Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 4

Burgerlijk procesrecht en strafrecht

Als een opgeheven beslag in hoger beroep herleeft, moeten


tussentijdse wijzigingen in de rechtstoestand van het besla-
gen goed worden geëerbiedigd. Onlangs heeft de Hoge Raad
zijn eigen oordelen in dezen bevestigd en de gevolgen voor de
derdeverkrijger gepreciseerd.1 Het devies voor beslagene en
derdeverkrijger is: ‘direct vervreemden, ondanks het beslag’.
En wat is de betekenis voor de strafrechtspraktijk?

Wacht tot het rode licht


gedoofd is... Of niet
Herleving van opgeheven beslagen
ment ‘relatief beschikkingsonbevoegd’.4 te heffen, in welk geval de opheffing een
M. den Besten Beschikkingshandelingen die hij na het feit is op het moment dat de beslaglegger
PhD-fellow burgerlijk procesrecht, Universiteit Leiden2 leggen van het beslag heeft verricht, kun- uitvoering geeft aan het (condemnatoir)
nen in beginsel niet tegen de beslaglegger opheffingsvonnis. Veel effectiever, en voor
worden ingeroepen.5 Hetzelfde geldt voor de beslagene aantrekkelijker, is de tweede

E
een executoriaal beslag. De beslagene die mogelijkheid: de rechter heft zelf het
en beslagene wordt door- het beslagen goed wil vervreemden of beslag op, door dit in het dictum van het
gaans verrast door een conserva- bezwaren, ziet zo voor zijn neus de spoor- vonnis te bepalen. Een dergelijk (consti-
toir beslag omdat het verlof tot bomen dichtgaan. tutief ) opheffingsvonnis dient echter wel
het leggen daarvan in beginsel ‘ex parte’ De beslagene kan van zijn kant even- uitvoerbaar bij voorraad te zijn verklaard,
wordt verleend.3 Hoewel een dergelijke wel opheffing van het beslag vorderen6 wil de nieuwe rechtstoestand van het
verrassingsaanval vanuit het oogpunt en de rechter kan deze vordering op twee beslagen goed intreden vóór het moment
van verzekering van verhaalsmogelijk- manieren toewijzen.7 Hij kan de beslag- waarop dat vonnis kracht van gewijsde
heden begrijpelijk is, wordt de beslagene legger – ex art. 611a Rv op straffe van een krijgt.8 Een uitvoerbaarverklaring bij
daarmee van het ene op het andere mo- dwangsom – veroordelen het beslag op voorraad voorkomt daarnaast dat een
hoger beroep tegen het opheffingsvonnis
ingevolge art. 350 Rv de tenuitvoerleg-
4 Vgl. o.m. A-G Wesseling-van Gent, sub 2.4 van
1 HR 5 september 2008 (Forward/Huber), RvdW haar conclusie vóór Forward/Huber; en H.J. Snij-
ging daarvan schorst.9
2008, 801, m.nt. E. Loesberg onder JBPr 2008, 52. ders, ‘Aanspraken op een goed ontstaan tussen Wanneer het beslag (bij voorraad
2 Met dank aan prof. mr. H.J. Snijders, mr. dr. een beslag op dat goed en de vernietiging van uitvoerbaar) wordt opgeheven, kan de
M.B. de Boer en mr. H.W.B. thoe Schwartzen- een rechterlijke opheffing van dat beslag’, in:
berg (afdeling Burgerlijk procesrecht UL) en mr. WPNR 6781 (2009), p. 24, met verwijzingen naar
beslagene weer vrijelijk over het betref-
W. Geelhoed (afdeling Straf- en strafprocesrecht verdere literatuur in noot 9 aldaar. fende goed beschikken.10 De spoorbomen
UL) voor hun commentaar op een eerdere versie 5 Dit kan onder omstandigheden anders zijn voor
van dit artikel. de derdeverkrijger te goeder trouw: zie artt. 453a
3 Ingevolge art. 720 Rv kan verlof tot het leggen lid 2, 474a lid 1 jo 453a lid 2, 475h lid 2 jo 453a lid 8 Aldus HR 20 januari 1995 (Smokehouse/Culi-
van beslag op een periodieke vordering in de 2 en (726 lid 1 jo) 505 lid 2 in fine Rv. Voorts kan mer), NJ 1995, 413 (m.nt. HER), r.o. 3.2.
zin van art. 475c Rv (loonbeslag) slechts worden worden gewezen op de bijzondere situatie van 9 Vgl. HR 23 februari 1996 (DKHB/KIVO), NJ 1996,
verleend nadat de schuldenaar is gehoord of art. (726 lid 1 jo) 505 lid 3 Rv. 434, m.nt. A.A. van Rossum onder JOR 1996, 42,
deze de gelegenheid te worden gehoord, onge- 6 Vgl. art. 705 Rv (bij conservatoir beslag) en art. r.o. 3.3: ‘Indien [...] het vonnis waarbij het beslag
merkt voorbij heeft laten gaan. Een beperkt 438 Rv (bij executoriaal beslag). is opgeheven, niet uitvoerbaar bij voorraad is
aantal rechtbanken kent daarnaast nog de 7 Vgl. E.M. Meijers, Het kort geding, bewerkt door verklaard, en van het vonnis tijdig hoger beroep
mogelijkheid van het ‘zwart’ of ‘grijs’ maken J.Th. Vermeulen, Zwolle: W.E.J. Tjeenk Willink is ingesteld, behoudt het beslag zijn werking tot
van het beslag: vgl. de Beslagsyllabus, 7e versie 1967, p. 150-151; H. Oudelaar, Civielrechtelijke het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan.’
(januari 2008), p. 5, sub 20, te vinden op www. executiegeschillen (diss. Leiden), Arnhem: Gouda 10 In HR 26 mei 2000 (Aruba/Boeije), NJ 2001, 388
rechtspraak.nl. Quint 1992, p. 334. (m.nt. HJS), r.o. 3.3.2, tweede alinea, in fine, en

