Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 51

1

1 Korinthirs 1 - 4, 9

Openingsformule brief (praescript): afzender (superscriptio), adressant
(adscriptio), groet (salutatio) (1:1-3)

1 Kor. 1:1-3
Eau e, se , a :e cee, Xtceu `Iceu eta . ae, .eu sat Lac. i, e a e.|e ,
2
. sscta eu .eu eu c . i Ket ia , ,tac. iet, . i Xtca `Iceu , set , a ,t et,,
cu i :a cti et , . :tsaeu. iet, e e iea eu sut eu a i `Iceu Xtceu . i :ait e :a ,
au a i sat a i
3
,a t, u t i sat .t i a :e .eu :ae , a i sat sut eu `Iceu
Xtceu .

Paulus, (een) geroepen apostel van Christus Jezus, door de wil van God, en broeder
Sosthenes, aan de gemeente (of: vergadering) van God, die is in Korinthe, (aan de)
geheiligden in Christus Jezus, geroepen heiligen (samen) met allen die de naam
aanroepen van onze Heer Jezus Christus in alle plaatsen, van hun en van ons (of:
hun en onze). Genade is aan jullie (of: genade voor jullie) en vrede van God, onze
Vader en van onze Heer Jezus Christus.

Opmerkingen:
Eau e, [] sat Lac. i, zijn beide een absolute nominatief, d.w.z. een soort
nominativus pendens, die uitsluitend voorkomt in de aanhef van een brief of
redevoering (Wallace, 50; Robertson, GGNT, 459). Merk op dat de bijstelling e
a e.|e , bij Lac. i, een lidwoord krijgt en de eigennaam niet (Robertson, GGNT,
235, 760).
se , kan met eta . ae, .eu worden samengenomen, zoals in de NBV: Van
Paulus, apostel van Christus Jezus, geroepen door de wil van God (vgl. Gal.
1:15). Conzelmann merkt op dat eta . ae, .eu ook se , kan vervangen,
zoals in 2 Kor. 1:1, waar eta . ae, .eu slaat op a :e cee, (Conzelmann, KEK
1969, 36; vgl. Barrett, 30). Merk op dat A en D se , weglaten om te voorkomen
dat eta . ae, .eu zou kunnen terugslaan op se ,.
Er zijn vertalingen die een geroepen apostel lezen (SV, LV en NBG), een andere
maakt ervan: geroepen tot apostel van Christus (LUV).
Merk op dat Paulus de volgorde Xtceu `Iceu alleen gebruikt in de tweede
naamval en na . i (. i Xtca `Iceu ). Zodra Jezus ook de titel su te, krijgt, is de
volgorde doorgaans sut eu `Iceu Xtceu (Conzelmann, KEK, 37-38).
eta + genitief kan, net als u :e + genitief, de handelende instantie weergeven na
een passivum. Vaak gaat het om een persoon (eta .eu of Xtceu ). De
uitdrukking eta . ae, .eu is typisch paulinisch (Wallace, 434 nt 79).
. sscta (lett. de vergadering) is volgens Wallace een dative of recipient, die
typisch is voor de opening van een brief. Hij denkt niet dat het gaat om een
meewerkend voorwerp bij een denkbeeldige vorm van ,a|a (Wallace, 148).
In vers 2 worden twee groepen genoemd, die in feite identiek zijn (de X, die Y is):
,tac. iet, [] set , a ,t et,. Wallace vermoedt dat de tweede categorie een
uitleg is bij de eerste (Wallace, 282; vgl. Conzelmann, KEK, 36). Het subject van
set , is niet Paulus, maar God (of Christus). Vgl. Conzelmann, KEK, 40;
Barrett, 32.
2

Het adjectief a ,t et, is gebruikt als substantief (GG 137c). Veel vertalingen zien
er echter een bijvoeglijk naamwoord in, bij een weggelaten substantief (tot een
geheiligd leven bestemd (W78, W95, vgl. NBV). Barrett leest: by divine call
saints (Barrett, 32).
. i :ait e :a , au a i sat a i (NBG: allerwege) is een typisch joodse uitdrukking
(doelend op synagogen), die Paulus vaker gebruikt voor christelijke
ontmoetingsplaatsen: 2 Kor. 2:14; 1 Thess. 1:8; 1 Tim. 2:8 (Conzelmann, KEK, 41
nt 40). Vgl. Did. 14:3. Bij au a i sat a i kan nog het substantief su te, worden
ingevuld (Barrett, 34). Maar de bijstelling kan ook op e :e, slaan.
In ,a t, u t i is een vorm van .t t weggelaten (de optativus .t). Vgl. BDR
128,8; Wallace, 51.
,a t, staat voor vreugde, blijdschap, dank en welgevallen van God. Bij
Paulus betekent het woord ,a t, een gunst om niet. Degene die de gunst
ontvangt, toont dankbaarheid (ook ,a t,). De gunst zelf (genadegave) wordt tot
slot eveneens ,a t, genoemd. Voor een discussie hierover, zie Gal. 5:2-4. Vgl.
Conzelmann, KEK, 42 nt 44; D.A. DeSilva, Grace, in: Eerdmans Dictionary of the
Bible, 524-526.
De eigennaam .eu :ae , a i na het voorzetsel a :e krijgt geen lidwoord (BDR
254,2; 257,5).


Dankzegging (pro-omium) (1:4-8)

1 Kor. 1:4-8
Eu ,atca a .a eu :a ie. :.t u a i . :t ,a tt eu .eu ee.t c u t i . i
Xtca `Iceu ,
5
e t . i :ait . :eut c. . i au a , . i :ait e ,a sat :a c ,ia c.t,
6

saa , e au tei eu Xtceu . .ata . i u t i,
7
a c. u a , u c..t cat . i
e.it ,at cat a :.se.,e. ieu, i a :esa uti eu sut eu a i `Iceu Xtceu
8
e ,
sat .ata c.t u a , . a, . eu, a i.,s eu, . i . a eu sut eu a i `Iceu [Xtceu ].

Ik breng altijd dank aan mijn God vanwege jullie om de genade van God die jullie is
gegeven in Christus Jezus, omdat jullie in alles rijk zijn geworden door Hem, in ieder
woord en in alle kennis, daar immers (of: voor zover) het getuigenis van Christus in
(of: onder) jullie is bevestigd, zodat jullie in niets gebrek hebben aan genadegaven,
terwijl jullie de openbaring van onze Heer Jezus Christus verwachten, die jullie (ook)
zal bevestigen tot het einde (om) onberispelijk (te zijn) op de dag van onze Heer
Jezus Christus.

Opmerkingen:
a .a is een dativus obiectivus bij .u ,atc. a (BDR 187,5). Merk op dat B en N*
eu weglaten na a .a . Conzelmann noteert dat Paulus in pro-omia altijd . e,
dankt en niet su te, (Conzelmann, KEK, 43 nt 1, 44 nt 18).
Barrett vertaalt :a ie. (always, at all times) met constantly (Barrett, 35).
. :t gevolgd door een datief drukt de reden van iets uit, in dit geval de reden voor
dankbaarheid (.u ,atc. a). Die reden wordt in vers 5 nader uitgewerkt door e t.
Zie BDR 253,3; vgl. Conzelmann, KEK, 43 nt 2, 44; Barrett, 35.
Het lidwoord verbindt het participium ee.t c aan het zelfstandig naamwoord
,a tt (Robertson, GGTN, 765). Het geheel kan weer worden verbonden met . i
Xtca `Iceu (Conzelmann, KEK, 44; Barrett, 36).
3

. i Xtca `Iceu kan zowel worden vertaald met in Christus Jezus of als met
door Christus Jezus.
Veel vertalingen maken van e t want (NBG, W78, W95 en GNB96). De
Naardense Bijbel leest er omdat in en SV, Telos, LV en LUV hebben een
epexegetisch (verduidelijkend) dat. Wallace en Conzelmann sluiten aan bij de
laatste vertaling (Wallace, 460; Conzelmann, KEK, 43 nt 3).
Abstracte zelfstandige naamwoorden kunnen zowel met als zonder lidwoord
verschijnen (vgl. :ait e ,a met :ait a e ,a ). Zie Robertson, GGNT, 772.
Barrett merkt op dat de twee substantieven heel belangrijk zijn in de Korinthebrief
(Barrett, 36-37).
In . i :ait e ,a kan zowel worden gedoeld op woord, maar ook op zaak of
rede. Gebruikt naast ,ia c.t kan het duiden op rationaliteit vs. dieper inzicht of op
spreken vs. kennen.
De zin . i :ait . :eut c. . i au a , . i :ait e ,a sat :a c ,ia c.t bevat drie
keer het woordje . i. NBG leest drie keer in: in elk opzicht zijt gij rijk geworden in
Hem: in alle woord en alle kennis. Andere vertalingen maken van het tweede . i
door: in alles rijk zijt geworden door hem, in alle leer en in alle kennis (LUV en
NBV). Is het ook om te draaien: omdat jullie in alles rijk zijn geworden in Hem,
door ieder woord en alle kennis? Merk op dat Conzelmann heeft: da ihr in allem
reich gemacht wurdet in ihm, an allem Wort und an aller Erkenntnis
(Conzelmann, KEK, 43).
W78 weeft vers 5 en 6 in elkaar: Want in Christus zijt ge, naarmate zijn
getuigenis bij u ingang vond, in ieder opzicht rijk begiftigd met alle gaven van
woord en kennis.
saa , betekent hier volgens Thayer since, seeing that, agreeably to the fact that
(Thayer, saa ,-3). Bauer heeft da ja of in sofern als (Bauer, saa ,-3; vgl.
Conzelmann, KEK, 43 nt 50; BDR 453,4; GG 277c). De meeste Nederlandse
vertalingen hebben hier gelijk (SV, NBG, LUV) of zoals (Telos). GNB96 maakt
ervan: Zo stevig heeft het getuigenis over Christus zich in u verankerd, dat geen
enkele genadegave u ontbreekt.
e au tei eu Xtceu kan een genitivus obiectivus zijn (BDR 163,3;
Robertson, GGNT, 500; Conzelmann, KEK, 45). Maar ook een genitivus
subjectivus is mogelijk (het getuigenis dat bestaat uit Christus) of zelfs een
genitivus partitivus (het getuigenis dat uitgaat van Christus).
Conzelmann vertaalt . i u t i met in euch en verklaart in een noot nmlich in
eurer Mitte (Conzelmann, KEK, 43 nt 7). SV en NBG lezen onder jullie en LV
omtrent jullie. De NBV maakt er bij u van. Barrett leest: in your own experience
(Barrett, 38).
a c. leidt een consecutieve bijzin in, die de gevolgen van iets weergeeft (dat of
zodat). Vgl. GG 279b.
De zin a c. u a , u c..t cat . i e.it ,at cat heeft een dubbele ontkenning,
die de negatie versterkt (GG 248a).
Na u c..t cat kan ook een genitivus separativus volgen, zoals in Rom. 3:23
(BDR 180,6). In dit vers lezen we echter . i + datief.
sat na een betrekkelijk voornaamwoord (e , sat ) vertalen we niet (Conzelmann,
KEK, 47; GG 252,29a8).
Waarnaar verwijst e ,? Naar O. e, in vers 4? Naar `Iceu Xtceu in het direct
voorafgaande vers? Vgl. Winer-Moulton, p. 196.
4

. a, . eu, is een voorzetselbepaling dat ondanks het ontbreken van een lidwoord
bepaald moet worden vertaald: tot het einde (der tijden) (Robertson, GGNT,
792). Naast een temporele vertaling is ook een kwalitatieve mogelijk: volkomen
(Barrett, 39; vgl. |
46
..t eu,), maar gezien de tijdsaanduiding in het vers ligt de
eerste optie het meest voor de hand.
Bij a i.,s eu, ontbreekt een vorm van .t t (Conzelmann: Breviloquenz), waarbij
het adjectief moet worden verbonden met . i . a als bijstelling bij u a ,
(Winer-Moulton, p. 519). De Naardense Bijbel vertaalt: Hij zal u ook vast doen
staan ten einde toe,- onstraffelijk op de dag van onze Heer Jezus Christus. Zie
ook 1 Thes 3:13, 5:21; Phil. 3:2. Vgl. Conzelmann, KEK, 43 nt 8.


