult (= oe:: -< x ~ , zie § so IX), maar
mekatl{/ke, 1nëlampis, mërintjmt. - remurear is misschien in plaats van
meruwar (§ 25). Begint 't stamw . met een klinker. clan gaat verlo- e
reil; b. v. me/a = maila (f.), molo = maolo (r.) enz.
a. Deze tongval lleeft ongaarne woorden van meer dan drie let-
tergrepen; van daaf tjitl{/ano (D. ID) = '-"""" "'"ö \ ~ 0 < "'"ö x.
kikètang, waarvoor me blijkeus o:::! ~ '?? x 5;f (M., zie bI. 27
r. 8) moet weggevallen zijn; evenzoo: kipanfJa", Van daar ook tu·
ttiara naast entultiara (md1' + ara), përfJejatt uit paruheja1! , p er~
tnaü, uit parumaetl, d/C~alan!J = ulllhala1'fJ (bI. su r. 1 v. 0.).
I\r. 't Aanhechtsel au, de OfJCTmaat uitdrukkende, trekt den klemtoon
o 20 IJ a): enlOr81f.. De klemtoon van den vocativus is als in T. en M.
V. In een Ugtste lettergreep ,,!oet deze tongval è hehben; b. v. met--
d' kong = maUikfng (I 28 I b), 6i!r.it = /;ar.ie, b"élgak = balg,,; me.l-
dok = manllók enz.

Dairi,c", Leesoefening. (Tekst zie Lees". III bI. 121).

(Bilulu-geilang) Manuk-manuk sni p.ladang/// asa lot mo kunukcu


subllt sukulcll arnija i sukutkcn aint.erem lako IJangku. asn kn-surat-
kcn mi kerta-scn8. nsa i IJcloh kono, alé si-mengguru BukutCn, asa i
petcrcm kano Dola bai sidebITn. Asa lot IllQ kunuken piduk arnija mcr-
gera r manuk-manuk snip ladang; tah i dike Ilnri rohnn, mnlot i bctoh
silltl!rcm kCrerobna, i ku so si- rnidnhsa pc kunukcn, malot i bagah-
ken bekasna Joh, gerarna ngo kunuken knntja i bagahken mergerar
manuk-manuk snip-lada ng; malat kUJ1uken merbnkbuk manuk-mauuk
saip-Iadn-ngidi ; gabgnh mcngsngltat ngnngkat ngo knntja i !.nnoh, galt-
galt mórdeugak-dcngnk soralla pida-hidah piduk si-debiin mengkche
mongklllu mërkobnngon, kénan pangnnën. Asa gahgnh mo kunuken
mëngnngkat ngnn gkat manuk-mnuuk ~!lip-Iadl\-nghli; ic1ah ma kUllu-
42 Da;riWo klan.lte18,/.
kën mërb~wab kaj.·ar. tuganna merbelgah kaj.na, tuganna djumë.
rangkar dahanna, tugannn binbiu buwahDa, tugaunalDwmbur piduk
ëmbelgah bë1gab, dOkët piduk kcdek-kedek, dOket binotong i datas ma·
ngani buwah kaju·ara idi, sada pc malot endabuh buwah kaju ara idi
djumpe manuk·manuk oaip loda.ngidi, makin ktJOk·ktJOk i bakin so·
rann idi, menger ma kunuken i Mge-ntjawi; i peaulak ma kunuken
i tongkir enggang; "Iako mo ko lebeken tongkir alé enggang .i·mer
dengak.dëngak i teru.bidi; menger mo ku·bëg_ tipet ari tipot OOrngin;
tah kade ~i-ni-dokna aso menger t nina, ija;" bng{ ma i dokken CDtja-
wi. "Uwe;" dok enggllng. Asa laka mijn tuhu; kentja soh ijs mi të-
ruh, mongkam mo kunukën cnggang: "Kasa kano mengcr alé i toru-
heno; hapil, nino, i dengkoh kaltu i datne, torpooem pe kaltu mnua i
bakin lOmmIl miirdengak.denga.kidi;" bogl mo kata ëngga-ngidi. Asa
mongkam mo mnnuk·mnnuk aaip-lodang, aoa menger pc okD, oló eng-
gong, bakin mtJ_be ngakn ku.akap bokin malot aku kenau panganen;
k\l.idah kene kerina mangani buwah idatas, ku·tuIus i tCru-bcna,;tah
lot gijnm aada cndabuh djumpakn katcngku, aeft ku-pangen, ënteng
aada pc gijam moJot djumpaku; i mo, ... merdiîugak dengak oku s:ah.
goh; mnda masih mango atemu midah au, taruhken nahan bangku
buwah k&ju-araidi"; bagf ma dok manuk·manuk aaip-Jadang. "Uwe";
dok enggong. Asa molih mijo midaluj kentja soh ijll midal.u, i kuso
entjawi ma cnggang: "Kade mango alé enggnngl asa menger, nina ma-
nuk-moDuk saip-lndang?"j bngi mo dok entjawi: Ass mcrdcngnk·den-
gak pc ija, nina, alé-cotjawf! bakiu melehe ngo, ninu, ija malot ma-
ngan; malot ija norok knbnng menuIu! pnnganenna, bakin mnlo·tija
mtirbukbuk; ku.taruhkih,l, uino, buwah knju.nra cna bnna, asn lot, Dina,
pnnganennn enz.

TI. W OOR D V 0 R M.

~ 22.

I. De meeste stamwoorden zijn tweelettergrepig. Die vaD meer dan


vier lettergrepen zijn even zcldzao.m als eenlettergrepige, aio gecn
betrekking betcekcucn. Die van vier letwrgrepen worden of als twee-
lettergrepige woorden uitgesproken (I 180), of ondergaan in de eerste
twee lettergrepen veranderingen (zie IV bl. 47).
n, EettleU"fIrtpige hebben eell bij-vorm clio tweelettergrepig is; dio
tweelettergrepigo ziet cr op do volgende tweo wijzen uit:
§ 22. lYoordvor71l. 4S
JO. Hij beeft een 0 (e in Dairiacll, bI. S3 a) als eerste lettergreep, 't zij
open, 't zij door een neusk11lnk. gesloten; b. v. omas naast mas, arak
naast rak, onggo. naast go., ontjit (M.) uit Mal. tjit (vgl. in 2'.), oajin,
naast ojim (vgl. XI a., en aant. op bl. 39).
Aanm . 80ma met onderscheid van beteekenis j b. v'. onggang
of e'lf/[Ja'll{J (D.) "kinoctros-vDfJel maar gang Ct geluid van dien
vogel); vgl. Jav. ëngkak met kak in D. en hak in T . . opat of
iimpat (D.) 'I getal 4, maar pat (zie Wdb.). In pl. v. 0 vindt
men wegens § 28 I, ook andere klinkers; b . v. ;1Igoot (M.) = onggol
enz.
2°, Hij beeft den klinker in tweeën gescheiden door een k of w .
b. v • • ikit uil Mal. ijil (vgl. ontjit in 1'.), kokol (noord.M.) uit Holl.
kool, leke (Dairiac., zie 6 en de aant. bl. 39), lohod (Bisaj.) = tot, pa·
Aang CM.) = pang (T.), u/mq uit uwuq (zie aant. bI. Ui), hohok (Tug.) =
blik (D.), .aka11{/ (Dajaksch) = •• ng (Bim.), kal,ar (Bolav. Mal.) uil 't
Nederd. kar, awak (D.) = ak (T.).
Aanm. j nIs scheider van den klinker vindt men in lajan (M.) =
lakan (D.), die beiden van een la" moeten uitgegaan zijn; even zoo
in ajaq (Mak.) = awak (D.) uit een ak (zoo nls in T.); en in majas
(iu de Eng. werken over Borneo mias gespeld) = mawa8 (no. G
bl. 14).
Aant. dalta1J (D.; ook Mal.) moet uit een dan ontstaan zijn
blijkens edan in 't Dajnksch, waar het denkelijk edatl zal uitge-
'sproken worden, zoodat het dan eigentlijk een eenlettergrepig
woord is (zie boven Ij. Het is niet altijd mogelijk te bepalen.
welke vorm de oorspronkelijke is. daar door 't wegvallen van
een fO of k tusschen twee a's ecn eenlettergrepige vorm kan ont-
staan; zoo b. v. kan djat in noord·M. ontstaan zijn uit cljaltat(D.
en Mal.) of djawat (sub-T. zie nO. 22 bI. 15), maar met even
groote waarschijnlijkheid kunnen djaltat en djawat door 2°, van
djat uitgegaan zijn. 't Jav. oaramlJang (tweemaal óang met 't
invoegsel ar) moet van lJarlf} (rooel) afgeleid worden, en is dus
't zelfde woord als 't Mal. oau;ang , dat 't zelfde (roode ui) .be-
teekent 1.
TIL lJrielettergrepige 1Doordm hebben vaak een bijvorm, die twee-
lettergrepig is, cn soms in een tongval ofzustertanl te vinden is; wat

I Vgl. koning (D. curcrmta) met Irlming (Mn1. geel; zie \'trdcr Wtlb. onder
!nU/iI..).
44 TFoord""rm. 122.
uit de natuur van de !igtere lettergreep te verklaren is; b. v. lampu-
Ring (M.), tëmpoling (D.) = poning; v-. 0 \ ~ ~ \ cS. (att1lr-
hUIlfI) naa.t Iurhu.!!; tind./O.. (1o[en.), ljindaw.. (Mal.) = dawa.;
-.::.. X?? .., \ = biilok.r (D.), dulang = bind_Zalig (D.); djilat.ng
(Men.), djiilata#fJ (Mal.) = latollfl,lai'nfJ (Jav.); ampiilam (Mal. è VU
=
I 80) pmm (Jav.); M.t (Mal.) uit .Iu-tllt (zie a•• t. onder VI I 80)
enz. (vgl. D.iti.ch K. Iop bI. 40) .
•. Uit de rergelijking blijkt het, dat de ligter. laitl!1"!Jmp (lIS)
nu eens gesloten, dan weder open is, cn zelfs, dat men haar ge~
sloten heeft in overgenomen woorden; b. v. pitlldar = bbJtudar
(D., zie bI. .0 bij. I' ), .ugapa (M.) = ",ngg"pa, v-. oe;; \ -
.oe:; uit upomn (80nscr.), 2""""ö7 \ ~ x.., = .ulara (Mal.;
uit Sanscr• • ulra), pakadi. (Jav.) uit Sanscr. P.llfIkauja, ij,mpak~
naast tiepak. (Jav.), tén!!kuluk (0.) = /ah.lukj rigarung (D.) =
ril/fJgarulI!}, lang...,•• (Bisaj.) uit lakalC.. (I 25 lI), enz.
b. Drielettergrepige woorden, die met een 8 beginnen, helJben
vaak twee vormen, waarvan de een met 81f , en de andere met si
begintj b. v. 8uwdak naast 6i1Jodak, 8umangot nanst timangot, su.
rambon naast 8ira1'Jl.boN. I tilr"ora naast IUkltor(EJ rittora nanst BUt.
tor.. enz.; vgl. ook 8jjalailg met ..,rcalang (D.). De naam van 't
o·teeken (x) namentIijk ,ikora (18) is aldus uit 'I S.nscr. ija~.,.a
(I 7 aan ... 6) ontstaan, en beleekende dus rad (I 25 IV); even-
zoo .indor (/ aallm. 1 bI. 46) uit ,al/dara. Hier schijnt de bete..
kenia VOD 't voorhechteel si im'loed uitgeoefend te hebben) want
door ai te nemen gaf meD 't woord do gedaante vnn een tweelet-
tergrepig stamwoord, w8arvó6r dat voorhechtsel was gekomen.
In de ligtere lettergreep' ook van woorden, die Iliet met een , be-
ginnen, vindt men nu eens iJ dan eens Ut meestal zoo de vol.
gende Mtergrepcn ongelijke klinkers Ilebben; b. v. 6it..~ nonst
bNtulla, v-,. Ö ?? 1:1'>' Daast ~?? "C.I;'.
Aa.... pin... uit pan ... (Snuscr.) schijnt door 'I Doirisch (zie
bI. 8B IV) of een andere taal in T. gekomen te zijn.
c. Drielettergrepige woorden, wier twee laatste lettergrepen van
a voorzien zijn, hebben in T. in de1igtore lettergr. gaarne 0; b. v.
otara uit utara (Mal., Sanser. u/tara), 80lCara uit 8uwara CM. cn
Mnl. enz., S.ns.r. ,.,ara), djo,,,,"" = uiinaka (D., zie bI. 88 IV),
ro.lak. = rintaka (D.), ,ontljala = <i"uiala (M.) enz; 0 aUlier
wordt verklaard uit zijn waarde als vertegenwoordiger van den
kleurloozen klinker (DairilcA, bI 33 U hl. Enkele woorden hobben
12 2 . WoOrdfJOnll.

er a naast; b. v. k080ja naast kasaja. Zoo de lnatste lettergreep


i beeft en de voorlaatste 0, is u geliefd; b. v. tmggoris. unggoli
en gupponi. Zelfs afgeleide wooruen kunnen iu de ligtere letter-
greep ccu anderen klinker hebben, dan hun toekomt naar 't stam-
woord; b. v. parmlfJCl11 uiL porangan (stamw. porano) , todingkoll
naast tadingkon; v,gl. ook ltaroangan = lwrbanga t , CM.), ratnlJowa1l
= rOlnholOan. Dat a in de ligtere lettcrgr. ook geliefd is, blijkt wel
uit de uitspraak der voorhechlsels ~ ::::;. x'. QC:=:;' X \ en
- %7 x, (§ tl IV), die vóór 't stamwoord bun gewigt verlie-
zen (§ 20). Naast "mbaen vindt men im.baen en am~atm. M. heeft
a1lf/(Joris = unggori8, onpaJJlondur= lluJMndur (bl. 46 2°.).
Aant. ])ajakscl, heert er gaarne a, zelfs wanneer de klinker
der eerste lettergreep van 't stamwoord een andere is; b. v. da-
M... = durija .. (Mal.) van d"',i = duri (Mol.), baE/lta.. van P"-
put en a" (zie e 1°.) enz.
d. Zcld~n vindt men e in de ligtere lettergreep; van daar ook
de op bI. 16 r. tl v. o. vermelde uitspraak. Dit is dau ook de
reden, waarom M. Viln debatá, toen het den klemwon op de voor-
laatste VHn 't woord nIs subslantief (§ 19 aanm.) hnd verlegd, de e
in i veranderd heeft, daar de e slechts tc dulden is in een l'igte (§ 18)
lettergreep. Hieruit te \'erklaren djinaka (D.) uit dJainaka (Sanser.
kluine of verachtelijke Djnina of Budhist), want 't is immers do
cigcnn. van een persoon, die partij trekt van do ligtgcloovigheid
der menscheu, zijn sebuldeischers met praatjes don mond vullen-
ûe, terwijl het in 't Ma.l. de bijnaam is vnn denpiilanduk , als held
v:m ue fabel, die op de geestelijkheid een sntyrc bevat, en een
bewijs \',111 nnti-Budhismc is. Om dezelfde reden is ook 1lIli,.etl
(Sauser.; Bul. 'leriti) 1larili geworden; vgl. Jav. kimawon, küoala
nanst keJnawon, kewala, enz .
. ..danm. In D. vindt men reBamm , dat uit T. (iri&anna) overgeno-
men is, daar de benaming der windstreken meer in de wigehel-
letterkunde, die bij de Dniriseh sprekenden vnn Toba gekomen is,
te huis hooren, dan in 'tdagelijksehe leven (\'gl. bI. 33 r. 2 v. 0).
Aal/t. In talen die ë hebben, zoo als b. v. 'tJavaanseh , kan
natuurlijk de 0 niet anders dan als een gewone 0, en dus als
een tamengetrokken tweeklank (alt) beschouwd worden; van
dnnr dat 't Jav. ook in overgenomen woorûen in de ligtere
lettergreep gnnrno een anderen klinker neemt in pinats van 0;
b. \'. [/apurn uit [/01'1/1'(( (Sauf.cr,), aUf}atn uit soga/a (Snllscr.) enz,
40 ""oordfJlrI'TIl, 12 2.
e. Als begin.m .... de ligtere kUergreep ziet men naast elkand.r
optreden,
I' . • ckrpe en ,lomp. medeklinkers; b. v. pitutlar = binlluiar
(a III bI. 44), bindjaro (M.) uit ]i4ndjarJ (Men.), gáranda .. (Mal.)
uit kira"""", (Tamil.) enz.
S'. Gel.ijkgradig....d<ldinku.; b. v. lilul!ang = püuhang; .u-
r.ngkap na..t loranukap = pirangkap (Men.); palaü = kalawit
(Tag., bI. 15 bij IV); paringg; = kur'.gg; (Men.); pamondur (M.)
= hum..d., = h ..W.r (Mal.); .appin.r = timp..., (D.); ka-
rambodja (Mal.) uit larambulija (Snn ..r.); turlala nanst "'rl.la; kC-
tarit/g (D.) = lalAring ; pam"k••1ig (Mak.) = ki,. ...us (Jav.); kC-
marti (D.) = pamarli; pu..a.a = tjuwaija; ,ulem!>e (M.) = ku-
Ziim6ej (l.fen .•i - - , zekere boschgee,t, zio I 28 aan ... ); .djala-
pang (Dnj.) = galapang; diirg~pj. DORst giirg1/Oju (Mnl.); limbora
uit ti.,ra (Snnser.; zie a bI. 44, en bI. 13 bij JI); baJ.emen (D.) =
."
daloman, boUla = giiliia (Mal).
3'. J)oorklil.ker. (bI. 6 r. 3 v.o.); b. v. rambolik = .ambatik;
~ ?? 0 '2"' = longl:iaa.
,'. N••alla.X·e. met .to,.pa nIM.klinkm (zie I 80 VID).
6'. I en n (\ 80 IV), en minder vaak, en h (\ 30 XI) .
.da.l. Maleisch heeft als beginner der ligtcrc lettergreep vnak
Ij wnnr Monnngkabowach theeft; b. v. ija.g1tad4 = tiingkada,
tjil"dtwXltJ = tindarean, fjäntaàu = tantadu enz. S01tII .beeft liet
. I waar Jav. tj heeft; b. v. tarulJuk = tjirub.k (Jav.), tiimp.,zing
= ljempuling.
I· Door 't streven naaf tweelettcrgrcpigheid (1)1 viudt men vank
-
de .Jknotti"f! der ligtere kUergr. bij door 't inveeg..1 um afgeleide

woorden; van dlLllJ' moru uit tumor., (van toru), terwijl D. t'ume- -
ruk (vnn tuuk) hoeft behouden (i 18); ma.ak uit toma••k (vnn ta-
.ak), muldak (M.) ui! djumuWo.k = dj.m.ul14k (van dj.Uak=djUT- •
lak; zio § lG a). Deze afknotting is regel, zoo 'htamwoord met ·
een lipletter begint, en de afgeleide vorm een bijzondere betec. •
kenis heeft (hierover nader) .
.d.n".. 1. De ofl..olli"f! .au ... laaUû kUergr.ep beert ..lden
plnats; voorbeelden: ,i,ulor uit cen vroeger si1tdora (zie lJ op bI.
4'), angku. (Jav.) uit ang"'. (Sanser.), tindur (Ja•.) = .i.dur. ,
(D., S.n,.r.), cIa",n (Men.) = la ••• a (uit 't Snnser., vgl. J),iriGck
bI. 40 r. 1).
Aanm. 2. Zoo woorden ecu lettergreop meer krijgen, dan is 't