50 advocatenblad 6 februari 2009

RBI_Advo 02 bwerk v1.indd 50 02-02-2009 11:07:38


Opheffing van het beslag per
uitvoerbaar bij voorraad ver-
klaard opheffingsvonnis doet
voor de derdeverkrijger de
voor hem geldende ‘relatieve
beperkingen’ vervallen

gaan dus weer open, hoewel de waarschu- die het goed verkrijgt in de periode tussen zwaard’, maar opheffing van het beslag bij
wingslichten bij de overgang blijven knip- opheffing van het beslag en vernietiging of ingevolge een uitvoerbaar bij voorraad
peren. Het opheffingsvonnis kan immers van het opheffingsvonnis, verkrijgt van verklaard opheffingsvonnis herstelt de
in hoger beroep sneuvelen, waarmee het een volledig beschikkingsbevoegde, en beslagene volledig in zijn beschikkings-
opgeheven beslag herleeft. Wijzigingen in dat deze zijn verkregen rechten dan ook bevoegdheid, zodat de derdeverkrijger
de rechtstoestand van het beslagen goed aan de beslaglegger kan tegenwerpen. het (voordien) beslagen goed – in lijn met
in de tussenliggende periode moeten Daarbij is het niet van belang of de derde- Aruba/Boeije – alsnog onbezwaard ver-
evenwel worden geëerbiedigd.11 Met ande- verkrijger ten tijde van zijn verkrijging krijgt, in de zin dat de voor hem geldende
re woorden: door de vernietiging van het weet dat het opheffingsvonnis nog niet ‘relatieve beperkingen’ alsnog vervallen.
opheffingsvonnis in hoger beroep gaan de in kracht van gewijsde is gegaan, en dat Ook in dit verband lijkt de Hoge Raad het
spoorbomen weer dicht, maar als de besla- daartegen hoger beroep is ingesteld. Het niet van belang te achten of de derdever-
gene met het betreffende goed inmiddels maakt, met andere woorden, niet uit of krijger al dan niet te goeder trouw heeft
de spoorwegovergang is overgestoken, de derdeverkrijger al dan niet te goeder verkregen, nu hij in zijn overwegingen
moet dat worden geëerbiedigd. trouw heeft verkregen.12 geen uitzondering maakt met betrekking
Een stap verder gaat de Hoge Raad in tot de derdeverkrijger die ten tijde van
Positie derdeverkrijger HR 5 september 2008 (Forward/Huber), zijn verkrijging met het beslag bekend
Welke gevolgen de hiervoor bedoelde eer- RvdW 2008, 801, r.o. 3.3.2-3.3.5, met zijn is.13
biediging heeft, in het bijzonder voor de oordeel dat de derdeverkrijger óók rech- De verstrekkende gevolgen van vorenge-
positie van de derdeverkrijger, is door de ten aan de beslaglegger kan tegenwerpen, noemde jurisprudentie worden door de
Hoge Raad toegelicht in twee arresten. In welke door hem van de beslagene zijn Hoge Raad bondig samengevat in r.o. 3.4