Vermaning: verdeeldheid in de gemeente (1:9-17)

1 Kor. 1:9
:tce , e .e ,, et` eu . s . .t , setiaitai eu ut eu au eu `Iceu Xtceu eu sut eu
a i.

Trouw is God, door Wie jullie zijn geroepen tot de gemeenschap van Zijn zoon Jezus
Christus, onze Heer.

Opmerkingen:
Veel vertalingen rekenen vers negen nog tot de vorige perikoop. Ook GNT laat
het pro-omium doorlopen tot dit vers.
In de uitroep :tce , e .e , is een vorm van .t t weggelaten (BDR 127,7). Zie ook
1 Cor. 10:13; 1 Thes 5:24 en Ps. 144:13a.
et` geeft hier volgens Wallace de bemiddelaar of tussenpersoon weer na een
passief werkwoord. Wallace spreekt van intermediate agent i.t.t. een ultimate
agent, die wordt gemarkeerd met u :e , a :e of :aa (Wallace, 433-4; vgl. BDR
223,7; GG 5d). Conzelmann is het hier niet mee eens: eta bezeichnet hier
natrlich nicht die Vermittlung, sondern die Urheberschaft, vgl. V.1 (Conzelmann,
KEK, 47). Merk op dat varia lectio hier u :e hebben.
Vrijwel alle vertalingen vertalen .t , in .t , setiaitai eu ut eu au eu met tot en de
genitief eu ut eu au eu met [gemeenschap] met Zijn zoon (setiaitai krijgt geen
lidwoord). Alleen SV, Telos en LUV hebben [de gemeenschap] van Zijn zoon
(setiaitai vertaald met een lidwoord, omdat het gaat om een zaak waarvan er
maar n is). Barrett vertaalt met with his Son, maar tekent aan dat het gaat om
een fellowship [], not in his being (so Barth), but in his relation with the Father
(Barrett, 40, mijn cursivering).

1 Kor. 1:10
Eaasaa e. u a ,, a e.|et , eta eu e ie ae, eu sut eu a i `Iceu Xtceu , t ia e
au e . ,. :a i., sat . i u t i c,t caa, . e. satc. iet . i a au a iet sat
. i au ,ia .

Maar ik vermaan jullie, broeders, door (of: bij) de naam van onze Heer Jezus
Christus, dat jullie eensgezind zijn (lett. allen hetzelfde zeggen) en dat er geen
scheuringen zijn (of: onenigheid is) onder jullie, maar dat jullie zijn toegerust (of:
volkomen zijn) in dezelfde gezindheid en in dezelfde mening.

5

Opmerkingen:
De vocatief volgt vaak direct aan het begin van een zin. Maar niet altijd. De
aanroep kan ook staan na een voornaamwoord of werkwoord. Hier volgt a e.|et
direct na een persoonlijk voornaamwoord (BDR 474.6; Robertson, GGNT, 419).
Blass, Debrunner en Rekopf vertalen eta in eta eu e ie ae, met bij (BDR 223,
9). Moffatt maakt ervan: by all that he is and is to you (Moffatt, Corinthians, 9).
Bauer maakt van . ,a e au e einmtig sein (Bauer, . ,a-I1). Conzelmann
spreekt van een gngige Wendung, door Paulus gebruikt als paraenetische
topos (Conzelmann, KEK, 49 nt 12). Het betekent vredige co-existentie, ook
tussen man en vrouw (Weiss, KEK, 13).
De negatie drukt na t ia bezorgdheid uit (BDR 370,4). De hele bijzin is lijdend
voorwerp na :aasaa (Wallace, 475). Zie ook Robertson, GGNT, 983, 1046.
|
46
en enkele andere tekstgetuigen hebben het enkelvoud c,t ca (Barrett, 40).
saat ,a betekent volgens Thayer in dit vers to strengthen, perfect, complete,
make one what he ought to be (vgl. Bauer: in den gehrigen Zustand versetzen,
vollenden). Murre houdt het echter op toerusten, bekwaam maken. Het
werkwoord komt alleen in het NT in de mediale vorm voor, daarbuiten niet. In dit
vers duikt het op als passivum (zie voor een discussie Wallace, 418).
Merk op dat . satc. iet, door het gebruik van .t t , een perfectum
coniunctivus is (Robertson, GGNT, 267).
De dativus iet is een koin-contractie van e ieu , (Verstand, Vernunft). Het
klassieke Grieks maakte er nog ia van. Zie GG 31; Robertson, GGNT, 203.
Volgens Conzelmann, met een verwijzing naar Bultmann, bestaat er geen
betekenisverschil tussen iet en ,ia (Conzelmann, KEK, 50 nt 14).

1 Kor. 1:11
. ea ,a et :.t u a i, a e.|et eu, u :e a i Xe, e t . te., . i u t i .t cti.

Want mij is te kennen gegeven over jullie, mijn broeders, door huisgenoten van
Chlo, dat er twisten onder jullie zijn.

Opmerkingen:
ee a betekent naast duidelijk maken ook bekend/ kenbaar maken (Murre) of
verklaren of uitleggen (Thielen). Wat er kenbaar wordt gemaakt, volgt na een
e t-constructie (Robertson, GGNT, 1035).
De verwantschapsgenitief a i Xe, betekent letterlijk die van Chlo en kan
duiden op de verbondenheid van slaven bij een familie (BDR 162,7). Hoffmann
& Von Siebenthal houden het op lieden of huisgenoten (GG 159c; vgl. Barrett,
42), net als de Nederlandse vertalingen: huisgenoten (NBG, W78, W95, NBV),
lieden (LV) of huisgezin (SV, LUV). Ook Robertson ziet in de genitief hier een
verwijzing naar een family in general (Robertson, GGNT, 502). Conzelmann laat
in het midden of verwezen wordt naar kinderen of onderdanen (Angehrige). Vgl.
Conzelmann, KEK, 50.
. te., komt voor naast . .t, (BDR 47,3; Robertson, GGNT, 265, 267).

1 Kor. 1:12
. ,a e. eu e e t . sace, u a i . ,.t . ,a . i .t t Eau eu, . ,a e. `A:ea , . ,a e.
K|a , . ,a e. Xtceu .

6

En ik bedoel (lett. zeg) dit, dat een ieder van jullie (voor zich) zegt: Ik ben van Paulus
en ik van Apollos, en ik van Kefas en ik van Christus.

Opmerkingen:
Veel vertalingen maken van het eerste . ,a in dit vers bedoelen (LV, NBG, W95,
Naardense Bijbel, NBV). Alleen SV en LUV houden het op zeggen. Murre geeft
naast bedoelen nog als suggestie beweren en bespreken, zonder naar een
versnummer te verwijzen.
De combinatie van eu e e t drukt een bijstelling uit, die we kunnen vertalen met
dit, namelijk dat. Het aanwijzend voornaamwoord is hier proleptisch of
kataforisch gebruikt in that its content is revealed by what follows rather than by
what precedes (Wallace, 459; Robertson, GGNT, 401, 699).
De correlatieven . i e. drukken contrast uit, hoewel de mate van contrast wordt
bepaald door de context (Robertson, GGNT, 1153; vgl. Conzelmann, KEK, 49 nt
4).
De bezitsgenitieven in dit vers drukken een verbondenheid uit, vergelijkbaar met
de verwantschapsgenitief, en zijn predicatief (BDR 162,9; Wallace, 82-3 nt 32).
Barrett vermoedt dat het gaat om wachtwoorden (vgl. 1 Cor. 3:4).
De eigennamen zijn metonymia voor de sekten die ze vertegenwoordigen
(Wallace, 83). Conzelmann weet nog niet zo zeker voor wie de namen staan.
Was er een Paulus-beweging (als dat zo is, dan duidt dat erop dat er ook andere
groepen waren die zich niet met hem wensten te identificeren, aldus Barrett, 43)?
En was er een aparte Christusbeweging van gnostici die zich in hoge mate met
Christus zelf identificeerden? Of is het een corrigerende interjectie van Paulus
zelf: ik behoor echter Christus toe. Vgl. Conzelmann, KEK, 51-2. Barrett wijst
erop dat 1 Clemens 47:2 de toevoeging niet noemt, wat erop kan duiden dat hij
de uitspraak op het conto van Paulus schreef. Deze oplossing geeft de minste
exegetische problemen (immers, ook Apollos en Kefas beleden Christus) en laat
het vers mooi aansluiten bij het volgende (Barrett, 44-5).
Naast `A:ea komt ook `A:. voor (zie varia lectio van Hand. 18:24; 19:1). Het
kan hier gaan om een klinkerverwisseling, maar ook om een totaal ander persoon
(BDR 29,6; 55,6).
Voor de Dorische verbuiging van K|a (van de nominatief K|a ,) zie Robertson,
GGNT, 255.

1 Kor. 1:13
.. tcat e Xtce ,, Eau e, . caua u :. u a i, .t , e e iea Eau eu
. a:t c.,

Is Christus verdeeld? Paulus is toch zeker niet voor jullie gekruisigd, of jullie zijn toch
zeker niet in de naam van Paulus gedoopt?

