Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 11

Naam: Bruna Badenes Silva

Studentennummer: 0795687
Vak: Werkcollege Wijsgerige Antropologie
Docent: Teus de Koning
25-05-22

De motoriek van de persoonlijkheid

Inleiding

Merleau-Ponty toont ons in De Fenemonologie van de Waarneming, hoe verwoven ons bewustzijn is
met ons lichaam en de omgeving1. Hij beschrijft het lichaam als een “expressieve ruimte”2. Dit houdt in
dat wat zich er in mijn geest afspeelt in onmiddellijk verband staat tot hoe ik me in de wereld beweeg,
namelijk op basis van gewoonten. Dit is anders dan de traditionele notie van intellectualisten, waarin de
geest ‘besluit’ wat het lichaam doet3. Deze schakeling in de relatie tussen lichaam en geest heeft
gevolgen voor onze notie van identiteit.
‘Ik’ ben namelijk geen figuurtje meer in mijn hoofd, maar een complex, dynamisch bouwwerk. Dit
vraagt om een benadering van onze identiteit als een omgeving, als het design van het interieur van de
expressieve ruimte dat ons lichaam is. Om vat te krijgen op wat dit betekent, zullen we een onderscheid
maken tussen handelen en zijn. Merleau-Ponty onderscheidt concrete bewegingen - doelgerichte
handelingen – van abstracte bewegingen – handelingen in een betekenisvolle context4. We stuiten hier
op het verschil in het bewustzijn van de actie zelf en het bewustzijn van wie de actie onderneemt, waar
de betekenis vandaan komt.
Merlau-Ponty’s notie van ‘abstracte beweging’ is noodzakelijk voor de ontwikkeling van de
persoonlijkheid. De abstracte beweging is namelijk een voorwaarde voor het verwerven van
gewoontes, welke de basis vormen van de persoonlijkheid. Ze worden al vanaf vroegste stadia van het
leven van een individu in zijn handelingen geintegreerd. Gewoontes die zo diep in ons geworteld liggen
worden ook patterns genoemd.

1 Maurice Merleau-Ponty, Fenomenologie van de Waarneming (Amsterdam: Boom, 2009).


2 Maurice Merleau-Ponty, Fenomenologie van de Waarneming (Amsterdam: Boom, 2009), 171.
3 Merleau-Ponty, 172.
4 Selina Xu, “Merleau-Ponty and the Case of Schneider,” accessed May 22, 2022,
https://kandykolored.files.wordpress.com/2019/07/phil-136-midterm-2.pdf.
Een theorie over patterns is die van de Archetypen, geintroduceerd door de psycho-analyst C.G.
Jung5. De Archetypen kunnen worden gezien als de ‘oerpatterns’ van de mensheid. Deze leven door in
ons, versnipperd en gehusseld in de talloze unieke persoonlijkheden ontstaan en vergaan. In de vorming
van de persoonlijkheid ontstaat een groter bewustzijn van ‘wie ik ben’. We zullen bespreken hoe dit
samenhangt met het ontrafelen van de oerpatterns, waar de abstracte beweging een centrale rol in
speelt. Het doel is om licht te werpen op de vorming van onze persoonlijkheid vanuit de samenhang
tussen het psychologische interieur en hoe we ons bewegen in de buitenwereld.