HR 26 mei 2000 (Aruba/ Boeije), NJ 2001, verkregen in de periode vóór opheffing van Forward/Huber: de derdeverkrijger
388 (m.nt. HJS), r.o. 3.3.2, heeft de Hoge van het beslag. Weliswaar is de beslagene verkrijgt door de opheffing van het beslag
Raad geoordeeld dat de derdeverkrijger op dat moment ten gevolge van het beslag (alsnog) de onbelaste eigendom van het
‘relatief onbevoegd’ om over het beslagen (voordien) beslagen goed, en het beslag
in Forward/Huber, r.o. 3.3.3, wordt expliciet goed te beschikken, en verkrijgt de der-
gesproken van het ‘volledig herstellen van de deverkrijger dat goed dus ‘relatief be-
beslagene in zijn beschikkingsbevoegdheid’. Dit 13 Het uitvoerbaar bij voorraad verklaarde ophef-
arrest is eveneens geannoteerd door I. Spinath fingsvonnis brengt mee dat de derdeverkrijger
onder JOR 2000, 203; en A.I.M. van Mierlo in AA 12 Wanneer men niet toekomt aan vragen van heeft verkregen van een (alsnog) volledig
2001, p. 107-114. derdenbescherming tegen beschikkingsonbe- beschikkingsbevoegde, zodat men ook in dit
11 Vgl. DKHB/KIVO, r.o. 3.3 (m.b.t. constitutief voegdheid, zoals Snijders sub 2 van zijn noot geval niet (meer) toekomt aan vragen van der-
opheffingsvonnis). Uit Aruba/Boeije volgt dat onder Aruba/Boeije terecht opmerkt, komt men denbescherming tegen beschikkingsonbevoegd-
hetzelfde geldt ten aanzien van een beslag dat immers ook niet toe aan vragen omtrent het al heid, en dus ook niet aan vragen omtrent het al
op grond van een condemnatoir opheffingsvon- dan niet te goeder trouw zijn van de derdever- dan niet te goeder trouw zijn van de derdever-
nis is opgeheven door de beslaglegger. krijger. krijger ten tijde van zijn verkrijging.

6 februari 2009 advocatenblad 51

RBI_Advo 02 bwerk v1.indd 51 02-02-2009 11:07:42


Burgerlijk procesrecht en strafrecht

is in zoverre door de vernietiging van het ‘Onttrekken’ aan beslag


opheffingsvonnis niet herleefd. Het maakt
dus niet uit of de beslagene het beslagen
Vervreemding van een Of vervreemding van het beslagen goed
strafbaar is, hangt hoofdzakelijk af van
goed heeft vervreemd ná opheffing of vóór
opheffing van het beslag: in beide gevallen
beslagen goed vóór de uitleg die wordt gegeven aan het de-
lictsbestanddeel ‘onttrekken’. Men zou
vist de beslaglegger achter het net. Daar-
mee lijkt het devies voor beslagene en der-
opheffing van het be- kunnen betogen dat de beslagene die het
beslagen goed vóór opheffing van het be-
deverkrijger: ‘direct vervreemden, ondanks
het beslag’.
slag lijkt niet strafbaar slag vervreemdt, dat doet ‘onder last van
het beslag’. De derdeverkrijger verkrijgt

