Overwerk 2015 3 08

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 8

Wie heeft wie nodig?

Vakbonden en
jongeren in België
Pulignano, V., & Doerflinger, N. (2014). Belgian trade unions and the youth: Ini-
tiatives and challenges. Working paper Centre for Sociological Research (CeSO).
Comparative Industrial Relations in Europe, CeSO/CAAE, nr. 2014-1, 45 pp. Leuven:
Centre for Sociological Research.

Er bestaat een paradox wat betreft vakbonden en jongeren. Hoe-


wel beide partijen elkaar eigenlijk nodig hebben, vinden ze el-
kaar maar moeizaam. De jeugd is een bijzonder kwetsbare groep op de analyse van documenten en
twaalf semigestructureerde inter-
op de arbeidsmarkt die door de vakbonden beschermd zou kun- views met vertegenwoordigers van
nen worden en de vakbonden hebben juist nieuwe leden nodig om de drie grote Belgische vakbonden
(die rond het thema jongeren wer-
hun positie als sociale onderhandelingspartner op lange termijn ken) en participerende observaties
te kunnen behouden. bij vakbondsevenementen georga-
niseerd voor jongeren.1

Introductie De positie van jongeren op de


arbeidsmarkt
De vakbonden hebben nieuwe leden nodig om
hun positie inzake sociale vraagstukken en collec- De Belgische jeugd kent drie specifieke problemen:
tieve onderhandelingen op lange termijn te kunnen een moeilijke overgang van school naar werk, hoge
behouden. Maar jonge mensen die behoefte heb- structurele jeugdwerkloosheid en tijdelijke arbeids-
ben aan vakbonden om hun individuele en collec- contracten.
tieve rechten te versterken, aarzelen blijkbaar om
lid te worden. De beide partijen zouden van elkaar Volgens Sourbron en Herremans (2013) is de over-
kunnen profiteren, maar vinden elkaar niet. gang van school naar werk afhankelijk van het op-
leidingsniveau. Terwijl deze stap voor hoogopge-
Zoals in vele andere landen in Europa zijn ook in leide jongeren vaak vrij eenvoudig is, blijkt ze voor
België meer ouderen dan jongeren lid van een vak- lager opgeleiden moeilijker te zijn. Het teruglopend
bond, maar dit verschil is in België veel minder groot aantal banen voor laag opgeleide mensen maakt
(Liagre & Van Gyes, 2012). De lidmaatschapskosten het er voor hen niet makkelijker op een plaats
zijn in België in verhouding lager dan in andere op de arbeidsmarkt te veroveren, aldus de VDAB
landen in Europa; en voor scholieren en studenten (Van Hauwermeiren & Marin, 2013). Dat verklaart
onder de 25 jaar is het lidmaatschap zelfs gratis. On- wellicht het feit dat de werkloosheid onder jonge-
danks het vergeleken met andere Europese landen ren ongeveer drie maal hoger is vergeleken met
hoge percentage aan jonge leden in de Belgische vak- de meest actieve groep op de arbeidsmarkt. Bo-
bonden blijkt het voor de vakbonden een uitdaging vendien zijn er met betrekking tot het percentage
te zijn om jongeren te mobiliseren en te motiveren werklozen grote verschillen tussen de drie gewes-
voor vakbondsactiviteiten. Deze studie is gebaseerd ten in België (zie Cockx, 2013).

52 OVER.WERK  Tijdschrift van het Steunpunt WSE  /  Uitgeverij Acco   3/2015


l
Terwijl de jeugdwerkloosheid in Vlaanderen rela- Figuur 1.
tief laag is, behoren de aandelen voor Wallonië en Lidmaatschap van een vakbond naar leeftijd in 2012
Brussel tot de hoogste in Europa. Bijzonder vaak
60
werkloos zijn jonge vrouwen, jongeren met een
migrantenachtergrond en laagopgeleiden (Liagre & 50
Van Gyes, 2012). Ten slotte vormt het hoge percen-
tage tijdelijke arbeidscontracten vooral voor laag 40
opgeleide jongeren een probleem. Jonge mensen
krijgen vaker tijdelijke contracten aangeboden (zie 30
Smets, 2013).
20