1. De abstracte beweging
De concrete beweging is specifiek gericht op het volbrengen van een taak, zoals de handelingen van
een computer zijn geprogrammeerd. Een dergelijke handeling is gericht op objecten in een ruimte als
zodanig – de objectieve wereklijkheid -, compleet los van een betekenisvolle context. Aan de andere
kant, is er de abstracte beweging, welke ontstaat dankzij ons vermogen om onze omgeving in een
betekenisvolle context te ervaren, ook wel projectie genaamd. Projectie is het contrueren van een
systeem van betekenissen die een expressie zijn van mijn innerlijke activiteit6. In de projectie van mijn
innerlijke wereld op de buitenwereld ontstaat er een wederkerigheid tussen mij en de omgeving; ik
beinvloed haar enveel als zij mij beinvloedt, dit is nu eenmaal het reactiespel tussen het toekennen van
betekenis en de terugwerping van deze betekenis op mijzelf. Merleau-Ponty benadrukt de
intersensorische eenheid tussen mijn bewustzijn, mijn lichaam en de wereld, waarmee hij aantoont dat
ons vermogen tot projectie niet enkel een manier is van de wereld ‘in onze geest’ ervaren, maar
fundamenteel is voor onze motoriek7. Bewegen is primair geen resultaat van het begrijpen dat er van A
naar B moet worden gegaan, zoals in het geval van de computer, maar is een onmiddellijke expressie
van mijn innerlijke wereld8.
Bewegen en handelen gebeurt dus dankzij het feit dat wij ons bevinden in een betekenisvolle
context. Hierin ligt ons vermogen om een verhaal op melodische wijze te kunnen volgen, en geen
verzameling aan feiten nodig hebben om te begrijpen wat er zich afspeelt9. Ik kan immers meeleven
met de gebeurtenissen die zich voltrekken voor de ervaring van een ander. We zien hier hoe de
intersensorische relatie tussen lichaam, bewustzijn en omgeving niet enkel betrekking heeft om de

5 C.G. Jung, Archeype En Onbewuste, trans. Pety De Vries-Ek, C.G. Jung Verzameld Werk 2 (Rotterdam: Lemniscaat,
1995).
6 Xu, “Merleau-Ponty and the Case of Schneider,” 2.
7 Merleau-Ponty, Fenomenologie van de Waarneming, 165–66.
8 Merleau-Ponty, 169.
9 Merleau-Ponty, 154–55.
omringende werkelijkheid, maar ook op onze innerlijke voorstelling. Het lichaam beweegt zich daar
ook in.

2. Hoe stel ik me mezelf voor: lichamelijkheid in abstractie


Zo kan ik mezelf ook in mijn eigen verhaal plaatsen. Ik kan me mijn leven voorstellen, en de rol die
ik hierin speel. Er is aan de ene kant het bewustzijn van het ondernemen van een actie, in de concrete
werkelijkheid, en aan de andere kant het bewustzijn van wie de actie onderneemt; het betekenisvolle
geheel tussen mijn persoonlijkheid en wat ik doe. Een bakker bakt brood. Maar als ik brood bak, maakt
dat mij nog niet tot een bakker. Ik moet eerst de gewoonte vormen die mij met het bakker-zijn verenigt
in betekenisvolle zin. Dit is ten eerste afhankelijk van hoeveel tijd ik erin; oefenen. Ik creeer dan een
pattern op basis van concrete handelingen. Echter, speelt er meer tijdens het creeren van een pattern; er
is sprake van emotieve impulsen, van verlangens, van gedachtes die plaatsvinden samen met de actie.
Het is pas in het opgaan in de handeling dat men zich daadwerkelijk bakker kan voelen. Ik kan
beginnen brood te bakken met de intentie om een bakker te worden, maar misschien kom ik erachter
dat ik niet van brood bakken houd. Mijn gedachtes leiden me telkens naar andere zaken toe. Als ik dan
toch doorzet in het worden van een bakker, is de kans groot dat ik dit zal doen door middel van het
maken van bewegingen van een overwegegend‘concreet karakter’, slechts gericht op het voltrekken
van een taak, en mezelf nimmer een bakker zal voelen, omdat ik niet geinspireerd ben me zo voor te
stellen.
Er is een harmonie nodig tussen mij en de handeling die ik uitvoer, of anders wordt mijn
persoonlijkheid weggecijferd. Dit wekt de intuitie op, zoals bij Carl Jung het geval was, dat er reeds
patterns in ons aanwezg zijn die erop ‘wachten’ tot uiting te worden gebracht10. Velen zouden dit talent
kunnen noemen, ik stel voor dat wij het houden op de uitdrukking van de persoonlijkheid. Het is deze
uitdrukking die ons tot een personage in ons eigen verhaal maakt.

