Professional Documents
Culture Documents
HC5 Goederen en Insolventie
HC5 Goederen en Insolventie
Nebula: vennootschap waarin onroerend goed zit. Nebula gaat failliet. Onroerend goed is
overgedragen in vennootschap 1, en vennootschap 1 heeft het overgedragen aan
vennootschap 2. Tweede vennootschap heeft het pand verhuurd aan mulders en welkoop.
Voor 2006 kon je belasting besparen als je niet juridisch eigendom liet overgaan. Er was een
koopovereenkomst, notariële akte maar niet in register ingeschreven. De levering werd niet
voltooid waardoor je juridische eigendom niet overgaat. Maar wel alle bevoegdheden die
erbij horen. Zoals de bevoegdheid om het pand te verhuren.
Curator wilde geen pand met huurders erin. Welk argument kan de curator gebruiken?
De curator zei dat de huurders alleen een verbintenisrechtelijke aanspraak jegens de boedel
hadden. Gek want geen overeenkomst tussen nebula en tweede vennootschap. Het gaat
over de vraag waar de vennootschap het recht ontleent om de huur aan te gaan; via
economische eigendomsrecht. Economische eigendomsrecht is een bundel van rechten
volgens het hof.
Art 26 Fw en Nebula.
HR 3 nobember 2006, NJ 2007, 155 m.nt. P. van Schilfaarde
Het feit dat het (voort)bestaan van een wederkerige overeenkomst niet wordt
beïnvloed door het faillissement van een van de contractanten, betekent echter niet
dat de schuldeiser van een duurovereenkomst wiens wederpartij failliet wordt
verklaard, de rechten uit die overeenkomst kan blijven uitoefenen alsof er geen
faillissement ware’ dus de contracten gelden nog steeds maar dat betekent niet
dat de schuldeisers de rechten kan blijven uitoefenen alsof er geen faillissement is.
‘Een andere opvatting zou immers ertoe leiden dat het aan de Faillissementswet
mede ten grondslag liggende, onder meer in de artikelen 26 en 108 e.v. Fw tot uiting
komende, beginsel van gelijkheid van schuldeisers op onaanvaardbare wijze zou
worden doorbroken. Dit geldt ook voor gevallen waarin de gefailleerde krachtens de
tussen partijen gesloten overeenkomst niet is gehouden een bepaalde prestatie te
verrichten, maar het gebruik van een aan hem in eigendom toebehorende zaak te
dulden’.
De huurders werden eruit gezet. Nebula legt art 26 Fw uit en zegt dat art 26 Fw heel ver gaat
omdat het betrekking heeft op dit soort situaties. Het betekent niet dat je bij een
huurovereenkomst nakoming kan blijven vragen.
HR Berzona
HR 11 juli 2014, NJ 2014, 407 m.nt F.M.J. Verstijlen (ABN AMRO/Berzona):
‘3.6.3 de aan curator ten dienste staande mogelijkheid uit overeenkomst
voortvloeiende verbintennissen (passief) niet na te komen, betreft verbintenissen die
uit of ten laste van de boedel moeten worden voldaan, zoals een betaling, de afgifte
van een zaak of de vestiging van een recht. De op deze prestaties gerichte
vorderingen dienen- indien de curator het niet in het belang van de boedle oordeelt
om deze te voldoen – in het faillissement geldend te worden gemaakt door indiening
ter verificatie’ HR: art 26 Fw geeft de mogelijkheid de curator passieve
verbintenissen niet na te komen. Je mag als curator stil zitten als iemand zich bv
meldt dat je Donald Ducks moet opsturen, of de auto niet leveren of het geld niet
overmaken. De rechtsoverweging neigt naar actief niet nakomen.
3.6.4 het uitspreken van het faillissement heeft echter niet tot gevolg dat de curator
ook actief een bevoegdheid of vordering toekomt die de wet of de overeenkomst niet
toekent, zoals tot ontruiming of opeising van het gehuurde als de huurovereenkomst
nog loopt. Dit zou immers in strijd komen met het beginsel dat het faillissement geen
invloed heeft op bestaande wederkerige overeenkomsten, dat bij de invoeren van de
boeken 3, 5 en 6 is bevestigd (Parl. Gesch. Wijziging Rv e.a.w., p 387-390) HR:
Curator niet actieve bevoegdheid om niet na te komen.