Opmerkingen:
Het vers bevat drie passieven zonder weergave van de handelende persoon. Hier
kan geen sprake zijn van goddelijke passiva. Wallace vermoedt dat een explicit
agent hier mogelijk de zin te complex zou maken en ten koste zou gaan van het
effect dat Paulus wil bereiken. Daarnaast, the suppression of the agent because
of negative connotations, if it were made explicit, also fits here (Wallace, 436-7 nt
93).
7

.t ,a betekent volgens Thayer: to separate into parts, cut into pieces (Barrett:
to divide up and distribute (p. 46)). W78, W95, GNB96 en de Naardense Bijbel
hebben: Is (de) Christus (dan) in stukken verdeeld?
In de oorspronkelijke uncialen ontbreken leestekens. Het is daarom niet helemaal
zeker of het vers wel met een vraag begint (BDR 440,1). Het kan ook een
statement zijn (declaratieve zin), aansluitend op het vorige vers (TCGNT, 479).
Barrett noemt dit niet waarschijnlijk (Barrett, 46). Sommige handschriften voegen
daarom, analoog aan de daaropvolgende retorische vraagzinnen, toe
(Christus is toch zeker niet verdeeld?). Vgl. Wallace, 450; Robertson, GGNT,
915-6, 1175. Maar Barrett acht dit minder logisch, omdat Paulus op de vraag,
gezien de situatie in Korinthe geen onverdeeld nee als antwoord kon verwachten
(zoals op de andere vragen in het vers). Vgl. Barrett, 46.
Merk op dat in de brieven vaak een lidwoord ontbreekt bij Christus (genitivus
attributivus uitgezonderd). Dit vers vormt met Rom. 15:3,7 een uitzondering (BDR
260,8). De Naardense Bijbel maakt er dan ook de Christus van.
Ook de afwezigheid van lidwoorden bij de twee vermeldingen van Paulus valt op.
Zijn naam is al in de aanhef gevallen, waardoor een lidwoord (anafoor) was te
verwachten. Maar volgens Wallace valt in het gebruik van lidwoorden bij
eigennamen in het NT geen lijn te ontdekken (Wallace, 246-7).
In plaats van u :. komt ook :.t voor (BDR 229,4).

1 Kor. 1:14-15
.u ,atca [a .a ] e t eu e. ia u a i . a :tca .t Kt c:ei sat la t ei,
15
t ia t,
.t : e t .t , e . e i e iea . a:t c..

Ik breng God dank dat ik niemand van jullie heb gedoopt, behalve Crispus en Gajus,
opdat niemand kan zeggen dat jullie in mijn naam zijn gedoopt.

Opmerkingen:
.u ,atca is floskelhaft gebruikt (d.w.z. bij wijze van formule: Godzijdank). Vgl.
Conzelmann, KEK, 54.
.t (behalve) wordt vaak vooraf gegaan door een vorm van eu s (BDR 376,1).
Kt c:ei moet, volgens de transcriptieregels van de vroege keizertijd, gelezen
worden als Crispus (BDR 41,8; vgl. Roberson, GGNT, 235). Zie ook Hand. 18:8.
Merk op dat Gaius terugkeert in Rom. 16:23.
De zin staat vol met afhankelijke bijzinnen, waarbij de ene weer afhankelijk is van
de andere (BDR 387,4; Robertson, GGNT, 952-3).
t ia t, kan ook aan elkaar worden geschreven (t ia t,). Vgl. Robertson,
GGNT, 744. Het gaat hier niet om Paulus bedoeling, maar, gezien vers 17, om
het gevolg van zijn handelen: This means that none of you can say that you were
baptized into my name (Barrett, 47-8; vgl. Conzelmann, KEK, 55).
De Textus Receptus leest hier: e t .t , e . e i e iea . a:t ca (dat ik in mijn naam
gedoopt heb). Barrett vermoedt hier assimilatie met de verzen 14 en 16 (Barrett,
41).

1 Kor. 1:16
. a :tca e. sat e i L.|aia et sei, et:e i eu s et ea .t tia a ei . a :tca.

8

Ik heb ook (nog) het huis van Stefanas gedoopt, verder weet ik niet of ik iemand
anders heb gedoopt.

Opmerkingen:
Eigennamen in het NT worden vaak wat korter gemaakt en eindigen dan op -a,,
ook als de naam voluit geen a bevat. Vgl. L.|aia voor L.|aie,, L.|ai|e e,,
1tec.|aie, of L.|aies , (BDR 125,3; Robertson, GGNT, 173, 255).
Conzelmann merkt op dat het eigenaardig is dat Paulus Stefanas pas in tweede
instantie te binnen lijkt te schieten, hoewel deze zich in zijn gevolg bevindt (vgl. 1
Cor. 16:15-17). Conzelmann, KEK, 55 nt 43. Barrett vermoedt dat het het gevolg
is van het feit dat Paulus de brief dicteerde (Barrett, 48).
et sei duidt op het huishouden, hoewel onduidelijk is wie daar allemaal onder
vielen. Barrett meent dat hieruit bijvoorbeeld niet kan worden afgeleid dat ook de
kinderen van Stefanas werden gedoopt (Barrett, 48).
De accusativus adverbialis et:e i betekent im brigen (BDR 161,3; Robertson,
GGNT, 488).

1 Kor. 1:17
eu ,a a :. c.t. i . Xtce , a:t ,.ti a a .ua,,.t ,.cat, eu s . i ce|ta e ,eu, t ia
s.ia e caue , eu Xtceu .

Want Christus heeft me niet (zozeer) gezonden om te dopen, maar (of: als wel) om
het evangelie te verkondigen, niet door wijsheid van woord (of: retoriek), opdat het
kruis van Christus geen hol begrip wordt (of: overbodig wordt gemaakt).

Opmerkingen:
De krachtige, hyperbolische ontkenning, met eu vooraan de zin, (eu ,a a :. c.t. i
. Xtce , a:t ,.ti a a .ua,,.t ,.cat) is een semitisme en betekent niet
zozeer als. Vgl. GG 249b; 295q; Robertson, GGNT, 418, 1162.
De negatie eu s staat vaak bij losse woorden, of, zoals hier bij woordgroepen: . i
ce|ta e ,eu (GG 245a; Robertson, GGNT, 1163).
NBV vertaalt ce|ta e ,eu met diepzinnige welsprekendheid. Veel andere maken
van e ,eu een meervoud: wijsheid van woorden (SV, NBG, Telos, W78),
diepzinnige woorden (LV) of geleerde woorden (W95, GNB96). Murre oppert
redenaarstalent en Louw-Nida skillful speech (Louw-Nida, 28.8). Bauer legt de
term negatief uit: geschwtzige (=praatlustige) Weisheit (Bauer, ce|ta-1; vgl.
cleverness in speaking (BDAG, 759)!), Thiselton spreekt van clever rhetoric,
(NIGTC, 145), terwijl Barrett hier met rhetorical skill veel zakelijker is: (vgl.
Thayer: the wisdom which shows itself in speaking, the art of the rhetorician).
Conzelmann heeft geen idee of de bepaling hoort bij a :. c.t. i of .ua,,.t ,.cat
(Conzelmann, KEK, 56). Barrett en Thiselton kiezen voor .ua,,.t ,.cat (Barrett,
49; NIGTC, 146).
In plaats van t ia had er ook alleen kunnen staan (zoals in klassiek Grieks
te doen gebruikelijk was). Vgl. Robertson, GGNT, 987.
Paulus gebruikt in het laatste deel van dit vers (e caue ,) geheimtaal, door
Hoffmann & Von Siebenthall aangeduid als ideogram. Das Kreuz Christi
chiffriert den Kern der Frohen Botschaft: das Heil, das Gott den glaubenden
Menschen Kraft des Kreuzesleidens Christi zusichert (GG 295v).
9

Het lidwoord ontbreekt doorgaans bij Christus, maar het staat er vaak wel in de
genitivus attributivus, zoals hier (BDR 260,8; 271,4). Conzelmann meent dat
het lidwoord hier onder invloed staat van e caue , (Conzelmann, KEK, 49 nt 7).


Dwaasheid van het kruis (1:18-25)

1 Kor. 1:18
'0 e ,e, ,a e eu caueu et , . i a :eu. iet, ata . ct i, et , e. ca ,e. iet, t i
eu iat, .eu . cti.

Want het woord van (of: over) het kruis is weliswaar dwaasheid voor hen die verloren
gaan, maar voor ons die gered (gaan) worden, is het de kracht van God.

Opmerkingen:
e e ,e, e eu caueu is een genitivus obiectivus (BDR 163,4; Robertson, GGNT,
500). De NBV heeft hier dan ook: het woord over het kruis. Het kan ook een
genitivus attributivus zijn, waarbij het lidwoord als anafoor terugwijst naar vers 11
(BDR 271.1; Conzelmann, KEK, 58; Barrett, 51). Wallace merkt op dat het
tweede lidwoord kan worden gezien als een betrekkelijk voornaamwoord: het
woord, dat van het kruis is, maar het kan ook fungeren als nadruk (Wallace, 213-
4; vgl. Robertson, GGNT, 503, 780).
ata en eu iat, zijn beide predikaatsnomen (BDR 190,1). Wallace tekent aan
dat het koppelwerkwoord hier niet mag worden gezien als een gelijkstelling: er
zijn ook andere vormen van dwaasheid denkbaar (Wallace, 41). In het geval van
eu iat, moet met een lidwoord worden vertaald, omdat er maar n kracht van
God is (Wallace, 264).
Het mediale deelwoord a :eu. iet, betekent the perishing, waarbij de
bestemming wordt benadrukt door het voorzetsel a :e (Robertson, GGNT, 827-8).
Het participium is een praesens, net als ca ,e. iet,. Beide deelwoorden drukken
uit dat nog geen sprake is van voltooiing (Barrett, 51).

1 Kor. 1:19
,. ,a:at ,a a :ea i ce|tai a i ce|a i sat i cu i.cti a i cui.a i a . ca.

Want er staat geschreven: Ik zal de wijsheid van de wijzen vernietigen en het
verstand van de verstandigen zal ik verwerpen.

Opmerkingen:
In plaats van a :ea had er ook a :e. ca kunnen staan (BDR 101,58). Merk op dat
a :ea veel voorkomt in de LXX, de vertaling waaruit in dit vers wordt geciteerd
(Robertson, GGNT, 356, 1218).
a .. a betekent opheffen, schenden of verwerpen. Enkele vertalingen hebben
ook tenietdoen (W78, W95, NBV, vgl. SV), breken (LV) en verdoen (NBG).
Merk op dat de LXX (Jes. 29:14) hier su a (zal ik verbergen) heeft i.p.v.
a . ca.

1 Kor. 1:20
:eu ce|e ,, :eu ,aa.u ,, :eu cu, , eu at a ie, eu eu, eu ,t . a ai.i e .e , i
ce|tai eu se ceu,
10

Waar blijft dan de wijze? Waar blijft dan de schriftgeleerde? Waar blijft dan de
onderzoeker van deze tijd? Heeft God niet de wijsheid van de wereld tot dwaasheid
gemaakt?