Ongeveer een derde van de Belgische jongeren


10
(15- tot 24-jarigen) heeft een tijdelijk arbeidscon-
tract. Het feit dat veel jongeren hun positie op de 0
arbeidsmarkt in de dienstverlenende sector bekle- België Nederland Duitsland Frankrijk
den, verklaart voor een deel het hoge aandeel tij-
18-tot 24-jarigen 25-tot 49-jarigen
delijk aangestelden (Liagre & Van Gyes, 2012). Vol-
50-tot 65-jarigen
gens de Hoge Raad van Werkgelegenheid (2013)
worden vooral aan werkloze of inactieve jongeren Bron:  European Social Survey (2012), in Liagre en Van Gyes
tijdelijke contracten aangeboden. Al met al accep- (2012)
teerden vier op de vijf jonge mensen een tijdelijk
contract bij gebrek aan een vaste baan (Hoge Raad
van Werkgelegenheid, 2013).
Waarom zijn in België minder
jongeren lid van een vakbond?
Vakbonden en jongeren Op deze vraag zijn verschillende antwoorden te
formuleren, zoals het beeld dat jongeren hebben
Het percentage Belgische werknemers dat lid is van de maatschappij en hun onbekendheid met de
van een vakbond is met 50% in 2012 vrij stabiel vakbonden.
(Visser, 2013). De vakbonden ontlenen hun kracht
aan het feit dat ze goed in de maatschappij zijn “Vakbonden zijn niet sexy.” (vertegenwoordiger
verankerd. De vakbonden zijn betrokken bij het van ACV-CSC)
management van de sociale verzekeringen, omdat
ze in het kader van het Ghent-systeem medever- Mensen noemden in de enquête twee aspecten:
antwoordelijk zijn voor regelingen rond de werk- aan de ene kant berichten de media vooral over
loosheidsuitkering (Vandaele, 2006). Dit versterkt stakingen, maar nauwelijks over onderhandelingen
de macht van de vakbonden en neemt een sleutel- en nieuwe collectieve overeenkomsten. Bovendien
positie in bij het aan zich binden van de leden. Bo- worden niet zozeer de redenen om te staken uit-
vendien zijn vakbonden vooral in grote bedrijven gelegd als wel de gevolgen voor de gemeenschap,
sterk vertegenwoordigd in de ondernemingsraden. zoals verkeersopstoppingen. Zo krijgt de bevolking
In België is het percentage werknemers dat lid is het idee dat de vakbondsactiviteiten vooral stakin-
van een vakbond nogal laag onder jongeren, het gen betreffen, hoewel het aantal stakingen in Bel-
neemt met de leeftijd toe en wordt aan het eind gië op een historisch laag niveau staat (Vandaele,
van de carrière weer lager (zie figuur 1) (Liagre & 2012).
Van Gyes, 2012).
“Die jongeren, die weten wat een vakbond is,
Figuur 1 illustreert de Belgische situatie vergeleken denken als eerste aan stakingen – waarbij de
met de buurlanden, maar maakt ook duidelijk dat meeste schoolverlaters niet eens weten wat
jongeren zich minder vaak bij een vakbond aanslui- een vakbond is.” (vertegenwoordiger van ACV-
ten dan oudere werknemers. CSC)

OVER.WERK  Tijdschrift van het Steunpunt WSE  /  Uitgeverij Acco  l 3/2015 53


Figuur 2. of omdat men door familie, vrienden of col-
Percentage van de werkende bevolking met vertrou- lega’s gevraagd wordt.
wen in Belgische vakbonden doorheen de jaren c) Ideologische motieven: men wordt lid vanwege
een bepaalde ideologie (bijvoorbeeld sociale
60
rechtvaardigheid) die door de vakbonden ver-
55 tegenwoordigd wordt.

50 Volgens verschillende studies (bijvoorbeeld De Wit-


te, 1988, 1995) zijn het vooral instrumentele en so-
45
ciale motieven die iemand bewegen lid te worden
40 van een vakbond, terwijl ideologische motieven de
keuze voor een specifieke vakbond bepalen (Kah-
35 mann, 2002). Jongeren noemen vooral instrumen-
tele motieven gebaseerd op een kosten-batenafwe-
30
ging (Bryson et al., 2005). Dit benadrukt ook een
25 vertegenwoordiger van ACV-CSC:

20 “Lidmaatschap wordt gezien als een verzekering


1981-1984 1990-1993 1999-2001 2008-2010
tegen wat fout kan gaan; men zou het kunnen
18-tot 29-jarigen 30-tot 49-jarigen beschouwen als de ‘goedkoopste advocaat’.”
50-tot 65-jarigen (vertegenwoordiger van ACV-CSC)
Bron:  European Value Survey 1981-1984, 1990-1993, 1999-
Instrumentele motieven kunnen ook in verband
2001, 2008-2010 in Liagre en Van Gyes (2012)
worden gebracht met het Ghent-systeem. De kop-
peling van de werkloosheidsverzekering met de
Aan de andere kant is het beeld van vakbonden vakbonden is een sterke stimulans om toe te tre-
dat van “oude mannen in gekleurde jasjes” (verte- den. Een andere factor vormen de lidmaatschaps-
genwoordiger van ACV-CSC). Jonge vakbondsleden kosten. Terwijl onderzoek onder Nederlanders
staan zelden in het middelpunt van de belangstel- (Huiskamp & Smulders, 2010) heeft laten zien dat
ling en dat heeft gevolgen voor de manier waarop lidmaatschapskosten een obstakel zouden kunnen
jongeren tegen vakbonden aan kijken. Als de vak- zijn, is dit in België nauwelijks het geval. Belgi-
bonden hoofdzakelijk naar buiten treden via oudere sche vakbonden vragen ongeveer vijftien euro per
leden, waarom zouden jongeren zich dan aanslui- maand, waarbij in veel sectoren een deel van de
ten? Volgens internationaal onderzoek (D’Art & Tur- kosten terugbetaald wordt (de syndicale premie).
ner, 2008) verklaart de nogal negatieve instelling van Bovendien beïnvloeden ook sociale motieven de
jongeren tegenover de vakbonden hun aarzeling om beslissing, omdat jongeren wiens ouders zelf lid
lid te worden. Belgisch onderzoek ondersteunt deze zijn zich vaker bij een vakbond aansluiten.
hypothese echter niet, zoals blijkt uit figuur 2.
“Als hun ouders geen lid zijn van een vak-
Uit Belgische gegevens blijkt dat het vertrouwen in bond, weten jongeren niet eens meer wat een
de vakbonden vooral onder jongeren over de jaren vakbond is en doet.” (vertegenwoordiger van
eerder gegroeid is. Maar waarom is het lidmaat- ABVV-FTGB)
schap dan toch lager? Om dit te verklaren kijken
wij naar wat jongeren motiveert om zich bij een
vakbond aan te sluiten (De Witte & Cossey, 1987a, Hoe vakbonden de jeugd bereiken
1987b; De Witte, 1988).
a) Instrumentele motieven: men wordt lid vanwe- Vakbondsactiviteiten op macroniveau
ge de dienstverlening, de ondersteuning en de
bescherming bij arbeidsconflicten. Jeugdwerkgelegenheid staat in België hoog op de
b) Sociale motieven: men wordt lid om aansluiting politieke agenda. Om de positie van de jeugd op
te vinden bij bepaalde groepen en netwerken de arbeidsmarkt te versterken, bundelen de drie