3. De persoonlijkheid als expressieve ruimte


Merlau-Ponty spreekt over “de geconditioneerde reflex, die in het uivoeren van een handeling tot
gewoonte is geworden”11. Ik denk niet na over waar mijn vingers heen moeten, wanneer ik type - ze
weten dit al. Dit geldt ook voor de ‘motoriek van mijn persoonlijkheid’.

10 Carl Jung- What Are the Archetypes?, n.d., https://academyofideas.com/2017/02/carl-jung-what-are-archetypes/.


11 Merleau-Ponty, Fenomenologie van de Waarneming, 168.
De persoonlijkheid maakt een bepaalde beweging, draagt bepaalde affecten, heeft een houding - een
sprankeling of een dofheid. Ik kies er niet constant voor om zus of zo te zijn. Ik ben het al. Niet als vast
gegeven, maar als een vloeibaar standbeeld dat nooit af is onder de slijpsteen van dag in dag uit.
De geconditioneerde reflex wordt in eerste instantie teweeg gebracht door mijn ouders, mijn
vrienden, mijn leerkrachten. We leren ons immers gedragen naar het voorbeeld van degenen in onze
omgeving. Deze figuren representeren en bepaald archetype; ze nemen een bepaalde rol in, in onze
omgeving omdat ze een specifieke functie vervullen. Het klassieke voorbeeld toont ons de vader als
‘rechter’, de moeder als ‘de verzorgster’, beide ouders bekleden op hun eigen manier de positie van ‘de
wijze’12. In het observeren van mijn vader, ontwikkelt zich de functie van de rechter in mijn bewustzijn,
en de kans is groot dat ik mijn zal oordelen vellen op een gelijkaardige manier. Op deze manier wordt
het personage van de rechter in mijn persoonlijkheid gecreeerd.
De persoonlijkheid bestaat dus uit meerdere aspecten, die ieder een expressie zijn van specifiek
archetype13. Wanneer ik iemand verzorg ben ik een ander dan wanneer ik oordeel. Wanneer ik van
iemand houd en dit toon, ben ik een ander dan wanneer ik in opstand kom. Verschillende mensen
hebben in hun karakter meer of minder van het ene of het andere archetype. Aan de hand van het in
aanraking komen met verschillende ‘representanten’ van de archetypen, ontwikkelen mijn
persoonlijkheden zich naar hun voorbeeld; ik integreer de archetypen zoals ik ze tegenkom in de
werkelijkheid. Hier wordt duidelijk hoe nauw verbonden mijn voorstellingsvermogen is met mijn
gedrag; ik beweeg me an de hand van wat ik heb gezien, welke de ‘triggers’ waren van mijn
gewoontevorming.
Ik gedraag me naar de voorstellingen die zijn opgeslagen in mijn geest; ze zijn de hoekstenen van
hoe ik betekenis geef aan de wereld. Deze voorstellingen en mijn lichaam zijn direct verbonden. Mijn
gedragingen komen aan de ene kant overeen met mijn zelfbeeld, of het ‘Ego’; het kader waarbinnen al
onze aspecten vallen die ik toeken aan mijn persoonlijkheid, de voorstellingen die ik heb
‘geaccepteerd’. Aan de andere kant komen ze voort uit het ‘donkere gedeelte’ van de psychische
omgeving, ook wel het onbewuste genaamd. Dit is volgens Jung niet slechts de put van onderdrukte
driften en vergeten herinnereingen, maar de sfeer van het onophoudelijke psychische proces. Hier
bevinden zich niet enkel de figuren waar we van weg willen kijken, maar entiteiten die we nooit leren
kennen mits we daar diep naar graven, zoals de archetypen. Dit is vergelijkbaar met hoe we ons