Opmerkingen:
Een reeks van het vragend voornaamwoord :eu (waar, alwaar) duidt op waar is
dan [] of waar blijft dan [] (Bauer). Wat volgt een staaltje dubbelzinnig
schriftgebruik, met citaten uit Jes. 19:11; 33:18; 44:25; Job 12:17.
ce|e , en ,aa.u , zijn adjectieven, die zijn gesubstantiveerd en die daardoor
een lidwoord missen (BDR 264,1; Wallace, 253; Robertson, GGNT, 757, 764).
Alle vertalingen maken er inderdaad de wijze en de (schrift)geleerde van.
Hoffmann & Von Siebenthal hebben echter voor dit vers: een schriftgeleerde
(GG 129a).
Veel vertalingen stoppen de vele vragen in n vraag. De NBV heeft: Waar is de
wijze, waar de schriftgeleerde, waar de redenaar van deze wereld?, terwijl W78
en W95 lezen: De wijze, de geleerde, de redetwister van deze tijd/ wereld, waar
zijn zij?. GNB96 maakt ervan: Waar blijven nu de wijzen, de schriftgeleerden, de
redenaars van deze wereld?
cu, , betekent geleerde of onderzoeker, d.w.z. iemand die waarheden
betwist (afgeleid van cu, ct,: dispuut, discussie). Vgl. 1QS 17. Veel
vertalingen hebben dan ook redetwister of twistredenaar. Alleen de SV heeft
onderzoeker. LV maakt ervan: de oplosser der wereldraadselen.
Wallace merkt op dat de prefix cui- in cu, , eu at a ie, een genitivus
sociativus impliceert, hoewel de gebruikte genitief eu at a ie, een ander karakter
heeft (Wallace, 130).
at a i betekent zowel leven, levensduur, als levenslot, generatie, tijdgeest,
aards leven, loop der tijden en eeuwigheid. De vertalingen verschillen van
mening over de vertaling in dit vers. SV, NBG, W78, Telos en de Naardense
Bijbel kiezen voor eeuw of tijd, terwijl LV, LUV, W95, GNB96 en NBV het op
wereld houden. In veel woordenboeken ontbreekt een verwijzing naar dit vers.
Alleen Bauer heeft Weltalter (= wereldtijdperk), Thayer this age en ThWNT (I,
204) Weltzeit, Welt. Volgens ThWNT, Conzelmann (KEK, 62) en Barrett (53)
betekent at a i bij Paulus hetzelfde als se ce,.

1 Kor. 1:21
. :.te ,a . i ce|ta eu .eu eu s . ,ia e se ce, eta , ce|ta, e i .e i, .u ee sc.i e
.e , eta , ata, eu su ,ae, ca cat eu , :tc.u eia,

Want daar immers (of: omdat) door de wijsheid van God de wereld God niet heeft
gekend door middel van de wijsheid (d.w.z. haar eigen wijsheid), heeft het God
behaagd om degenen die (blijven) geloven te redden door de dwaasheid van de
verkondiging.

Opmerkingen:
. :.te (of: . :.t e betekent nadat of als (temporeel) en daar nu, daar immers,
omdat of toch (causaal). Aangezien het NT maar twee voorbeelden van een
temporele betekenis van . :.te bevat, moet hier sprake zijn van een causale
invulling (vgl. Robertson, GGNT, 965).
11

Met . i ce|ta kun je meerdere kanten uit. Het kan bij ,tia csa (erkennen,
verstaan, begrijpen, ervaren, opmerken, herkennen, zien) worden getrokken,
waardoor het zoiets betekent als: de wereld heeft God niet herkend aan Zijn
wijsheid. Maar . i kan ook instrumenteel worden opgevat, analoog aan eta (vgl.
Barrett, 53), of lokaal (te midden van).
Wallace stelt voor om het tegenwoordige deelwoord eu , :tc.u eia, te vertalen
met degenen die blijven geloven, aangezien het praesens participium vaak
opduikt in soteriologische teksten. Hij reserveert de aoristus-variant eu ,
:tc.u caia, voor de gelovigen (Wallace, 621 nt 22).

1 Kor. 1:22-25
. :.te sat `Ieueat et c.ta at eu cti sat Ei., ce|tai ,eu cti,
23
.t , e.
su cce.i Xtce i . caua. iei, `Ieueat et, . i csa ieaei, . i.cti e. atai,
24

au et , e. et , set ,, `Ieueat et, . sat Ecti, Xtce i .eu eu iati sat .eu
ce|tai
25
e t e ae i eu .eu ce|a .ei a i a ia :ai . ct i sat e a c.i. , eu
.eu t c,ue .ei a i a ia :ai.

Immers, Joden vragen om tekenen en Hellenen zoeken wijsheid, maar wij
verkondigen Christus, die is gekruisigd, voor Joden een aanstoot en voor heidenen
een dwaasheid, maar voor hen die geroepen zijn, Joden zowel als Hellenen, (is Hij)
Christus, kracht van God en wijsheid van God, want de dwaasheid van God is wijzer
dan de mensen en de zwakheid van God is sterker dan de mensen.

Opmerkingen:
. :.te (of: . :.t e betekent nadat of als (temporeel) en daar nu, daar immers,
omdat of toch (causaal). Aangezien het NT maar twee voorbeelden van een
temporele betekenis van . :.te bevat, moet hier sprake zijn van een causale
invulling (vgl. Robertson, GGNT, 962, 965; vgl. Barrett, 54): denn sonst (BDR
456,7), denn (GG 277c) of sintemal (aangezien, vermits, vgl. Luther).
Vers 22 kan worden vertaald als hoofdzin, maar ook als inleidende bijzin bij vers
23 (SV: Overmits de Joden een teken begeren, en de Grieken wijsheid zoeken,).
In dit laatste geval is e. in feite een pleonasme. Conzelmann geeft beide
mogelijkheden en laat de keuze afhangen van de vertaling van . :.te (da of
denn). Vgl. Conzelmann, KEK, 58 nt 3.
sat sat betekent volgens Blass, Debrunner en Rekopf hier enerzijds
anderzijds of en ook (BDR 444,4).
De praesens-vormen at eu cti en ,eu cti hebben een iteratief aspect (Wallace,
521). W95 is de enige vertaling die dat laat doorklinken: Want Joden blijven
tekenen eisen, en Grieken wijsheid verlangen.
e. in .t , e. drukt een tegenstelling uit: wij echter (Robertson, GGNT, 539).
Het woord csa ieaei komt van csaiea ei (lett. trapstick) In de LXX wordt het
gebruikt voor : : of :::: (valstrik, struikelblok). Zie Robertson, GGNT, 174.
Sommige handschriften hebben Ect i.p.v. . i.cti om het taalgebruik van
Paulus consistenter te maken (TCGNT, 480).
Het persoonlijk voornaamwoord in de verbogen (oblique) naamvallen (d.w.z. alle,
uitgezonderd de nominativus) wordt gebruikt als plaatsvervanging voor een ander
naamwoord. Zo ook in au et , et , set ,: den Berufenen (Robertson, GGNT,
686; Conzelmann, KEK, 58 nt 4; vgl. 2 Kor. 11:14).
12

. sat in `Ieueat et, . sat Ecti drukt een nauwere verbinding uit dan een
enkelvoudige sat (BDR 444,3).
SV, LV, LUV en NBG vullen Xtce i in met [predikent wij] Christus, terwijl W78,
GNB96 en NBV er een vorm van .t t bij plaatsen (waarvoor ook wordt gepleit in
BDR 127,8). Oussoren maakt ervan: maar voor hen die geroepen zijn, zowel
Judeers als Hellenen, een Christus die kracht van God is en wijsheid van God.
In W95 en Telos ontbreekt het werkwoord. Er zijn ook handschriften die hebben
Xtce , .eu eu iat, sat .eu ce|ta, waardoor vers 24 zelfstandig wordt en geen
koppelwerkwoord meer behoeft. De verbinding tussen Christus enerzijds en
kracht en wijsheid anderzijds is vergelijkbaar met l tat cest moi (Conzelmann,
KEK, 58 nt 6; 68 nt 53).
e t betekent hier hetzelfde als ,a in vers 26 (Robertson, GGNT, 962).
Paulus plaatst bij abstracte woorden, die een concept aanduiden (meestal een als
neutrum gesubstantiveerd adiectivum), vaak een genitief: e ae i eu .eu en e
a c.i. , eu .eu (BDR 263,5; Wallace 295; Robertson, GGNT, 654, 763).
Vers 25 is een voorbeeld van Paulijns synoniem parallellisme (inclusief chiasme
met vers 24). Vgl. BDR 490,2; GG 294aa. Robertson plaatst overigens
vraagtekens bij de aanwezigheid van parallellisme hier (Robertson, GGNT, 1200).
ce|a .ei a i a ia :ai en t c,ue .ei a i a ia :ai zijn comparatieven met
een genitivus comparativus (Wallace, 111, 304; Robertson, GGNT, 663, 667).


Gemeente van Korinthe als bewijs (1:26-31)

1 Kor. 1:26
P. :.. ,a i s cti u a i, a e.|et , e t eu :eet ce|et saa ca sa, eu :eet
euiaet , eu :eet .u ,.i.t ,

Let toch op jullie roeping, broeders, want niet velen zijn wijs naar het vlees, niet velen
machtig, niet velen aanzienlijk.

Opmerkingen:
Conzelmann leest ,a hier als toch (vgl. Bauer, ,a -3). Wanneer we vertalen met
want, is het logischer de zin als een indicatief te zien, i.p.v. een imperatief
(Barrett, 56): Want gij ziet uw roeping, broeders (SV).
Het vers vertoont een logische deductie met weglating van een vorm van .t t (e t
eu :eet ce|et []). Vgl. BDR 128,1; Robertson, GGNT, 962.
De meeste vertalingen betrekken het vers op de broeders zelf: niet veel van jullie
zijn [] (vgl. Barrett, 57). De negaties horen bij de diatribe-stijl van Paulus, die
een argument van tegenstanders opvoert (Conzelmann, KEK, 70).
saa ca sa (Gingrich: the external or outward side of life, that which is natural or
earthly) wordt door LV, W78, W95 en NBV vertaald met naar menselijke
maatstaf. Louw-Nida (26.7) legt uit: the psychological aspect of human nature
which contrasts with the spiritual nature; in other words, that aspect of human
nature which is characterized by or reflects typical human reasoning and desires
in contrast with those aspects of human thought and behavior which relate to God
and the spiritual life human nature, human aspects, natural, human. En
daarom maakt Louw-Nida van eu :eet ce|et saa ca sa few of you were wise
from a human point of view
13

.u ,.i.t , betekent letterlijk van goede geboorte, en staat voor edel, van hoge
afkomst.

1 Kor. 1:27-29
a a a aa eu se ceu ...ae e .e ,, t ia saatc,u i eu , ce|eu ,, sat a a c.i eu
se ceu ...ae e .e ,, t ia saatc,u i a t c,ua ,
28
sat a a ,.i eu se ceu sat a
.eu.i. ia ...ae e .e ,, a e ia, t ia a e ia saa, c ,
29
e :a,
sau, cat :a ca ca . ia :tei eu .eu .