. ·
122. JlToordcorm.
vertegenwoordigen van ecn I" of een halfklinker door cen klinker
de oorzaak (zie b. v. § 17 Il, bI. 16 r. 4, § 30 X aa.m. 2).
IV. 17ierZetteTgrepif}c woorrün hebben vnak eell drielettergrepigen
bijvorm , door wegwerping van een der twee eerste lettergrepen (vgl.
lJairiack a. op bI. 4.1); b. v. artija naast v--,. ~ ""'60' ~ 0 '"(r\.
DikwiJli is de weggeworpen lettergreep de tweede; b. v. 8alen!l!lam uit
lIlen. ,idaknguam (Tamil. aadalenuuam); kiindaka (Mal., zie a. bI. "),
Ulldag& (Men.) uit kapDrdaka (Saascr.); miirpati (Mal. duif) uit Mär·
jiipDti (Bonscr. een getro'"lld paar, § 80 Vill) ; djapati (Bund. duif) uit
djajiipati (San,er. een uetrouwd paar); djak,rla (Ja •.) uit djajakMa;
""ukara (MaL) uit akangkara (San,er.), Ijiirpiilej (MaL) uit kiripillei
(Tamil.), paraapan uit parûapan (par + isap + an); tomhara uit to-
nlnt.bara; BUlandak uit 8uga-la1uJak ('t lantste woord is in Mal. gebrui-
kelijk) ; tanuuma (M.) uit tonga.uma enz. Z,Uea vnlt de eerste letter-
greep van de laatste twee weg; voorbeelden zijn binaga (0.) = boni~
jag4,· 8inaga (naam van ccn 11larga) . waar de beteekenis van ai (zie h
bI. 44) ook gewerkt heeft, = tjunijagá (Men. naam van een BUku) .
a. Herhanlde tweelettergrepige woorden verliezen den scheiden-
den meueklinker mecstal in 't eerste: ?? ö?? O"l:l'" ëS '\
(tweemaal kijan). 7'?Ö??O"l:l"'x naast 7?O"l:l"'x7?O
"t.<"" X, dalrdanak in pI. v. dmlak-danak, halbalml in pl. v. oahul-
bak.I, v..:;?? '"'" < ë5' (\ 10 a.) uit ?'1?? ~ (tweem.al
l,adanu) + nnnheehlael an, ..anwaranu (uit ba.uaaranu, i 30 VIII)
= Mra.g.Mranu (Afal.), rejor rejor nna,t ejor ejor. In pDlakpak (uit
pDlak·palak) is 't laatste verkort. Zoo zij echter met een klinker be-
ginncll, worden zij niet verkort, maar trekken soms hun sluiter
vóór 'tgehecle woord; b. v. gulok-gl.llok uit tweemaal ulok, alwaar
de g in plaats van Ic wegens § 80 I moest komen, pujup-pujup uit
ujup...ifup ; vgl. kanak·kanak (MaJ.) = anak...a. (D.).
h. Zoo zij geen verkorting ondergaan, dan gebeurt 't volgende:
lf'. De twee eerste lettergrepen worden in ecn bekend woord
'Verknoeid, zoodat 'tgeheele woord 't voorkomen heeft van een uit
twee woorden bestaand woord; b. v. 8ira-ltllfJgam = 8alenuuam
(zie boven in IV) , zoodat 't de ueteekenis heert van lenggam-
::out in overeenstemming met sira-8andao (salpeter ; vgl. 8ira/;ulI,
cn sira!Jong in't \Ydb.); ~ -==7 -SO \ :sz: 0 ~ uit v-,.-.:::.
(50 \ ~ o"t.<"" (de sluitellde n zie a bI. 44) door nan ari
(dag) te denken; e"en zoo ljilla-örrta (zie aallt. bI. lU) uit Ijihlli.
Mid« (Sümer.).
,I

48 JlTOfIrdvorUl. 122.
2'. In de IIvee eerste lettergrepen geschiedt 't zelfde wnt boven
van de drjelettergrepige woorden gezegd is door dat men ze
J

niet door middel vaD een bekend woord knn vasthouden; b. v.


AalJ.daga uit kapardaka (IV) , ma"fJijamu. in plaato vnn manijam ••
(van .ijam•• d . .i. .i + Aam.n), tlijapari uit 6iiapari (Men.); .uba-
ba. uit ti-baba. (van 6aba)?; manilij. (T.) = ma.,,,ija (M.), pura-
.ani (Jav.) = '",ra.ani (Mal. JI...,.» , -0 -0' ::së:: .=. ~
uit Mantarcrj (\ 80 llI); kaÛJkfrën (D.) = palmaron, .m;'ar.
(1\1.) uit anU8JOara (&n80r.) . &ami.tara naast lamelara (zie hl. 18
r. S v. 0.) uit Snnscr . ..ne.ljara. /Zelfs kennelijk afgeleid. of
zamengosteldo woorden ontsnappen soms die veranderingen uiet j
vnn danr v-.,. -0 , ::së:: ~.=. nan.t v-.,. ë>. , :k ~ .=. ,
lzarituwan naast MrN8rllCQlI en 'w,rntulfan (M.); 6ara/)u1li (baro +
/mnl) enz.
Áant. 't Jav. 8arawdi is in 't Mal. zelfs tweelettergrepig gewor-
den (••rtli); zoo ook pakat in .apakat (een,guind) uit 't Ar.
~1.r"
V. llïiflelkrgupige "oorrI.. , welke mee&ta1 kennelijk afgeleide zijn,
I
r
ondergaan 'om. ook in 't eerste gedeelte (§ 18 a) d. in III en IV ver-
meldo veranderingen; b. v. darambanruoa (daro + m + banuwa), aari-
mat.wa = •••r-maluw. (\ 25 m) cnz.
• a. Zoo de tweede ltittergr. door een neusklank gesloten is, die
voor een Iclzerpetl. medeklinker als beginner von de volgende let-
tergr. ,taat, dan valt hij soms zelf. in 't ,chrift (lU) weg; b. v.
7'? ...- 0 - X -=:.- X 0:: oX' (vnn podam) nonst ??-r-
0::0' - x -.::,.x 0:: ox" ?? ~o- ~,-,-:=;;.
-0 x, (van puryur) na•• t 7'?"'- 0:: 0 , - ~ , T :=;;.
o X \ . In deze woorden, die men als kennelijk afgeleid be-
grijpt, is toch de p als sluiter niet te hooren, daar op 't tweede
gedeelte d. volle klcmtoon i. (I 18 a). D.arentegen altijd 7'? .
...- Ö -;n' ::së:: x , 7'? X ::së:: -0 x, halikkokkoton (114 a), daar
,
hier do ng natuurlijk niet wegvallen kan, dRar het dan lw.lihok-
kolon, cn dus onkenbaar zou worden.

! 23.
Sluitende medekU1lkerl.

I. Als sluiters kl1nnen optreden de scherpe medeklinkers, de neus-


klanken en de trillers.

I-

j
ps. lYoordo()r'l1l.

a. De scherpe verhemelte-medeklinker en de neusklank 'Van


't zelfde geslacht zijn cr van uitgezonderd (i 7 aaJlm. 10).
b. D. heeft ook een /, als sluiter (zie bI. 32 I ).
IL Twee lriedeklinkers tegeHjk kunnen noch sluiters noch begin-
ners van ecn lettergreep zijnj b. v. v-.,. oe- ~ 0 \ ~ x is alftlo
en niet ali-tlo; de klemtoon op de voorlaatste doet het als één woord
kenneu (\19 b).
IU. Als sluiters van ecn lettergreep in cc n woord zijn geliefd
10. de neusklanken vóór cen r:aattn medeklinker van hun geslacht. cu
2°, ue doorklinkers.
a. De ti knn als sluiter ,,661' 8 niet uitgesproken worden (zie
§ 11, bI. 27 I, en bI. S5 I). Daarentegen is "9 op dezelfde plants
geliefd; b. v. ?7 r (uitspraak in T. en noord-M. zie § 11)
konga4 (D.) = ka'l,á (M~n.).
Aa"m. 1. In Jt Men. is 7' als slui~cr "ó6r 8 overal, waar Mal.
ng heeft ; b. v. lan8at = lanf/8at. Diergelijke woorden overgenomen
\Vorden op zijn Bntaksch uitgesproken; van daar 1.1,.1 (T., § 11) ,
lat/jal (noord-M.), lanfjal (zuid-M.), en lan.qsal (D). Soms heeft
zoo'n woord twee vormen I d'eell in overeenkomst met het Mal.
en d'nnder met 't Men.; b. v. ~ 2- en :c:- ëS' 2- uit't
Men. la"8"j (§ 28 I a.) , 'tgccn in 't Mal. lang8? zoude zijn; vau
dnnr 0:::> ë5 , r ~ , = 05 r TI? , (0.), ..- ë5 , r
~ , = ~ r TI? , (D.) .
.dar:m. 2. De "f/ wordt dikwjjls als sluiter wegens § 11 vóór 8
cn t ge&ckrevcn; IJ. v. ...e.. '2:"'" 0 (5 en '2:"'" X ~ 0 hoewel zij
de Indische woord en aa~'~i1J(I en 8jakii (Jav. 8skt,) zijn. Danr zuid-
M. cn
D. ze in overeenstemming met de hun eigene uilspr. dang-
8ina en aongU uitgesproken, zoo moeten zij ze van T. overgeno-
men hebben (vgl. bI. '5 aanm.).
.danm. S. Een n als sluiter vóór l of r komt nooit voor dan iu
't onder (IV) vermelde geval I en van cen ng nIs sluiter voor een
l heeft meD slechts een paar voorbeelden; b. v. 6ungle, waar nanst
6urle. en djingUJ, wanr naast iljilla.
IV. Ieder medeklinker, die sluiter vnn een woord kan zijn , kan
het in een woord van een ltttcrgreep zijn. zoo het uit lettergrepen be-
staat, die wnt betreft sluiter en beginner gelijk zijn; b. v. -,. -oc: x,
-'o::x, . -':::"X:~ , ;:::::;'oX' :::::;' O X \ , c:;:;::)'C""""',c::;:;)

'C""""' \ . ?? '2;'??'2; " -::::"0--:::"0 , --:::.. ??X' -"' ??X\ ,


~ -S (D.), .or- 0:: X \ oe- 0:: x, I oe- -0 \ ...- ëS" r
4
50 Woordoorm, ps.
_ x , '2'" - x, enz. Hier i. echter op de uitsprnak vnn .om-
mige dier woorden in T. (\ 11 c, § 14 a en 11&) te letten.
a. In diergelijke woorden volgt zelfs in D .• \Vnar c § 11 in den
regel niet pInats heeft, de neusklank wel eens 't geslaebt van den
heginner; b. v. re.dang (D,) = tIo.gdang (T.); vgl. dinding (Mal.)
= dingding, gall!!g... (Mal.) = gl",!!lm (D.) enz.
h. Soms bcbben zij een bij-vorm, waarin de sluiter der eerste
lettergreep niet aanwezig is; b. v. -c- X ~ oe: x, = <- .oe;
x, ~ oe:: X" kik;' (Mal.) = ?? '2'" 0 ' ?? '2"' 0 \, UeUlm
(Jav.) = glmUem (D.), gog"" (Mal.) = gangd (D., vgl. gego'. en
gogÓ), .à.al (Mal.) = '2"' ~ x, '2"' ~ x, enz.
Aant 1. 't MaknsSl1afsch vertegenwoordigt den sluiter der eer·
ste lettergreep door eeD opgeslokte k, teotij die een neusklank
is, die vóór een beginnende r, w8aTv66r ccn sluitende n geliefd
ia, n wordt; b. v. bá'16aliiq = c::t)...- , GIO ~ " kn.ma!lma~
lang = 60160/ (in ••limlJo/holon, zie I 80 VITI), k{qkiilq = ??
'2:"" 0 ' ?? 7 0 ' , rllfJrafJ = dapàap; manr rinn'1tfI = ding-
ding, rotlrong = domdom enz. De "fI en k niet als sluiters vóór ,
ecn , geliefd zijnde, zoo vindt meD in plants dezer medeklin.
kers 8lecht. den klinker als war. bij gesloten uitge8proken; b.
v . • o.ong = .ong.ong (Mol.) , lè.eriiq = !ing.ir (Mal.), gM. = ,
gangsrJ, sua += si""a, par~6a = pari/CM, slaiq uit ecn vroeger
siqrif . 6àaattg = r X r x, enz. Zoo moet l;i,u uit Mi)"'"
(Sana.r.) ontstaan zijn, :
Aanl. 2. 't Makass. en Bug. hebben gaarne n als sluiter VMI ~
een,. (a(lnt. 1). Zulke woorclen in 't Mal. overgenomen, schl1i-
ven een din; b. v. Itlndära uit 't Bug. 8anra, ga'lltiarang uit
Bug. ganra1lg; ygl. muier", (Jav. cn Mal. von "Bntavin) eigenn. ,
van 't eiland Onruat. ujenderal van 't Engelsche gtneral enz.
I
4a'lll. 3. Mal. en Men. vinden ng voor,. en l ols sluiters 00-
nnngonaam, vall dwn in 't voorheehtscl ma met een sluitenden ,
neusklank geen ng vóór dien medeklinker zoo als in 't Jnv.; pa.. ,
"!lalipur /ara is dus (vgl. mälipurkml) uit 't Jav. Van daar is
ook rfJ rumrum (Kawi) niet. zoo rus in 't JsV'. rungnm gewor-
.
deD, Mell. heeft uit teRg/ong van 't BauIV. Mal. (een Ja •• dia-
leot) telrmfl (tie Wdb.) gemonkt
.dant. 4. .als sluiter van een voorgaande lettergreep is in
Mal. geliefd een neu.klank van 't ,elfde geslacht als d. beginner
der volgende, tenzij deze een 8 is, waarvoor n9 nis sluiter gebc-

,.
§ 24. TYoordvorm. 51
zigd wordt (aaII". 1 bI. 49). Een voorgaande lettergr., die met
cen anderen medeklinker gesloten is, beeft. een kleurloozcn klin.
ker; vnn daar aamö8lQ, (Sanscf. aama!ta), salä8ma (SaDBcr. ajle,-
mä), wäktu (Ar. waktu) enz. Zoo men daarin een anderen klinker
teil laten hooren I wordt de lettergreep in de uitspraak als ecn
afzonderlijk woord. aangehouden of een kleurlooze klinker inge-
schoven ; b. v. 1lI-man of uaaman (c)I..J.c) J kopi8~ta (8.1ncr. pa":
pif~a) of kapiaata. Men. scht.tift soms ceD ti , ft of 0 na een tril-
ler b. v. ,aroban uit 8arban (Perz . ..ûJ.:i""')' tarllk, (eign.) uit
i_D j

turh, hal"kik (eign.) uitspraak (bI. 72 aant. 1) van hulki. Mal.,


Ar. ~), .i.uga = .warg. (Jav.), I:!triip',j = karpej (Mal.),
!.:arosi uit kurai (Ar,). Ecn vaste medeklinker kan ook als sluiter
van zoo'n lettcrgr. k worden; b. v. ra/ma (in eigenn.) uit rritna
(vgl. Jav. 8amekta uit 8amlïpta). 't Lijdt dus geen twijfel, dat
de meeste Sanser. woorden niet o~middelijk in 't Bat. uit't
SansCI:. zijn overgenomen, daar 't Bat. in zoo'n lcttergr. iederen
klinker kon uitspreken (IV bI. 49 en I 27); zoo b. v. is uoma
uit 't Jav. of Mal. (werna), daar het oarlla zoude zijn, zoo het
onmiddelijk wore overgenomen; de 0 is hier dlls vertegenwoor-
diger van een if (bI. 33 b). Andere voorbeelden zijn djolma of
"jama (D.), ••k/i (bI. 49 aa"m. 2) cnz. Dat Mal. in zoo'n lelter-
greep een klcurloozen klinker heen, blijkt vooral uit de vergelij4
king van diergelijke woorden nIs?? ==7 \ =- (tie '"Vdb.) met
korpej (palroonlo8cl,), c;;;::)::=:s. \ ~o met här8in enz. Van daar
dnt zulke woorden nIs 80plOp en 80taat in Mal. sasop , en aii8al zijn.
Van ~ heeft Men. badu in den eigenn. si-badu, en \'a n &1l1~:
d-ula/, (sidula/i) gemaakt. Mok. schuift na een triller een a in
(ue uitspraak zie bI. Ol boven); b. v. koràpe uit karpei, tjaragdcq
= lJiirdik, uarà/jung uit miirlJull (Mal., zio vrn § SOl, boràaeng
= lJärsin (Ma!., bI. 7 aant.). fjaràmeng uit tjarnûu , kalafJde uit
käldpj (Mal. uit 't Tamil) enz. Soms ook na een s; b. v. iaaafJbe
uit ta.bil, (Ar. MaJ.).