12 Richard J. Oldale, “Psychology 101: The 12 Major Archetypes and Their Shadows,” September 2, 2020,
https://mastermindcontent.co.uk/psychology-101-the-12-major-archetypes-and-their-shadows/.
13 Carl Jung- What Are the Archetypes?
lichaam kennen zoals we dat kunnen zien in de spiegel, en de onderliggende organen, botten, spieren,
die het fundament vormen voor dat dunne laagje huid dat wij identificeren met het ‘Ik’.14
Onze persoonlijkheid is als een onmeetbare omgeving van mogelijke expressies van patterns die
altijd aanwezig zijn; dispositionele gedragingen, die niet netjes naast elkaar gefileerd staan om op het
juiste moment uitgekozen te worden, als een boek uit een boekenkast, maar elkaar overlappen, elkaar
tegenspreken, met elkaar strijden, of in harmonie met elkaar samenwerken. Er zijn dus gedragingen die
zich afspelen onder de oppervlakte, die niet per se uitgedrukt worden in mijn gebaren maar
componenten zijn van de kettingreactie die dit specifieke gebaar teweeg brengt.

4. De Archetypen
Zoals reeds gezegd, zijn de archetypen de oerpatterns van onze persoonlijkheid. Jung duidt erop dat
de psyche, net zoals het lichaam een evolutionaire ontwikkeling heeft ondergaan15. De archetypen zijn
de delen van onze psyche die zich uiten in de fundamentele rollen die we op ons nemen in het sociale
en persoonlijke leven. We hebben het voorbeeld gehad van de rechter en de verzorger, die elk een eigen
verhaal hebben. Het bestaan van een archetype is vergelijkbaar met licht, welke zowel een golf als een
deeltje is16. Het archetype ontwikkelt zich in ons allen, als een golf die ons allen meeneemt, een verhaal
dat we allemaal leven. Aan de andere kant ben ikzelf een unieke uiting van het archetype, een
geisoleerd deeltje met een eigen verhaal.
We hebben besproken hoe de persoonlijkheid wordt gevormd aan de hand van voorbeelden die we
tegenkomen in ons persoonlijke leven. We worden als deeltje in eerste instantie beinvloed door andere
deeltjes. Dit zijn de patterns gebaseerd op specifieke individuen. Maar, waar ben ik?

5. Individuatie
Individuatie is het proces van bewustwording van de eigen persoonlijkheid17. Iedereen ondergaat
dit in het ouder worden, echter kan het ofwel bewust of onbewust ervaren worden. Deze reis betreft een
tocht naar de ‘originele’ archetypen. Waar onze patterns in eerste instantie gevormd worden door onze
omgeving, zetten we deze om naar eigen hand. Dit gebeurt als het ware in een proces van abstractie van
14 Carl Jung- What Are the Archetypes?
15 Jung, Archeype En Onbewuste, 79.
16 Jung, 73.
17 Carl Jung: What Is the Individuation Process?, n.d., https://academyofideas.com/2017/10/carl-jung-what-is-the-
individuation-process/.
de concrete voorbeelden naar de archetypen. De rechter kan bijvoorbeeld gebalanceerd zijn, of streng,
of vooroordelend, afhankelijk van hoe ik heb geleerd te oordelen. De vraag die dan rest is de volgende;
hoe wil ik zijn?
Over deze vraag valt niet veel na te denken, omdat het hier gaat om de vorming va een verhaal en
niet om concrete feiten. Het gaat om de loutere confrontatie met de gewoontes, die ontstaat in het
reflecteren op mijn levensverhaal van waaruit ik terugkomende motieven kan ontwaren. Dan is het een
kwestie van smaak. Het is als in de spiegel kijken die ons onze reflectie voorbij het gezicht toont. We
zien de verhouding tussen de (latente) abstracte bewegingen en onze concrete bewegingen. Komt de
wereld die ik mij voorstel overeen met de wereld waarin ik leef? Ben ik uberhaupt in staat mezelf als
een betekenisvol geheel te benaderen?
De mate waarin mijn innerlijke wereld en de buitenwereld met elkaar in harmonie staan, of eerder in
staat zijn in een dynamische relatie tot elkaar te staan, is bepalend voor hoe bewust ik leef. Als ze
namelijk te dissonant zijn ‘vervallen’ mijn handelingen in louter concrete bewegingen, en wordt mijn
gedrag automatisch, ‘gezuiverd’ van een binnenwereld. Dit resulteert volgens Jung in een
gefragmenteerde persoonlijkheid, waarin geen harmonie is dus de verschillende delen die zich allen
willen ontwikkelen18.
Om de binnenwereld te laten leven moet er dus in de realiteit zodanig gehanded worden dat deze
binnenwereld zich kan ontplooien. Dit betekent dat elke ledemaat van het psychische lichaam zijn
gewoonte kan vormen.