Maar God heeft het dwaze (let. de dwaze dingen) van de wereld uitgekozen, opdat
Hij de wijzen te schande zou maken. En God heeft het zwakke van de wereld
uitgekozen, opdat Hij de sterken te schande zou maken. En God heeft het
onaanzienlijke van de wereld en dat wat veracht is uitgekozen, wat niets is, opdat Hij
wat iets is buiten werking zou stellen, opdat niemand (lett. niet alle vlees) zich voor
God kan beroemen.

Opmerkingen:
Vergelijk het bijvoeglijk meervoud a aa in dit vers met het onzijdige enkelvoud
in vers 25 (zie ook a a c.i ). Zie Wallace, 295, 234; Robertson, GGNT, 409,
411, 757, 762-3. De onzijdige bijvoeglijke naamwoorden zijn generaliserend
bedoeld (bij eu , ce|eu , kon moeilijk het onzijdig worden gebruikt) en hebben
betrekking op personen, zoals ook duidelijk is in a t c,ua (Barrett, 58; Weiss,
KEK, 36; BDR 138,1; 263,4).
De genitivus partitivus eu se ceu (die het gebied benoemt waar de opgesomde
kwalificaties gelden) wordt door NBG, W78 en W95 vertaald met wat voor de
wereld dwaas is (vgl. LV en LUV). NBV leest: wat in de ogen van de wereld
dwaas is (vgl. GNB96) en de Naardense Bijbel: al wat in de wereld dwaas is
(vgl. Barrett, 58: in the worlds estimation; Weiss, KEK, 36; Zahn, 103).
Blass, Debrunner en Rekopf zien in vers 26-29 (eigenlijk al vanaf vers 25) een
retorisch spel met parallellismen (BDR 490,3). Conzelmann plaatst a aa
tegenover eu , ce|eu , (vgl. eu :eet ce|et ), a a c.i tegenover a t c,ua (vgl. eu
:eet euiaet ) en .u ,.i.t , tegenover a a ,.i (Conzelmann, KEK, 71).
In vers 28 en 29 worden t ia en e :a, als synoniemen gebruikt (BDR 369,8;
Robertson, GGNT, 987).
GNB96 vertaalt het onzijdige deelwoord a e ia met ja, wat als niets wordt
beschouwd. KJV leest: yea and things which are not (vgl. WYC: tho thingis that
ben not). Zie ook Robertson, GGNT, 654, 1109. Sommige handschriften plaatsen
er nog sat voor, om de aanduiding op te nemen in de reeks. Maar Metzger gelooft
niet dat sprake is van een toevoeging als wel van een climactic characterization
of all the preceding items (TCGNT, 480; vgl. Zahn, 103, nt. 1).
:a ca ca is een Hebrasme voor :a i., a ia:et (BDR 275,3). De ontkenning
ervan betekent niemand (BDR 302,2). Vgl. Robertson, GGNT, 752.

1 Kor. 1:30-31
. au eu e. u .t , . c. . i Xtca `Iceu , e , . ,.i ce|ta t i a :e .eu , etsatecu i .
sat a ,tace , sat a :eu act,,
31
t ia saa , ,. ,a:at e sau,a .ie, . i sut a
sau,a ca.

14

Maar uit Hem zijn jullie in Christus Jezus, die voor ons is geworden wijsheid van God
en gerechtigheid en heiliging en verlossing, opdat, zoals staat geschreven: Indien
iemand zich beroemt, moet hij zich op de Heer beroemen.

Opmerkingen:
. au eu wordt vertaald met uit Hem (genitivus partitivus: SV, NBG, Naardense
Bijbel), door Hem (genitivus auctoris: LUV, NBV) en dankzij Hem (LV, W78,
GNB96 en W95), of Him/ von welchem (genitivus possessivus: KJV, Luther).
Weiss meent overigens dat au eu terugslaat op a e ia (Weiss, KEK, 39)
a :e in a :eu act, duidt op de persoon die als enige verantwoordelijk is voor de
handeling, die wordt uitgedrukt door het bijbehorende werkwoord, in dit geval
a :eue a (voor losgeld iemand loskopen, d.w.z. verlossen). Vgl. Wallace, 433.
In vers 31 gaat de afhankelijke finale bijzin met t ia plotseling over in de directe
rede van het schriftcitaat uit Jeremia 9:24 (BDR 470,3; 480,9).
In de zin t ia saa , ,. ,a:at is sprake van ellipsis. Blass, Debrunner en Rekopf
menen dat er had moeten staan t ia ,. iat (of: :a ) saa , ,. ,a:at (BDR
480,9; 481,1). Vgl. opdat het zij, gelijk geschreven staat (NBG) en opdat het
zal zijn zoals geschreven staat (NBV). Merk op dat ,. ,a:at hier een gebod
introduceert dat nog steeds van kracht is (Wallace, 576 nt 14).
Het participium sau,a .ie, moet conditioneel worden vertaald (Barrett, 61).
Wallace vertaalt e sau,a .ie, . i sut a sau,a ca met: Let the one who boasts
boast in the Lord, maar voegt toe: The force of this is not an option; the one
boasts must boast in the Lord (Wallace, 486).


Paulus prediking zonder retorische wijsheid (2:1-5)

1 Kor. 2:1
Ka ,a . a i :e , u a ,, a e.|et , ei eu sa` u :.e, i e ,eu ce|ta, saa,,. ai
u t i e uc tei eu .eu .

Ook ik, toen ik naar jullie toe ben gekomen, broeders, ben jullie niet het geheimenis
van God komen verkondigen met een overwicht van (of excellerend in) woord en
wijsheid.

Opmerkingen:
Robertson ziet in 1 Kor. 2:1-4 allerlei onbeholpen (Grieks) taalgebruik (Robertson,
GGNT, 85). Vgl. echter ICC, 29; Conzelmann, KEK, 69 nt 2; Weiss, KEK, 44.
Ka ,a (sat . ,a) geeft nadruk. ICC vertaalt sa ,a met Ik [kwam] dus (ICC, 29). Zie
Robertson, GGNT, 677.
saa in sa` u :.e, i drukt uit hoe iets gebeurt (Bauer (saa -II5b): zum
Beziehung d. Art. u. Weise, Beschaffenheit, oder Eigentmlichkeit einer Sache).
Bauer vertaalt ei eu sa` u :.e, i e ,eu ce|ta, met Ich bin nicht gekommen
hervorragend in Rede oder (Menschen-)Weisheit (Bauer, u :.e, -1)..
Nederlandse vertalingen maken ervan: met uitnemendheid van woorden, of van
wijsheid (SV), met keur van woorden, of van wijsheid (LUV), met een vloed van
woorden of geleerdheid (LV), met macht van woord of wijsheid (Canisius), met
schittering van woorden of wijsheid (NBG), met uitnemendheid van woorden of
wijsheid (Telos), met vertoon van welsprekendheid of geleerdheid (W78/ W95).
15

Conzelmann maakt van saa,,. ai u t i e uc tei eu .eu een finale bijzin:
da kam ich nicht so, da ich in Rede oder Weisheit hervorragte, um euch das
Zeugnis (oder: Geheimnis) Gottes zu verkndigen (Conzelmann, KEK, 69 nt 4,6).
Sommige teksten hebben au tei i.p.v. uc tei (Conzelmann, KEK, 69 nt 5).
eu .eu is een genitivus obiectivus (ICC, 30).

1 Kor. 2:2
eu ,a . stia t .t e. iat . i u t i .t `Iceu i Xtce i sat eu ei . caua. iei.

Want ik heb niet besloten om in jullie midden iets te weten, behalve Jezus Christus,
namelijk die is gekruisigd.

Opmerkingen:
kan op worden betrokken op . stia (ik heb niet besloten []) of op t (ik heb
besloten om niets te weten). Zie Conzelmann, KEK, 69 nt 8.
.t e. iat is de finale infinitief van het perfectum et ea (niet te verwarren met t e.t i,
infinitief van de aoristus van e a a), die de indirecte rede weergeeft na st ia
(scheiden, oordelen, onderscheiden, beslissen). Zie: Wallace, 605.
De NBG leest in `Iceu i Xtce i sat eu ei . caua. iei: Jezus Christus en die
gekruisigd (NBG; vgl. SV, Canisius, LUV en Telos). Andere vertalingen maken
van het mediale perfectum-participium (vgl. 1 Kor. 1:23) een adjectief: de
gekruisigde (Luther, LV, W95 en NBV), terwijl W78 leest: Jezus Christus en zijn
kruis (vgl. Naardense Bijbel en Het Boek: en zijn sterven aan het kruis). GNB96
heeft: Jezus Christus, de gekruisigde Jezus Christus. De uitdrukking sat eu ei
geeft in ieder geval aan waar de nadruk van de prediking op lag (ICC, 31).
sat is hier epexegetisch gebruikt (namelijk). Zie BDR 442,18; Robertson, GGNT,
1181.

1 Kor. 2:3-5
sa ,a . i a c.i.ta sat . i |e a sat . i e a :ea . ,.ie i :e , u a ,,
4
sat e e ,e,
eu sat e s u,a eu eu s . i :.tet [,] ce|ta, [e ,et,] a ` . i a :ee.t.t :i.u ae, sat
euia .a,,
5
t ia :t ct, u a i . i ce|ta a ia :ai a ` . i euia .t .eu .

En ik kwam naar jullie (of: ik was bij jullie) in zwakheid en in angst en in veel beving
en mijn woord en mijn boodschap was niet in overtuigende woorden (of:
overtuigingskracht) van wijsheid, maar in bewijs van geest en kracht, opdat jullie
geloof niet berustte op (lett. was in) menselijke wijsheid, maar in Gods kracht.

Opmerkingen:
Het gebruik van sa ,a legt nadruk, hier mogelijk op het contrast (Hoewel ik naar
jullie kwam []). Vgl. ICC, 32.
,t ieat betekent zowel zijn (SV) als komen (NBG). Bauer kiest voor an jmdn.
ergehen, d.w.z. tot iemand uitgevaardigd worden/ uitgaan (Bauer, ,t ieat-I4b.).
Het voorzetsel . i kan in vers 3 worden vertaald met in (SV), maar ook een
instrumentele vertaling is mogelijk: met zwakheid, met angst en met beving
(LUV). Nieuwere vertalingen lezen de voorzetselvoorwerpen als bijwoorden:
zwak, nerveus en angstig (W78 en W95) of bang [] zwak en onzeker
(GNB96). Zie ook vers 4: met betoon van geest en kracht (NBG). Vgl. 2 Kor.
7:15; Phill. 2:12; Ef. 6:5.
16

In vers 4 en 5 wordt het voorzetsel . i herhaald, omdat een tegenstelling wordt
benadrukt (Robertson, GGNT, 566).
Barrett vertaalt e e ,e, eu met my argument of speech in rational form of
eloquence (Barrett, 65).
:.tet [,] is - met , - een adjectief in de derde naamval (:.te , = overtuigend,
komt uitsluitend voor in dit Bijbelvers) of - zonder , - een vrouwelijk substantief in
de dativus ( :.ta = overtuigingskracht). Metzger denkt, ondanks de vele
tekstgetuigen, dat het substantief is bedoeld en dat een klerk er een sigma achter
plakte toen hij :.tet ce|ta, kopieerde (TCGNT, 481; BDR 47,12; 112,1; vgl.
Robertson, GGNT, 157, 1206; Conzelmann, KEK, 76-7; Barrett, 62 nt 2). Blass,
Debrunner en Rekopf merken op dat als Paulus :.tet , ce|ta, e ,et, had
opgeschreven de genitief ce|ta, wel op een vreemde plaats staat (BDR 474,5).
.t t . i in t ia :t ct, u a i . i ce|ta a ia :ai kan worden gelezen als
steunen/ (be)rusten op (vgl. Bauer, .t t -III4; Thayer, .t t -4).


