India

Cultuur: wat mensen gewoon vinden

Natuurkenmerken: alles wat je van je ouders hebt meegekregen

Cultuurkenmerken: alles wat je hebt aangeleerd

Kastenstelsel: grote ongelijkheid

Het hindoeïsme is de belangrijkste godsdienst in India

Ze zijn vegetarisch of ze eten kip

Sociale ongelijkheid groot verschil tussen kansen die mensen hebben

Bruto nationaal product: geld dat alle inwoners van een land in een jaar samen verdienen

Welzijn: toegang tot basisbehoeften om gelukkig en gezond

Informele sector: niet officieel werken zwart werken

Lagelonenland: weinig loon krijgen

Klimaten

Zeeklimaat: gematigde zone niet te warm niet te koud

Een land kan heel snel opwarmen en heel snel afkoelen

Bij een zeeklimaat daar is het nooit heel warm en nooit heel koud en het kan elke maand
regenen

Bij een middellands zeeklimaat in de winter is het niet heel koud maar in de zomer is het
een stuk warmer in de zomer heb je een droge periode

Bij een landklimaat in de winter heel koud en in de zomer heel warm

In het steppeklimaat tot 500 mm neerslag

Toendra is altijd koud

Sneeuwklimaat/hooggebergteklimaat hoe hoger je komt hoe kouder het wordt

Invloed van zee op temperatuur

Zee warmt langzaam op, koelt langzaam af

Land warmt snel op, koelt snel af

Aanlandige wind, vanaf zee

Aflandige wind, vanaf land

Zee warmst: einde zomer/ begin winter

Zee koudst: einde winter/ begin winter

Bij een aanlandige wind wordt het in de zomer minder warm en in de winter minder koud

Bij een aflandige wind wordt het in de zomer warmer en in de winter kouder

Nederland is een laagland en een beetje heuvelland

Van bergen naar zee

Jong gebergte - steile hellingen, spitse toppen, diepe dalen en puntige gebergte

Oud gebergte - flauwe hellingen, afgeronde toppen, brede dalen en lager

Exogene krachten zorgen ervoor dat bergen langzaam af brokkelen

Verwering – uiteenvallen van gesteente onder invloed van weer en plantengroei

Twee soorten verwering – mechanische verwering en chemische verwering

Erosie – het uitschuren en afschuren van hard gesteente door water, ijs of wind

Verweringsmateriaal – het puin dat ontstaat bij verwering

Mechanische verwering – het gesteente valt uiteen zonder van samenstelling te

veranderen

Chemische verwering – als de chemische samenstelling wel verandert

Firn – oude korrelige sneeuw

Firnbekken – verzamelplaats voor firn

*Bovenloop – veel reliëf – hoge stroomsnelheid

*Middenloop – minder reliëf – lagere stroomsnelheid

*Benedenloop – bijna geen reliëf – sedimentatie

Sedimentatie – legt rivier sedimenten

Nigeria rijk en toch arm