I 24.

])6 triller, mogen in tin woord niet te gelijk "oorkome1lj b. v. rijaT


uit Port.·Mal. rijal; 8'élawal (D.), 8arawar (sllb-T.) uiL Men. sarawal;
vgl. ook karikir met kiiUl.:ir (MaL) enz. Zij verdringcn elkander niet
alleen in een woord, zoo als in de zoo juist aangchnnlde voorbeeldcn,
mnnr ook in op elkand er volgenrle woord en I 't zjj ze zamengesteld zijn
4•
,
62 TJToordvorm. 124.
of niet. In op elkander volgende woorden wordt meestal de ~il1cr in
't eerste woord ann dien ynn 't laatste gelijk gemaakt; b. v. urtl-p(J1'ang
D088t ul11-porang J garing!Jong in plaats \"aD gaUnggang in de "ppama we-

geo8 't daarna gebezigde garege, morongo8 in de o"dll"O in plaats van


malcngal wegens 't da.arop volgende marOOUT I oe:: -s -oe: \ - r
0 ' uit QC ~ QC , - ?" 0 ' (mélampi, D.) omdat het van m-
bir (lippen) gebezigd wordt: QC "'7 QC , - ?" 0 , C<) 0 C<) "'7
0 \ ë5 (dull zijn zijlle lippen); ?' 0 ~ oe: <>c:: 0 \ ....: --=:.. ~
ë5 \ = -Z- 0 ~ oe: ()C 0 \ - - -.::::.. ~ """'6 \. Zelik" heeft do
eerste triller in 't eerste woord do overhand; b. v. -.- ~ CO>
~ 0 uit -;- ~ a:r, c:s o. In D. beert zelfs de r vnn 't voar-
llechtsel miir de I van oM (= !l1i) Mn ûeh gelijk gemaakt (merorih '
= marul.).
a. Ook een d wordt, hoewel minder vank, door ecn t' of t, nnn
een hunner gelijk; h. v. rori (D.) uit rodi (Men. ord.,. van 't be-
stuur uitgaande, waarbij heereuienslen worden opgelegd), ~
"""'l ~ ~ 0 \ nanst ~ ~ ..;:'7 =;. 0 \, rijor naast dijor,
karoring naast karooin.g. Ii-pali-loltot in plaats vnn ri-paJi-loAot,
bUMltl uit Men. büudu.
3. In :1'. is I .1. heginner van een leltergreep in plaats van d
geliefd, zoo in 't woord een andere lettergreep met l of , begint j
voorbeelden zie bI. 30 IV, en bI. 39 XIII•
.Aanl. 1. In 't Mal. heert 't tegendeel van den regel der §
plaats (Iäledor uit Port. Iraidor). De I is er geliefd, WaD, elders
een " of d is, \'oornl zoo de lantste lettorgr. op ecn r eindigt; b. v.
• •
ra/Uur uit menur (Jav. of Kawi) , logor (eigenn. van een staat) uit
Siam. n.akltof, laair (Men.) = doair, balar = lJadar, lüur (vol-
gens § 25 uit Uur, Mak .... Üor~g) = er/ur (D. bI. 38 Va.); vgl.
voorts balälltara uiL wQHäntQra (Kswi Saneer.), larj" (Men.) =
••ri" (D.). I
Aa1U. 2. Van de aantrekkende kracht van de, in 't Jav. vindt
men voorbeelden iu zamenslcllingen, die als twee woorden U'or~
den uitgesproken (\ 18); b. v. radja-werd. = ladj.,.erd' (Mal.
uit '\ Pert . ..,s--:;,j~)' ".min.i.U-p.r' uit li...i (Iak~mi) onz .
.Aa1,t.~3. Men. stelt de trillers als sluiters van een woord ge-
lijk. ze beiden nIs de lnatste r in 't EngeJsch pr6fer uitspre-
kende; \'OU doar ook in de !Spelling)&l..l in plaats van bidjl.
} ; in plaats van tuUal, ';jJJ. dat nis - ~ ~--::;., is
overgenomen, ,dt patl4f1al (Portugat) enz. "'oorden die op een

,
12 5. lroordvorm. 5S
triller eindigen, hebben dikwijls in 't Mal. of Men. ecn bijvorm
met k als sluiter; b. v. damak (Mal. blaa...oerpijltjel) = snak
àalllar (Men.), 1"'9Oek (~'A.~~) = liN~~ir, kaljik naast kiUjil,
amMk (Men.) = ambil.

§ 25. Klanl,;·verplaataÎ1lY.

De trillende beweging van de r en l veroorzaken regelmatig klanka


fJerplaalring J waarbij 't volgende is op te merken:
I. De klinker verandert van lettergreep; b. v. late = lelo (M. cn
D.), ~odi, = gidor blijkens g,der (D., bI. 88 Va.), a,uluri = andiru
blijkens l'lderu (D., bI. 38 Va.), birrtran nanst /ml'irall, 8ulip = allup,
tzo'ÎBi uit Men. tirtlBi.
Il. De beginners vnn op elkander volgende lettergr....·crwisseselen
van plaats; b. v. ding~eranl1 (D.) uit een vroeger gindorang (bI. 88 b)
blijkens gandarallg (aanl. 2 bl 50), lakij. (Men .) = nalij. (MaL), lagi
= ~ali, lanok = 1/aUnl1 (0., bI. 38 IX), limanl1 = milal!!/ uit bila"l1 (130
VIII), lilfalo (Ja •.) = dilah (0), ajjru"a. (Sund.) = (ha-)rinuwall
(aanm. 1 bI. 29), pálonak = pinezak (0.), lanukawa. (Bisoj., zie aanl.
bI. 16, en bI. Ma .) = kalawa., barllg (Mak"".) = rabuk (Mal.), karu-
waja (11.) naast Mju-ara, laba = Dala (in sopo -), derém nanst redltn,
talgáng = tanggál , ke"'jllr (Jav., nnar '§ 28 1I uit ccn vroeger kltjur)
/jakur (Ma!.), l,r,ul1 (aaum. 3 bI. 40) naast ;::". (5 \ :R', budjur (S und .)
uit ajUÓ1lr (h!. 65 b), -=. ~ ;s:;:: x -< uil ~ Ö ;s:;:: X -<
enz.
lIl. In cen vorm vnn 't woord is de triller beginner, in een all-
der sluiterj b. v. rlrsa = "usa (Ma1.), {laor = garu, (bI. 60 IV),' gaol
(1,,1. GO IV) = {Ialu, {lalu!, (D.), rU1"unan = urlnr.man, sekel naast selik
(TI.), a,,,am = rans",,, (Men.), "aru-mat"wa cn a4l'i-matllwa (bI. 48,
2°.) = saur-matuwa, alp[, = lop!" 'tOMO = 'wlo", Dien invloed oefent
de r niet alleen uit op een volgend woord, als hij sluiter is van een
voorheehtsel, maar ook wanneer hij zieh in eell volgend woord be-
vindt; b. v.parllln·jan uit par + buwe + an , paru!taon uit par + huwa
+ an, badja-~re naast ilja6a-ure , gondja-m'e naast djangga-ure.
Aan"t. Mis8cMm is ooan (Ai.) = !Jov;an door de r van 't \'oorhechtsel
mar (in ntarolJan = marDofCan) ontstaan (bI. 16 aaMm. 2); altong (welp)
en lato"g (bra,ulnetel) durf ik hier niet bijbrengen, daar 't eerste woord
denkelijk uwaUolfg blijkens Nllialtll1g (D.) geweest is, en 'l tweede mis-
-5chien een verkorting (hl. 4.3 In).
IV. De r die slechts door een 0, nIs vertegenwoordiger van e) \"an
54 TYoordCOTIIl. \26.
een voorgaanden medeklinker gescheiden is, "ordt gaarne v6ór dezen
als slniter gezet I en verdringt daar een aoderen sluiter, terwijl de 0
verloren gaat, cn 't woord dus een lcttergr. korter wordt; b. '1.!Jordang
(iloco gardáng) uit ga"dar.ng (aant. 2 bI. ~O), ..ria uit 2"" 0 . \
~ X:=; I r ~ x \ ? ? uit eeD vroeger sahora (als transcriptie
van tjakra "een wiel of rad" blijkens ,ikora (bl. 44 in 11) J puTti uit pu-
turi (nog in eigenn.; vg1. 't ~al. putar,) CDZ.
a. M. neemt wel eens den eiudllinker v6ór de r waarop 't woord
dan uitgaat; b. v. puür uit putári van zoo eveu; vgl. mantir (Daj.)
uit mant"ári (Mol.). Over .indar zie aanm. 1 bI. 46. Z,/dm wordt
de 0 van voor do r v6ór den hem vUórgsaudim medeklinker ge-
zet, en eindigt het woord dan op ar; b. v. '2""" x ?? s=:; \
(noord-M . •oHar) = 2"" "'7 x \ ?? (zi. hier boven r. 5) .
.Aant. 't Mol. laat cen ,;. vou geadspireerde medeklinkers gaarne
achter de r plaats nemen; b. v. ,a6ar4ana nit Iiibhara1}G, dfir.
kaM uit d"ar01!{J I 6rirAala uit h/Jarala en dit weer naar nuit
M.lara (door Fricdrich te regt uit b&aliira verklaard). O,·cr
gIlara uit !Jarna zie bI. 71 boven in de aant.

§2C.

Ook de , verOOr6atlkt door zij" gt1"uÎ8ch klankrJerpla4taing, en is ook


daarin met de trillers verwant; b. v. ?? ë5 0 \ Z; (hiÛll') uit ??
c;, \ 2"" 0 (Sanser. Mal. kuntj.), ~?? ~ 0 \ = 2"" Ö ??
~ \ (M.), T??"07,\ (D., bI. ss Va), 81Ihi=~i"" (Mal.), ..k.
(D.), ,iuheon (in de midull!l" buik) uit ,i + ln4W4 + 01f. (dus 't met rvlt
te f'oorzittul VOOTUJerp), I'UlCil = 8ijul; mal1l; (ma,uwi lub-T.) uit ma,iju
(bI. 17 r. 8 v. onder), enz.
a. Hiertoe ook te brengen lUt" (noord-M., Samer. derde pen.
enkelv. impernt. van 48 "zijn") in manga'tui (can iets ztfJ!JeN ,cat
ket li, iets begriJpe,,), en ~tu8a1l (6eleekenil) = v-w,. -0' ~
z; \ in 0:: <: ëS \ ~ 2"" 0 en v-. ëS \ ~ 2"" ëS \.
Zoo is ook 't Jav. pa~~i!~a uit.tpAa(ika (Sanser.). - Zou do d van
data. (D) = ata. nict zoo ontstoan zijn, zoodllt i-datiJI in pI. van
di-at"' gekomen is?
.danm.l. lloewel de neusklanken wegens hun galm (ouder in
de aallt. op hL 7) het zouden doen verwachten, zijn zij ecbter in -
c1en regeluiet de oorzaak vnn klnnkverplMtsing; b. v.intrma(D.)=
nituna, tlumangh, nanst "umaÏ1zg, in welk laatste woord de verande-
ring niet aldus hehoe!t verklaard te woroen, •omdat het slechts een
-
§ 27. Woordvorm. 55
belrekking nnnduidl (aanl. 2 § SI). n.
praepo.itie oi wordl bij 't
derde passief in T. bij stamwoorden, die niet met ecn klinker be ..
ginnen, inhechtscl (i>l) , terwijl dit in aub·T. slechts geschiedt bij
woorden die' niet met een d, fof,. beginnen; b. v. rinalJar = nim..
har (Sub-T.), dinadong (T.) = IIidadang (sub-T.), linaogal (T.) =
nilangat. Zoodm dit passief als substantief gebezigd wordt, wordt
ni bij stamwoorden, die met een d beginnen, voorhochteel (in)j b.
v. ;"daka. ('I g,kookte bij uilnemendhcid d. i. gekookle rijal) in plaats
VOD ni daha7l, maar daarentegen pinaltan van pahan (zie Wdb.).

Hier schijnt de zucht, 't woord eeD bijzonderen vorm geven, -


waarbij men niet alln de oorspronkelijke beteekenis vnn ni denken
kan, - in 't spel geweest te zijn; vgl. ook ])airi8ch K III op
bI. 41.
AmmJ. 2. Nog zcldznmer ia de klankvcrplnahing bij stompe me..
deklinkers, die ccn o\'ergang tot de ijle zijn (bI. 0 aanm. 7), en
daarom ook klinkende genoemd worden; b. v. gUDO nnast bugo, galJe
lIaast boge; ovcr oban (M.) = oowatJ zie bI. 53 aanm. - De dieve-
taal bestaat in 't willekeurig verplaatsen der lettergr. (h. v. tema =
,nak), en wordt zoo vlug iloor sommigen gesproken, dat men er
geen woord van verstnot.
Aant. De Je. wordt in 't Mal. ook verpl aatst buiten den invloc(l
van een r (aant. bI. 64), en denkelijk alleen door zijn geruisch;
"an daar de spelling ~ (Men. bedlt), waarin men de j als de
Engelsche th (in they) trackt uit te spreken. om bheda weder te
gc\·cn.

§ 27. De zware lettergreep.

r. De zware lettergr., zoo zij de tJoorlaatJte i!, wordt vaak door cc n


doorklinktr (bI. Gaanm. 9), die er een anderen sluiter verdringt, geslo.
teD; waarbij op te merken is, dat de 8 mee8tal v66rgeen anderen mede·
klinker unn de I koml; b. v. kurlul nn ..t kutlul ( ?? ~ \ ?? ~ \
§ 14 a), hulleng ..n.1 a:> "0.\ 3<E, lili•• n.n.t ~ 00\ ~
"""ö-, " la8/om naast ~ ëS , ~ -oe: x \ ,pustop naast pultop, plu..
ling = ponlitlg (D.), OTgO' (M.) = ogoa, hargal (M.) = hagol, lurh."g
= tuóuIIg (M. in tubung-tubung). talka nanst ::;f ?? , pi!tik naast -
0 0 \ ~ ?? 0 \ ,goala (§ J9 I) = giilllA (Mol., - , 0 X \ ~
komt niet voor), 8alputJ (D.) = Sampllll (Jav.), enz.; r08taha = rü,ta/ca
(0.) behoort bij a bI. 44. •
a. Minder vaak wordt een neusklank nIs sluiter gevoudcllj b.
56 TYoordr:orm.
V. - (Mal., uil 'I Tumil), - , -oe: x \
"'7 ëi 0 \ ruil pari..j ~
- or;-, uit een vroeger -"x - ~ \ blijkens glput.<D.),
- -oe: x \ - s=;. \ uiL cen vroeger papar blijkens pepar -
(D.).
b. Noord·~L beeCl van de door Europeanen ingevoerde Ja •.•Mal. ';
woorden benteng (Eur. forlje op Sumatra) enpi.ta,.(Eur. uitspraak
van 't Bata •. MaJ. pinter) bt,teng en piltar gemaakt.
H. Zoo zij d. laa18te ;', dan gebeurt 't volgende:
P. Zij wordt gesloten meestal door een tj b. v. Illdl naast Budlt,
gaM naast gaUt, nangé m\8st na/lgtt, tlgil.,u noast ngilu, all!lgiját uit
Qtl!Juiiá, tantláp naast tandt" ia:' uit ecn vroeger iJJ/ (\'0.11 ill), land{t
ui.t ecn vroeger lmlfJf (door § 25 TI. = -.:.. oe- 0 in tëraondali, dei ,~
nis sluiter "óór do l moetcnde verloren gnnu, ûe bI. 49 in aanni, 3);
vgl. ook Iif.mpej (M.I.) mei !empet (Jav.) enz .
.d.a.... 1. Zoo moet padidit (zekere r.!soort), dat al, substantief
de voorlaatste zwaar heeft Ci 19 I Mnm.. ). ontstaan zijn uit 't dtmkcn
aan did/.djd: ('L oeluid didi .leed, maken); ,.oodat 't eigenLlijk betcc·
kent: diài-geluidmaker. Als anduJt'g-uitroeping vindt men ihi nnast
iltit, welke 188tstè vorm ontstaan is door 't lang uithalen vnn 't
woord in den klagenden toon.
Aanm. 2. Daar substantiven in den regel den klemtoon op de
voorlaatste hebben, zoo kunnen vreemde woorden die op de laatste
gesloten lettergreep den klemtoon hebben, hierin den sluiter ver-
liezen; b. v. -oe: ëi x \ '2'"" 0 uit ma"tjit (Men.), .01. uit .ä.lup
(Men. uit Hall. .Ioep).
2°, De klinker wordt door een ID of k in tweeën gescheiden; b. v.
lipét (i 20 I) n.ast ripeket, "8Iá, (voorbechtsel ka + 1<",120 I; dus,
't heele fJoorwerp) naBst IIalarca,. ludiM uit een vroeger "all (Aa + li,
1201, en dus 'I voorwerp dat li al. geluid heeft); vgl. bI. 43 2'.
A."m. 1. 't Adjcetive voornoomw. i (119 11) als bepaling von
bijwoorden wordt ,'sak door een n of ng gesloten; b. v. ëS - X
:ç;f 9 nop'Ma-nuf naast napufang{n en "apotang{ng, Ö 7'? ëS
0 \ -:::- nàkkb,{ Dnast "àkki,.{" cn tlàkkin{ng.
Aanm. 2. hap/en mtl6/krijgen vaak a, an, "UQ'II,1Iganien "gQ_
nik..t01I als staart j b. v. hapt, 'tapta, ltapen.gan, llapenoani en kape-
nganilr!con (hierover nader benedeu).
danm. 3. v..:;"""'o en GO~x of c:::;:,v--,.x (zie bI. 17
r. 5 v. onder) llCbhen nIs ,'ocativus een bijvorm met a aan 't slot;
QIl9Uf nnast auggij'áj ba/u is zelfs nooit in gebruik, terwijl bojorcá
12 8 . lroordvoYI1J-.
(baoá, bI. 17 r . 5 v.{ondcr) zeer vaak voorkomt j VIlD daar bnjá cn
batoá (,ie Wdb.).
/Jalit. 't Lijdt geen twijfel, uat 't Mu!. gigit aldus ui tgigi is
ontstaan, te meer daar men dit woord als een herhaald gi te b~~ '.
schouwen heeft, zoodst oorspronkelijk de klemtoon op de laat-
ste lettergr. is geweest (even als in dadd, zie bI. 20 in I). In 't
Tag. beeft men nog kol.:6t (met ile nagels peUen) van kokû (nagel).
Mag men hieruit niet besluiten. dat 't Mnl. vroeger ele regelen
van T. en M. ten opzigte VSD den klemtoon vol gde, zoodot het
ook een ligt&te lettergreep bezat met eeD anderen klinker dan
den kleur]oozcn? De verlegging van den klemtoon nnar VOTeD
kan door § 19 I bewerkt zijn; zoo b. v. gagak uit ecn vroeger
gagák bl~ken. gagalCak (T., ,je bI. 6û in 2').

