Cijfer:

Rubric bij het schrijven van een brief/verhaal

Score  10-20 30-40 50-60 70-80 90-100
Onderdeel
Spelling De leerling maakt De leerling maakt her en De leerling maakt De leerling maakt zeer De leerling maakt geen
veel der spellingsfouten. spellingsfouten, maar ze weinig spellingsfouten. spellingsfouten.
spellingsfouten. zijn niet storend.
Lay-out /
opzet De Lay-out van Een groot gedeelte van de De lay-out van de brief /het De lay-out van de brief/ het De lay-out van de brief/ het
de brief/ het lay-out van de brief/het verhaal/ de opdracht klopt verhaal/ de opdracht is verhaal/ de opdracht is
verhaal/ de verhaal/ de opdracht klopt gedeeltelijk niet, maar er is bijna volledig goed. volledig goed.
opdracht klopt niet. geprobeerd deze er goed
niet. uit te laten zien.
Inhoud Er zit erg weinig Er zit onvoldoende De leerling heeft een De leerling heeft een De leerling heeft een
informatie/details informatie/details in de brief/verhaal geschreven brief/verhaal geschreven uitstekende brief/ goed
in de inhoud. inhoud. Daarnaast sluiten met voldoende details en met veel details en goede verhaal geschreven met
Daarnaast sluiten de alinea’s niet goed op goede informatie. informatie. Daarnaast veel details en goede
de alinea’s niet elkaar aan. Daarnaast sluiten de sluiten de alinea’s redelijk informatie. Daarnaast
goed op elkaar alinea’s redelijk goed op goed op elkaar aan. sluiten de alinea’s goed op
aan. elkaar aan. elkaar aan.
Zinsopbouw De leerling maakt De leerling maakt veel De leerling maakt her en De leerling maakt heel De zinsopbouw van de
ontzettend veel fouten in de zinsopbouw. der fouten in de soms fouten in de leerling klopt altijd.
fouten in de zinsopbouw. zinsopbouw.
zinsopbouw.
Originaliteit De brief/ het De leerling heeft een De leerling heeft een De leerling heeft een De leerling heeft een zeer
verhaal van de brief/verhaal geschreven brief/verhaal geschreven brief/verhaal geschreven originele brief/verhaal
leerling is niet die niet origineel is, maar die voor de helft origineel die voor een groot deel geschreven.
origineel. hij/zij heeft het wel is. origineel is.
geprobeerd. (Af en toe
gebruik gemaakt van een
translator.)

Toelichting: ________________________________________________________________________________________________________