Dus bij iedere overeenkomst afvragen of het actief of passieve wanprestatie oplevert.
Passief mag wel, actief mag niet. Dat wordt het criterium of de vordering ter verificatie moet
worden ingediend of dat de curator gewoon moet nakomen. De curator mag dus niks doen.
Curator wil in Nebula degelijk wel iets actief. Actief wanpresteren onder economisch
eigendom want economisch eigendom brengt mee dat hij zijn handen moet afhouden van
het pand. Dus lastig om te zien dat het niet een actieve wanprestatie is.
Curator mag niet actief de nakoming van een overeenkomst presteren. Een dulden of
nalaten (bv u zult geen bakkerij beginnen in dit pand), kon onder Nebula de vordering
worden ingediend ter verificatie. Onder berzona kan dat niet want een actieve wanprestatie
om geen bakkerij te beginnen.
Het systeem van actief en passief is dus manipuleerbaar en je zal grensgevallen hebben.
Criteria
Ontstaansmoment: want als na faillissement val je in het art 24 Fw regime
Indien na faillissement, zelden gebondenheid van de boedel, tenzij ‘toedoen’ criterium
Schulden die de curator zelf aangaat, leveren uiteraard boedelschulden op
Koot Beheer/Tidema
Beëindiging van de huur van een bedrijf. Curator vertrekt. Koot zegt dat de bv die
failliet is gegaan, schade heeft veroorzaakt en op basis van het huurrecht moet je
opleveringsschade betalen. Curator zegt dat de 24000 euro ter verificatie mag
worden ingediend. Verhuurder zegt nee het levert een boedelschuld op. Je ziet hier
de toepassing : vordering ontstaan na faillissement. Art 24 Fw: meedoen of niet
meedoen. Art 37 en rechtspraak maken het lastiger want dan drie smaken. Soms is
de vordering die na faillissement ontstaan, wordt steeds vaker ter verificatie
ingebracht. Dat maakt het lastiger. Als curator kun je ook zeggen vordering doet niet
mee want na faillissement ontstaan en boedel niet gebaat. Maarja, levert volgens
wibier wel boedelschuld op
Koot vordert in deze procedure betaling van de curator van een bedrag van 24
HR
Overeenkomsten onderbinden geen invloed van faillietverklaring. Uitgangspunt.
Curator kan kiezen al dan niet na te komen. Dit is te kort door de bocht van art 37 dat
je als wederpartij een briefje kan sturen na curator en dan heeft de curator het
keuzerecht om na te komen of niet na te komen
Bij nakoming levert de schuld een boedelschuld op, bij niet-nakoming niet, zie art 37
Fw (verbintenissen uit de overeenkomst) en art 37a fw voor de
schadevergoedingsvordering
Hoge raad
In het weergegeven stelsel van de faillissementwet past niet dat, indien de curator in
het belang van d boedel de huur beëindigd, de schadevergoedingsp geen
boedelschuld op basis van criterium dat opzegging is ontstaan door
Daarmee zou immers een uitzondering worden gemaakt op de hoofdregel dat indien
de curator in het belang van de boedel geen uitvoering geeft aan een door de
gefailleerde voor de curator kan kiezen overeenkomsten niet na te komen. Het
komt in strijd met de keuzevrijheid van curator als het niet nakomen tot
boedelschulden leidt op de enkele grond van het toedoen. HR zelf van mening dat
toedoencriterium van toepassing is en je ziet hier dat de HR van het toedoencriterium
af wil.
3.7.1 Deze uitkomst strookt ook hetgeen volgt uit
Iets kan een boedelschuld zijn op basis van:
o (I) de wet
o (II) omdat zij door de curator in zijn hoedanigheid is aangegaan, hetzij
o (III) omdat zij een gevolg zijn van een handelen van de curator in strijd met
een door hem in zijn hoedanigheid na te leven verbintenis of verplichting
Hier ook problematiek van actief en passief wanpresteren. Als curator passief moet
blijven presteren, levert het ook een boedelschuld op want dat is een verplichting die
op de curator in zijn hoedanigheid rust (III).
De verbintenis om het gehuurde om te leveren in de staat dat je het hebt ontvangen
is geen boedelschuld. Als hij zelf iets aan gort rijdt, dan anders. Dus geen
boedelschuld maar ter verificatie indienend.