I 28 . De lig/,te leUergrup.

J. In de Ugtate lettergreep kunnen alle klinkers staan; b. v. gu~


,.{r n.o.t gam{r en gom{r; depé (M.) naast àopé (M.) en àopé; biltáng
no ..t bolMng; In.é nnast lanl; namá (M.) n.o.t nomá; laman •• st li-
m6t; ling6 nnast long6; taM n•• st teM, tUI"~ (M.) en tijé (M.) ; taM
naast een vroeger to/U) (blijkens toko in D., en tolto in ai-to/to-lolio), 14au.
mán (eigcnn.) uit wtiiman (zie bI. 51 iu de aant.) enz.
a. Zoo de zware lettergreep 0 heeft en de ligtstc e of omgekeerd,
worden die klinkers vaak gelijk gem::.akt; van dnar podû uit pe +
do (bI. 20 r. 2 v. end.), àepé(M.) uit rio + pe (bI. 20 r. 2 v. ond).
Aldus moeten ook Otré en begé, uit vroeger bestaande bijvormen
borl en bOf/é blijkens bilre en bege in Dair. (bI. 37 IJ ontstnon zijn;
even zoo lek,é of let8e' uit lii.nsfj (zie aal~m. 1 bI. 49).
b. 't Voorhechtsel do, en zijn plaatsvervanger met l in pI. vnn
d, moet in T. vóór eenlettergrepige stamwoorden zijn klinker ge-
lijk mnken aan dien vnn 't stamwoord, dnt de zware lettergreep
wordt (§ 20 I), mits die klinker geen ti is, in welk geval 0 kan
blijven; b. v. maràopár (mor + ào + par), mall{~i"9 (mar + do
+ hing), maUungûllfI (mar + do + ngung), mnar nU/Uobûa (mar +
do + bus); vgl. Mandailit'!l8ck bI. 31 r. 4.
Aam". Sommige woorden, die thans als substantief C; 19 1) tJe
voorIMtste zwaar hebben, moeten vroeger den klemtoon op de
Jant ste lettergreep gehad bebben j zoo moet ome nDast eJn(l uit een
vroeger me (vgl. Sund. pn-me-an), dat met den voorslag 0 (bI. 48 Ij
ome' geklonken moet hebben, nitgeg:u\1l zijn. Op dezelfde wijze moet
,.
58 Kla .. kt!erwimUl!g<n. I 29.
la/i (kiekendief) zijn a gekregen hebben n~ee1'8t la/f, - en dit weder :
~

uit lizi van li ('t geluid van dien vogel) - geweest te zijn. Door den ,.
.'
invloed van den vocativus (i 19 TIl) schijnt ~t oorspronkelijkere ln,- •
kl (M. in .i.hu/ef) den bijvorm heltt (in ri-betef) in T. gekregen te
hebben, dunr toch dit woord zoo vaak: in 't annapreken gebezigd iSj
vgl. voorts .ulernbe = kuliimli<i (bl. 46 :1'.); vgl. bili. (Men. en T.)
= MIi. (MoL), tCÎl/gi en beltlJi (Jav.), ""riti uit oaireli (zie in ti
bl. 46), ,.mb. = reme (D .• 180 IX).
U. Ook do medeklinkers zijn er ale beginners onzeker, en even
zoo de eluiUng, zoodnt men de boven (bI." a, en hl. 46 8) reeds ver-
melde gevallen ook bier vindt; op dio wijze wordt d'ják of d,ák (hl.
16 V) nIs een bijvorm vnn 't Mal. hanjak (bI. 29 .anm.l) duidelijk (vgl.
,mb. ja" in D.). Vnn doar ook porUng na.,t holá"g, dja"gan (Men.)
-:- dangan (Ma!.), pornrP' nanst hOlt!J{., borhá nna.t boM, ....k (Jav.)
uit la.uk (Ma!.), ""nli. (Jav.) = hiti. (Ma!.), MnlJur (Jnv.) uit een vroe-
ger ",ljur, àem. (D.) = temu (Jnv.), .aklirha (Mal. eigenn.) uit.aparba
(Sanser . ..praMa), tjuóiidak (Men.) = Ijampiiàak (Mal.) enz.

lIJ. KLANKVERWI85ELINGEN.

§ 29. De Klinkm.

e met ~.
;
I. De e in plaats van a door eeD i in ecn andere lotlcrgr.; waarbij
't volgende op to merken is:
a. Van de e in ccn zware IcUcrgr. in pI. v. a door ceu i van do
volgende lcttergr. aan te halen mamutulJei in pI. v. mamutullai
(van butulta). Ook in een ligtc lct"tcrgr. bij zamensielling door ccu
i in CCD lettergr. van 't volgende woordj b. v. ,atne-,o-olip uit
lama-Io-alip (aUp moet "f)tr,clill.tnll blijkena ,ilip beteekeud
hebben).
h. De ~ in een ligto lettcrgr., zoo de voorgaande een i heeft,
I
meestal. wanueer cr geen VilStc medeklinker tusschen in Blaat;
b. v. tälinge (0.) = talinga, ltalilitf{f8 DRRst hc,lilinfla , ,andike =
,ëndika (D.). - Zeer zelde•• zoo de voorgaande lettergr. ecu u
booft; b. v. 8Uàé uit 8Uàa (vg\. d••ant. 1).
A ....". Mrlje uit een vroeger hwja (= 'tMa\. lridja.v,IBl I) i.
niet te bewijzen, daar men uäda119 (MelI.) = glfJe (Juv.) vindt. 1
,

,
,
27. Klan/.:oerwi88eziJlgell. 59
Llant. 1. In 't Jav. is ipe uit cen vroeger ipa = ipar (Mnl.);
vgl. ook nip' (D.) = nipa (Kaj.a). Meestal echter m.akt er de i
van een volgende letterg. de a eener voorgaande tot e; b. ".
be8Ï = oas; (Batnv.), e~~i uit kiUÜ (Sanscr.) enz. Van een (J in
pInots van a in een voorgaande door cen u van een volgende let-
tergreep zijn nan te halen est" (waar) = astn in ma1lgastuwi (a §
26), entuk naast a"t'uk enz. In 't Dnj. vele sporen van cen e in
plaats van a door eeu i der voorgaande lettergr.; b. v. -pire =
pira (Jav.), Um, = lima (Mal. enz.), in, = ina (T.), enz. Die
, kan natuurlijk in Mal. al, ,lotklank fj zijn; b. v. kinfj (MaL)
uit tb. (Ar.).
Aant. 2. Men. V<lll Rno spreekt at, als slotklank en uit; b. v.
poken tin M. overgenomen) = piH-an (Mal., hl. 61, r. 1); 't Mal.
pon is er pen; waaruit hlijkt, dat het 't zelfdo woord is als het
in Kawi zoo vaak gebezigde pan, da~ uit een vroeger plD(m,
waarvan p01' nog een overblijfsel is I moet on~staan zijn.

e me~ i.

H. De e met i in cen Inatste ligte leUergr., zoo een voorgaanue a


heeft; b. v. pall' uit pl,a~i (Sanscr.); baum. of ballllge (\ 30 lIl) in pI. v.
baumi (Sanser. bhümi)j ba1lge uit wangi (Jav.)~ ham naast ltain, ltam-
benu (M.) = kambi"g enz.; vgl. mate met ..ati (Mnl.) euz.
a. Soms in een laatste leUergr. door een sluitenden keel-me-
dekUnker of triller, terwijl i der voorgnallde dezelfde verandering
ondergaat,(vgJ. bI. S8 r. 2); b. v. eser nanst i8i1· CllZ.j vgl.ook e8e1lg
met ilillg (Jav.), iting en iijing (D.).
b. Soms e iu plaats van i in CCD voorgaande. waar ele volgende
lettergr. a heeft; b. v. eba-eba = wa-wa (D.); e ma in plaats van
i ma meestal slechts in de uitdrukking e ma nijá". Om het ecn
inheemseh voorkomen te geven, is mena uit 'JJ.Îtta (Saneer.) veran-
derd (vgl. Mom. 3 bI. 61) .
.daNm. 1. Een e uit ai (iJl tweelettergr.) zelden; b. v. tltmga-'tM
uit "a-inga-no,,,, hel{/, in oc???? ~ "=?' uit haila (,-aD ila);
vgl. te met tai (D, -cJ7 "tol" 0 ). en 8eta" uit 8uitan? (de ,net alagta".
den voorziene), tzengel uit na-ingol (Hl).
Aallm. 2. Over e in een zware ,roorlaatste lcttergr. in D. = i
elders zie bI. 38 V a.
60 KtanlroerwiJsûbt[!eM. pv.
e met o.

UT. De • in een l•• tste ligte lettergreep uit of n •• st 0; b. v. par.-


mtlt1, (lCll(xmáocAkr) in plaats vaD paru,naon (de in '4 lmÎ8 k lJTen!lene)~
= óaon (M.), pago (in '2'" 0 - - , X v-..-o
~aMo of boe. (110 ó)
X \) = pag. (D.), ~ ?? ë5 x, = -".., ë5' (M.), iho in ma-
riha-iko = ik •.
Aanm. 1. 0 en e in volgende lettergr. schijnen onaangenaam te
zijn; van daar zijn woorden ale tole zcld zaJm, of bebben een bijvorm,
waarin beide lcltergr. denzelfden klinker hebben. zoo als !cope (aant.
2 XIII I SOl, dat .epek (zie Wdb.), en .o..k dat met (I 30 XIII) ,
noost zich heeft (bi. 57 r. 8 v. ond.). Zoo schijnt ./lk uit o/lk in pI.
v. od. (zie boven in 11 •. ) ontstann te zijn (vg!. .oorta i 28 I a).
Aanm. 2. " roorden als mcrot nnast meret. lorop Danst ,enp
enz. schijnen nabootsingen te zijn van een woord, dat in ecn nD.
de~en tongval in beide lettergr. ecn e heeft; vgl. ~ oe: x \ -
7"? x \ cn ~ -oe \ ::..- ?? \ met djëmpik (0.), modo1" en me-
dep (130 VI) met mUlm (D.), m",", (Jav.), enz. - .
Aanm. 3. In zuid·M. vindt men de in pI. v. do, ZOO dit voor i nis
substantief komt te St88D.

ti met o.

IV'. In ccn laatste lettergreep, meestal zoo zij gesloten is met een
kcel-medeklinker of triller; behalve de voorbeelden in .Dairiacl, (bI. 37 .
J 11) op te merken uaor in pla.ts vnn gallr = 9'"'' Cl 25 UI), gaol iu
pl •• ts von Uaul = gal" (I 25 lIl) enz. f
.d."m. 1. 't Gebrek nan een gesloten" (I 5) aehijot de anolei-
dingto zijn van sE?'? -.-, nuast,;e:?'? - x \, -;i=??~,
nanst 2??? X x, enz.
Aa"t. Men. spreekt ua een" en i in oen laatste leUergr., die -
doer een keel-medoklinker gesloten is, een a uit, waardoor die
,
klinkers als IC en j (ma.r vooalischer) klinken; b. v. maou;ak,
banoah, ,irjau, kanwjan.J. Iu 'tBnt. overgenomen zijn zij drie-
lettergrepig (I'nn daor kuijjjallu,lÎe aant. Bat. Ib. bI. 146). Zoo
een triller de sluiter i5, is de a eell weinig onduidelijker, 6n nR-
genoeg ti; b. v. mandlCar = ma,u/ul (hl. 52 aal/t. 3). De tongval
I
van Barns spreekt in beide gevallen e cn 0 uit (maaok, kamben!l,
ba,.o"', mandol, ab'el,); vgl. noot op bI. uz aant .. Bnt.lb.
I
.dam•. 2. ,in D. ~ 0 in T. cn M. (bl. 33 6).

,
1\ ,
§ 29. 61
Aat~t. Men. van Rao spreekt ä of e elders, als 0 uit; b. v. bori
= Liiri; ar in een voorgaande lettergreep wordt er è; b. ~. pètj/1
= partja (zie c - ~ x). fièmin = tjarmin enz. Men . v. Aga11t
heeft a; b. v. padang = piidang, tjamitl = tjiirmin enz. Ma-
kassaaraclt vertegenwoordigt a. door ecu gesloten a in een opene
voorgaande lettergr., zoo de volgende niet tnet ecn stompen me-
deklinker begint, in welk geval a door iJ gesloten wordtj b. v.
kàmig = Urnit (Jov.), takang (zie bI. 7 aant .) = teken , taqgog
= tiiguk (MaL).
AiJmn. S. Ovcr 0 in cene zware voorlaatste in D = u elders zie
°
bI. 88 V h. - In toZa en da"o (zie Wdb.) is de io. pI. v. u geko-
men. om die vreemde woorden een illheemsch voorkomeu te geven
(vgl, bI. 59 II h~i 80ma (Sauscr.) is daarentegen 8uma geworden.
Aanm. 4 . De reden van een" in een yoo rlantste zware letter.
greep in D. en M. = i in T. , zoo nIs in lumut = limut, ligt buiten
'\ notakseh . Dot Zim6t = Zumat (MaL) is, behoort tot I 28 I.
Aanm. 5. Soms 0 in T., waar D. a beeft, terwijl 't omgekeerde
minder vank plaats heeftj b. v. aftlboló'~g = imb(zlang (D.); sosar= sa·
,ar (D.); .orat = .arat (MaL); gogo, gegok (D.) =gogak (MaL), gak-
gal. (D.); ga/lap (M.),ga.op (MuL) =ga."p (T.); 'opa = ,apo (D.);
,!!mpCta (D.) = ,apota enz. - In 't Lubusch (of m.,eh) vindt men
vaak 0 WQar Men. of Mal. a heeft; misschien ltieruit te verklaren,
"ataban (slaif) in pluats van lwtalJall (buitgemaakte) vnn tahall; zoo·
dat men 't woord een Lubusch voorkomen heeft gegeven om de
miuachting jegens de Lubus als overwonnelingen gekoesterd regt
te doen uitkomen.
Aan"•. 6. Zelden is de i nanst a in een laatste door ng geslotene
lettergreep; b. v . ••.ujang naast buujing; loming = Zamong (MaL),
llmëng (Ja •. ); peutir.g (Sund.) = patanu (MoL). pètëng (Jav.). -
In M. beeft men pilting = pina1lg misschien nadat het eerst pintng
(na.r I h op bI. 58) geweest is.
Llant. In 't Malagasuch is e in een geslolene letlergr. elders, .
door i vertegenwoordigdj b, v, voorhechtsel mi = tn.er (D.), aan·
llechtsel ina (ii bijna stom) = ell (D.), on (T.), tekinJi (bI. 83) =
teket, (Iav,) enz.
Aann" 7. Een 0 in pI. v. 1tloa, zoo nIs in 't Jav. zoo vaak 't
geval is, zelden; voorbeelden zijn sora nanst 81l1!ia1'a (M,), en mora
in eigelln. = muwara. - Van 0 uit au (in tlVee lettergrepen) ook
maar enkele voorbeelden, dosak (D.) uit ria en ",ak (Men. = '
62 §So.
tljanpan); ro, ,oh (D.) = ralM (Jav.); doli uit dal/U (I 30 X
aanm. 2).

