Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 3

Romulus en Remus

[70] Silvius regeerde vervolgens, de zoon van Ascanius, toevallig in het bos geboren. Hij brengt
Aeneas Silvius voort; hij vervolgens Latinus Silvius. “Silvius” bleef daarna de bijnaam voor allen
die in Alba regeerden.
Uit Latinus is Alba geboren, uit Alba Atys, uit Atys Capys, uit Capys Capetus, uit Capetus
Tiberinus, die ondergedompeld in de rivier de Albula [75] de bekende naam aan de rivier heeft
gegeven. Agrippa, de zoon van Tiberinus, heeft vervolgens de heerschappij verworven, na
Agrippa regeert Romulus Silvius, nadat hij van z’n vader de heerschappij heeft ontvangen; zelf
getroffen door een bliksemschicht heeft hij de heerschappij aan Aventinus overgedragen: hij,
begraven op die heuvel die nu deel van de stad Rome is, heeft z’n naam aan de heuvel [80]
gegeven.
Proca regeerde vervolgens. Hij brengt Numitor en Amulius voort; Aan Numitor, die de oudste
zoon was, laat hij de oude heerschappij van het Silvische geslacht na. Geweld was echter tot
meer in staat dan de wil van de vader: nadat de broer verjaagd was, regeert Amulius [85]. Hij
voegt een misdaad toe aan de misdaad: hij vermoordt het mannelijke nageslacht van z’n broer,
de dichter van zijn broer, Rea Silvia, ontneemt hij de hoop op een bevalling door middel van
eeuwige maagdelijkheid, wanneer/omdat hij haar tot Vestaalse maagd uitkoos.
Maar de Vestaalse [maagd], met geweld gedwongen [=verkracht], baarde tweelingzoons, en
beweerde dat Mars de vader was. Maar noch de goden noch de mensen [90] verdedigen haar
of [haar] zoons tegen de wreedheid van de koning: Amulius liet de geboeide Vestaalse [maagd]
gevangen zetten, [en] beveelt dat de jongens in de rivier geworpen [moeten] worden.
Toevallig was de Tiber over [z’n] oevers gestroomd en kon niemand [=niet iemand] tot naar de
stroom zelf van de rivier gaan; en dus [95] laten de slaven van de koning de jongens achter in
de meest nabije plas water, die onder aan de Palatijnse heuvel ontstaan was. Toentertijd waren
er uitgestrekte lege streken in dat gebied. Toen het terugtrekkende water de bak, waarin de
jongens te vondeling waren gelegd, op het droge had achtergelaten, boog een dorstige wolvin
uit de bergen [100] haar koers af naar het gehuil van de jongetjes. Men zegt dat zij zo tam was
dat zij de baby's borst gaf en dat een koninklijke herder haar de jongetjes met haar tong likkend
aantrof - hij had de naam Faustulus. Hij bracht beide jongens met hem mee naar huis en gaf
[hen] aan zijn vrouw Larentia om op te voeden.
[105] Aldus voortgebracht en opgevoed, bleven Romulus en Remus (deze namen hadden de
tweelingbroers), zodra ze volwassen geworden waren, niet in de stallen bij het trage vee, maar
zij gingen jagen in de bergwouden. Nadat de krachten van [hun] lichamen zo groter geworden
waren, zochten ze niet meer alleen wilde dieren op, maar deden ze ook aanvallen [110] op
struikrovers die buit droegen en deelden zij de buit met de herders.
Maar de struikrovers, boos vanwege de verloren buit, maakten een hinderlaag voor de tweeling
en zij grepen, toen Romulus zich met geweld verdedigde, Remus en ze overhandigden [hem]
gevangen aan koning Amulius, terwijl ze onwaar de beschuldiging uiten [115] dat door hen
aanvallen gedaan waren tegen de akkers van Numitor; en dat ze vandaar, na een bende jonge
mannen verzameld te hebben, op vijandelijke manier buit maakten! Zo werd Remus aan
Numitor gegeven ter bestraffing.
Al vanaf het begin had Faustulus de hoop gehad dat koninklijk nageslacht bij hem opgevoed
werd, want hij wist èn dat er op bevel van de koning baby's te vondeling waren gelegd èn dat
het tijdstip waarop hijzelf hen had opgetild [120] paste bij dit tijdstip. Maar hij wilde de nog-niet-
rijpe zaak niet openbaren, tenzij vanwege noodzaak. Toen echter de gevangen Remus aan
Numitor was gegeven, openbaarde Faustulus, door angst gedwongen, de zaak aan Romulus.
Op hetzelfde moment begon Numitor, toen hij Remus in gevangenschap had en hij hoorde dat
de broers tweelingen waren [125], te vermoeden dat zijn kleinzoons gered waren, door èn hun
leeftijd èn hun allerminst onderdanige karakter te vergelijken. Zo werd er een list voorbereid
voor de koning van alle kanten.
Romulus, met een bende herders vertrokken naar Alba, valt het paleis aan en vanuit het huis
van Numitor helpt Remus met een andere bende. [130] Zo doden zij koning Amulius.
Nadat hij de jonge mannen [hem] feliciterend op zich af zag komen nadat de moord gepleegd
was, toonde Numitor aan een onmiddellijk bijeengeroepen volksvergadering de misdaden van
[z’n] broer, de herkomst van zijn kleinzoons, vervolgens de moord op de tyran en zichzelf als de
[135] bedenker van de moord. De hele menigte beval met één stem dat Numitor moest regeren
als koning, omdat zij hun grootvader als “koning” begroet hadden, nadat de broers beiden tot in
het midden waren voortgegaan.
BONUS
De stichting van Rome

You might also like