Professional Documents
Culture Documents
Overwerk 2015 3 08
Overwerk 2015 3 08
Overwerk 2015 3 08
Vakbonden en
jongeren in België
Pulignano, V., & Doerflinger, N. (2014). Belgian trade unions and the youth: Ini-
tiatives and challenges. Working paper Centre for Sociological Research (CeSO).
Comparative Industrial Relations in Europe, CeSO/CAAE, nr. 2014-1, 45 pp. Leuven:
Centre for Sociological Research.
voordat ze jongeren kunnen aanmoedigen lid te te moedigen zich aan te sluiten, blijven nog drie
worden. Dus worden er via de media, in bedrijven grote uitdagingen over: leden motiveren om aan
en via internet campagnes georganiseerd om niet vakbondsacties deel te nemen, in kleine bedrijven
alleen bepaalde thema’s te promoten, maar ook om en moeilijk toegankelijke sectoren werkende jonge-
de vakbonden zelf onder de aandacht te brengen. ren bereiken en omgaan met het hoge percentage
Omdat er geen persoonlijk contact tussen jongeren tijdelijke arbeidscontracten onder jongeren.
en de vakbond opgebouwd wordt, kan van zulke
campagnes nauwelijks verwacht worden dat zij de Ten eerste is het volgens empirische data moei-
jeugd aanspreken. lijk geworden om jongeren te motiveren aan vak-
bondsactiviteiten deel te nemen.
“Wij moeten naar de jongeren toegaan in plaats
van andersom.” (vertegenwoordiger van ACV- “Vroeger kwamen er wel 400 of 500 mensen
CSC) naar onze ad hoc-activiteiten. Tegenwoordig
zijn we blij met 150 deelnemers.” (vertegen-
De vakbonden benaderen ook jongeren in opleiding. woordiger van ACV-CSC)
Ze voeren een dialoog met de jongeren om hun
behoeftes te begrijpen. Daardoor wordt aandacht De reden hiervoor is, zoals al eerder gezegd, dat
gewekt voor vakbondsactiviteiten en de mogelijke jongeren vooral uit instrumentele motieven lid wor-
voordelen van lidmaatschap. Bovendien is de jeugd den van een vakbond, met als gevolg dat de jeugd
een heterogene groep en dus maken de vakbonden meer geïnteresseerd is in de dienstverlening van de
gebruik van meerdere methodes en acties om de ver- vakbonden dan in de organisatie zelf.
schillende doelgroepen binnen de jeugd te bereiken.
Daarom zijn de vakbonden begonnen zich te ver- “Op bedrijfsniveau besteden sommige vertegen-
binden aan algemenere sociale thema’s. ABVV- woordigers met de sociale verkiezingen in het
FTGB en ACV-CSC houden zich bijvoorbeeld sinds achterhoofd meer aandacht aan de vaste werk-
kort bezig met ‘groene’ thema’s, zoals de gevolgen nemers. Wat op bedrijfsniveau gebeurt, hangt
van de klimaatverandering. sterk af van de vertegenwoordigers die daar
werken.” (vertegenwoordiger van ABVV-FTGB)
Ten tweede is het voor de vakbonden moeilijk om
de relatief grote groep jongeren te bereiken die in Dit onderstreept hoe belangrijk de instelling van de
kleine bedrijven en in moeilijk toegankelijke secto- vertegenwoordigers tegenover werknemers met tij-
ren werken. Volgens de Belgische wetgeving zijn delijke arbeidscontracten in het algemeen is. Snelle
alleen bedrijven met meer dan honderd werkne- wisselingen van werk zouden de motivatie van de
mers verplicht een ondernemingsraad op te richten. vertegenwoordigers om ook de belangen van de
jongeren met tijdelijke arbeidscontracten te behar-
“Door herstructurering worden grote bedrij- tigen kunnen verminderen. Tot nu toe hebben de
ven kleiner, maar de drempelwaarde voor het vakbonden hun vertegenwoordigers nog geen spe-
oprichten van een werknemersvertegenwoor- cifieke training betreffende deze thematiek aange-
diging blijft hetzelfde. Omdat de werkgelegen- boden.
heid tegenwoordig vooral in kleinere bedrijven
toeneemt, is de kans groot dat de jongeren daar
niet door een vakbondslid worden vertegen- Conclusie
woordigd. Voor ons is het dus een uitdaging om
nieuwe manieren te vinden om deze jongeren Uit deze studie kunnen een aantal conclusies ge-
te bereiken.” (vertegenwoordiger van ABVV- trokken worden, die voor de vakbonden als richtlij-
FTGB) nen kunnen dienen bij hun toekomstig werk rond
jongeren.
Er zijn twee mogelijkheden om deze uitdaging aan
te gaan. Aan de ene kant zouden vakbonden op In de eerste plaats blijkt persoonlijk contact het be-
sectorniveau kunnen lobbyen voor lagere drem- langrijkste bij het werven van nieuwe leden. Een
pelwaarden, waarboven voor bedrijven een werk- directe, persoonlijke benadering met een open dia-
nemersvertegenwoordiging verplicht is. Wanneer loog wordt gezien als de beste methode om jonge-
bedrijven afslanken, zouden vakbonden zich er ren van het nut van vakbonden en van de voorde-
voor kunnen inzetten dat de drempelwaarden ook len van lidmaatschap te overtuigen. In de tweede
worden aangepast. Aan de andere kant zouden plaats is de manier waarop de vakbonden zich pre-
vakbonden kunnen proberen jonge mensen te be- senteren en duidelijk maken dat de belangen van
reiken die in zulke bedrijven en moeilijk toeganke- de jeugd hen interesseren essentieel. In de derde
lijke sectoren werken. De liberale vakbond ACLVB- plaats blijken creatieve evenementen een groter
CGSLB heeft bijvoorbeeld een actie gestart die zich aantal deelnemers te trekken dan andere activitei-
tot jongeren richt die in kleine bedrijven werken. ten en kunnen zij ook bijdragen aan een jonger
imago van de vakbonden. Ten slotte, en hiermee
Ten derde wordt de grootschalige inzet van tij- samenhangend, komen er naar evenementen waar-
delijke arbeidscontracten als problematisch inge- aan alle vakbonden ongeacht hun politieke oriënta-
schat. Vooral nieuwkomers op de arbeidsmarkt die tie samenwerken, eveneens meer geïnteresseerden.
de overgang van school naar werk maken, wor-
den geconfronteerd met deze flexibele contrac- Nieuwe leden werven is tegenwoordig echter niet
ten. Het op deze manier aangeboden werk houdt de grootste uitdaging voor de Belgische vakbon-
meestal snelle wisselingen van werkplek in, wat den. Militanten rekruteren blijkt moeilijker te zijn.
het voor de vakbondsvertegenwoordigers moeilijk Terwijl instrumentele motieven een argument kun-
maakt om deze jongeren te bereiken. Empirische nen zijn om lid te worden, kan betwijfeld worden