Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 5

Ecologie rivierenlandschap

Holden, J., 2017. An introduction to physical geography and the environment


Hoofdstuk 12 Rivieren en meren
INLEIDING

Rivieren en meren maken slechts 0,01% uit van de waterbronnen ter wereld en beslaan ongeveer 0,8% van het
aardoppervlak. Ondanks hun kleine omvang, herbergen deze habitats een buitensporige diversiteit aan planten
en dieren, met naar schatting meer dan 10.000 vissoorten en meer dan 90.000 soorten ongewervelden.

DIVERSITEIT VAN ZOETWATERORGANISMEN

De diversiteit van zoetwaterorganismen is enorm, met insecten, schaaldieren, weekdieren en mijten als enkele
van de goed bestudeerde groepen. Andere bekende groepen zijn amfibieën, zoogdieren, vogels, waterplanten
en algen. Er worden nog steeds nieuwe soorten ontdekt en de kennis van zoetwaterdiversiteit is nog niet
volledig.

ROL IN AQUATISCHE VOEDSELWEBBEN

Organismen in zoetwater kunnen worden gegroepeerd op basis van hun rol in aquatische voedselwebben.
Producenten, zoals planten en algen, synthetiseren biomassa uit anorganische verbindingen en licht.
Heterotrofen verkrijgen organisch materiaal door het consumeren van producenten, andere heterotrofen of
detritus. Verschillende groepen van zoetwaterorganismen hebben verschillende voedingsgewoonten.

RUIMTELIJKE VERDELING VAN ZOETWATERORGANISMEN

Zoetwaterorganismen kunnen ook worden ingedeeld op basis van waar ze het grootste deel van hun leven
doorbrengen. Benthische organismen leven op, in of nabij de sedimenten van rivieren of meren. Nektonische
organismen kunnen actief bewegen binnen de waterkolom, terwijl planktonische organismen passief drijven in
de waterkolom. Een vierde groep, het neuston, bevindt zich voornamelijk op of net onder het wateroppervlak.

FOCUS OP RIVIEREN EN MEREN

Dit hoofdstuk richt zich op zoetwaterecosystemen van rivieren en meren. Hoewel wetlands ook als
zoetwaterecosystemen worden beschouwd, worden ze in dit hoofdstuk niet behandeld. Om
zoetwaterecosystemen te bestuderen, is kennis van zowel de levende organismen als hun omgeving vereist.

RIVIEREN EN BEKEN

Rivieren zijn divers in hun geomorfologische vorm en fysisch-chemische kenmerken, wat op zijn beurt de
diversiteit van organismen beïnvloedt. Rivierecosystemen kunnen op verschillende schalen worden
geanalyseerd, zoals het hele stroomgebied, riviersegmenten, rivierstukken, mesohabitats en microhabitats.
Veranderingen in deze habitats op verschillende schalen hebben invloed op de aanwezige soorten en
gemeenschappen.
RUIMTELIJKE VARIABILITEIT VAN RIVIERECOSYSTEMEN

De ruimtelijke dimensies van rivierecosystemen omvatten de longitudinale dimensie (stroomopwaarts-


stroomafwaarts), laterale dimensie (overspanning van de rivierbedding) en verticale dimensie (waterkolom en
sedimentlagen). Elk van deze dimensies speelt een rol bij het creëren van verschillende microhabitats en het
ondersteunen van verschillende soorten.

ECOLOGISCHE PROCESSEN IN RIVIEREN

Rivieren ondergaan voortdurend ecologische processen die van invloed zijn op de biodiversiteit en het
functioneren van het ecosysteem. Enkele belangrijke processen zijn de stromingsdynamiek, overstromingen,
sedimenttransport, nutriëntencycli en biogeochemische processen. Deze processen beïnvloeden zowel de
fysieke structuur van de rivier als de ecologische interacties tussen organismen.

MEREN

Meren worden gevormd door geologische processen, zoals glaciale, tektonische of vulkanische activiteit. Ze
variëren in grootte, diepte, voedingstoestand en thermische stratificatie. Meren kunnen worden onderverdeeld
in verschillende zones, zoals de littorale zone (ondiepe wateren in de buurt van de kust), de limnetische zone
(open water), de profonde zone (diepe wateren) en de benthische zone (bodemgebieden). Elk van deze zones
herbergt unieke organismen en heeft specifieke ecologische processen.

EUTROFIËRING VAN MEREN

Een belangrijk probleem dat meren wereldwijd treft, is eutrofiëring, wat resulteert in overmatige algenbloei en
een verstoring van het ecosysteem. Eutrofiëring wordt meestal veroorzaakt door de toevoer van overtollige
voedingsstoffen, zoals stikstof en fosfor, afkomstig van landbouwactiviteiten, afvalwater en atmosferische
depositie. Dit kan leiden tot zuurstofgebrek, vissterfte en een afname van de biodiversiteit in het meer.

MENSELIJKE INVLOEDEN EN BESCHERMING

Menselijke activiteiten hebben aanzienlijke invloed op rivieren en meren, zoals wateronttrekking,


waterverontreiniging, waterregulering en habitatvernietiging. Het behoud en de bescherming van
zoetwaterecosystemen zijn van vitaal belang om de biodiversiteit te behouden en te zorgen voor een duurzaam
gebruik van waterbronnen. Beheersmaatregelen omvatten het behoud van waterkwaliteit, het herstellen van
habitats, het beheer van wateronttrekking en het bevorderen van duurzaam watergebruik.