De gewoonte is het vermogen van het lichaam om aan de ogenblikkelijke bewegingen van de spontaniteit een
herhaalbaar handelen en onafhankelijk bestaan te verlenen. 19

Concrete bewegingen zijn weliswaar noodzakelijk voor het vormen van een gewoonte, maar het
gevaar ontstaat wanneer de handeling wordt uitgevoerd compleet zonder een zinvolle intentie. “De
gewoonte is verworven wanneer het zich door een nieuwe betekenis heeft laten doordringen.”20 In ieder
van ons overheersen specifieke archetypes; zij geven betekenis aan onze bewegingen. De filosoof - de
wijze; de dokter - de vezorger.

18 Carl Jung: What Is the Individuation Process?


19 Merleau-Ponty, Fenomenologie van de Waarneming, 171.
20 Merleau-Ponty, 171.
6. De schaduwzijde van het archetype
Het integreren van de archetypen is een voorwaarde voor de ontwikkeling van onze
persoonlijkheid21. Naarmate we ouder worden gaan we door verschillende fases heen waarin we
karaktereigenschappen moeten verwerven die ons helpen in het leven. Dit betekent een continue
verandering van ons zelfbeeld, of ego. Als wij er niet in slagen de nodige archetypen te integreren
ontsaat er een disequilibrium in de persoonllijkheid. De bewuste archetypen zullen dan de functie
proberen over te nemen van hun nog onontwikkelde metgezellen – de persoonlijkheid moet zich
immers op de een of andere manier toch ontwikkelen.
Een goed geintegreerd archetype staat toe dat ik concrete doelen kan stellen in een betekenisvolle
context; er is sprake van een intersensorische eenheid tussen de abstracte beweging en de concrete
beweging. Wanneer dit niet het geval is, ontstaat er een breuk tussen mijn persoonlijkheid en de
omgeving. De persoonlijkheidsexpressie zoekt dan bijvoorbeeld heil in de driften; vaak betreft dit de
schaduwzijde van de verlangens, omdat ze zelden geintegreerd zijn in het zelfbeeld. Dit gedeelte van
de persoonlijkheid uit zich dan door een overlevingsdrang, wat ervoor zorgt dat het afgesneden raakt
van de waarden van de persoonlijkheid, omdat het niet meer samenwerkt met de andere delen, maar
zichzelf moet zien te redden. Abstracte bewegingen worden dan gereduceerd tot concrete bewegingen.
Ik richt me enkel op de buitenwereld, waar ik handelingen uitvoer die allen een specifiek doeleinde
hebben; overleven. Ik raak afgescheiden van mijn binnenwereld.