54 OVER.WERK  Tijdschrift van het Steunpunt WSE  /  Uitgeverij Acco   3/2015


l
vakbonden vaak hun krachten in de politieke dis- zouden jonge ‘klanten’, die op steun in de vorm
cussie. van werkloosheidsuitkeringen aangewezen zijn,
hebben verloren, dus waarschijnlijk ook jonge le-
“Op nationaal niveau werken wij samen met den. De lobbyactiviteiten van de vakbonden heb-
de andere vakbonden om achter de schermen ben er niet alleen voor gezorgd dat het systeem
te kunnen lobbyen.” (vertegenwoordiger van werd hervormd in plaats van afgeschaft, maar heb-
ACV-CSC) ben ook de rol van de vakbonden als dienstverle-
ners gestabiliseerd.
De laatste jaren was de hervorming van het systeem
van werkloosheidsuitkeringen een belangrijk the- Jeugdbelangen zijn bijna afwezig in collectieve ar-
ma. Schoolverlaters die geen werk kunnen vinden, beidsovereenkomsten in België. Slechts twee on-
kunnen na een bepaalde wachttijd (de beroepsin- derwerpen worden in cao’s vastgelegd: jeugdlonen
schakelingstijd) financiële steun aanvragen (de in- en specifieke opleidingsstrategieën voor (jeugdige)
schakelingsuitkering), maar de recente crisis zette risicogroepen. De regelgeving rond jeugdlonen
dit systeem onder druk. De vakbonden wilden werd veranderd en de reden voor deze verande-
het systeem behouden, maar wisten dat een her- ring maakt de rol en positie van de vakbonden in
vorming onvermijdelijk was. Uiteindelijk bleef het de Groep van Tien duidelijk. Vakbonden hebben
systeem bestaan, maar de wachttijd werd verlengd geprobeerd de belangen van de jeugd in de Groep
van negen naar twaalf maanden en de duur van het van Tien in te brengen, inclusief interdisciplinaire
recht op financiële steun werd beperkt tot drie jaar. overeenkomsten elke twee jaar. In de onderhan-
In het voorjaar van 2014 werd bovendien besloten delingen van 2007 eisten de vakbonden voor de
dat jongeren met medische problemen recht heb- eerste keer de afschaffing van de verhoudingsge-
ben op financiële steun gedurende vijf in plaats van wijs lage minimumjeugdlonen voor jongeren tot 21
drie jaar. Zulke lobbyactiviteiten op hoog niveau jaar. Volgens de cao’s 43 en 50 van de Nationale
zijn niet alleen cruciaal voor de jeugd, maar ook Arbeidsraad waren de minimumlonen toen voor
voor de vakbonden zelf. Daarmee laten zij immers 20-jarigen 6% lager, voor 19-jarigen 12% lager en
zien dat de jeugd meetelt en dat zij de belangen voor 18-jarigen 18% lager dan voor oudere werk-
van jongeren effectief kunnen behartigen. Derge- nemers. Tot de leeftijd van 22 was er dus elk jaar
lijke activiteiten, die achter de schermen plaatsvin- een loonsverhoging van 6%. In 2007 konden de
den, zijn echter vaak niet makkelijk zichtbaar voor vakbonden de andere partijen aan de onderhande-
het (jeugdige) publiek. lingstafel echter niet overtuigen van hun standpunt
over jeugdlonen. De crisis veranderde de prioriteit
“Toen we de wetgeving rond werkloosheidsuit- van de sociale partners, maar in 2013 stonden de
keringen bespraken, wilden we dat de jeugd jeugdlonen weer op de agenda. Tegen die tijd kon-
daarvan wist. Dus stuurden we een delegatie den de vakbonden de andere partijen overtuigen.
van jongeren naar de minister en zetten de bij- Verschillende overeenkomsten werden gesloten,
behorende video op Youtube. We moeten la- die zullen resulteren in de stapsgewijze afschaffing
ten zien wat we doen en dat niet alleen oude van de jeugdlonen voor jongeren boven de 18. De
mannen met grijze baarden in nette pakken met jaarlijkse aanpassing van 6% werd gereduceerd tot
de minister praten.” (vertegenwoordiger van 4% in april 2013, tot 2% in januari 2014 en tot 0%
ABVV-FTGB) vanaf januari 2015.

De discussie rond de hervorming van het systeem


van werkloosheidsuitkeringen kan in verband ge- Vakbondsactiviteiten op microniveau
bracht worden met de rol van de vakbonden in
het Ghent-systeem. De vakbonden hadden er zeker Volgens verschillende studies is de belangrijkste re-
belang bij de speciale voordelen voor de jeugd te den waarom veel jongeren geen lid worden van
behouden, daar zij ook uitkeringsgerechtigd zijn. een vakbond dat ze nog nooit werden gevraagd
Door de afschaffing van het systeem zouden de (Gallagher, 1999; Waddington & Kerr, 2002; Kah-
vakbonden minder aantrekkelijk zijn geworden mann, 2002). De vakbonden moeten eerst de in-
voor de jeugd. Met andere woorden: de vakbonden teresse van de jeugd voor vakbondswerk wekken,