TOEKOMSTIGE UITDAGINGEN

Rivieren en meren staan voor tal van uitdagingen in de toekomst, waaronder klimaatverandering,
watertekorten, toenemende vraag naar water, verlies van habitat en invasieve soorten. Het begrijpen van deze
uitdagingen en het nemen van doeltreffende maatregelen om zoetwaterecosystemen te beschermen, is
essentieel om de biodiversiteit te behouden en de vele functies die ze vervullen, zoals waterzuivering,
overstromingsbeheer en recreatie, te waarborgen.
Dit zijn slechts enkele aspecten van de ecologie van rivieren en meren. Er valt nog veel meer te ontdekken en te
begrijpen over deze fascinerende ecosystemen.

DE INVLOED VAN ALGEN- EN GRAZERSPOPULATIES IN RIVIER-ECOSYSTEMEN

Overvloedige algenbloei ondersteunt een grotere overvloed aan grazers en schrapers, zoals slakken en sommige
eendagsvliegen, die rechtstreeks producenten op oppervlakken consumeren. In diepere, brede, langzaam
stromende laaglandgebieden van rivieren kan licht echter niet doordringen tot de rivierbodem vanwege het
hoge gehalte aan zwevend sediment en organisch materiaal dat vanuit de bovenloop van het riviersysteem
wordt getransporteerd. Hierdoor neemt de primaire productie af en worden deze gebieden netto heterotroof.
Organisch materiaal afkomstig uit stroomopwaarts gelegen gebieden vormt een dominante voedselbron, en de
gemeenschap bestaat vrijwel uitsluitend uit verzamelaars. In de hele rivier worden shredders, verzamelaars en
grazers op hun beurt geconsumeerd door roofdieren zoals ongewervelde dieren, vissen en amfibieën.

MICROBIEEL COMPONENT EN VOEDSELSTROMEN TUSSEN TERRESTRISCHE EN


AQUATISCHE ECOSYSTEMEN

In rivieren speelt de microbiële component een belangrijke rol in voedselwebben. Opgeloste organische
koolstof (DOC) afkomstig van organisch materiaal in de bodem en stroming voedt microben en planten. Deze
voedingsstoffen worden opgenomen door organismen en sedimenten, en de meeste worden stroomafwaarts
verplaatst. Het proces van voedingsstoffencycli en stroomafwaartse verplaatsing kan worden gezien als een
spiraalvormig proces. Sommige organismen passen niet gemakkelijk in vaste voedingsgroepen vanwege
variaties in levensstadia en lichaamsgrootte, terwijl andere omnivoor zijn en verschillende voedselbronnen
consumeren.

DIMENSIES VAN RIVIER-ECOSYSTEMEN: LATERAAL, VERTICAAL EN TEMPOREEL

Rivier-ecosystemen hebben niet alleen een horizontale dimensie, maar ook een laterale dimensie waarbij het
aangrenzende terrestrische ecosysteem (riparische zone) via bladafval door shredders met het aquatische
ecosysteem verbonden kan worden. De voedselstromen tussen beide systemen zijn echter niet eenzijdig. Er zijn
subsidies vanuit de rivier terug naar het terrestrische ecosysteem, bijvoorbeeld door de productie van vliegende
insectenlarven die worden geconsumeerd door vogels en vleermuizen in de riparische zone. Deze laterale
verbindingen tussen terrestrische en aquatische ecosystemen zijn belangrijk voor het behoud van de
biodiversiteit en het functioneren van rivier-ecosystemen.

Naast de laterale dimensie hebben rivier-ecosystemen ook een verticale dimensie. Dit verwijst naar de
verschillende habitats en ecologische zones die zich in de waterkolom bevinden. In de bovenste waterlagen
vinden we vaak drijvende planten en algen, terwijl in de diepere waterlagen de benthische zone zich bevindt,
waar organismen op de rivierbodem leven. Deze verticale zonering heeft invloed op de beschikbaarheid van
licht, voedingsstoffen en zuurstof, wat op zijn beurt van invloed is op de aanwezigheid en diversiteit van
verschillende soorten organismen.

Ten slotte heeft de temporele dimensie betrekking op veranderingen in rivier-ecosystemen in de loop van de
tijd. Rivieren ondergaan seizoensgebonden variaties, zoals veranderingen in waterstanden, temperatuur en
neerslagpatronen. Deze veranderingen beïnvloeden de beschikbaarheid van hulpbronnen en creëren
seizoensgebonden cycli in de levensgemeenschappen van rivieren. Daarnaast kunnen menselijke activiteiten,
zoals wateronttrekking, damconstructie en veranderingen in landgebruik, de natuurlijke dynamiek van rivier-
ecosystemen verstoren en hun functioneren beïnvloeden.
Samenvattend kunnen we stellen dat rivier-ecosystemen complexe systemen zijn die worden beïnvloed door
interacties tussen verschillende populaties en voedselstromen. Deze ecosystemen hebben laterale, verticale en
temporele dimensies, en het begrijpen van deze aspecten is essentieel voor het behoud en beheer van rivier-
ecosystemen en het waarborgen van hun ecologische integriteit.

You might also like