7. Compensatie en possessie
Een voorbeeld is iemand die een overwaardering heeft van zijn intellectuele zijde, waardoor
gevoelsmatige zijde minder ontwikkeld is. Een dergelijk persoon ziet zichzelf als wijze en heeft
bijvoorbeeld het archetype van de rechter goed ontwikkeld; hij beschikt over een scherp oordeel en is
eloquent in het uiten hiervan. Maar zijn verzorgende zijde is minder otnwikkeld. Dit resulteert niet
enkel in een gebrek aan zorg voor de ander, maar ook voor zichzelf. Uiteindelijk uit dit zich in een
gebrekkig gevoel, en moet er hiervoor gecomponseerd worden22.
In een stemming van machteloosheid gaan we op zoek naar macht. We grijpen naar macht waar
het tot onze beschikking staat. In het geval van de persoon met een sterk ontwikkelde intellectuele
kant, zal hij dan ook beroep doen op zijn intellectuele kracht. Dit kan leiden tot overmatig oordelen,

21 Carl Jung: What Is the Individuation Process?


22 Oldale, “Psychology 101: The 12 Major Archetypes and Their Shadows.”
vooroordelen of zelfs onterechte oordelen en onlogische oordelen. In het grijpen naar macht komt de
functie die het archetype representeert in een overlevingsmodus, waardoor zijn handelingen
geisoleerd raken en buiten de zinvolle context vallen. Ik denk in een gesprek dan minder na over wat
ikzelf echt vind, maar ben erop gericht mijn gelijk te verkrijgen. Hier wordt de handeling van het
oordelen, wat officieel een expressie is van mijn innerlijke wereld, ‘ge-2-dimensionaliseerd’; de
abstracte beweging wordt gereduceerd tot een concrete beweging. Het gaat niet meer om de
samenhang tussen mij en de wereld, wie ik ben, maar om het verkrijgen van iets, dat het gat kan
vullen, veroorzaakt door een onontwikkelde Verzorger-functie. Mijn houding is louter gericht op de
buitenwereld; ik bevestig mezelf in de positie van degene met het laatste oordeel. Ik raak afgekapt
van mijn binnenwereld, waar mijn wijsheid ligt, omdat ik me strikt gedraag naar mijn gefixeerde
zelfbeeld. Mijn persoonlijkheid is niet langer een omgeving waar van alles te ontdekken valt, maar
een object van aanschouwing. Er is geen sprake meer van expressie maar enkel pogingen tot toe-
eigening.
Zo zien we hoe er door een gebrek aan balans tussen twee archetypen, de meer ontwikkelde
acrhetype zich los kan maken van het innerlijk, de kern de persoonlijkheid, om te compenseren voor
het gemis aan de andere archetype. In de poging de functie te vervullen van het andere archetype,
vervult hij niet langer zijn eigen functie. Jung zegt dan, dat de persoonlijkheid in het bezit is –
possessed - van dat archetype.

