Het waterpas zetten van een schutting is een belangrijke stap om ervoor te zorgen dat de

constructie stabiel en recht staat. Hier is een beschrijving van het proces:

1. Voorbereiding: Zorg ervoor dat je alle benodigde gereedschappen en materialen bij de

hand hebt, zoals een waterpas, meetlint, hamer, schroeven en bevestigingsmateriaal. Zorg
er ook voor dat de palen van de schutting correct zijn geplaatst en stevig in de grond zitten.

2. Plaats de schuttingpanelen: Begin met het bevestigen van de schuttingpanelen aan de

palen met behulp van schroeven of ander geschikt bevestigingsmateriaal. Zorg ervoor dat
de panelen stevig zijn bevestigd, maar nog niet definitief vastzitten.

3. Controleer de waterpasheid: Plaats de waterpas op verschillende punten op de

schuttingpanelen, zowel verticaal als horizontaal. Zorg ervoor dat de bel van de waterpas
zich in het midden bevindt om een nauwkeurige meting te krijgen.

4. Pas de hoogte aan: Als de schuttingpanelen niet waterpas zijn, pas dan de hoogte aan
door de onderkant van de panelen omhoog of omlaag te bewegen. Dit kan worden gedaan
door de panelen op te tillen of te laten zakken, afhankelijk van de situatie. Gebruik hiervoor
een hamer of ander geschikt gereedschap.

5. Controleer opnieuw: Nadat je aanpassingen hebt aangebracht, controleer je opnieuw met

de waterpas of de schuttingpanelen waterpas staan. Herhaal indien nodig de aanpassingen
totdat de waterpas in zowel verticale als horizontale richting is uitgelijnd.

6. Bevestig de panelen definitief: Als de schuttingpanelen waterpas staan, bevestig je ze

definitief aan de palen door de schroeven of het bevestigingsmateriaal volledig vast te
draaien. Zorg ervoor dat alle panelen stevig zijn bevestigd en controleer opnieuw op
waterpasheid voordat je verdergaat.

Het waterpas zetten van een schutting vereist aandacht voor detail en nauwkeurigheid. Het
is belangrijk om geduldig te zijn en de waterpas op meerdere punten te controleren om
ervoor te zorgen dat de schutting recht en stabiel staat. Het is ook raadzaam om tijdens het
proces een tweede persoon te hebben om te helpen bij het controleren van de
waterpasheid.