Professional Documents
Culture Documents
Aantekeningen Psychologie HRM
Aantekeningen Psychologie HRM
Specialisaties in de psychologie
Docenten, experimenteel psychologen, toegepast psychologen
- Arbeids- en organisatiepsychologen
- Schoolpsychologen
- Klinisch psychologen
- Gerontopsychologen
Moderne psychologie
Wilhelm Wundt (1832-1920)
- Elementen van bewuste waarneming ontdekken
- Introspectie (naar binnen kijken)
- Eerste psychologische experimenten in laboratorium
- Reactietijden
Edward Titchener (1867-1927)
- Structuralisme
- Structuren van geest aan het licht brengen
William James (1842-1910)
- Functionalisme (functie van de geest/bewustzijn)
- Ideeën afgeleid van Darwin
- Introspectie
John Watson (1867-1927)
- Als reactie op functionalisme en structuralisme -> behaviorisme
- Bestuderen van gedrag i.p.v. bewustzijn
- Gedrag direct observeerbaar
- Relatie stimuli en respons
- Sociale omgeving zou invloed hebben
- Skinner en Pavlov
Week 2
Gedrag: datgene wat mensen doen maar ook wat mensen laten (moet waarneembaar zijn)
Week 3
Beschrijvende schema’s
- Situatieschema’s: beschrijft type situatie (sinterklaasavond, tentamen)
- Rolschema’s: beschrijft sociale rol (directeur, docent, echtgenoot)
- Persoonsschema’s: beschrijft de kenmerken van een persoon (stoer, streber)
Procedurele schema’s
- Handelingsschema’s: bevat de procedure voor een reeks handelingen of de volgorde
waarin een reeks gebeurtenissen plaatsvindt (boodschappen doen, geholpen
worden)
- Causale schema’s: gaat het om een procedure voor het vinden van een oorzaak bij
een bepaalde gebeurtenis of uitkomst (waarom wel/niet vraag wordt beantwoord)
Beoordelingsfouten
- Geneigd om kleine risico’s te overschatten
- En grote risico’s te onderschatten
- Daarnaast zijn we ook gevoelig voor de suggestie die van een vraag uitgaat
- Verwachtingen blijken onze interpretaties sterk te beïnvloeden
1. Selectie
- We worden overspoeld door prikkels uit de buitenwereld, maar we selecteren maar
een gering aantal
- Informatie die overeenkomt met het schema wordt gemakkelijk opgenomen en
onthouden
- Informatie die niet overeenkomt met het schema wordt niet gemakkelijk onthouden
2. Generalisatie
- Leidt tot onderschatting of overschatting van feitelijke verschillen
- Stereotypen, vooroordelen en discriminatie
- Morele legitimatie
- Halo-effect
- Self-fulfilling prophecy
3. De eerste indruk
- Ons oordeel over iemand ligt vrijwel vast zodra we iemand hebben ingedeeld in een
bepaalde categorie
- Het gevaar bestaat dat we daardoor ongevoelig worden voor nieuwe informatie en
daardoor een verkeerd besluit nemen
Week 4
Attributietheorie: de wijze waarop mensen hun gedrag en dat van anderen verklaren in
termen van oorzaak en gevolg
Week 5
Motivatietheorieën
1. Instincttheorie
- Gefixeerde actiepatronen
- Biologisch bepaalde gedragspatronen
- Moederinstinct
2. Drijfveertheorie
- Biologische behoeften
- Homeostase: evenwicht
3. Psychodynamische theorie
- Freud
- Vanuit het onbewust
- Eros en Thanatos
- Belangrijk voor ontwikkelingsperspectief
4. Maslows behoeftehiërarchie-> nieuwe behoeftehiërarchie
- Prioriteitsvolgorde
- Functioneel analyseniveau: basale rangschikking van motieven
- Proximaal analyseniveau: actuele invloeden op rangschikking
- Ontwikkelingsanalyseniveau: rangschikking op basis van levensfasen
5. Zelfdeterminatietheorie
- Deci & Ryan
- Mensen vormen proactief hun omgeving
- Activiteit is gericht op groei en integratie
- Omgeving moet doen aan 3 basisbehoeften: autonomie, competentie en
verbondenheid
Motivatie in de arbeidspsychologie
Wat wil je graag van medewerkers?
- Goed werknemerschap
- Teamwork
- Hoge productie
- Kwaliteit
- Betrouwbaarheid
Hoe kun je deze dingen bereiken?
Week 6
Intelligentie
- Intelligentie is dat wat een intelligentietest meet (Boring)
- Intelligentie is het vermogen om doelgericht te handelen, rationeel te denken en
effectief met de omgeving om te gaan (Wechsler)
- Mentale capaciteiten om kennis te verwerven, te redeneren en effectief problemen
op te lossen (Zimbardo)
Psychometrische theorie
- Psychometrie houdt zich bezig met psychologische metingen
- Spearman (1927)
- G-factor: aangeboren eigenschap
- Cattell (1963)
- Gekristalliseerde intelligentie: verworven kennis, vaardigheid op te slaan en terug te
halen
- Vloeibare intelligentie: probleemoplossend vermogen
Cognitieve theorie
- Sternberg (1999)
- Triarchische theorie: praktische/contextuele intelligentie, logisch redeneren,
experimentele intelligentie
- Relatief onafhankelijke soorten intelligentie
- Gardner: meervoudige intelligenties: linguïstische, logisch-mathematische,
ruimtelijke, muzikale, lichamelijke-kinesthetische, interpersoonlijke, intra
persoonlijke, natuurgerichte
Ontwikkeling intelligentietest
- Binet en Simon (mentale leeftijd)
- Stanford-Binet-intelligentieschaal
Week 7
Persoonlijkheid: psychologische eigenschappen die een zekere continuïteit verlenen aan het
gedrag van een individu in verschillende situaties en op verschillende momenten
- Stabiliteit
- Consistentie
- Standaardgedrag
Perspectieven
1. Indeling in persoonstrekken/-kenmerken
2. Psychodynamisch of humanistisch of sociaalcognitieve perspectief
3. Impliciete persoonlijkheidstheorieën
4. Crossculturele theorieën