Vervreemding strafbaar?
te zijn als met de le- daarmee slechts ‘relatief bezwaard’, zodat
van ‘onttrekken’ aan het beslag strikt ge-
Wordt de beslagene die met het beslagen
goed de spoorwegovergang ‘oversteekt’
vering wordt gewacht nomen geen sprake is. Deze benadering
heeft evenwel tot gevolg dat ook wanneer
tussen knipperende waarschuwingslichten
(Aruba/Boeije), of zelfs tussen gesloten
tot de opheffing, of het beslag na de vervreemding niet wordt
opgeheven, er geen sprake is van strafbaar
spoorbomen door (Forward/Huber), mo-
gelijk nog geschept door een trein in de bij levering c.p. handelen, omdat ook in dat geval de derde-
verkrijger slechts ‘relatief bezwaard’ heeft
vorm van art. 198 lid 1 Sr? Dit bepaalt im- verkregen. Art. 198 Sr zou daarmee voor
mers: ‘Hij die opzettelijk enig goed aan het civielrechtelijke beslagen volkomen zinle-
krachtens de wet daarop gelegd beslag ont- dig zijn, hetgeen echter niet het geval is20,
trekt, of wetende dat het daaraan onttrok- ger te beschermen, doch strekt tot eerbiedi- zodat deze benadering niet als juist kan
ken is, verbergt, wordt gestraft met [...].’14 ging van een daad van het openbaar gezag. worden aanvaard.
Wanneer de vervreemding van het besla- Of de beslaglegger door de aan de besla- Uit strafrechtelijk oogpunt21 kan voor
gen goed plaatsvindt ná opheffing van het gene verweten gedraging is benadeeld – of ‘onttrekking’ aan het beslag als algemeen
beslag, lijkt dit niet mogelijk, aangezien bevoordeeld – is niet relevant.17 Hieruit criterium worden gesteld dat het betref-
dan niet is voldaan aan het delictsbestand- lijkt voort te vloeien dat de beslagene het fende goed buiten de (feitelijke) macht
deel dat spreekt van een ‘krachtens de wet beslag in de periode voorafgaand aan de van de beslagene wordt gebracht.22 Zo
gelegd beslag’.15 Bij vervreemding vóór opheffing daarvan dient te respecteren, net was het in HR 30 mei 1995, NJ 1995, 622,
opheffing van het beslag ligt dit mogelijk zoals een partij zich aan een veroordeling r.o. 6.3, bij de beoordeling van de vraag of
anders, omdat de opheffing van het beslag in kort geding dient te houden, zolang het van een ‘onttrekking’ in de zin van art. 198
pas ingaat op het moment van uitspraak kortgedingvonnis niet in appèl is vernie- Sr sprake was, beslissend of het beslagen
van het uitvoerbaar bij voorraad verklaarde tigd.18 Weliswaar volgt uit Forward/Huber goed zich nog in de (feitelijke) macht van
opheffingsvonnis, zodat er in de periode dat de beslagene ook in geval van ver- de beslagene bevond. A-G Fokkens merkt
tussen beslaglegging en opheffing steeds vreemding vóór opheffing van het beslag sub 10 van zijn conclusie vóór dat arrest op,
van beslag sprake is geweest.16 volledig wordt hersteld in zijn beschik- dat slechts van belang is of de beslagene
De Hoge Raad heeft in HR 30 mei 1995, NJ kingsbevoegdheid door opheffing van het het beslag heeft geëerbiedigd, in de zin dat
1995, 622, r.o. 6.3, geoordeeld dat art. 198 Sr beslag bij of ingevolge een uitvoerbaar bij deze niet op enigerlei wijze eigenmachtig
niet beoogt de belangen van de beslagleg- voorraad verklaard opheffingsvonnis, en over het beslagen goed heeft ‘beschikt’.
dat wijzigingen in de rechtstoestand van Of de Hoge Raad dit strengere ‘beschik-