Geestelijke wijsheid in de gemeente (2:6-16)

1 Kor. 2:6
Le|tai e. aeu .i . i et , ..t et,, ce|tai e. eu eu at a ie, eu eu eu e. a i a ,e iai
eu at a ie, eu eu a i saa,eu. iai

Maar wij spreken wijsheid onder hen die volmaakt zijn, maar niet een wijsheid van
deze wereld (of: tijd), noch van de leiders van deze wereld (of: tijd), die van hun
macht worden beroofd (lett. buiten werking worden gesteld).

Opmerkingen:
Blass, Debrunner en Rekopf stellen voor om het eerste e. (dat dient ter verklaring)
te vertalen met und zwar (= en wel). LV heeft: Wel verkondigen wij wijsheid
onder de volwassenen [] en W95 leest: Over wijsheid spreken wij wel onder de
ingewijden []. Vgl. BDR 447,5.
Het tweede e. in het vers leidt een tegenstelling in (Robertson, GGNT, 1186).
De NBG vertaalt ce|tai e. eu eu at a ie, eu eu eu e. a i a ,e iai eu at a ie, als
een wijsheid echter niet van deze eeuw, noch van de beheersers dezer eeuw
(zie ook Naardense Bijbel). De overige vertalingen maken van at a ie, beide keren
wereld (vgl. 1 Kor 1:20).
saa,. a betekent cause to be idle or useless, as destruction by replacement
abolish, destroy, cause to cease, put an end to (Friberg), to deprive of force,
influence, power (Thayer), gnzlich wirkungslos machen, auer Kraft setzen
(ThWNT I, 453) of vernichten, vertilgen, beseitigen (Bauer, saa,. a-2).

1 Kor. 2:7-8
a a aeu .i .eu ce|tai . i uct a i a :es.su. ii, i :ea tc.i e .e , :e
a i at a iai .t , eeai a i,
8
i eu e.t , a i a ,e iai eu at a ie, eu eu . ,ias.i .t
,a . ,iacai, eu s a i e i su tei , ee, . cau acai.

Maar wij spreken van Gods wijsheid, die is verborgen in geheimenis (lett. Gods
wijsheid in (de vorm van een) geheimenis, die is verborgen), die God vooraf heeft
bepaald vr de tijden, tot onze heerlijkheid, die niemand van de leiders van deze
wereld/tijd heeft gekend, want als zij die hadden gekend, hadden zij niet de Heer der
heerlijkheid gekruisigd.
17

Opmerkingen:
Door de genitief .eu in .eu ce|tai voorop te plaatsen krijgt deze extra nadruk
(Robertson, GGNT, 418)
. i uct a kan zowel op aeu .i als op ce|tai worden betrokken. BDR
koppelen de bepaling aan ce|tai en vertalen . i met in de vorm van (in Form
eines Geheimnisses). Zie BDR 220,2; Robertson, GGNT, 586, 589 (vgl. Gottes
geheimnisvolle Weisheit). Maar Weiss leest . i uct a samen met a. a
(spreken in geheimenis, vgl. 1 Kor. 15:51; Rom. 11:25; 1 Thess. 4:12-17). Vgl.
Weiss, KEK, 55. Conzelmann meent dat beide opties kunnen (Conzelmann, KEK,
77 nt 1).
Merk op dat het attributieve participium a :es.su. ii wl een lidwoord krijgt en
het bijbehorende substantief niet (ce|tai i a :es.su. ii). Vgl. BDR 412,7;
Wallace, 618; Robertson, GGNT, 1107, 1110, 1117.
Het voorzetsel :e in :e a i at a iai is temporeel gebruikt en kan worden
vertaald met eer de wereld was (SV), voor alle eeuwigheid (LV; vgl. Naardense
Bijbel), van alle eeuwigheid (W78/ W95), voor alle tijden (GNB96, NBV; vgl.
Canisius, Telos). Zie Wallace, 379; Robertson, GGNT, 621. Conzelmann merkt
op dat de betekenis van at a iai bij Paulus niet steeds dezelfde is. In het
voorgaande was sprake van wereld, maar hier zijn wereldtijden bedoeld
(Conzelmann, KEK, 78 nt 2).
Het relativum i wordt herhaald, ten teken dat de zin doorloopt
.t + aoristus (. ,iacai) leidt een irrealis van het verleden in (BDR 360,1; GG
199g; 284c; Wallace, 451, 675, 683, 696; Robertson, GGNT, 1015).
, ee, is een genitivus attributivus. e i su tei , ee, kan daarom ook
worden vertaald met glorieuze Heer (Wallace, 87).

1 Kor. 2:9
a a saa , ,. ,a:at a e|ae , eu s .t e.i sat eu , eu s seuc.i sat . :t saet ai
a ia :eu eu s a i. , a et ac.i e .e , et , a ,a:a cti au e i.

Maar (het is) zoals er staat geschreven: Dat wat geen oog heeft gezien en geen oor
heeft gehoord en wat in geen hart opkomt, dat heeft God weggelegd voor wie Hem
liefhebben.

Opmerkingen:
a is hier zowel subject als object. Enkele handschriften hebben i.p.v. het tweede a
hier e ca (Conzelmann, KEK, 78 nt 4 en 5).
De uitdrukking a iaat ia . :t saetai is een semitisme (Jes. 65:16; Jer. 3:16,
51:21; vgl. Lc. 24:38; Hand. 7:23). Bedoeld is hoofd, d.w.z. the organ of
thought. Zie BDR 4,5; Barrett, 72.
. eta ,a betekent of what God provides for believers: prepare, have ready
(Friberg). Het boek maakt ervan klaar hebben voor, GNB96 wegleggen voor,
NBV bestemmen voor. De overige vertalingen hebben bereiden voor.

1 Kor. 2:10
t i e. a :.sa u.i e .e , eta eu :i.u ae, e ,a :i.u a :a ia . auia , sat a a
eu .eu .

18

Aan ons nu heeft God (het) geopenbaard door Zijn geest, want de Geest doorgrondt
alles, ook de (diepste) geheimen van God.

Opmerkingen:
e. is hier niet echt op zn plaats (Metzger spreekt van een loose use). Enkele
kopiisten hebben er ,a van gemaakt (TCGNT, 481; Barrett, 67 nt 1).
. auia a betekent nasporen, zoeken, doorzoeken, onderzoeken, doorgronden,
informeren.
sat in sat a a eu .eu beindigt de gedachtegang en kan worden vertaald
met zelfs (Wallace, 671).
Het substantief a e, (a eu,) staat voor geheim, diepte, diepzinnigheid. De
meeste vertalingen houden het op diepten. W78/95 en GNB96 hebben diepste
geheimen, Wallace leest deep things (Wallace, 671).

1 Kor. 2:11
t , ,a et e.i a ia :ai a eu a ia :eu .t e :i.u a eu a ia :eu e . i au a ,
eu a, sat a eu .eu eu e.t , . ,ias.i .t e :i.u a eu .eu .

Want wie van de mensen weet de dingen van de mens, behalve de geest van de
mens die in hem is? Zo kent (of: begrijpt) ook niemand de dingen van God, behalve
de Geest van God.

Opmerkingen:
Enkele handschriften laten a ia :ai weg (Barrett, 67 nt 2).
Veel vertalingen maken van a eu a ia :eu een omschrijving: het innerlijk van
de mens (Telos), iemands wezen (W78/95). GNB96 heeft: Wie weet wat er in
een mens omgaat (vgl. het Boek). KJV heeft the things of a man (vgl. WYC).
Canisius vult in: de verborgenheden van de mens, NAS leest: the thoughts of a
man. De genitief betekent, net als verderop in het vers a eu .eu , zoiets als
among (Wallace, 301).
Bij bepalingen die bij een substantief horen wordt het lidwoord herhaald: e :i.u a
e . i au a (Robertson, GGNT, 782).
eu a, is een voegwoord van vergelijking en wijst terug naar vers 11a.
. ,ias.i (Gingrich: to understand, to comprehend) is een perfectum en als
zodanig inwisselbaar met et e.i, wat immers een praesens-perfectum is van een
verdwenen variant van e a a, namelijk .t ea (te weten komen). In feite staat er twee
keer: wie te weten gekomen is en daarom weet (Thayer, ,t iacsa; vgl. GG
200a). Veel vertalingen vertalen beide werkwoorden met hetzelfde verbum (LV,
W78, W95, Telos, NBV: kennen; SV, NBG, LUV, GNB96: weten), behalve de
Wycliff-bijbel, die leest: And who of men woot, what thingis ben of man, but the
spirit of man that is in hym? So what thingis ben of God, no man knowith, but the
spirit of God. Beide werkwoorden - woot (van witan of to wit) en know - liggen
net als et ea en ,t iacsa in elkaars verlengde: In Middle English, woot was used as
another form of to know. Subtle differences existed between woot and know, with
the latter usually representing familiar with and woot representing a more direct,
physical knowledge (zie: http://en.wiktionary.org/wiki/woot). Merk op dat to woot
familie is van het Nederlandse woord weten en to know (knoeanan) gno- als
basis heeft (vgl. ,tia csa en gnosis).

19

1 Kor. 2:12
.t , e. eu e :i.u a eu se ceu . a e.i a a e :i.u a e . s eu .eu , t ia .t ea .i a
u :e eu .eu ,atc. ia t i

Maar wij hebben niet de geest van de wereld ontvangen, maar de Geest die uit God
is, opdat wij weten, de dingen die ons door God (in genade) zijn gegeven.

Opmerkingen:
Het deelwoord ,atc. ia (aor. P. acc. neut.) van ,at ,eat betekent to give
graciously, give freely, bestow (Thayer, ,at ,eat-c) of to give or grant freely as a
favor (Gingrich).
.t ea .i is een van de weinige voltooide conjunctieven in het NT (Robertson,
GGNT, 325, 983).