7. Integratie van de archetypen vanuit de abstracte beweging


Wat er gebeurde met de persoon in de vorige alinea, kwam doordat hij een gelimiteerd zelfbeeld had.
Dit ontstaat wanneer een individu er niet voor open staat verder te groeien, en dus nieuwe patterns te
ontwikkelen. Dit kan komen door een te grote overtuiging van wie de persoon reeds is, of een gebrek
aan voorstelling over wie zij of hij wil zijn.
Hoe weet ik wie ik wil zijn? Het is vanzelfsprekend dat een exact antwoord zeldzaam is. Toch is de
vraag niet onmogelijk te beantwoorden. De procedure van behandeling gaat echter via een andere weg
dan die, die de calculerende, logica-georienteede methode ons biedt.
We hebben al vastgesteld dat Merleau-Ponty’s notie van abstracte beweging centraal staat bij de
gewoontevorming en dat dit voor een intersensorische eenheid zorgt tussen mij en de buitenwereld.
Mijn motoriek brengt bewegingen voort zonder dat ik die stap voor stap uitdenk. Het
voorstellingsvermogen hangt heel nauw samen met de bewegingen die ik maak in de reele
werkelijkheid; in hun samenwerking verkijgen mijn gewoontes betekenis, wat me in staat stelt mijn
leven meer te ervaren als een verhaal dan als een verzameling aan feiten.
Ingaan op dit verhaal zet ons voorstellingsvermogen in beweging. Mijn voorstellingsvermogen kan
mij toegang geven tot de patterns die zich in mijn geest afspelen. Het gaat hier om de intersenorische
eenheid tussen lichaam, geest en binnenwereld. Ik kan me afvragen; ‘wie wil ik zijn?’. Dit geeft meteen
een impuls aan mijn cognitieve vermogen om een antwoord te vinden. In plaats van dat ik bewust
probeer hierover na te denken, laat ik dit over aan de motoriek van mijn gedachten. Ik zoek niet naar de
‘d’, de ‘e’ op het toetsenboord, ik spreek in mijn hoofd, en laat mijn vingers de rest van het werk doen.
Als ik bewust naar de letters ga zoeken, verroesten mijn bewegingen en verlies ik de lijn van mijn
gedachten. Uiteraard vergt het gebruiken van het voorstellingsvermogen, evenals het gebruik van het
toetsenboord, oefening. Maar desalniettemin zijn wij allen vanaf kinds afaan hiermee bekend. We
mogen erop vertrouwen dat er al een redelijk sterke motorische relatie bestaat tussen ons vermogen tot
vragen stellen en onze verbeelding, ook als we ons hier niet bewust van zijn.
Iemand die een goede verhouding heeft met zijn verbeeldingskracht, zoals een kind zal dan ook
wellicht niet heel veel moeite hebben met het beantwoorden van de vraag ‘wie wil ik zijn?’ Hij is in
staat zijn fantasie onmiddellijk de vrije loop te laten gaan, en plaatst zichzelf in een verscheidene
scneario’s. Zijn voorkeuren tonen zich aan hem als open deuren.

8. Integratie van de archetypen vanuit de concrete beweging


Tot de concrete handeling behoort ons vermogen om een doel te realiseren. Dit is voornamelijk
noodzakelijk wanneer een handeling nog vreemd aan ons is. We komen terug op de ijverige
intellectueel, die verzorgende kwaliteiten mist. Hij ziet zichzelf in eerste instantie als een wijs man, met
sterke woorden die vruchtbaar zijn met inzicht en nieuwe perspectieven. Hij leest veel boeken, oefent
zijn denkvermogen door logica-oefeningen te maken, interesseert zich voor onderwerpen reikend van
kwantum mechanica tot de Codex van de Azteken. Tegelijkertijd heeft hij niet veel vrienden, eet karig
en heeft gebrek aan energie. Als hij opgebeld wordt door zijn moeder neemt hij niet op. In het debat is
hij rap van tong, hij is de beste spreker. En vaak ook de enige spreker; hij laat geen ruimte over voor de
tegenpartij. Het zelfbeeld van de man komt niet overeen met de werkelijkheid; zelfs al zijn zijn
woorden innoverend, niemand luistert. Op een dag, wijst iemand hem hierop, en zijn zelfbeeld stort in
elkaar. Diezelfde avond, belt hij eindelijk zijn moeder terug. Ze geeft hem advies om eens in de zoveel
dagen een vriend op te zoeken, waar het niet om gaat zijn slimheid te tonen, maar gewoon te babbelen.
Daarnaast behoort hij ten minste eenmaal per dag een goede maaltijd te koken.
Het is moeilijk voor hem om dit in zijn routine te passen. Een goede maaltijd klaarmaken is
moeizaam. Hij moet op internet zoeken hoe lang de rijst moet koken. Het is een betekenisloze
handeling. Maar na de eerste keer geslaagd te zijn in het maken van een goede maaltijd, en hij beseft
hoeveel hij van de maaltijd geniet, verkrijgt de handeling betekenis. Door zorg te steken in het snijden
van de ingredienten, bouwt hij geduld op. Door naar zijn vriend te bellen stelt hij zich kewtsbaar op; hij
geeft toe dat hij gezelschap nodig heeft. Het voelt eerst bijna denigrerend, maar uiteindelijk beleeft hij
een goede tijd, en herontdekt dat deze vriend ook een binnenwereld heeft. Hij leert niet altijd de beste
te willen zijn, want hij is niet de enige op aarde. Zo verandert zijn zelfbeeld, door via ‘betekenisloze
handeli ngen’ het oude los te laten. En door het integreren van nieuwe handelingen, integreert hij een
nieuw archetype. De rechter heeft plaats gemaakt voor de levensgenieter, dankzij de verzachtende
kwaliteiten van de verzorger. Nu heeft hij de rust om zich wederom te richten op het vergaren van
wijsheid omwille van zijn interesse voor die handeling zelf, en niet om zichzelf aan anderen te
bewijzen. Hij ziet zichzelf nog altijd als wijs man, maar beleeft dit nu in een betekenisvolle context, in
plaats van als een geisoleerd idee waar hij zich aan vastklampt.