het beslagen goed – ondanks eventuele ver-
14 Dit artikel omvat elk krachtens de wet gelegd
beslag, dus zowel het strafrechtelijk als het civiel- nietiging van dat vonnis in appèl – moeten 20 Zoals o.m. moge blijken uit de hiervoor vermelde
rechtelijk gelegd beslag, aldus HR 5 januari 1920, worden geëerbiedigd; dit betekent mijns (strafrechtelijke) jurisprudentie betreffende
NJ 1920, p. 115; nadien o.m. herhaald in HR 26 onttrekking van goederen aan civielrechtelijke
februari 1946, NJ 1946, 170. Het insolventiebeslag
inziens echter niet automatisch dat daar- beslagen.
valt evenwel niet onder de reikwijdte van dit mee ook de eventuele strafbaarheid van die 21 Vgl. m.b.t. verschillen in civielrechtelijke en straf-
artikel, nu de artt. 341-344 Sr daarvoor reeds een vervreemding is vervallen. Civielrechtelijk rechtelijke interpretatie van begrippen, alsmede
bijzondere regeling bevatten en het insolventie- daaruit voortvloeiende disharmonieën: J. de
beslag bovendien niet kan worden aangemerkt mag de vervreemding dan wel zijn ‘gere- Hullu, Materieel strafrecht. Over algemene leerstukken
als een ‘krachtens de wet gelegd beslag’ in de zin pareerd’ door het nadien opheffen van het van strafrechtelijke aansprakelijkheid naar Nederlands
van art. 198 lid 1 Sr: vgl. HR 27 oktober 1959, NJ beslag, maar dat betekent niet dat er ook recht, Deventer: Kluwer 2006, p. 36-38.
1960, 73 (m.nt. BVAR). 22 Vgl. Noyon/Langemeijer/Remmelink, Het Wetboek
15 Ook Snijders meent sub 6, derde alinea, van zijn strafrechtelijk niets (meer) aan de hand is.19 van Strafrecht, aant. 3 bij art. 198 jo aant. 7 bij art.
noot onder Aruba/Boeije dat er aanleiding is om 189 Sr (suppl. 127, juni 2004), Deventer: Kluwer
een tussentijdse beschikking door de beslagene in (losbl.), en eerder H.L.A. Visser, ‘Strafrechtelijke
deze situatie niet ex art. 198 Sr strafbaar te achten. 17 Zie in dezelfde zin eerder HR 23 mei 1920, W onttrekking aan civielrechtelijk beslag’, in: Themis
16 Vgl. o.m. A.I.M. van Mierlo, ‘Beslaglegging, 9041; HR 8 april 1975, NJ 1975, 297; alsmede HR 1907, p. 281-288 (m.n. p. 287), die tot dit criterium
opheffing en herleving’, in: NbBW 1996-4, p. 40; 29 oktober 1991, NJ 1992, 267, r.o. 10.1, in fine. komen na een vergelijking met andere delictsom-
F.H.J. Mijnssen, Materieel beslagrecht, Deventer: 18 Vgl. HR 16 november 1984 (Ciba Geigy/Voor- schrijvingen waarin ‘onttrekken’ centraal staat,
Kluwer 2003, p. 57 en Ras, sub 3, tweede alinea, braak), NJ 1985, 547 (m.nt WHH en LWH), r.o. 3.4. zoals het ‘onttrekken’ van voorwerpen aan het
van zijn noot onder Smokehouse/Culimer. In 19 Vgl. in dit verband ook A-G Fokkens, die sub 8 en onderzoek van ambtenaren van justitie of politie
geval van een condemnatoir opheffingsvonnis 9 van zijn conclusie vóór HR 30 mei 1995, NJ 1995, (art. 189 Sr), het ‘onttrekken’ van minderjarigen
gaat de opheffing van het beslag pas in op het 622, opmerkt dat de ‘civielrechtelijke blokkering’ aan het wettig over hen gestelde gezag (art. 279
moment dat de beslaglegger aan dat vonnis die het beslag met zich brengt, een andere is dan Sr), en het ‘onttrekken’ aan de (failliete) boedel
gevolg geeft. de ‘strafrechtelijke blokkering’. (art. 341 Sr).