1 Kor. 2:13
a sat aeu .i eu s . i eteaset , a ia:t i, ce|ta, e ,et, a ` . i eteaset , :i.u ae,,
:i.uatset , :i.uatsa cu,st iei.,.

En hiervan spreken wij, niet met woorden door menselijke wijsheid geleerd, maar
geleerd door de Geest, zodat wij geestelijke zaken uitleggen door middel van
geestelijke zaken (of: aan geestelijke mensen).

Opmerkingen:
a ia:t ie, betekent menselijk of van de mens (afkomstig).
De genitief a ia:t i, ce|ta, is mogelijk een genitivus auctoris na een
gesubstantiveerd adjectief, eindigend op -e,. Wallace ziet hier echter zowel een
genitive of agency als een genitive of means (BDR 183.2; Wallace, 125-127;
Conzelmann, KEK, 78 nt 6). Ook Robertson meent dat hier zowel sprake kan zijn
van een genitief als een ablatief (die aangeeft waardoor of waarmee iets gebeurt).
Vgl. Robertson, GGNT, 504, 516). Barrett leest hier een genitivus subiectivus
(Barrett, 75).
cu,st ia betekent of things brought together for explanation: interpret, explain,
combine (Friberg), to explain, primarily by means of comparison - to explain, to
make clear (Louw-Nida 33.154). Conzelmann merkt op dat naast deuten
cu,st ia ook kan betekenen vergleichen (indem wir mit Geistesgaben (die wir
schon besitzen) Geistesgaben (die wir erhalten) vergleichen) of verbinden
(indem wir geistliche Inhalte in geistliche Form bringen). Vgl. Conzelmann, KEK,
78 nt 7; Barrett, 76.
:i.uatset , kan worden vertaald als een dativus obiectivus masculinum
(uitleggend aan geestelijke mensen (vgl. vers 15): W78) of als een dativus
instrumentalis neutrum (wij verklaren het geestelijke met het geestelijke: NBV).
Robertson ziet in :i.u ae,, :i.uatset , :i.uatsa drie keer een neutrum, want
the presence of e ,et, inclines one to the notion that Paul is here combining
spiritual ideas with spiritual words. The neuter singular with the article is very
common for the expression of an abstract idea. One does not have to say that the
adjective is here used instead of the abstract substantive, but merely as an
abstract substantive. Cf. English the beautiful and the good with beauty and
goodness. This is good ancient Greek (Robertson, GGNT, 654; vgl.
Conzelmann, KEK, 78 nt 7).

20

1 Kor. 2:14
u,tse , e. a ia:e, eu e. ,.at a eu :i.u ae, eu .eu ata ,a au a . cti sat eu
eu iaat ,ia iat, e t :i.uatsa , a iast i.at.

De mens staat van nature niet open voor de dingen van de Geest van God, want ze
zijn (lett. het is) hem een dwaasheid en hij kan (ze) niet kennen, want het oordeel
wordt geestelijk bepaald.

Opmerkingen:
u,tse , a ia:e, betekent de natuurlijke mens of de ongeestelijke mens (vgl.
NBV: de mens die de Geest niet bezit), d.w.z. the man possessed of mere
natural life (1 Cor. 2:14) as opposed to regenerate (:i.ua-tse ,) life (1 Cor. 2:15)
(Robertson, GGNT, 158-9). Zie voor een excurs: Conzelmann, KEK, 93-4. Vgl.
Barrett, 77.
a eu :i.u ae, betekent letterlijk dat wat is van de Geest (Wallace, 236).
e. ,eat betekent letterlijk ontvangen. In dit vers staat het werkwoord voor to
receive favorably, give ear to, embrace, make one's own, approve, not to reject
(Thayer)
ata in ata ,a au a . cti is het predicaatsnomen (Wallace: qualitative
predicate nominative), terwijl au a het meewerkend voorwerp is. Gezien de
plaatsbepaling krijgt het predicaat hier de nadruk (BDR 190,1; Wallace, 265).
a iast ia betekent judge, call to account (Gingrich). Bauer heeft: beurteilen,
prfen (a iast ia-2) en Murre leest beoordelen, zijn oordeel bepalen of
uitspreken. De Naardense Bijbel maakt ervan: doorgronden en Het Boek
doorzien.

1 Kor. 2:15
e e. :i.uatse , a iast i.t [a ] :a ia, au e , e. u :` eu e.ie , a iast i.at.

Maar de door de Geest verlichte mens beoordeelt alles en zelf wordt hij door
niemand beoordeeld.

Opmerkingen:
e :i.uatse , betekent, gezien de uitgang -tse ,, letterlijk hij die van Geest is, hij
die tot de Geest behoort, wat door Murre wordt vertaald met de door de Geest
verlichte mens (regenerate). Vgl. BDR 113,2; Robertson, GGNT, 159. Merk op
dat grammaticaal gezien ook sprake kan zijn van De Geestelijke par excellence,
d.i. God. Maar deze betekenis past niet in de context (Barrett, 77).
a iast ia betekent judge, call to account (Gingrich). Bauer heeft: beurteilen,
prfen (a iast ia-2) en Murre leest beoordelen, zijn oordeel bepalen of
uitspreken. De Naardense Bijbel maakt ervan: doorgronden en Het Boek
doorzien.
Metzger weet niet goed of a bij :a ia is weggelaten (als gevolg van een
homoioteleuton) of dat het juist is toegevoegd om te voorkomen dat :a ia zou
worden gelezen als een masculien enkelvoud (TCGNT, 482; Conzelmann, KEK,
78 nt 8).
u :` eu e.ie , is een vorm elisie (Robertson, GGNT, 208).


21

1 Kor. 2:16
t , ,a . ,ia ieu i sut eu, e , cuta c.t au e i, .t , e. ieu i Xtceu . ,e.i.

Want wie kent de gezindheid van de Heer, dat die Hem raad zal geven? Maar wij
hebben de gezindheid van Christus.

Opmerkingen:
e ieu , betekent het geestelijke waarnemingsvermogen, waartoe behoren:
zintuigen, karakter, inborst, verstand, rede, inzicht (Thayer: the mind, the
intellective faculty, the understanding). Murre vertaalt voor dit vers: het denken
van de Heer (zijn bedoelingen, zijn gezindheid). Canisius maakt er het inzicht
van. SV, LV en NBG lezen de zin, W95 de gezindheid. W78 heeft gedachte.
GNB96 geeft een meer vrije vertaling: Wie kent de gedachten van de Heer? Wie
kan hem raad geven? Welnu, wij denken als Christus.
Het relativum e , leidt hier een consecutieve bijzin in (Robertson, GGNT, 724).
Vgl. de NBV: 'Wie kent de gedachten van de Heer, zodat hij hem zou kunnen
onderwijzen?'


Korinthirs niet aan die geestelijke wijsheid toe (3:1-4)

1 Kor. 3:1
Ka ,a , a e.|et , eu s eui i a cat u t i a , :i.uatset , a ` a , cast iet,, a , i:t et,
. i Xtca .

En ik (of: wat mijzelf betreft), broeders, ik kon niet tot jullie spreken als tot door de
Geest verlichte mensen, maar als tot mensen van vlees en bloed, als tot jonge
kinderen in Christus.

Opmerkingen:
e :i.uatse , betekent, gezien de uitgang -tse ,, letterlijk hij die tot de Geest
behoort ofwel, de door de Geest verlichte mens (possessed of regenerate life).
Vgl. BDR 113,2; Robertson, GGNT, 159 (Conzelmann: Geistmenschen (KEK,
88). Deze mens wordt tegenover u,tse , a ia:e, gesteld.
cast ie, staat voor van vlees, vleselijk of zelfs rooted in flesh (Thayer). Murre
vertaalt met van vlees en bloed (vgl. Conzelmann: Fleischmenschen (KEK,
88)). Het woord wordt vaak verward met ca stse, (zie vers 3), wat betekent
betreffende de aard en eigenschappen van vlees: bij het vlees behorend, ofwel
zwak, zinnelijk (Murre). Vgl. Robertson, GGNT, 158; Barrett, 79 nt 1.
i :te, betekent letterlijk klein kind. In dit vers wordt i:t et, als metafoor gebruikt
voor: childish, untaught, unskilled, d.w.z. als antoniem van . .tet (Thayer).
Conzelmann herkent in het gebruik ervan de diatribestijl van Paulus
(Conzelmann, KEK, 97).

1 Kor. 3:2-3
,a a u a , . :e tca, eu a a eu :a ,a . eu iac.. a ` eu e. . t iu i eu iac.,
3
. t ,a
castset . c.. e :eu ,a . i u t i , e, sat . t,, eu ,t castset . c. sat saa a ia:ei
:.t:a.t .,

22

Ik heb jullie melk laten drinken, geen vast voedsel, want dat konden jullie nog niet.
Zelfs nu kunnen jullie dat nog niet, want jullie zijn nog vleselijk. Want wanneer onder
jullie jaloezie is en strijd, zijn jullie toch zeker vleselijk en gedragen jullie je als een
mens (of: menselijk).

Opmerkingen:
,a a u a , zijn dubbele accusatieven bij . :e tca (een zogeheten causatief). De
eerste accusatief duidt een ding aan, de tweede een persoon (vgl. iets iemand
te drinken geven). Zie BDR 155,7; GG 153a; Wallace, 182; Robertson, GGNT,
484.
Vrijwel alle vertalingen (Canisius en LUV uitgezonderd) laten bij . :e tca het
aspect van drinken weg en maken er geven of voeden met van, zodat het
werkwoord ook slaat op a a. Hier is sprake van een zeugma (van ,.u ,iut of
verbinden), d.w.z. een werkwoord dat met twee zelfstandige naamwoorden
wordt verbonden, terwijl het syntactisch of inhoudelijk maar op n ervan kan
slaan. In feite is ook sprake van een ellipsis, omdat er voor de goede zin nog een
werkwoord bij zou moeten (BDR 479.2; GG 293d; Robertson, GGNT, 1200-1).
a a duidt hier op ja sogar (BDR 448,7; Robertson, GGNT, 1186).
ca stse, betekent betreffende de aard en eigenschappen van vlees: bij het vlees
behorend, ofwel zwak, zinnelijk (Murre). Het woord wordt vaak verward met
cast ie, (van vlees, vleselijk (1 Kor. 3:1)), wat Murre vertaalt met van vlees en
bloed. Vgl. BDR 113,2; Robertson, GGNT, 158-9.
. t iu i betekent jetzt noch (Bauer, iu i-1c).
e :eu krijgt in vers 3 volgens Thayer de betekenis van als, in zoverre als, terwijl
Blass, Debrunner en Rekopf het woordje lezen als da met causale betekenis
(BDR 456,8). Conzelmann sluit zich bij deze laatste lezing aan (op. cit. 88 nt 7).
De Textus Receptus voegt na sat . t, nog sat et,ecactat (tweedracht) toe.
Metzger ziet er een poging in om het vers te laten lijken op de opsomming uit Gal.
5:20 (TCGNT, 482-3).
Enkele handschriften hebben . .t, voor . t,, een alternatief meervoud i.p.v. . te.,.
Vgl. Robertson, GGNT, 267.
:.t:a. a betekent naast rondwandelen ook zich gedragen of leven.