! 30. n....d.klitlkm.
?'? met -,..

I. "(k in D., tie bI. 3~ B.) met p .ls beginner van een woord dik-
wijl.; b. v. fl"rap naast k.rap; pul<>k-gulok in plaats van hUok-k.lok
(bL 47 IV a); p;'I ••O (I 27 I) naast 7? '0 0 \ ~; kirlo Cl 27 1) =
kil"", (Men.), OiI<nD (Mal.); kurtik n ...t uurtik ,enz. Tusschen klin-
kers, ofllu cen sluitenden neusklank minder vaak; b. Y. ~ukang (M.) =
6uoano; .anpoak = -r 7? 7? \ , lagil =
lakil; vgl. voorts «juga mei
ojoka (Maknss.), talaga met talaka (Makn ...).

d met I.

11. Bij d. voorbeelden rceds huven (bI. 80 IV, I 2' a, en bI. 89


XIII) opgegeven, zijn nog te vermelden Mok (in eigcnn.) nonst BUok
uit tjilofJ. (Men., zie aant. onder XII bI. 71), suln-sul" naast 8!1du ludu,
-8i-adap.ari nnast Ii-alap..ari, sadi nnast Bali. Ook hier ziet men, dat het
oDder den invloed vnn oen, geschiedt.
a. Wasr 't woord niet met een t begint, geschiedt de verwisse-
ling meestal in woorden, waarin twee lettergrepen beiden met cl
of l beginnen, en wel zoo. dat T. gaarne beide lettergrepen met
denzellden medeklinker last 8smangen, terwijl D. en j\f. woorden
voortrekt. waarin een der lettergrepen met een anderen medeklin-
ker begint; vlln dnnr dUQala"g (D. en 1fcu.) = 'IIlu/Jal-ang, c!{1/a'ltg
(D.) = aodong; vgl. ook lid.ag, lidi in M. (bI. 80 IV). V.n dnar
ook, d.t D. dona heert = doda.
Aanm. T. schijnt 1 genomen te hebben in alu (in mangcUll-alu en
ma7lgalulum) = adu (D. en M.) wegens den invloed vnn den neus-
klank, daar de 1 wegens zijn grooto verwantschap met de IJ (IV
bI. 64) nader .nu een neusklank ,tnnt (vgl. bI. 77 onder); vgl. I,ali-
hOllall = h"diko..n, en kelong (Mok....) = kid"ng (Jav.).

Dt 118U8l.:wnktn.

nl. Meestal onder den invloed van een i vindt men alle neUSKlan-
ken met elkander verwisaeld; vgl. mijo, met nvur ( {en.), oeju, (D.),
ngiJer (M.) en "jij'" (Mal.); ngiJat = "Val (1)., Ar. Mal.) maagijamun,
in plaats van mallijamuu; minggoT n3astninggor, domi!a uit duniJa (Ar.
po. Klanlrot1'lCi~8elingen. 63
Ma1.), mamia = ma1JÎ8, uwani = wangi (Jnv.), woange of bange (M.)
en ban. (zie § 29 lI); ".jat (D.) = m.jat uit Mal. majat (zie aant. 1
bI. 18, en bI. 16 r. 2 v. onder), aangijatlg Donst sanijang , wjam (D.)
= majam (V a § 17), nunûttg naast nangittfJ (Jnv.), "ituna uit mitkuna
(Sanscr.) enz.
a. Onder de voorbeelden, waar de i niet gewerkt heeft, beboo-
ren b. v. damol uit dang6l, n07lgán Daast nomán CM:.), nekne'K =
ngolm90k, pangoran nanst pamoran, 8inar (Ma l.) = ,in.gar (Men.),
1'a",or (Mal.) = pa"flUr (Men.), ngarla (zuid-U.) = mada (D.), en
.ada (noord-~L) .
b. Als beginner ,'an een ligtere lettcrg. natuurlijk dikwijls; b. v.
mandijang (v66r een eigenll. ons wijlen) uit een vroeger in 't Men.
bestaande spreekwijze nan di j(Mlg (die hij de Goden is) J aami&ara
uit 8anestjara (Sanscr.), ami8ara uit amm!iiira (&nscr.) enz.
c. im en urn worden als slotklnnken dikwijls met in cn un even
nIs in 't Men. gelijk gesteld; b. v. ra.tum nanst ranlf, mali" nanst
mali.. , djim (ook Jav.) uit Ar. Mal. tIji., jalin (Jav.) uit Ar. Mal.
jat,m , rukun (1\fen. zie bI. 39 aOllt.) uit rum (Ar. Ma1.). vgl. ....,.,.
0 \ '2:" -oc:: 0 \ met a.i. (~Ial. enz.); belon (Ba~w . MaL), bil-
lUI/. (Men.) = Oiilum (Ma!.), enz. Zoo is majam uit l1&aim = mai"
(Mal. , ûe bI. 18 aant. J).
d. Een m en ng worden nIs sluiters zelden verwisseld, en meestal
in ceu laatste lettergreep, die van a, 0 of" voorzien is; b. v. ~
-cs' r- 0::; \ = lanljullg (D.), gotom Danst gotong, w.ltom = ,,[-
tong , littom = lütollg,' tuwam = t'/w:ang; vgl. rantjung (Mal.) nanst
ratltj1~m .
e. De stompe vaste medeklinker clio zich Dil den sluitenden
neusklank bevindt, figt zich te gelijk naar 't geslacht van deze
in galm (on.d. in de aont. bI. 7) de vaste medeklinkers overtreffende
klanken; b. v. tunggu-tunggu nnnsttum6u.tumbu , marindonaastma-
ri"goo. tinggi" (Mal.), en in marriü1'!loir = Undir (Lnmp.), enz.
Aanm. In mu (nanbechtsel tweede persoon enkelvoud. ook Jav .•
Mal. enz.), is door dë terugwerking van den Jipklinker de n in
een lip-neusklank vernederd , ••du (D.) = nu (Mak .... , zie IX) en
verder mu; 't geen de ijlheid der neusklanken, nIs geen wederstand
biedende kla.nken, bewijst.
Aant. 't HUWQ8Ch kent slechts n in plants van llg en nj der andere
tongvallen van 't Malognsi, zoodat urallga (garnaal = Jav. urang)
en uranii (1'('ge" = Jnv. ?ldan) er niet te onderscheidon zijn.
-
64 KlankverwÎ.88tlingen. 130
l en ti.

IV. Do I en " (bI. 0 ·""om. ij onder) werden dikwijls verwisseld


onder den invloed vnD eeo neusklank, vooral in woorelen waarin een
letlergreep door "!! geslolen is; b. v. unan!! = ula,,!! (D. on M.); la-
Na,,!! = lolan!!; Iwan!! = nwon!! (MaL); ning!!ala cn .. unflkala (Mak.)
uit lilnggala (San8er.); lanok (na/lng in D., zie VI) = lalat (Mal., VI
aan"'. 2), lalir (lnv., VI aa.... 2); koning koning,n (D.) = hu/ik.kaUngan;
,imalolollfl uit ,imanolrJng in plaats vnn limanjolong (M., zie bI.. 29
aanm. l)j maAilolong (dat ik voor 't gemak van den leerling onder lo-
lo"g in '\ Wdb. heb geplaatst) is zoo uit .naMnolo,,!! (ma cn kolang met
invoegsol in: te beklagen zijn) ontataanj lauufJ = naung'(Mnl.), ,aromo
uil.a.amA (Men.); nam... (D.), njamok (MaL) = lamak (Jnv.).
a. Voorbeelden vaD de verwisseling zonder den invloed vnn een

neusklank zijn w..ijak (8pflanlCke peper) uil "a .ijak Cl !!e", bed
op de long u), nit. (a.ito Tag.) = lil. (Fnvorl.), lail (zie bI. ~6 r.
,
2 v. onder) = ..akit, lauajak (M.) = nahojak, lal. (D.) uit .. lil..
(IX),lara,etu (Jav.) = .ara""I. (MaL), nop = kJp in /dop (M.);
waaruit blijkt dat 't ,eigenlijk inge,14pen eiJ" (nuk, zie XU) beo ;i
teckent, maar van een pand gezegd "ercallm zij" is gaan betee.
kenen (vgl. 't gebruik VBD pate van een pand, en 't Mal. liil-ap dat
"ad slapen, en van ccn pand 'CErtJaUen zij" beteckent, terwijl 't
1
gelijkluidende Men. woord .lapm beteekent); vgl. voorts I1ila.a~
(Bug.) = 10""ö2 (M.) enz. Uit aommige der voorbeelden blijkt
de sisser de reden der venvisscling te zijn.
6, Als sluiter zelden; voorbeelden zijn kojal in pinats ,'an "oja» ",
in .imp.1 (M.) = ,a7p.o (D.) heeft § 25 gewerkt.
4anm, Bij de voorbeelden laaijak. lobaja/,; (zie a). en evenzoo
bij pana,ari = palaaaTi kan natuurlijk 't op bI. 48 iu 2°. vermelde
ook in aanmerking komen. ,
dan!. 1. manow (Men.) = ëmhalna (D.), fnaUo (T.), maldo (M.)
moet uit een vroeger malofo ontstaan zijn. ;
Aant. 2. 't Mak. schijnt vnn ccn l en r als beginner van een -
stamwoord, waarin de tweede lettergreep ook met cen der tril.
Jers begint. ccn n onder den invloed vaD 't iuhcchtsel H"' te
maken; b. v, numalo van lalo. numera van rera.

Perllemelle· met tand-medeklitikera.

V. Dikwij1s onder den invloed van een i; behalve ae voorbeel- 1


"
·


.. \.
JSO. Klankoerwillelingen. (jó
den in Dairi8cl, bi. 85 IU en bI. .0 XIV) nog op te merken adji in
,nangadji (wigcbelboeken lezen) van adkl (Banscr.) , en waar het, even
als in 'tJav. in eigennamen van helden (b. v. 8iaàji marimbulu hOll)
enz. DOrst heteekent, uit at/ki (Banser. opper in zamenstelI. als adkipa
"opperheer"); vgl. voorts àjék,a (Jav.) uit adkjakla (bI. 43 Hl), per.
tiaja (Jav.) uitpratyaja; mertia (Jav.) uit nU2rtya (Sanscr.), enz.
a. Soms is dj ontstaan uit de praepositio di v66r een met een
klinker beginnend woord; zoo b. v. djae en djuZ" uit di ae in pI.
. van di "0.8. (§ 10 h), en di uZu, niettegenstaande zij thans als
8ubs~ntiven in gebruik zijn, door dat men hun ontstaan niet
meer weet; immers zij moeten vroeger aan 't lto<>fd en aan de dij
(vgl. ka,·lta., in D. ?? 'tI") beteekend hebben, door dat men
een landstreek als een ligchaam voorstelde, waarVan 't bovenland-
sehe als koofd (vlu) en 't benedenlandsehe gedeelte als dij (hae) of .
fJOet (Niaseh gac) beschouwd werd. Op dezelfde wijze moet djuma
uit di uma ontstaan zjjn, 't geen bevestigd wordt door kauma
(ka = ka in 't Mal. pracpositio naar), zoodat beide woorden vroe-
ger op den akker en naar den akker hebben beteekend, en eerst
naderhand als substalltivtln iu gebruik zijn gekomell. Verdere
voorbeelden zijn eljakt. in terdjaINt eliaIu (D.) uit di aIn, djaton
(Daj.) uit dia atolI.
6. Minder vank onder den invloed van een u; beh~lve de boven
(bI. 40 XIV onder) aangehaalde voorbeelden, zijn te vermelden
pilunanll (Men.) =piijunang (Makaas.), djuwata (Ja •.) uit duwata
in plaals van dewata (Sanser.), tundjuk in djongkal - (M.) naast
nmduk, djung ada (M.) = du"g ad., idjur = .dur (D., zie bI. 38
Va) enz.; vgL ook djukut (Sund.) = dukut (D. en Kawi), djub.r
(Sund.) uit dub.r (Ar. Mal.), dj.,ta (BaIaT. M.l.) = dusta. enz.

Ik neusklanken all ,luite,., met ,ekerpe t1alt~ medeklinker,.

VI. Behalve de boven (bi. S8 in IX) a.ngehaalde woorden te ver·


melden 6el4ng (D.) = ooMk (D.), ka!e" (D.) = balot, 8aran (D.) =
.arat, tutum (D.) = lutup, lar"n. (D.) = tarop, anutl (D.) = hanj.. t
(Mal., zie bI. 29 aant.), hon = hot, naleng (D.) = lanok (\ 25 H), ha.
zeng (D.) = balok, ...ren (D.) = 80rot, dèlën9 (D.) = dolok, nangkëng
(D.) = .;???? X" po...g (D., zie bL 38 V 6) = plU.k, .d••
(D.) = .dut. Dat niet altijd in T. diergelijke woorden met een scherpen
vasten medeklinker gesloten zijn ziet men uit pUlong . (bI. 39 IX a),
djooung = djiilJak (MaL), 'tltriulI = kurik (Men.), 1'1.00."g rahing = ru·
5
66 Klatlkctraoi&lû'lIgm. \3 0 .
hak-rahik (Mal.), ",,"illg in ~..,- ö ~ ..,- ö = kulig (Men., zie
bI. 72, ..nt. 1 boven). Noa.t .ag.n (zie de aanm. bieronder) is geen ••-
gat in gebruik. maar slechts te vermoeden (aaMm. 1). Soms met ver~
..,bil van beteekenis; b. v. modons (./;zpt1t) en mtkp (Ioegaao van de
oogen wegens verblindend licht, of nu iemand, die slanp beeft, zie
bI. 60 aaom. 2).
a. 't Dair . • Zing = .z.p in T. schijnt .ene wandeling door 't
Men. (aant. XII bI. 71) gemaakt te hebben, en dua nit een .lok
ontstaan te zijn.
Aanm. l. Diergelijke woorden, behalve die met k of ng gesloten
zijn, hebben een middcuvorm, die met een stompen vasten medek1in~
ker gesloten is. Daar eeD stompe medeklinker echter geen sluiter
mag zijn (I 7 ... m.l), zoo is de middenvorm in 't Bataksch alechta ,
te vinden iu van cen aanhechteel, dat met CCD klinker begipt, voor·
ziene woorden of in cen enkcld zamengC3teld woord J waarvan 't
laatste bestenddool met een klinker beginl; zoo vindt men den
midden vorm vnn /Jon = hot in lxxlari, van lJMng = 60lág in lJeta.
gi. (Ilaapmatj. in D. =
/;zg. in T., eigentIijk Tul te lJlTeideo.; vgl.
pahOlaUOfS in M.), van ..ga. (= een vroeger lagat?) in 'ag.àoo.
De middenvorm is daarom vaak in een zustertaal te zoeken; van
daar la"'" (Jav. in tata""') =
ta",,,, en tarup, .ar.d (Jav.) .a- =
ran en ,arat, ,eureud (Sand.) = ,eren en ,oro~, tuttdJ (in Men. tutu·
Nn u't vlies waarmede sommige kinderen geboren worden") = tu-
tum en Mup, ungkah (Kawi) = ongk... en Vi?'? - \ (vgl.
~
Sund. aiagka3 met Men . • i'okap). ,
Aan",. 2. De middcnvorm van de woorden die met ng of k ge.-
810ten zjj n, is in 't Jav. met een r en in 't Mal. met een ( gel5loten ;
·b. v. /;zür (Jav.), lalat (Mal.), ..Uno (D.), Zanok (T.); pudr (Jav.),
pulat (Mal.), po.oag (D.), pulOk (T.) enz. De reden van dit ver·
schijnsel kan hier zonder een groote uitweiding over de zl1stertalen
niel opgegeven worden. En buitendien wie leest helP
Aa.t. Uil 't bovensteande volgt ook de identiteil van tot mei
. 'b? ..:.... ö>' (D.), dat uit een tvv" of toj•• (in pI. v. tu-UIl of
t.. , zie""M"'.onder 2'. bI. U) ontslaan i8, en /ut in ZIII..e (MaL)
in pl. v. td.-tlll ( .zo .l tof), daar .i in 't Mal. al. praepositie
niet in gebruik ia (zie 't Wdb. onder tot); dat et een tut in 'I
Mal. heataan moet hebben blijkl uil tiilllt (lot mei 't inbechlael
al; de klemtoon op de laatste lettergreep wegen. I 20 I bI. 20;
vgl. 't Mak. ""Za.tug in zijn beide beteekenissen).

,
§So. 67

De neu8klatlkm all h~!Ji1lner, "aH ten woord met dd ,clJetpt


""deklink... can kun U<llacnt.