OVER.WERK  Tijdschrift van het Steunpunt WSE  /  Uitgeverij Acco  l 3/2015 55


Tabel 1.
Overzicht van verschillende vakbondsactiviteiten gericht op de jeugd

Activiteit Beschrijving Redenen Voordelen Mogelijke nadelen


Voorbeelden van reguliere activiteiten
Lessen voor Vakbonden komen naar De overgang van school Een groot aantal jon- Arbeids- en tijdsin-
schoolverlaters de scholen om scholie- naar werk vergemakke- geren wordt bereikt, tensief
(alle vakbonden) ren uit het laatste jaar lijken, de dienstverle- goede methode voor
te onderrichten over ning van de vakbonden het leggen van een
de arbeidsmarkt en het laten zien eerste contact
sociale verzekerings-
systeem
Universitaire Jeunes FTGB richten Betere belangenbehar- Goede methode voor De benadrukking van
campusgroepen universitaire campus- tiging van studenten in het leggen van een ideologie zou de attrac-
(ABVV-FTGB) groepen op om onge- hogere opleidingen eerste contact, verschil- tiviteit van de groepen
lijke behandeling in de lende activiteiten en kunnen verminderen
hogere opleidingen aan initiatieven (ook gericht
te vechten op hogere opleidingen)
Werk- en studie- Voorlichtingen in ver- De vakbonden kunnen Mogelijkheid om con- Jongeren willen meer
voorlichtingen schillende steden waar er informeren over tact met leraren te te weten komen over
(alle vakbonden) hogere opleidingen en studentenrechten en leggen en toekomstige hogere opleidingen, de
arbeidsmogelijkheden de arbeidsmarkt in het lessen voor schoolver- aanwezigheid van vak-
worden voorgesteld algemeen laters te promoten, bonden zou irrelevant
aan scholieren uit het bereikt veel mensen in kunnen zijn
laatste jaar korte tijd
Aanwezigheid Aanwezigheid op ver- Jongeren bereiken in Een groot aantal jonge- Arbeids- en tijdsin-
op festivals schillende festivals, een informele en ont- ren wordt bereikt, een tensief, mogelijk geen
(alle vakbonden) vaak wordt er een spel spannen omgeving, een goede manier voor de lidmaatschappen van
of een quiz georgani- spel of quiz bevordert vakbonden om zich als lange duur, weinig mo-
seerd interactiviteit jong en aantrekkelijk te gelijkheid voor echte
presenteren discussies
TRANSIT Informatieve sessies en De overgang van school Door de samenwerking Beperkt tot Antwerpen
(alle vakbonden) een toneelstuk over het naar werk vergemak- met scholen wordt een (sinds 2008), Boom en
zoeken naar werk, ge- kelijken door het geven groot aantal jongeren Mechelen (beide sinds
baseerd op samenwer- van relevante infor- bereikt 2014)
king van verschillende matie
partijen
FreeZbe Award Eens per jaar wordt de Jongeren aanmoedigen Aanmoediging tot na- Krijgt slechts beperkte
(ACLVB) FreeZbe Award voor actief te worden, belo- volging, korte video’s aandacht, zelfs binnen
bijzonder engagement ning voor goed werk van de winnaars worden de vakbond
toegekend aan een jon- op Youtube en de home-
gerendélégee page van FreeZbe gezet
Voorbeelden van ad hoc activiteiten
The Voice of Een vakbondslid stelt Bevordert de discussie Diepgaande discus- Beperkt aantal deelne-
Europe, huiskamer- zijn/haar huiskamer ter over relevante Europese sies over interessante mers, moeilijk om vak-
discussies (ACV) beschikking aan tien thema’s thema’s bieden nieuwe bondsleden te vinden
geïnteresseerden, een perspectieven, per- die hun woonkamer ter
(buitenlandse) gast soonlijke sfeer beschikking stellen
bespreekt een Europees
thema

56 OVER.WERK  Tijdschrift van het Steunpunt WSE  /  Uitgeverij Acco   3/2015


l
Activiteit Beschrijving Redenen Voordelen Mogelijke nadelen
Introductie van Studenten werden met De app geeft toegang Benadrukt dat de Dezelfde informatie
smartphone app gratis friet aange- tot informatie over stu- vakbonden openstaan is zowel op papier als
(ABVV) moedigd om bijeen te dentenwerk en jeugd- voor nieuwe media en online beschikbaar
komen, degenen die de gerelateerde wetgeving technologie
app downloaden deden
mee aan een wedstrijd
Zwart boek Een boek met getuige- Bewustmaken van de Goed begrijpelijk, met Geen garantie dat het
tijdelijk werk nissen en ervaringen situatie van jongeren veel citaten, appelleert boek daadwerkelijk
(ACV) van jongeren over tij- met tijdelijk werk aan emotie, brede aan- wordt gelezen
delijk werk dacht van de media
Graaf een gat, Tijdens een speurtocht Hoog opgeleide jonge- Mogelijkheid aan te Deelname alleen voor
win een vat (ACV) naar één van 50 vaten ren bereiken en over knopen bij jeugdbewe- groepen mogelijk, al-
bier worden met behulp studentenwerk infor- gingen, goede methode cohol als twijfelachtige
van hints vragen over meren voor het leggen van motivatie
studentenwerk beant- een eerste contact,
woord onderhoudend
Bron:  eigen onderzoek

