Scheikunde samevatting hoofdstuk 1

1. Atoombouw

Z = atoomnummer = #p (voor atoom ook #e)

A = massa getal = p+n

Atoom heeft verschillende schillen . kern – k-schil [met 2 electronen] – l schil [ max 8 electronen]
– m- schil [ max 18 electronen ]

Ex :

Al – aluminium

Z [Atoomnummer] = 13 P = e = 13

A [massagetal] = 27 => N = A – Z = 27 – 13 = 14 neutronen

Isotopen (T25A) = isotopen hebben hetzelfde atoomnummer Z, ander massa getal.

Metalen – metaal is minder sterk dan een mengsel van metalen [ legering ]

2
Ex :

Cl – Chloor

Cl - A 35 Z = 17 N = 18

Cl – A 37 Z = 17 N = 20  heeft twee neutronen meer maar evenveel protonen en electronen

A = 35 ; 75 % binas T25A

A = 37 ; 20 %

Wat is dan de massa  massa getal Cl = 0.75 x 35 + 0,25 x 37 = 35.5

periodiek systeem

3 metalen

Een metaal binding is een van de sterkste bindingen

Moleculaire stoffen  niet-metalen

4 Moleculen

Molecuul  Molecule binding / Van der Waalsbinding [ vdw binding ]

Atomen  atoom binding

Fase-overgang moleculaire binding wordt verbroken

Bij een chemische reactie : atoombinding wordt verbroken

Edelgassen hebben een covalentie van 0

Covalentie is het aantal atomen in de laatste schil van je molecuul

≥(t40A) : Elektroonegativteit (E.N)

Hoe hard het elektronenpaar wordt aangetrokken

Ex of atoombinding HCl

EN( H ) = 2,1

EN ( CL ) = 3,2 => | EN | = 1,1

EN < 0,5 : “gewone” atoombinding [ covalente atoombinding ]

EN ≤ 0,5 en < 1,4 : polaire atoombinding
EN ≥ 1,4 : ionbinding [ zout]

HCl is dipoolmolecuul

- Polaire atoombinding aanwezig

- Dipool moment ( T55A/B ) wanneer netto kracht = 0

Dpm (H20) = 6,2 => dipoolmolecuul, omdat het delta elektronegatieviteit hoger is dan 0,5

hydrofoob ( apolaire) = mengt niet met water een apolaire molecuul heeft geen OH of NH groep

hydrofiel (polaire) = mengt met water een polaire molecuul heeft wel OH of NH groepen

wanneer je een molecuul moet tekenen grebruik 104.5/120 graden hoeken.

Wanneer er een h brug is gevormd ligt het kookpunt hoger, wanneer het molecuul ook een hogere
atoommassa heeft neemt het kookpunt ook toe.

Een OH groep heeft een

groter invloed op het
kookpunt dan NH groep
Zouten

- Een combinatie van een positieve metaalion en negatieve niet-metaalion

- Ion binding is vrij sterk

2X niet-metalen is een atoombinding NA+ Cl-

1X metaal en 1X niet-metaal is een
zout

2X metalen is een ion

Rekenen met mol

- Molecuul massa – Mw ook wel uitgedrukt in U

- 1 mol stof bestaat uit 6,022 x 10^23 deeltjes

Rekenschema mollen, massa , moleculaire massa