VII. Duur de .. optreedt bij verbule voorhechtsel., zoo .indt


men hem als beginner van cen substantief ongepast, en verandert hem
daarom gaarne iu den scherpen medeklinker van zijn geslacht, om
dnnrdoor 't woord een nomimllen vorm te geven , 't zij zulk een woord
als . substantief in zwang ia, of wel alleen gebezigd wordt bij de vor-
ming van de passive uitdrukkingen; van daar Pa6Of1it in öale':"'" naast
malOf!it (bI. 75 XII), pinangkaho (eigenn.) uil minangkaholO (Men. nna.1
MmQ"9- en ManaNgkahow in gebruik, zie bI. 30 onder in de aant), Pl"
tik (Mul.) = .",Iik , parpali (MaJ.) nau. t miirpaii, pak.ud (Sund. in 'I
pussief) uil mak,ud (Jy:iR-o),pradangga (Jav.) uil mr'édangg. (KuIVi Sanscr.)
= mardallgg. (Mal.), maiapal' (Jav. eigenn.) uilmak'.mali CSanscr.),pUf!i
(Jav.) uit mUf!' (San.er.); piirlj. (Mal. eigenn.) uil mirlJ. (D. en Jav.,
KalVi, Sunac. martI') = mor•• (T.);pa~~pa (Ja•. ) nil ... ~~.pa(San.cr.)
enz. De waarheid hiervan blijkt uit de voorliefde van 't Dataksch, vreemde
met een m beginnende substnnti\'en als werkwoorden te bezigen; van
daar ma8a en mtlsim of mU8ÜJ (in den tijdplaata keb!JeI~, [Je6ruik~lijk eijn ,
in ewang zijn) uit mä8a (maaná) en muBim (moe8on).
a. Maar daar nu ook de overige neusklanken in de vorming
van 't actief van een werkwoord in de plaats vaD een scherpen
vasten medeklinker treden, zoo heeft men die verandering ook op
hen gaan toepassen. Hierbij moet opgemerkt worden, dat 't Ba-
lak.ch dit niet zoe erg heeft behoeven te doen als 't Ja•. , daar het
zoo weinige werkwoorden heeft , die niet met een til beginnen; zoo-
dat men geneigd zoude zijn, de woorden, waarin een andere neus-
klank: dan m gemelde verondering beeft ondergaan, als uit een
andere tsal ingeslopen op te geven. Voorbeelden zijn t'''fIgala
(misschien uit 't Mal. of Jav.) naast niogg_la (I 30 IV), tab. in la·
bu tabu uil een nahu (bI. M IV) = labu (Mal. uil S.nacr. alah.; vgl.
III bI. 48).
h. Van 't omgekeerde vindt Dlen voerbeelden die denkelijk te
verklaren zijn uit de zucht zoo'u woord een vreemd voorkomen te
geven; van daar nila-utama (eigenn. Mal.) uit tüottamä (Sanser.),
mir•• (Jav.) na.,t piru. (pen. Mal.).
c. Soms wordt ook de neusklank afgeworpen, wadnt 't woord
met een klinker begint; b. v. im6ar (Jav. nomiuale vorm van ''Dim-
5'
G8 KlankrJtrwu,elingeH. §So.
bar) uit mimbar (Ar.), intulDa (0.) = niIYna (bI. 54 aa.m. 1), ing-
gala naa.t ni.ggala, antaboga (J.v.) = .antabOQa (Mal., Sanser.,
.n...taMoga), anàini (Jav.) uit ..nài•• (Sanscr.), alu (Mal. Jt...) uit i

nalu (zie IX)? ämpiila.. na ••t mampálam (Mal.), anggwlim•• =


m.ngulima. (IX), ••ggolj = '07If!!J<li (0.), dan. (Kw. wolk) uit "ft-
dan. (Sanscr., bl. 43 Hl), ip"" (M.) = ngipi. (Tag.), ara. (J... ) =
,
ng.r•• (Sund.), unte = monte (Alfoerscb), montaj (Tag.), enz.

D~ neudlttnkel' al, ~tginntr8 met stompe ende metlelclinktr' mn


hu. U"latht.

VIII. Z"" dikICiill vindt meD '" en 6 als beginne" van vooral lig-
tere lettergrepen of meor dan drie-lettergrepige woord~ll roet elkander
verwisseld; b. v. ma"dailing = lJandailing, maima (eigenn.) = lJaima,
matau = 6atau (bI. 15 r. 2 v. onder), óintora = mintora, morattlrun =
,
60raturun (M.), ..aAaIara (Oaj.) = batar. (Sanscr. Matära), mijanga (Jav.)
uit UJjangga (Sanscr.), .. injawak (Jav.) = bijawak (Mal.), ma.lij.ng
(Men., bI. 4i •.) = 6a';ja.g, bakota = makota (Mal., zie Wdb.), ,.ar-
pati (M.l.) uit MNrjäpati (bl. 47 IV). AI, beginners van twee-lelter-
grepige woorden ziet men ze verwisseld onder anderen in marul n9.88t
lJaTUl, mUlM = bila,; in balám = mal&m en muàá uit huilá exaan".. 2)
heeft de ligtsle lettergreep gewerkt. ~fen vindt zelfs im.na naast
ióana (i6a + na); 't geen verklaarbaar js uit do galm VliD de 11, ca .
't gebruik van 't woord al. voornaamw. (vgl. aant. 2 bI. 76).
i
a. Van de verwisseling vaD à en n zijn als voorbeelden op to
merken: nuno = dunfl. dona (D., § 30 TT a) = tint/a, nnn (b. v. in
-a ëS \ '2';' -.:- 0:: \ - ?? \), in plaats van dan, en 71i oor~
spronkelijk = di,' bij nomá uit àomá, en in "0"flá11 uit dONflán -
(M.) heeft de ligtste lettergreep gelVerkt. •
IJ. Van de verwisseling van fI cn n!J is slechts een enkeld voor~ I
beeld in 'tBalakseh zelve te vermelden; b. v. egat (noord-M). =
ingot; vgl. ngin(!i met Qigi (Mal.).
A ..... Zoo i. duk in pid"k (D.) = nuk in manuk; immers de
woorden, die "OUel beleekenen grulD dikwijls uit de benaming van
een bijzondere vogelBoort; zie djangang-dj.ngang (Mak. ""fIel) van
dj.nga.g (kip), mand ma.uk (zie Wdb.) VOD ",anuk.
A •• t. M.I. heeft zeer dikwijls al. beginner van drie-lettergre-
pige woorden m, waar Men. en'lIat. h, Jav. of Malagasi tO, en
Sund. Ij heeft; b. v. mangk.à. = 6angkuàu (Men. en Bnl.),

~
I

. - ~, ... - ,-
§ 30. 69
w.IIgklll/. (Jav.), tjangkud. (Sund.); mä"gkuwang = bangkulIIO"!I
(Men. en Bat.) , wakllana (Huwaseh bI. 83 aani.), Ijangk"wang
(Sund.); vgl. voort. Ijaringin (Sund.) met waringin (Jav.), barin-
gi" (Men. en Bat); tjarekam (Sund.), met barkam (D.), garAam
(Mal., bI. 48 2'.), baMm (Jnv.); tjalinljing (Sund .) met balimbi"g
(Mal.) enz. 't Sunà: tjalcene (maag{/) is dus uit wawene (wette =
hini in 't Mal.); vgl. hl. 75 in de aant.

Sluitende ne..klanken t. geliik met beginnetuk 8tompe mad.klink.",


met nt1Uklanlcen venouaelà.
IX. VaD de verwisseling van n99 met "9, nd met n, en mb met 11&,

tU8schen klinkers zijn vele voorbeelden.


ngg met ng.
a"gg"li",an (VII c) = ",aoguliman , ln!!gcwh (D.) = ngolu, ,ing-
gar = 8ingar (Men.), dangg'" (D). = dangó!, lngga (B.t.v. M.1. ne-
gatie) = "!Ia' (M. in ngada, d. i. "ga + ada; vgl. bI. 83 a).
,
nd en n.

Bindar = si'lar (D. en :Mal.) , ainda naast aina (D.), tondU1J{/ = tä-
IIU"I! (Mal.) , iJ"diJralja = naralja (M.I. uit 't S.nser.), nak (Men.) =
h(î..dak (Mal.), b"rllllng (I 27 I) = bUlld."!! (Men.), 8Imd.t (Men.) =
, ••ul, .indawar (D.) = sinawar (Men.), kandi",.ng (Sund.) = nihung
(Mal., vgl. bI. '0 1); endu (D. nonbeehtsel tweede persoon enkelvoud)
= nu (Maka... ), indá = ..a (M. in ..ada), a.. àal.. of iadal. (bI. .3 lIl)
= ccn vroeger nolu (= lalu, zie IV a), inderu (D.) = 'iiru (Men.).

mb. en tno

<mbalno (D.) = .. aU<> (bI. 39 XII a), remb. = rem. (D.), <",baljang
(D.) = matjang (M.l.), I,a.wir;, gambiri (101.) = kiJ",;ri (Jav.) , kara,n-
badj. (Mol.) = karamodj.; vgl. dmoroq na.st dmboroq (Mak.), en bI.
30 in de aanm .
.dant. De H vnn een vreemde ta..11 wordt soms "dj van dasr
p;nài. (Men.) uit pinnace (Engel.eh), dj,"deZa (Mal.) uitjanela
(portug.), almenài!r (Boto •. Mal.) uit Arm"'Îer. Zoo moet de
d van dija, daku en dikow (Mul.) ontstaan zijn door den invloed
van een !lluitenden ti van dangan en '-an (of akan), zoodat men
vroeger dangan aku, aanga,,, ija en dangan ikorD moet gezegd hebben
(ikoIo bestaat nog in D.j. cn T.g.). '( Sund. spreekt een stompen.
I

70 po.
medeklinker no den neuslelank van zijn geslacht zeer zaeht uit
(zoodat. men b. v. in plaats van a.djin!J nagenoeg anji.u hoort),
of maakt hem scherp (b. v. ü.tjak = tindjak). 't Bugineesoh
haat na een sluilenden neuaklank een stompen medeklinker; van
daar tanliaf = lanrljaf (Mak.), rlangKa"u _ àango••o (Mak.),
Mlamp""U = balambang (Mak.). Van daar ook dat 10 al. begin-
nef van een woord na een s1uitenden neusklank, die een m moet
worden, even nIs IJ een p wordt; b. v. tDaramparang in plaats vall
UXJrang warang, watampit;g uit roatatlfj rttitig, 6olampolang in pI.
vaD bolang 6olattg, lJulumpuMltIg in plaats van 6ruung lJu8ung enz.
Zoo is ook d••rumpu/al&an!J nit à••runu ./all!on!J ontstaan. In pI.
van een cl nn cen 81uitenden n beeft het even als 't Mak. gaarne
r (zie bI. 10 aant. 2).

h met 10.

X. 't Geruisch, waarmede een ", wordt uitgesproken I heen aanlei-


ding gegeven tot de verwisseling van dien klank met", (vgl. I 21lJ 2'.
en aan'. bl. Ui). Van dasr de verlegenwoordjging vnn ecn ,\ van D. of
11:181. tusschen twee gelijke klinkers door 0, 10 en zelfs h (zie aanm. 1
onder); b. v. djaAat (D. en lIfal.) = djaoát of dj.IDOt, """"'I (D. en ,
Mal). = "..",.1 of m.wát, geraak. (D.) = gartlao4 of gorda",. (vgl. de
voorheelden onder I 11).
.daom. 1. Uit 111 IJ blijkt de verwisseling van 0 met ft! en &cn
verder uit IJairilC! J. X met h (bI. 89) die van Aa met 0; waaruit
de oorspronkelijke idenliteit .an taban (D. en Mal.) mei tal'" (Mal.).
taban (T.) duidelijk wordt; ma""ban (zie onder ta6an in 't Wdb.), bo-
teekent dus eigenllijk iemand legen houden (milnaha. M.l.), te meer
daar menaba. (D.) of ...naan (T.) zoo vaak gebezigd worden van 't )

spnnnen of zetten van 8~rikkenJ netten enz. om iets te vangen.


.dann•• 2. De ! al. bestanddeel van geadspireerde med eklinkers :
in Sanscritscho woorden wordt in T. door a vertegenwoordigd; b.
,
v. d••p" uit dh.p", ba.ta uit Mijl., bndd (18) of mutlá (VIIJ) uit
buMh., gartlá (I 18) uit greddAra (I 31 IV), 6aima of mai... (VJJJ)
uit blima, p"0' (l 8. en 29 in IJ) uit pAa~i. Een uitzondering is
, ..di, .dat misschien door D. (Bindi!.) of Mal. (.àndl) uit .."dlli is
ontitaan, en vroeger landt moet geweest zijn 0 8 cn 10 I aanm.). D.
danrentegen scheidt de " vóór een u van den medeklinker door e;
b. ~. d,hup" nit d1.ya, m..r vó6r andere klinkers dOOl denzelfden
klinker (vgl. bI. 36 F); b.•. •e.,diAi uit .aotilti. hndaAa uil bI,ddha,

, .
18 0 . Klan),;otrwi88elingell. 71
gerdaAa uit greddltra. In aaAaI' ( __ v-. X . . - 0 ) = doli (T.) uit
dhüU schijnt u door den invloed von de adspiratie 0 geworden te zijn.
Aant. Ook in de zusterlalen vindt men verwarring van k met
10; b. v. gr.A. (Knwi) = ghar. (Mal.) = gano. (Jav.) uit Ure-

hlik dat eerst gerka moet geworden zijn j de Mal. en Kllwi-vorm


door § 25. 't Men. heeft dUlDag& = dhaga (Mal.). De Men. spel-
ling JU (pao, aaat. bI. J6, ti. takil) doet een vroeger pawa =
paha (dij, zie Wdb.) vermoeden, boe zeer ook door het gemakke-
lijk. wegvallen van de k cu 't uitspreken van de slot-a als á de
uitspr. van paAa al. pao daartoe aanleiding kan gegeven hebben.

])e I" met 8.

XI. Onder den invloed van een triller of van een i en " dilctoy'u ;
b. 'Y. hurlJit = &urllÎt, hari1nborlJor = sari,nhoróoT, kalimbu6u = sali".-
buhu ,inandjar = kina,ulJar, llalittoktok = ,alitloktok I ,inamora-an
J

(zuid-M.) uit "inamo-ra-an , .arumaer = karl~rnaer, humUT = I'UmUT;


vgl. voorts ltarkar met sarBar, en ai in 't voorbcehtsel maai (h. v. ma~
.ihotang) =
hi (in rrw.ihotang in pln.ls van mahikotaag, bI. 27 1 . 2); ~gl.
voorts kuping (Jav.), dal in T. of 11. kuping zou uitgesproken worden
(I JO a), met .upiag (M.) euz.
Aa.t. 1. a. wordt als slotklank in Men. als eh uitgesproken;
b. v. V"fl biirèh , lWo: biJr,l. (bI. 61 r. J). Zulke woorden in T.
of M. overgenomen zijn natuurlijk niet met h gesloten (~ 23 I,
zie bare). Daaruit de .pelling ~I te verklaren, daar die eigenu.
in Men. aijèh en niet zoo als in Mal. en D. atjik luidt.
Aant. 2. Men. spreekt U8 als .lotklank al. loih uit (de wals
in 't Engelsch uit te spreken, vgl. aam. 1 XIV); b. v. sarátwil,
~!r).
DIJ P en k als ab,ite".
XlI. Meestal in een lautste van a, 0 of IJ voorziene lettergreep; bl
v. aop = uok (IV a), rajap naast rajak uit rlIjat (k,,), rijap = rijak
(M.), .ep = sek (D.), dop n ...t dok, teptep naa,t ukt,k (in tal,kt,k) ,
aaggOf/op = aaggogok (M.), .otop naast .otok, gooop n •• st goook, la/up
= lotuk; vgJ. _p (Bund.) met """uk.
Aaut. Men . •preekt ap al, slotklank oq uit (~, tjilog).
r .. "

De t en k all al,ûlers .
XIII. Meestal in ccn laatste vnn i of e voorziene lettorgreep; h. v.
72 . Klank.moiI,iling.... § sa.
met cn ,oaek (§ 29 III lUI.m. 1), /)eM" = 6eAet, luW = l.zlit (bI. 29
F 1); vgl. parik (zie aant. 2) mei parit (Mal.), 8i8ik met n.it (Sund.);
r.bit (Doj. cn Jav.) = r.~il; en tjal>ik (MaJ.), ~u.ip = kook (D.), pe-
,.it (Jav.) = emperik (D.); ltjalmi naast ujatni, misschien uit een vroe-
ger ladn; of la.t.i (bI. 16 r. 8 v. 0.). Verder zijn op te merken rand.t
= ra"àulr, 8ijOt = Bijok, lipavt = 'lipauk; vgl. dd, waarbij klankna-
bootsing gewerkt heeft, met iI;" (D.; vgl. 't Jav. woord) •
.dant. 1. it en ip worden in 't MeD. als slotklanken iq uitge-
sproken; b. v. parig = parit (Mal.); van daar ook zulke spellin-
gen als '-:- !o.i .• in pI. van J..oL.... En zoo kan ta6it (Jnv.)
wel door 't Men. uit ~ ontstaan zijn. Als slotklank wordt
i. als iA uitgesproken (iii~ih = bä.gil). Hieruit, en uit de toe-
passelijkheicl der bcteckcnis op een rivier, bat/gia in air bangia,
zoo als wij naar de spelling uitspreken, want lJangÎÀ (Agamsche
uitspraak, zie bI. 61 boven) moest uit bangi (= Jav. lIIang.) door
de onverstaanbaarheid hiervan ontstaan. Vele woorden worden
met een sluitenden , gucltrer;e", zeUs die in 't Maj. niet op ill
maar op ; uitgaan, b. v. V'~ (üdih) = lidi, V'~ {fa.itiA)
= paniti. Dit schijnt uit pedanterie verklaard te moeten wor.
den. Is për'. (Jav.) = piJra4 door 't Nederl. P'V''''
ontstaan 1
't equivalente woord is immers pwaA (Kawi) van waar ook poluns
(in pI. v. PIIIa4a.) melk (uitP'V"I) •
.dant. 2. Men. spreekt at als slotklank ~g uit; b. v. ~
,äaèg (Rna .oaèg). Zulke woorden in 'tBal. overgenomen, heb-
ben soms cle g niot; vau daar kope uit tjopeg (Rna-Men uitspraak
van tjiJpat, zie § 28).

J)e p en t all &luiter,.