voordat ze jongeren kunnen aanmoedigen lid te te moedigen zich aan te sluiten, blijven nog drie
worden. Dus worden er via de media, in bedrijven grote uitdagingen over: leden motiveren om aan
en via internet campagnes georganiseerd om niet vakbondsacties deel te nemen, in kleine bedrijven
alleen bepaalde thema’s te promoten, maar ook om en moeilijk toegankelijke sectoren werkende jonge-
de vakbonden zelf onder de aandacht te brengen. ren bereiken en omgaan met het hoge percentage
Omdat er geen persoonlijk contact tussen jongeren tijdelijke arbeidscontracten onder jongeren.
en de vakbond opgebouwd wordt, kan van zulke
campagnes nauwelijks verwacht worden dat zij de Ten eerste is het volgens empirische data moei-
jeugd aanspreken. lijk geworden om jongeren te motiveren aan vak-
bondsactiviteiten deel te nemen.
“Wij moeten naar de jongeren toegaan in plaats
van andersom.” (vertegenwoordiger van ACV- “Vroeger kwamen er wel 400 of 500 mensen
CSC) naar onze ad hoc-activiteiten. Tegenwoordig
zijn we blij met 150 deelnemers.” (vertegen-
De vakbonden benaderen ook jongeren in opleiding. woordiger van ACV-CSC)
Ze voeren een dialoog met de jongeren om hun
behoeftes te begrijpen. Daardoor wordt aandacht De reden hiervoor is, zoals al eerder gezegd, dat
gewekt voor vakbondsactiviteiten en de mogelijke jongeren vooral uit instrumentele motieven lid wor-
voordelen van lidmaatschap. Bovendien is de jeugd den van een vakbond, met als gevolg dat de jeugd
een heterogene groep en dus maken de vakbonden meer geïnteresseerd is in de dienstverlening van de
gebruik van meerdere methodes en acties om de ver- vakbonden dan in de organisatie zelf.
schillende doelgroepen binnen de jeugd te bereiken.

“We moeten onder ogen zien dat jongeren an-


dere waarden hebben dan oudere leden. Zij
Hoe de vakbonden de jeugd bereiken: identificeren zichzelf met postmaterialistische
uitdagingen en oplossingen waarden zoals geluk of gelijkheid. Ze sluiten
zich alleen aan wanneer de waarden waarin
Hoewel de vakbonden een breed spectrum aan zij geloven deel uitmaken van de beweging. ...
initiatieven hebben ontwikkeld om jongeren aan De maatschappij past zich niet aan ons aan, wij

OVER.WERK  Tijdschrift van het Steunpunt WSE  /  Uitgeverij Acco  l 3/2015 57


moeten ons aan de maatschappij aanpassen.” onderzoeksgegevens benadrukken nog een ander
(vertegenwoordiger van ABBV-FTGB) probleem:

Daarom zijn de vakbonden begonnen zich te ver- “Op bedrijfsniveau besteden sommige vertegen-
binden aan algemenere sociale thema’s. ABVV- woordigers met de sociale verkiezingen in het
FTGB en ACV-CSC houden zich bijvoorbeeld sinds achterhoofd meer aandacht aan de vaste werk-
kort bezig met ‘groene’ thema’s, zoals de gevolgen nemers. Wat op bedrijfsniveau gebeurt, hangt
van de klimaatverandering. sterk af van de vertegenwoordigers die daar
werken.” (vertegenwoordiger van ABVV-FTGB)
Ten tweede is het voor de vakbonden moeilijk om
de relatief grote groep jongeren te bereiken die in Dit onderstreept hoe belangrijk de instelling van de
kleine bedrijven en in moeilijk toegankelijke secto- vertegenwoordigers tegenover werknemers met tij-
ren werken. Volgens de Belgische wetgeving zijn delijke arbeidscontracten in het algemeen is. Snelle
alleen bedrijven met meer dan honderd werkne- wisselingen van werk zouden de motivatie van de
mers verplicht een ondernemingsraad op te richten. vertegenwoordigers om ook de belangen van de
jongeren met tijdelijke arbeidscontracten te behar-
“Door herstructurering worden grote bedrij- tigen kunnen verminderen. Tot nu toe hebben de
ven kleiner, maar de drempelwaarde voor het vakbonden hun vertegenwoordigers nog geen spe-
oprichten van een werknemersvertegenwoor- cifieke training betreffende deze thematiek aange-
diging blijft hetzelfde. Omdat de werkgelegen- boden.
heid tegenwoordig vooral in kleinere bedrijven
toeneemt, is de kans groot dat de jongeren daar
niet door een vakbondslid worden vertegen- Conclusie
woordigd. Voor ons is het dus een uitdaging om
nieuwe manieren te vinden om deze jongeren Uit deze studie kunnen een aantal conclusies ge-
te bereiken.” (vertegenwoordiger van ABVV- trokken worden, die voor de vakbonden als richtlij-
FTGB) nen kunnen dienen bij hun toekomstig werk rond
jongeren.
Er zijn twee mogelijkheden om deze uitdaging aan
te gaan. Aan de ene kant zouden vakbonden op In de eerste plaats blijkt persoonlijk contact het be-
sectorniveau kunnen lobbyen voor lagere drem- langrijkste bij het werven van nieuwe leden. Een
pelwaarden, waarboven voor bedrijven een werk- directe, persoonlijke benadering met een open dia-
nemersvertegenwoordiging verplicht is. Wanneer loog wordt gezien als de beste methode om jonge-
bedrijven afslanken, zouden vakbonden zich er ren van het nut van vakbonden en van de voorde-
voor kunnen inzetten dat de drempelwaarden ook len van lidmaatschap te overtuigen. In de tweede
worden aangepast. Aan de andere kant zouden plaats is de manier waarop de vakbonden zich pre-
vakbonden kunnen proberen jonge mensen te be- senteren en duidelijk maken dat de belangen van
reiken die in zulke bedrijven en moeilijk toeganke- de jeugd hen interesseren essentieel. In de derde
lijke sectoren werken. De liberale vakbond ACLVB- plaats blijken creatieve evenementen een groter
CGSLB heeft bijvoorbeeld een actie gestart die zich aantal deelnemers te trekken dan andere activitei-
tot jongeren richt die in kleine bedrijven werken. ten en kunnen zij ook bijdragen aan een jonger
imago van de vakbonden. Ten slotte, en hiermee
Ten derde wordt de grootschalige inzet van tij- samenhangend, komen er naar evenementen waar-
delijke arbeidscontracten als problematisch inge- aan alle vakbonden ongeacht hun politieke oriënta-
schat. Vooral nieuwkomers op de arbeidsmarkt die tie samenwerken, eveneens meer geïnteresseerden.
de overgang van school naar werk maken, wor-
den geconfronteerd met deze flexibele contrac- Nieuwe leden werven is tegenwoordig echter niet
ten. Het op deze manier aangeboden werk houdt de grootste uitdaging voor de Belgische vakbon-
meestal snelle wisselingen van werkplek in, wat den. Militanten rekruteren blijkt moeilijker te zijn.
het voor de vakbondsvertegenwoordigers moeilijk Terwijl instrumentele motieven een argument kun-
maakt om deze jongeren te bereiken. Empirische nen zijn om lid te worden, kan betwijfeld worden