8. Conclusie
Ondanks dat ons personage zichzelf zag als een wijs man, gedroeg hij zich hier niet naar. Dit heeft te
maken met een verroest zelfbeeld, wat de integratie van andere archetypen belemmerde. Een rigide
voorstelling zorgt voor een rigide ontwikkeling en een reducering van betekenis. In het toelaten van
onderbreking van de oude gewoontes, ontstaat voor een nieuwe vomring van het zelfbeeld. Dit is van
groot belang, omdat de verschillende delen van onze persoonlijkheid hoe dan ook functioneren.
Ledematen ontwikkelen hun gewoontes vaak in samenwerking. De archetypen ontwikkelen zich op
eenzelfde manier. Ze houden elkaar in evenwicht, zoals in ons voorbeeld de verzorger de wijze
opnieuw laat bloeien. Wat nodig is om dit proces in gang te brengen, is een inzicht in onze projectie op
de wereld; mijn verhaal. Dit verhaal kan ‘verdwijnen’ wanneer ik voeling kwijtraak voor de
handelingen die ik uitvoer, waardoor de betekenis van de context waarin ik me beweeg wordt
gereduceerd. Het is dan noodzakelijk om de intersensorische eenheid tussen de innerlijke wereld en de
buitenwereld te herstellen, ofwel de concrete bewegingen te verenenigen met de abstracte bewegingen.
Het integreren van een archetype ligt hieraan ten grondslag.
Bibliografie
Carl Jung- What Are the Archetypes?, n.d. https://academyofideas.com/2017/02/carl-jung-what-are-
archetypes/.

Carl Jung: What Is the Individuation Process?, n.d. https://academyofideas.com/2017/10/carl-jung-


what-is-the-individuation-process/.

Jung, C.G. Archeype En Onbewuste. Translated by Pety De Vries-Ek. C.G. Jung Verzameld Werk 2.
Rotterdam: Lemniscaat, 1995.

Levy, Paul. “Possession: Ideas Inspired by Jung,” 2009.


https://beyondmeds.com/2009/10/04/possession/.

Merleau-Ponty, Maurice. Fenomenologie van de Waarneming. Amsterdam: Boom, 2009.

Oldale, Richard J. “Psychology 101: The 12 Major Archetypes and Their Shadows,” September 2,
2020. https://mastermindcontent.co.uk/psychology-101-the-12-major-archetypes-and-their-
shadows/.

Xu, Selina. “Merleau-Ponty and the Case of Schneider.” Accessed May 22, 2022.
https://kandykolored.files.wordpress.com/2019/07/phil-136-midterm-2.pdf.

You might also like