52 advocatenblad 6 februari 2009

RBI_Advo 02 bwerk v1.indd 52 02-02-2009 11:07:42


kingscriterium’ onderschrijft, valt uit r.o. teruglevert, vloeit uit Forward/Huber voort
6.3 – waarin de Hoge Raad slechts aansluit dat zelfs in dat geval de wijzigingen in de
bij het hiervoor als ‘algemeen’ aangeduide rechtstoestand van het beslagen goed moe-
criterium – evenwel niet af te leiden. ten worden gerespecteerd. De beslaglegger
Aan de hand van hiervoor bedoeld die door een dergelijke schijnhandeling
algemeen criterium valt ten aanzien van wordt benadeeld, zal daartegen slechts
beslagen roerende zaken relatief eenvoudig kunnen ageren door middel van een be-
en objectief vast te stellen of deze aan het roep op de Pauliana-regeling van artt. 3:45
beslag zijn ‘onttrokken’, al lijkt daarbij een e.v. BW, of uit hoofde van een jegens hem
levering per constitutum possessorium gepleegde onrechtmatige daad.26 Daarmee
(vgl. art. 3:90 lid 2 BW) geen ‘onttrekking’ ligt de bal echter wel weer bij de beslagleg-
op te leveren. Het beslagen goed blijft in ger.
dat geval immers in de feitelijke macht van De beslaglegger kan in het opheffings-
de beslagene, hetgeen niet wegneemt dat geschil primair concluderen tot afwijzing
de derde-verkrijger vanaf dat moment – van de gevorderde opheffing en subsidiair
‘relatief onbevoegd’ – over dat goed kan tot het niet uitvoerbaar bij voorraad verkla-
beschikken. Maar ook met betrekking tot ren van het opheffingsvonnis, teneinde te
beslagen onroerende zaken is het criterium voorkomen dat de nieuwe rechtstoestand
bruikbaar. In het geval dat een beslagen van het beslagen goed intreedt voordat
onroerende zaak wordt verkocht, en de het opheffingsvonnis kracht van gewijsde
levering van die zaak door inschrijving van 6:74 BW), maar dat is een civielrechtelijk krijgt.27 Meer subsidiair kan de beslagleg-
de transportakte in de openbare registers probleem. ger op grond van art. 233 lid 3 Rv vorderen
heeft plaatsgevonden (vgl. art. 3:89 lid 1 Toch lijkt het goed om enige voorzich- dat de rechter aan de uitvoerbaarverklaring
BW), heeft dit tot gevolg dat die zaak zich tigheid te betrachten, in het licht van het bij voorraad van dat vonnis de voorwaarde
niet meer in de (feitelijke) macht van de hiervoor besproken strengere ‘beschik- verbindt dat tot een door hem te bepalen
beslagene bevindt, zodat geconcludeerd kingscriterium’ van A-G Fokkens. Indien bedrag zekerheid wordt gesteld door de
moet worden dat laatstgenoemde heeft immers het ‘op enigerlei wijze eigenmach- beslagene. Zowel in de jurisprudentie
‘onttrokken’ aan het beslag.23 Dat de derde- tig over het beslagen goed beschikken’ van de Hoge Raad28 als in de literatuur29 is
verkrijger in de hiervoor bedoelde situaties als een ‘onttrekking’ in de zin van art. 198 meermalen expliciet op deze trits aan voor-
slechts ‘relatief onbevoegd’ over het verkre- Sr moet worden aangemerkt, dan zou zorgsmaatregelen gewezen.
gen goed kan beschikken en een eventuele ook reeds een enkele verkoop (al dan niet
beschikking niet tegen de beslaglegger gevolgd door levering per c.p.) strafbaar Grotere terughoudendheid
kan worden ingeroepen – tenzij het beslag kunnen zijn. Dit valt dan wellicht nog weer Hoewel de jurisprudentie van de Hoge