XIV. In ecn laatste van Sf voorziene lettergreep; b. V.lfUUp naast


l.,ut, gurut nas,t fI'''''P, ajup = ka.jut (Mal., zie bI. 66 Vl.).
.dam. 1. In 't Men. worden ut cn up als slotklanken met el-
kander gelijk gesteld, en 1CÎIJ uitgesproken; b. v. lalllig = laut,
patwig = patut, kallIlig = katup. De 10 moet hier .ls in 't
Engelsch meer als klinker uitgesproken worden I maar echter
zoo l:ort dat die woorden er geen lettergreep langer door wor-
den (páturliiq en niet patuwiq b. v.). Hieruit te verklaren dier.
gelijke spellingen als \..N"\; in pI. v. -.::->"\; •
.dant. 2. 't Jav. tMU clt tabib (Ar.) zie aant. 1 onder xI1:I.
13 0 . KlulIkDerwis8t!lingen. 78

Aatlt. S. Mak. vertegenwoordigt iederen sluitenden vasten me-


deklinker door q, dio vóór een klinker k wordt.

kk (of ngk) met ng.


XV. Zonderliog dat kk of ngk (M.) zoo dikwijls in een bijvorm ng
is; b. v. dingan naast dikkan, 8ongon naast 8okkon , ~ X < 0 X,
Daftst ~ X 7'? (5 X \ , hongot naast hokkot, nillfJon naast nikkon .
.danm. In 't Dairisch heeft men män en pän (bI. 89 XI) uit man-
gan en pangal! (vgl. aant. 2 alhier).
Aant. 1. Moet men hier een vroegere uitspraak noh naar de
letter (bI. 81 midden) aannemen, zood at de ,,, reeds in den tijd,
tocn die uitspraak nog in zwang was, weggevallen isP
.dant. 2. Men. laat ng in bijvormen weg (vgl. de aanm. hier
boven); b. v. àjiingan (\ 28 lI) naa,t djan, en gara. in plaats van
gar••gan; op die wijze moet ook 't Mal. àan (",IJ) uit àangan
ontstaan zijn (vgl. de beteekenissen van dokot).

\ 81. Minder regelmatige klankverwi88elingen.

I. Een n9 als sluiter, waar een bijvorm van 'twoord op een klin-
ker, meestal een 0, u of a, uitgaatj b. v. etong (iD meto-ngetong) = eto,
(Jado naast fJadong, urdong naast urdo; vgl. djolonfJ (Men.) met djolo t
gat/jal/, menong (Men. Jt zeepaardje) uit een vroeger gadjall. men3? kuru ..
hutu-a" = kurullg ltUrlmgan. asang (<< < -z? '7? ë5 X , ) = asa J
talàko (Mak.) = taliikung (MaL), "idje = kWjang (Mal., \ 29 I h)P
Aan,.",. Over 't sluiten vaD i met eCD n of ng zie bI. 56 onder,
aamll.. 1. Men. heen nrm misschien. uit '0 (aanhechtsel derde per-
soon) gevormd (vgl. jallfJ uit ija enz., zie aa'lt. 1 alhier).
Liant. 1. 't Sluiten met een ng heeft grammaticale beteekenis in
jang (Mal.) uit va, even nIs lcang (Jnv.) uit ka (in ika), cn ing-
k.ng (Jav.) uit ika, nng (Jav.) uit ai ('.00 al, nog in D.). D.
slnit 8i (relatief woordje) dikwijls met een neusklank van 't ge-
slacht van den beginner van 't woordj b. v. 8interem. (si + terem),
simpera (n + pera). Aardig is kidu (Mlm. in mallidu uruiken")
vergeleken. met ltidung (neus; vgl. 't Bim. ngilu uruiken" van il"
"neus.")
.
Aant. 2. Als pracpositie is i in 't Jav. met ng gesloten (ing).
)

en in 't Balin. met n als nanbechsel (itt).


dant. S. Door de vergelijking met de zustertaleu vindt men
bijvormen op i en üJ,,' b. v. c:;:;::) =;. \ r 0 = M"8Ïn (Mal.),
14 Klanln,.,..,imü.get<. I SI.
6Of.gi. (bI. 66 I). 6erngi# (D.) = 6ingi (Ja•. ); vgl. katamari. uit
kiilam·ari (zie Wdb. onder 6odan). lIJa.gin (in ma.wa.gin) =
",angi (J••. ). ~ oe: ë5 0 \ (uit ?len.) uit ..mi (Ar. Mal.).
inin (Mal. oost-kust Sum.) in plaats van ini, lunàUIÜJ uit 'U"·
dun (Perz. Ar.) d.t in ·tM.k..... dnt bier nu
moet bebben (bI.
7 aa.t.) .....d..tr/{/ geworden i.. Minder vaak bebben woorden.
die op eon andenn klinker eindigen J een bijvorm met" als elui ..
ter: nagata,... (MeD.) uil nagataru. 6a"" (MeD.) = 60. ~4; vaD
daar ,aÖDun, en haunbaunara = ,abau en 6au-haua.) f tal",. (in 6är-
tal.n-talun) = talu i vgl. ook .alpu met .a/pun (I 27 1); 6iîragan
(Men.) = 6arnua (Mal.). dewa. (Men .... ,.....I1UoU in de verho·
lCD) uit Ik ... mi80chien omdat dit deo (aant. bI. 15) zoude wor·
den; naNtun (Men. adjectief voornanmw' J dat nict anders door
on8 te verWen is dan door de ~kh, daar het op iets, waar
gewag van gemaakt is, wijst) uit nan + tu (in üu) evon als 'IIang·
k. (adjectief voornaamw. van dezelfde beteekenis d. pa• • erme!àe)
uit nan + ka in ika (Men. = inl). De praepositie ka is als aan-
becbtocl kan (Mal.. kin Jav. en D .• ka. in T. en M .• zie bI. 336
enl~2·.).
n. Een I al. oIuiter. waar een bij 'arm eeD OU beeft; b. v. ••ngki.
6""U naast ,a.vkW.I. /Ja'9UlinU = Maggál. ka••ng (MoL) = ka.al ·
(Men. in ,;sj. zie bI. 62 aaot. SJ; vgl. in ·tJav. g.~jng metu~il.
,
Indjal (Kramo) = b.wanf! (Vl).
IU. Als beginners r ell • i b. v. 7??? = ";?? .a6a·.a6a =
;
,·a6••ra6•• ~ ë50 \ :s;:: ?? \ = 7' ë5 0 \ :R ?? , .
.da,e. 't ?1alagaai heeft soma ...aar 't Bat. r heeft; b. v........
Ira = Mrat (D.). wiealri> = birat (M.) enz.
IV. Een r in een bijvorm gemist; b. v. oltar (D.) = rolulr (.gl Mal.
!iiJrar = ?? -"7 \ - in beteekenis); gOfJ).r (of uoar) = uorar (M.).

gerar (D.; vgl. Mal. Uatar). i..6ar. = rimbaru (M.). t.fDangu01lfl = tu- I
ra'guong. orar = rlrar (D.); vgl. àm. (Mak.... ) met mm. (Bug.) en
rem. (D.). tuju"fl (of tiuog. zie bI. 17 VU = tar,of! (Mal.). terong (Jav.
en B.la•. Mol.) enz. Aldu. i8 /JaM (Men. in di 60,..4 ..gi.) = 60-
lIJ"" (Mal.) en 6004 (D.) in 6004•• (zie ...t. bI. 16). ·
•. Een I gemist vindt men in ;P08 = lipa. (~lnl.). kul/p••av
(M.k.... ); iUxng (Maknsa.) = lii"'ag (Mal.). le,.nO (D.).
V. 6 en à meeotot door een i of ei b. v. dij. ma = 6ij. ma (M.).
àeuar = 6egar (Men.); bend uit a...ak (Men.) kan ook uit I 28 n blij.
ken. diillak (~lal .) verklaard worden; vgl. bida! (B.tav. MaJ.) uit'\
§ S1. Kla.""errcó...linu.... 75
Portug. <kdal, oijar (Mal.) met dijar in padij.r, dim. (Mak.) eigenn .
vnn 't eiland Bima.
VI. IJ en 8j b. v. Ia/kup = balleup, .aroaKgin = baroangin, .aran-
U" (Ja •.) = oar.nua. (Mal.); vgl. ooral met aoral, àor61 met "rel
(Sund.). Men denke hier 8aD b als vertegenwoordiger vaD een ID, die
wegens zijn geruisch gemakkelijk met, verwÏIIseld wordt.
danl. 't Sund. beeft dikwijls als beginner tj ,vaar Mal. een 0
en Jav. een 10 vertoont; b. v. tjanir = oa"ir; tjai (water) = we
(Kawi in plaats van .,.1); tjadaa = wadaa (Jav.); Ija.ah (bI. 89
aani.) = oah (Mal.); Ijalanu = oatanu (Mal.), ..alanu ·en aatang
(Jav.) ; tja.nu = haUlIU; Ijajur = oaju,; vgl. àNtjal = Ouw.nu
(II), patj.l (Mal., ook als ned.rig voornaamw. van ae eerale
pers.) Krama·vorm van pawwa"f} (Kawi = Jav. po.,ong) àediende . .
Vgl. aanl. bI. 16. I
VII. , en t meestal door een i; b. v. koting = hoting, ,inggung =
tinggung (MaL), &ijan naast tijan (in M. teman naast ,eman), enz. Bij
deze venvisseHng wel te letten op 't vertegenwoordigen in T. vaD een ti
in overgenomen woorden door B (bl. 12 aanm); zoo kan ,imlJora uit cen
vroeger tjimlJera (bI. M a), zoo al~ titora (Banser.) in D. zoude uitge-
sproken worden (bI. 85 III), ontstaan zijn. Zonderling is hel, dat men
naa81 ..lul en tel.! ook pelu! vindt, en naast <inugunu en tinUU.oU (MaL)
ook pillgfJUng; waarin de P ,wel door § 80 VII uit een metul en mingguJ,g
in pI. v. lomelul (bI. 46/.) kan gekomen zijn.
a. Zelden ouder den invloed van cen u; b. v. MlUrutan CM.) =
hal.rutan (bI. 46 2'.), a" (D.) = t. (bI. 41 IV).
VIII. , en u--,.; imlmlu naast 8ine/nuu , impola uit 8impola, anglci-
lJwlg nanst 8angki/Ju1lg, antabi naast 8anta/Ji, antjogot en intjogot nnast
aantjogot en 8inljogol.
IX. h (of kin D.) en I meestal door een Î; b. v.l,ijonu. kjjunU (D.)
= IjjU"fJ (Mal.), kipaa (Mal.) = tipa8 (Jav.), MnaG. uil tinaon.
X . !I en r,' gaba.gaba = raha.ralxs, gabor = rOÓDr (igteng = Jav.
fÎrw"!1 ligt buiten 't Bat.).
XI. U en d; dO{/anak in pI. v. dad.n.k = dakdan.k (i 2. IV 0), àa·
djj. = Ok.gija (Mal.), U.!il1aU = dali.dali, ..agiul (Jav.) uit wiJl/ut.
( XII. U en dj; djob.r = gohar, U01/UJk = djomak, m.aiJgil (Men.)

I uitspraak van m.8iUjil (~, zie bI. '1 .anl); vgl. _pi (Mak.) =
.u/ji (MaL), 8"f/Ï = 8Udji (MaL).
I XIII. U cn W; vgl. ta/aU. met talow., '.Iauar (Sund.) mei ai.da·
"'.r (D.).
70 Xlauberwilaetingen. IS!.
\
XIV. r cn A (Dairisch kj; b. v. rail = Aait, rair = ka";r (IV bI.
15) in kawirm enz .
.da.t. 1. De klankverwi ...linge~, die builen 't Bataksch lig-
gen, en slecbts door de vergelijking met de zustertaten kunnen
gekend worden, kunnen hier niet behandeld worden. Zij z.ijn
voor een Wdb. zeer belangrijk, en noodzakelijk waar men met
woorden te doen heen, waarvan de verklaring in de taal zelve
niet te vinden is. Zoo b. v. is tam;' (iD manami. Haa,. de geesten
oiferm", en tami-tomi Ueen offerfeest, waaraan 't publiek en
niet alleen con bijzondere familie deel neemt"), te verklaren uit
't Jaii. tamu (gaaf), zoodat mana.u eigentIijk beteekent : de gees-
ten tracteer", (aZ. gaat bekandeZen). Hier is de identiteit van de
14 en i nIs slotklank slechts te bewijzen uit een vroegere ge-

daante VDn 't woord; want zoo ccn i (die mIRT. 29 II ook e kan
zijn) slotklank vaD ecn woord is, waar een zustertaal ofaDdere
tongval een ft beeft, dan is er een middenvorm met 'Uj als slot-
klank, die in de een of de andere taal te zoeken is, en daar
som, in twee lettergrepen (als .;.; of .",e) bewaard i. geble-
ven; b. v. Zongi (D. en Ja•.), lange (T.), Zan. (Huwasch, zie
aanl. onder op bI. 6S), lan!l"j (K.wi), ta"goj (D,j. nominale .orm
van na"!loj, zie bI. 67 a, I 30 IV); api (Mal. enz.), aJu (Mal ...
gasi), ,p"j (Kawi); tamu (Jav.), tamllwe (T.), tam.,oej (Daj).,
tamoj (Lamp.), tami (zie boven); t.li (Jav.), toloj (lloeo.), tld";
(Kawi); bal. (T.), baZ,twei (Men.); ,iipei (Meu.) in angin aäpei-aiipei
(een bri4,/e) nanst aapuwe! = aepi (Jav. en Mal.). Andere proe-
ven vnn diergelijke klank verwisselingen kan men in do aant.
va~ 't 13lltaksch lee!boek vinden.
da,tt. 2. Vele klankverbasteringen stann buiten een, regel; zoo
b. v. die, waaraan de vocativus onderhevig is (il6 of it6ng van
woto, ma6J van pantmaen, taag uit turang). Ook woorden, waar-
bij aan de oorspronkelijke beteekenis niet gedacht wordt, vooral
omdat zij tor aanduiding van een betrekking dienst doen, kwi-
nen niet altijd, wat de verandering in vorm betreft, genoegzaam
verklaard worden. ZoO b.•. heen men van tapi (Mal. verkorting
van talapi uit Sanscr. tatk4pi) cn ..n Aami in sommige landschap-
pen, wnar noord-No gesproken wordt, tai en '.ai gemaakt. Jt
Wegvallen van de p cn m is hier niet nnders te verklaren dnn uit
't gebruik vaD die woorden als voegwoord (maar) en voornw. Om
dezelfde reden is Imano in T. nltijd gebruikelijk nl, bet negntief
\81. Klanlroerloislelingetl . 77
imperatief is , terwijl1l1ang, waaruit het veranderd is, steeds ge-
bezigd wordt nIs nominale vorm of imperatief van mangulatl!l (eau
iets gee1i gebruik maken). Ook vooroanmw. worden dikwijls, zoo
als reeds uit !tai in pl. v. hami gebleken is, in een vorm gevonden,
woarin de klank verwisseling niet aan een regel is te onderwer-
pen; van daor ook dat 't Mak. den eindklinker van sommig6
voornaamw., zoo zij zonder nadruk gebezigd worden, beeft onder-
drukt, en hen in een vorm weder geeft, die ze bijna onherken-
baar maakt, aq in pI. v. aku; kiq (eerate en tweede pera. enkelv.)
uit kit (zie bI. 78 boven) in plaàt. van kit. (eerste pers. meerv.
inclusièf); kang (uit kam, zie aant. bI. 7) in plaats van kami, en
mang (uit mam, zie aant. bI. 7) in pl. v. mami (Jnv.). - Dot
voorts de klankverwisseling dikwijls een middel is gew~rden om
een woord een bijzondere beteekenis te geven, ziet men uit laaijak
(8paan8cke ptptr) , dat algemeen in gebroik is in plaats van na
.ijak (I 80 IV a), daar dit te veel zo ude insluiten, en ook loep ..-
selijk zoude zijn op andere heet op de tong zijnde specerijen. Dit
is dan ook de reden, dat men gaorne "alawaa (zie b1. 1S~ 2°.) in pI.
v. !talá. gebruikt , wnnt ~alá. als 't keee. (la.) beteekenende sluit
weder te veel in. Van diergelijke woorden gaat de bijvorm met
zijn beteekenis dikwijls verloren; zoo is b. v. koning in D. nooit
geel, maar altijd curc"ma J terwij l 't Afal. kuni"u nog bezigt in
onderscheiding van kunjit (curcuma = Ot Jav. kuni" zie aanl1t.
2 bI. 68). Zulke woorden hebben dus veel van eigennamen, en
hebben daarom soms ook ccn vorm met ri (ee n voorhechtscl
waard oor men een woord tot eigennaam stempelt); h. v. 8i·hak
(een raaf of kram) van Aak ('t geluid van dien vogel), terwijl D.
kak bezigt, en 't Jav. 'nlJkak; even zoo .i.päda. (Men. gemi",·)
van padaa ("eet op de tong), en aim08in (Luhuseh zout) van m08i"
(= maai", zie aanm. 5 bI. 61). Soms ondergaan zij een verande·
ring die tegen den regel is ; zoo b. v. moet het in M. ( r oe::
0 ' - X ~ ) overgenomene Men. ,impalah (uitper8el van 't
vlecseh vnn ecn coeosnoot) uit 8imparah 1 (ti + p'árah , vgl aant.
1 blo 73 ontstaan zijn. Is hier de l in plaats van, gekomen door
den in vloed vatl de a, of van den neusklank I wnarbij ecn l nIs
zecr verwant met de n liever is ? (zie bI. 64. IV, en hl. G2

, Simpärd komt ook voor, maar telden . nat limpala niet Bnt. i., blijkt
uit paro = pártJ!& (Mal.) .