58 OVER.WERK  Tijdschrift van het Steunpunt WSE  /  Uitgeverij Acco   3/2015


l
of deze redenen ook tot activisme of militantisme De Witte, H. (1988). Waarom worden jongeren lid van
kunnen motiveren. Met andere woorden: als men- een vakbond? Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken,
sen enkel vanwege de dienstverlening lid worden 4(3), 18-33.
De Witte, H. (1995). Worden vakbondsleden (nog) bewo-
van een vakbond, waarom zouden ze dan een stap
gen door een ideologie? Tijdschrift voor Arbeidsvraag-
verder gaan en ook echt actief worden? Lidmaat- stukken, 11(3), 261-279.
schap is dan wel een voorwaarde om actief of mi- De Witte, H. (2000). Onzekerheid over de arbeidsplaats,
litant te kunnen worden, maar als jongeren zich attitudes t.o.v. de vakbond en vakbondslidmaatschap.
bij een vakbond aansluiten vanwege de dienstver- Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken, 16(2), 119-135.
lening, kan het moeilijk zijn hen tot actieve par- De Witte, H., & Cossey, H. (1987a). Jongeren en A.C.V.
ticipatie te overhalen. De vakbonden zien dit als Deel I: Beschrijvend luik. Subrapport 3: De deelname
een probleem, maar hebben er nog geen moge- van jongeren aan de ondernemenswerking. Hoger In-
stituut voor de Arbeid, KU Leuven: Leuven.
lijke oplossingen voor gevonden. Geformaliseerde
De Witte, H., & Cossey, H. (1987b). Jongeren en A.C.V.
programma’s en gestructureerde benaderingen met Deel II: Verklarend luik. Subrapport 2: Verklaring voor
als doel leden tot actieve deelname te motiveren, het actief worden in een deelwerking van het A.C.V.
zijn waarschijnlijk belangrijker dan pogingen om Hoger Instituut voor de Arbeid, KU Leuven: Leuven.
nieuwe leden te winnen. In dit opzicht worden de Hoge Raad van de Werkgelegenheid. (2013). Ver-
Belgische vakbonden geconfronteerd met een di- slag 2013. Laaggeschoolden op de arbeidsmarkt,
lemma, dat blijkbaar typisch is voor Europese vak- http://www.werk.belgie.be/publicationDefault.
bonden, namelijk hoe de twee essentiële principes aspx?id=39096 (Februari 2014).
Kahmann, M. (2002). Trade unions and young people.
van traditionele vakbonden als organisaties die zich
Challenges of the changing age composition of unions.
voor hun eigen belangen, maar ook voor sociale DWP 2002.02.02. Brussels: European Trade Union In-
rechtvaardigheid inzetten, met elkaar in overeen- stitute.
stemming gebracht kunnen worden. Liagre, P., & Van Gyes, G. (2012). Jongeren en vakbond.
Een synthese van bestaand onderzoek. HIVA: Leuven.
Smets, J. (2013). Jeugdwerkloosheid. Congres Jeugdwerk-
loosheid. Brussel, 11 december 2013.
Valeria Pulignano Sourbron, M., & Herremans, W. (2013). Jeugdwerkloos-
heid in Europa: Vlaanderen bij de beter presterende
Nadja Doerflinger
regio’s. Over.Werk. Tijdschrift van het Steunpunt WSE,
Centrum voor Sociologisch Onderzoek (CeSO), Faculteit 23(4), 70-79. Leuven: Steunpunt Werk en Sociale Eco-
Sociale Wetenschappen, KU Leuven nomie /Uitgeverij Acco.
Vandaele, K. (2006). A report from the homeland of the
Ghent system: unemployment and union membership
Noot in Belgium. Transfer, 13(4), 647-657.
1. De studie maakt deel uit van het project “YOUnion – Uni- Vandaele, K. (2012). De stakingsbeweging in België sinds
1991, Studienamiddag UGent, 28.02.2012.
on for Youth”, gefinancierd door de Europese Commissie.
Vandaele, K., & Faniel, J. (2012). Geen grenzen aan de
http://moodle.adaptland.it/course/view.php?id=327
groei: de Belgische syndicalisatiegraad in de jaren
2000. Over.Werk. Tijdschrift van het Steunpunt WSE,
22(4), 124-132. Leuven: Steunpunt Werk en Sociale
Bibliografie Economie /Uitgeverij Acco.
Bryson, A., Gomez, R., Gunderson, M., & Meltz, N. (2005). Van Hauwermeiren, A., & Marin, L. (2013). Schoolverla-
Youth-adult differences in demand for unionization: tersrapport VDAB. Geef je opleiding een STEM. Over.
Are American, British and Canadian workers all that Werk. Tijdschrift van het Steunpunt WSE, 23(4), 80-85.
different? Journal of Labor Research, 26(1), 155-167. Leuven: Steunpunt Werk en Sociale Economie /Uitge-
Cockx, B. (2013). Jeugdwerkloosheid in België. Diagnose verij Acco.
en sleutelremedies. Congres Jeugdwerkloosheid. Brus- Visser, J. (2013). The Institutional Characteristics of Trade
sel, 11 december 2013. Unions, Wage Setting, State Intervention and Social
D’Art, D., & Turner, T. (2008). Workers and the demand Pacts. ICTWSS Database, version 4.0. Amsterdam:
for trade unions in Europe. Still a relevant social force? Amsterdam institute for Advanced Labour Studies.
Economic and Industrial Democracy, 29(2), 165-191. [http://www.uva-aias.net/208].

OVER.WERK  Tijdschrift van het Steunpunt WSE  /  Uitgeverij Acco  l 3/2015 59

You might also like