nadien wordt opgeheven (vgl. Forward/Hu- te voorkomen door over het beslagen goed Raad omtrent herleving van opgeheven
ber) – is strafrechtelijk niet relevant. te beschikken ‘onder opschortende voor- beslagen overwegend in het voordeel van
Indachtig het vorenstaande lijkt de waarde van volledig herstel in de beschik- de beslagene lijkt te zijn, kunnen de ver-
beslagene die een beslagen goed verkoopt kingsbevoegdheid’,24 doch zeker is dat niet. strekkende gevolgen van een opheffing de
vóór opheffing van het beslag niet ex art. Al met al voldoende stof tot nadenken voor rechter ook juist bewegen tot een grotere
198 Sr strafbaar te handelen, zolang hij de beslagene die vóór opheffing van het terughoudendheid bij het opheffen van een
met levering van dat goed wacht totdat beslag wil vervreemden of bezwaren. beslag. De spoorbomen kunnen lang dicht
het beslag is opgeheven, of (bij roerende blijven en gaan misschien zelfs tussentijds
zaken) per c.p. levert, omdat het besla- Schijn en voorzorg niet meer open in het kader van een ophef-
gen goed daarmee niet ten tijde van het Met Forward/Huber zet de Hoge Raad de fingsgeschil.
beslag buiten de (feitelijke) macht van de deur open voor allerhande schijnhande-
beslagene is gebracht. Indien het beslag lingen tijdens het beslag tussen beslagene,
niet wordt opgeheven, kan de beslagene derdeverkrijgers, vierdeverkrijgers et ce- 26 Aldus o.m. ook E.M. Tjon-En-Fa & C.M. Reijnen,
weliswaar niet leveren of (bij levering per tera, die in beginsel worden gesauveerd.25 ‘Beslag op onroerende zaken; de rechtsgevolgen
van een tijdelijke opheffing’, in: MvV 2008-10, p.
c.p.) feitelijk overgeven zonder strafbaar te De beslagene kan aldus bewerkstelligen 245; Mijnssen, a.w., p. 12; Van Mierlo 1996, t.a.p., p.
handelen en is hij mogelijk schadevergoe- dat het voordeel van de beslaglegger in 42; en dezelfde, sub 5, derde alinea, van zijn noot
onder Aruba/Boeije in AA 2001, p. 113.
ding verschuldigd op grond van een toe- rook opgaat. Wanneer de beslagene daarbij
27 Vgl. in dit verband r.o. 3.2 van Smokehouse/Culi-
rekenbare tekortkoming in de nakoming gebruikmaakt van een stroman, aan wie mer en r.o. 3.3 van DKHB/KIVO.
van de betreffende overeenkomst (vgl. art. het beslagen goed wordt geleverd en die 28 Vgl. r.o. 3.2, derde zin, van Smokehouse/Culimer;
alsmede r.o. 3.3.2, laatste alinea van Aruba/Boeije.
dat goed vervolgens weer aan de beslagene
Zie ook A-G Wesseling-van Gent, sub 2.12, tweede
23 Met betrekking tot onroerende zaken moet uit de alinea, van haar conclusie vóór Forward/Huber.
openbare registers worden afgeleid wie deze in 29 Vgl. o.m. Tjon-En-Fa & Reijnen, t.a.p., p. 245;
zijn macht heeft; de feitelijkheid van die macht 24 Zoals gesuggereerd door Snijders, t.a.p., p. 24. A.I.M. van Mierlo, ‘Beslagperikelen’, in: NbBW
treedt bij onroerende zaken minder nadrukkelijk 25 Vgl. noot 41 van de conclusie van A-G Wesseling- 1995-3, p. 33; en dezelfde, sub 7, tweede alinea, van
op de voorgrond. van Gent vóór Forward/Huber. zijn noot onder Aruba/Boeije in AA 2001, p. 114.

6 februari 2009 advocatenblad 53

RBI_Advo 02 bwerk v1.indd 53 02-02-2009 11:07:43

You might also like