I
78 182.
aa.... ). - Ook woorden, waarin een geluid. nabootsing zit, zijn
aan geen regel gebonden; b. v. Iillkurug (Mak.) = dukur in en-
àu""r (D. = antluli.') = """"r in liikukur (Mal.), tutu in /Iat.e_
= p!du in .ipulu (Men.); 'gl. ookg.k,gagal/lQk, kaJ<, K"k (D.
en Daj.), gagak (Men. en Jav.). ' .pk.k (J...) enz. (zie Wdb.).
Bij diergelijke woorden zoude men alleen -de gelijkheid van
klinker al. regelmatig willen opgeven.

132.

Ing68Cliooen md. kUnk",.


Al, ingeschoven medeklinkers vindt men:
I. • in Dairilcli ( IV b bI. 86), M..d.ilinp.cli (E. f. bI. 29) en
verder in ...ó. (lka., in T. en ••• ,/(md. in M.), dat ook "iS "iS'
"iS "iS x, gespeld wordt, om heide lettergrepen ala twee .. nletter-
grepige woorden te laten hoelCn, uit ë5 + ~"O x, (van daar
"iS~"iS' in D, zie bI. 89 in X).
Il •• in liL en T. (I 8 à), in D. (in IV " op bI. 36), verder in -
7"0<:R: X,?? ë5X' ( - + "'='" < ~ x, + ??ë5
x,), van waar ook aiopol in tarri"flol.
a. In pal.lak, dat ook = pa.lak beteekent, ia de • al, ingescho-
ven opgevat door de beleekeni. (zie Wdb.).
lil. I in <X: "'!P x, 2"" O:R: 0 '* ,
~ <I 8 '), -:R: 0-':"
?? "0 x, (zie Mand.ili.p,cA E .• bI. 29; tj in D. in p'ijiàahk'n,
Ijëtjed_r (zie IV c bI. 86).
IV. Ii in Manàailinglcl (bI. 28 E. a), in .Dairi8cA (bI. 86 in IV),
en verder in pakolu (denkelijk om bet met pali .. in overeenstemming
te brengen), -??<x:x,., pa4a1o (dit door Dairischen in.
~~ /

Aa .... De, is miuchien ingescboven in iaripa, (uit tu + ip."


b!. 46 r. 1), zoo als te vermoeden is uit den Dairi,ehen vorm (lu-
repar). In 't Men. vindt men karair in plaats van hJ·air (naar 't
tDat". of de ""ier gaa om eeD behoefte te doen,; air 7.Îo aant. 1
bI. 18).
§ 33. Sp<iling. 79

IV. SPE L L ING.

i ss.
De spelling is nergens bij den Barok geregeld J daar ieder naar de
in zijn landschap gebruikelijke uitspraak schrijft. Zoo spelt men b. v.
Nut ... (geurig) in T. niet alleen?? 2>' ?? 2>' (i I~) maar ook
?? -0.' '2"' 2>' (\ 11), ?? ~ , '2"' r,' (naar de uitspraak)
en ?? 2> , '2"' 2> ,(i IS), terwijl het naar 't Dairiseh overhellende
snb·Tobaseh ???1"?? 2>' C\ 14 a) of ?1?? 2>' (\ 11),
noord·M. ?? 2> , ?'J 2>' (Manàailing3Ck B. I op bI. 26), en zuid·
M. v-,. 2> , ?'J 2>' (bI. 26 r. 2 van onder) cr van maakt. In de
meeste geschriften op boombast vindt men eeu geregelde spelling, die
't woord in zoo'n vorm schrijft, dat' ook iemand, die van de Tobascbe
uitspraak niets weet, het tot zijn eigen tongval met weinig moeite klln
terug brengen. Zoo b. v. kan een Mandailingsch sprekende uit de spel.
ling ?? ~, '?? '2';" zien, dot hij hier hH8ku, beeft uit te spreken
(B bI. 26). In 't Wdb. is dan ook deze spelling gevolgd, daar het vol-
gen van de spelling naar de Tobascbe uitspraak het voor iemand I die
zich in Mandailing of Dairi bevindt, geheel onbruikbaar zoude ge-
maakt hebben. Dat soms de etymologische spelling niet gevolgd wordt,
ziet men uit ?1?? 0::' (bI. 12 r. 3). Die d. uitspraak der ver-
schillende tongvallen kent, zal geene de minste moeite hebben een
woord op do regte plaats in 't Wdb. te zoeken .
.d.allt. De zonderlinge uitspraak vaD T. zoude iemand doen
twijfelen aan 't beweren vaD alle Bataksch sprekenden , dat
namentlijk het Tobasch de grondtaal is, waarvan ~M. en
D. afgeleid zijn; want de uitspraak dezer tongvaUen, geeft
nu en dan de spelling der boom bast-geschriften beter te·
rug dan de Tob8sche. Dat D. van T. afgeleid is, mag meD
wel betwijfelen, en de bewering der Bntaks aldus wijzigen:
D. was oorspronkelijk een verschillende zustertaal, waarvan
de aprekenden door de Toba's zijn overwonnen J zoodat zij
't schrift, en misschien ook de godsdienst i van hun over·
winnaars hebben overgenomen. Dat 't schrift van T. is ont-
leend, blijkt genoeg uit 't gebrek aan een toeken ter aanduÎ-

t Zie b. v, reJanna (bI. 45 aanm.). dangsi1l4 en longti (bI, 49 aanm . 2).


80 SptUillfl· ps.
ding van den klinker " die liever een 0 had mneten gennemd
worden, daar hij dezen klinker in T. zoo dikwijls vertegen.
woordigt (hl. 83 6), dan een • (vgl. ook aanm. 2 bI. 38). _
In hoeverre de godsdiclLSt der Dnirisch sprekenden vnn de
Tobo.'s is ontleend, moet nnder onderzocht worden door ie..
mand, dio in de gelegenheid zal zijn 'ttaalgebied van D. door
te reizen. De Dairisch sprekenden , waarmede ik in aanraking
geweeat ben, beweerden hnn boaehaving van de Tob.', te heb-
hen, en te oordeeltD Daar eenige Sanscr. woorden, die in D.
gebruikelijk zijn, znl men er vooreerst geloof aan moeten sIMD;
zoo b. v. delJaia, a!loni en adji (bI. 65 r. 2), waarvan D. dtwata,
afllni en arii (hl. 40 XIV) gemaakt zoude hebben, zoo het die
woorden niet van T. bad ontleend. Ook. woorden, die niet
Sanscritsch zijn, schijnen overgenomen te zijn; b. v. klliki,
waarvan D. de 4 van Aa/illi (uit 4a + li, zie bI. 68 2'.) met k
heeft overgebragt (hl. 84 B.), niettegenstaande daar de A geheel
in overeenstemming zoude zijn ulet zijn taalregels (bI. 39 6.) t.
Evenzoo klljeur (bI. 9 in de aaom.) d.t ke/je"'" had moelen zijn,
da.r D. een A (die in 4a.ijOT achter de i is uitgevallen) door k
wedergeeft (bI. 34 B). Zonderling i. ook tam""r ..mpa" (.loek-
qfwterder) als naam van een haarzuiverende vrucht, want lumpa4
i. daar een vertaling van hura (in tappaT 6.ra) , dat thans in T.
"m1~king beteekent . maar toen die naam aan de vrucht gege.
ven werd, nog ,elndm heeft moeten beteekenen (zie Wdb. onder
hura) 2.
Wat voorts M. betreft, het i. duidelijk, aat T. althans 't
schrift hieruit moet ontleend hebben, dasr het geen nj kan uit.
• preken, maar tooh in 't nlphabeth opgeeft. De uilaproak van
M. komt in sommige opzigten met we nu T. overeen, als b. 'f.
in het bezigen VBn een A wanr MaJ., Jav. ofD. een k hebben,
maar in 't hebben van een tj, en in 't kunnen uitspreken (iu
zuid.M.) van een nensklank als sluiter vóór een scherpen mede.
kHoker vertoont zij daarentegen groote afwijkingen. Zoo als
noord·M. en zuid-~1. er thans uitzien J moet men hen beschou-
wen al. talen, die zoo slerk met het Tobasch zijn vermengd ge-

t Zie ook bI. 14 N°. 3, 18 en 26, en td.,. (ook D.) op bI. 70 (14""'. 1.
!I Vgl. ook bI. 16 onder in ., waaruit blijkt, dat zelt. de uitspraak vau T. op
D. invloed beeft moeten uiwcfencn.
u.

§ ss. Sp,Ui"g. 81
worden, dat er vnn de taal der oorspronkelijke bewoners vou 't
taalgebied van M., waarvan de Lubu's en mu's nu nog de ver~
tegenwoordigers zijn, slechts weinige sporen zijn overgebleven.
Als men or op let, dat aR, en na in T. ti in de uitspraak geven,
en oOk, kk, dan blijkt bet, dat b. v. de volgende woorden 't
overnemen van Tobasche woorden door M. kunnen staven: kat-
nt in T. ia in zuid-Af. antjit in 'nlDfttjit (in plaats vaD malUJntjit,
n.
zie bI. 26 r. 2 v.o.), en T. spelt kansil omdat ook t. geeft; hatair
in T. is in M. 'l;antjir, en T. spelt ba"s;r om dezelfde reden als
bij kat,{t opgegeven is. Beide die woorden echter had men even
goed luuAit en oa81tir kunnen spellen, om de uitaprRak weder te
geven; immers lI.a,hit c'n baahi, geven ook kaUit en batBir, ter-
\vijl zij niet anders kantJit en "antjir kunnen worden dan bij een
volk t dat ts onaangenaam vond., en er ntj van maken moest.
Door ~Ij (nI gespeld) in plaats van tI (Ik in de spelling) te zetten,
is de grondklank, waaruit die woorden zijn ontstaan, niet overeen
te brengen met dien in andere aaD hen verwante woorden j neemt
men kanljil en iJantjir, dan krijgt men de grondklanken Ijil en
tiir, en kan dan deze klanken niet in verband brengen met den
grondklank in hakkir (spelling hangkir), dat in M. ha"gkir uitge-
sproken wordt, ell in baltir; neemt men echter baskir, dan ziet
men den grondklank in nlle drie woorden, die nagenoeg 't zelf-
de beteekenen, want don krijgt men baltÎ1'. bangAir en baskir
met den gemeenen grondklank "ir . E,·enzoo is het met kaskit
gelegen, dat ha.rit gespeld in M. hanljil geeft, want tjit kan
men niet in overeenkomst brengen met den grondklank Mt van
aaltit (Mal. 8akiC). De in grondbeteekenis overeenstemmende
woorden ',itaat, akkat en "taat, die allen thans kin8at, angkat
en "n8at gespeld worden, en in M. leintjat, angkat en utl/'jat
klinken, vertoon en een ongelijken grondklank in deze spelling,
want dan krijgt m~n tweemaal sat en eenmaal kat (kat in 't
Mal. anflkaC). Men moet dus hier alweder vaD de uitspraak van
T. uitgaan, en dus een vroegere spelling Aidkat, angAat en tl8-
kat bij 't onderzoek naar den grondklnnk opzetten, zoodat men
dan den grondklank kat (ook in bork.t) vindt. Veilig mag men
stellen, dat de uitspraak in T. in vroegere tijden meer in overeen-
slcmming was met de etymologische spelling (vgl. bI. 78 XV aanl.
1), zood nt men lm8"u8 en hialû8 uitsprak,twnnt in die andere uit.
spraak lVas de grondklank ligt te ontdekken (hu. = IN.. in D., ki.
o
~ ---~ ..----~'OO:-------'l
. 82 Spelling. I 3S . I
= kil in Dair. kiakia en Mal. kikia), terwijl d. hedendangsche (hut-
lUI' en Ait8is) hem verbergt. Do nieuwere uitspraak moet echter
reeds in zwang geweest zijn) toen de Tobs's 't taalgebied van M.
veroverden, want ua liia"at en kalMt moest in M. hi,kat co hal-
/cit, en niet hi"tjat en haRtjit, zoo als M.. uitspreekt, ontstaan ..
De ti is in een menigte zust.ertalen, als b. ,. in Jav. en Mal.,
niet bekend, zood at de oorspronkelijke bevolking vaD 't taalge.
bied van M., die blijkens 't U1usch en Lubnsch een ta.1 ' pra-
ken, waarvnn 't klankstelsel met dat vaD't Jav. en Mal. overeen-
kwam, ben in ntj moesten veranderen. Dat't zuidelijke gedeelte
• der Bataklanden oo,..pronkelijk door een Maleiseh 'prekende be-
volking bewoond wa" blijkt ook uit de menigte Men. of Mal.
woorden, die in M. aanwezig zijn, en wel met een uitspraak,
die in ~en. niet geldt, maar nog in 't Mal. in zwang is. Men
denke ,Ieeht. aan u1IfIga., dat u.gg. (zie ClO ~....,) zoude
zijn, zoo het onmiddelijk nit 'I Men. (.'~gèh, zie bI. 71 aa.t. 1)
ware overgenomen; even zoo is het gelegen met pa uit Mal.
palla, terwijl het in 't Men . paà.is, en ra (noord.M. eign. van
't land!ohap Rao) dat nanr I 17 II nit ra.,a moet zijn , en bij
geen mogelijkheid uit 't Men. (rao) kan gekomeu zijn; zoo ook
is tobat 't Mal. táhat en niet l1en. (too.g, zie bI. 72 aant. 2).
Uit diergelijke ,peilingen van T. nl. ?? CS' r ~ 0 ' ,
05 ?? .,. 0 \ enz. waar het tegen zijn eigen uitspraak een
neusklank als sluiter voor een scherpen medeklinker plaatst,
mag meu veilig begluiten , dat de besohaving uit het O. door een
Mandailingacben tongvnl heen Daaf het binncnlana gekomen ia.
Ook de echt-Tobe!eh sprekenden moeten zich met de overwon-
nelingen vermengd hebben, want hoe anders te verklaren , dat
T., .nieltegcnstaande het geen tj uitspreken knn, €och dj bezigt ?
immers de stompo geslachtgeooot van de t. is tlz, zoo als nog
in 't Malagasi. Zoo men let op de groore overeenkomst van de
Bataksohe uiuprank met die van genoemde taal, zal men het
niet onwaarschijnlijk vinden I dat 't Bat. vroeger ook een à:
heeft gehad. AI. voorbeelden van die overeenkom,t zijn aan te
halen:
1°, een h als vertegenwoordiger van k eldersj b. v. aA14 = aku
(Mal., Jav. en z.).
2'. een k (in T. kk, zie I 10 en 11), "nar Mal. of Ja •. ngk
heeft; b. v. tuko ('nI rJMoet) = tllt~ko, ",akoana = bano""",ano.
SpeUillfJ· 83
133.
3°. ft ontstaan vnn ten k door eCD voorgnandcn sluiter uit I"
(bI. 26 1); b. v. !lJUr.,,-kakakä uit lOur".ä = hl/rung (Mal.) on
Ilakakä = hak (T.).
4°. 't gemis van den halfklinker j I die door z vertegenwoor-
digd wordt; b. v. l.azu = kaju (Mal.), ,alazan. = .alajan (Mal.
van 8alej).
5°, tBi waar elders t'i is (vgl. bI. SIS IlI)j b. v. tBindzo = tin-
ajoJO (Mal.) , /i"do (T.); JI/tsi =putik (Mal.); I,i.ari = li"aik
(Mnl.); en 't ontstaan van ts uit 8 door een voorgnanden sluiter;
b. v. lala"ta.ruträ (uit Wan. + ,á...,trli).
6°. 't Veranderen van een sluitend en k in h v66r een aan-
bechtsel, dat mot een klinker begint (vgl. I 10); b. v. irá-
kinii van {rahi, (de elot-a nagenoeg stom) en ina (aanhechtsel).
-- ---=-:-:-:---------~---,

D RUK F 0 U TEN.

BI. 8 r. 5 v. o. I... : ik';.


H 10 n 111008: ??Ö??O~o,.
" 12,. 12 nelden. door.
" 22" 16 " Undu-90da"9.
H 22 u 21 ,. bindu pinarà,jolma.
IJ 22" 11 v. o. lees: bindu pinanilok,
u 25" 17.v. o. IJ • en zijn slechts.
,. 27., 6. H 8Cherpe medeklinkers.
" ti" 9 v. O. H alak ,ongko-lIi en "up tjokkrrlli.
.. 81.. 2 lees: Mul en máit.
IJ 8S" 17 v. o. lees: bI. 61 boven.
JI 88 IJ 11 v. o. " 'C'""""' -à,.
" 36 u 19 lees: pë + tweemaal idall.
H 42" 8 en 9 lees: 1IlenUeT.
" 42" 11 v. o. JI alé-nijaw{.
IJ 46" 10 moet karam60àja uit taramlJwlja weg.
" 49 11 5 lees: zijn (bI. 6 BRnm. 6) ;
" u " 12 v. o. lees: uitspreken.
" 63 JI 20 lees: = tjalmr.
" 66" IQ JI behalve soms.
" 68.. 1 " iniuna.
n 71 11 7 '\1. O. 1008: ~.f
IJ 7S achter aanm. (onder XV) in te voegen: Sommige woorden heb-
hen een bijvorm. woarin 1Ig tusschen klinkers gemist wordt;
b. ,.. inga. = ij•• , lijan = tingon (M., I 4 2'.). In '\ n.ir.
enz .
.. 74.. 8 v. o. lee.: VII).
ft 75" 17 v. o. IJ tumttul en tllminggung.

You might also like