1 Kor. 3:4
e ai ,a . , t, . ,a . i .t t Eau eu, . .e, e. . ,a `A:ea , eu s a ia:et . c.,

Want zolang de een zegt: Ik ben van Paulus en de ander Ik van Apollos, zijn jullie
toch zeker mensen?

Opmerkingen:
Het voegwoord e ai drukt in dit vers een gelijktijdigheid uit en betekent zolang
(GG 276g).
De correlatieven t, . .e, drukken een alternatief uit (de een de ander),
wat wordt versterkt door . i e. . Zie Robertson, GGNT, 743,750; vgl. Conzelmann,
KEK, 51, 88 nt 8.
De bezitsgenitieven in dit vers drukken een verbondenheid uit, vergelijkbaar met
de verwantschapsgenitief, en zijn predicatief (BDR 162,9; Wallace, 82-3 nt 32).
Barrett vermoedt dat het gaat om wachtwoorden (vgl. 1 Cor. 1:12).
23

Naast `A:ea komt ook `A:. voor (zie varia lectio van Hand. 18:24; 19:1). Het
kan hier gaan om een klinkerverwisseling, maar ook om een totaal ander persoon
(BDR 29,6; 55,6).


Bewijs: de rollen van Paulus en Apollos verkeerd begrepen (3:5-17)

1 Kor. 3:5
Tt eu i . cti `A:ea ,, t e. . cti Eau e,, eta seiet et` ai . :tc.u ca., sat . sa ca a , e
su te, . eas.i.

Wie is (lett. wat is) dan Apollos, wie is dan Paulus? Dienaren door wie jullie tot geloof
zijn gekomen en wel zoals de Heer aan een ieder heeft gegeven.

Opmerkingen:
De Textus Receptus heeft t , i.p.v. t, maar Metzger acht de persoonlijke
vraagwoorden secundair. Sterker nog, volgens hem is t hier noodzakelijk gezien
het onzijdige t in vers 7 (niets i.p.v. niemand). Vgl. TCGNT, 483; Conzelmann,
KEK, 88 nt 9. Wallace meent dat er eigenlijk staat: Apollos belongs to what larger
category? (Wallace, 43-4).
Naast `A:ea komt ook `A:. voor (zie varia lectio van Hand. 18:24; 19:1). Het
kan hier gaan om een klinkerverwisseling, maar ook om een totaal ander persoon
(BDR 29,6; 55,6).
et` heeft hier een intermediate idea en drukt uit hoe Paulus en Apollos als
tussenpersonen betrokken waren bij de bekering van de gelovigen in Korinthe
(Robertson, GGNT, 583).
sat is hier epexegetisch gebruikt (en wel of namelijk). Vgl. BDR 442,18.
Het deel van de bijzin dat de nadruk krijgt wordt soms al vr het voegwoord
geschreven: . sa ca a , (BDR 475,1).
Barrett meent dat . sa ca niet zozeer slaat op hen die tot geloof zijn gekomen,
maar op de eta seiet die elk van God hun eigen taak hebben gekregen (and each
one simply performed the service the Lord gave him to do). Vgl. Barrett, 84-5.

1 Kor. 3:6
. ,a .|u .uca, `A:ea , . :e tc.i, a a e .e , uai.i

Ik heb geplant, Apollos heeft water gegeven, maar God heeft doen groeien.

Opmerkingen:
Naast `A:ea komt ook `A:. voor (zie varia lectio van Hand. 18:24; 19:1). Het
kan hier gaan om een klinkerverwisseling, maar ook om een totaal ander persoon
(BDR 29,6; 55,6).
a a duidt hier op een negatie van een tegenovergesteld idee: der aber wachsen
lie, war nicht ich oder er, sondern Gott (BDR 448,3).
Het werkwoord aua ia is hier transitief bedoeld (doen groeien). Het wordt in het
NT vaker intransitief gebruikt (groeien). Zie BDR 101,11; Wallace, 412.

1 Kor. 3:7
a c. eu . e |u.u ai . ct i t eu . e :et ,ai a ` e aua iai .e ,.
24

Zodat noch degene die plant, noch degene die water heeft, is iets, maar God die
doet groeien.

Opmerkingen:
t is predicaat bij het koppelwerkwoord . cti en verwijst naar Tt eu i . cti
`A:ea ,, t e. . cti Eau e, in vers 5 (Robertson, GGNT, 743).
eu . eu . is een correlatief voor noch noch (Robertson, GGNT, 1189).
Het deelwoord in e aua iai .e , is attributief gebruikt (God die []). Zie Wallace,
618. Barrett leest .e , als een bijstelling: Hij die doet groeien, God (Barrett, 85).

1 Kor. 3:8
e |u.u ai e. sat e :et ,ai . i .t cti, . sace, e. e i t etei tce i .at saa e i
t etei se :ei

Degene die plant, maar ook degene die water geeft, zijn n (ding). Maar eenieder
zal zijn eigen loon ontvangen, naar zijn eigen arbeid.

Opmerkingen:
Ondanks het gelijke geslacht van de substantieven wordt hier in de opsomming
met sat toch het lidwoord herhaald (e |u.u ai sat e :et ,ai), omdat het om
personen gaat, die noodzakelijk van elkaar gescheiden zijn (BDR 276,2;
Robertson, GGNT, 786).
e. sat betekenen samen maar ook of maar zelfs (Bauer, e. -4; BDR 447,6; GG
252,12). De SV maakt er echter losse voegwoorden van: En die plant, en die
nat maakt, terwijl vrijwel alle andere vertalingen er eentje schrappen: Die plant
en die begiet (NBG, Telos, Palm NT, W78, W95 en NBV). Canisius leest: Toch
zijn ze n, hij die plant en hij die begiet (Vgl. LUV (en LV): Die nu plant (hij nu
die plant) en (hij) die begiet zijn n (horen bij elkaar)).
. i is een Artergnzung, een predicaat dat de hoedanigheid van het subject
weergeeft (GG 258b).
t etei is hier eigentmlich gebruikt als antoniem van a e te, (een ander
toebehorend). Vgl. BDR 286,3; Robertson, GGNT, 691.

1 Kor. 3:9
.eu ,a . c.i cui.,et , .eu ,.a ,tei, .eu et seee . c..

Want wij zijn medewerkers van God. U bent de akker van God, Gods bouwwerk.

Opmerkingen:
.eu ,a . c.i cui.,et kan erop duiden dat Paulus en Apollos samenwerken met
God (ICC, 58-9). .eu is dan een genitive of association (een soort genitivus
associativus). Barrett heeft: For we are fellow-workers in the service of God
(Barrett, 86; vgl. Bauer, cui.,e ,). Wallace leest in het woord echter een
bezitsgenitief en vult een wederkerig voornaamwoord in (we are fellow-workers
[with each other], belonging to God). Volgens hem impliceert het prefix cui in
cui.,et weliswaar een genitive of association, maar vervult de genitief in de zin
een andere functie (Wallace, 130). Barrett wijst dit af.
. c.i drukt een exclusief wij uit (het onderscheidt de briefschrijver en zijn
medewerkers van het publiek voor wie de brief is bedoeld). Vgl. Wallace, 398.
25

,.a ,tei is geen verkleinwoord (zie de tei-uitgang), maar een juridische term voor
akkerland of bouwland (BDR 111,9).

1 Kor. 3:10
Kaa i ,a ti eu .eu i ee.t ca i et a , ce|e , a ,t. sai .. tei . sa, a e, e.
. :etseee.t . . sace, e. .:. a :a , . :etseee.t .

Naar de genade van God die mij is geschonken, heb ik als een kundige
bouwmeester een fundament gelegd, maar een ander bouwt daar op (voort). Laat
een ieder opletten hoe hij (daarop) (voort)bouwt!

Opmerkingen:
De handelende persoon bij het passieve deelwoord ee.t ca i is weggelaten, maar
uit de context is onmiddellijk duidelijk dat God de genade heeft geschonken.
Wallace concludeert dat het gaat om een Goddelijk passivum (Wallace, 436,438).
a , ce|e , a ,t. sai is een vrije bepaling van wijze bij het subject (ik). Vgl. GG
260i.
De adjectief-subjectief verbinding ce|e , a ,t. sai kent geen lidwoord (vgl. e
a ,t. sai e ce|e , of a ,t. sai e ce|e ,). Daarbinnen staat ce|e , in een
attributieve relatie tot a ,t. sai (Wallace, 309-11). Merk op dat ce|e , hier
geschickt, gebt of kundig betekent (Bauer-ce|e ,-1; ICC, 60). Barrett houdt het
echter op wijs, om het vers beter te laten aansluiten bij 1 Kor 1:18-29 (Barrett, 86
vgl. Schnabel, HTA, 203).
In het samengestelde woord a ,t. sai (wat bouwmeester betekent (vgl Plato,
Staatsman, 259E, 260A)) regeert het eerste lid (a ,t) het tweede (BDR 118,2).
.. tei kan zowel onzijdig zijn (Hand. 16:26) als mannelijk (vgl. .. te,).
. :etseee. a betekent nog hoger bouwen, bouwen op, opbouwen, herstellen,
geestelijk opbouwen of stichten. Bauer heeft: weiter bauen, Lidell-Scot: to
build on to (vgl. Murre: erop bouwen). W95 vertaalt met: [] waarop een ander
voortbouwt. Maar laat iedereen toezien hoe hij daarop bouwt.
. :etseee.t is tweemaal gebruikt in de tegenwoordige tijd, met een iteratief aspect.

1 Kor. 3:11
.. tei ,a a ei eu e.t , eu iaat .t iat :aa e i s.t .iei, e , . cti `Iceu , Xtce ,.

Want niemand kan een ander fundament leggen dan dat wat er ligt, namelijk (lett.
dat is) Jezus Christus.

Opmerkingen:
:aa na a e, betekent other than, different from (Thayer, :aa -2; vgl. BDR
236,3). Robertson maakt ervan beyond of above, alsof sprake is van een
comparativus (Robertson, GGNT, 616). Wycliff heeft outakun (outtaken).
e , . cti kan worden vertaald met namelijk om de bijstelling beter te laten
uitkomen (Conzelmann, KEK, 88 nt 14).

1 Kor. 3:12-13
.t e. t, . :etseee.t . :t e i .. tei ,uce i, a ,uei, t eu, tt eu,, u a, ,e ei,
saa i,
13
. sa ceu e . ,ei |ai.e i ,.i c.at, ,a . a ea c.t, e t . i :ut
a :esau :.at sat . sa ceu e . ,ei e :et e i . cti e :u [au e ] eesta c.t.
26


Maar indien iemand echter op het fundament verder bouwt (met) goud, zilver,
kostbare stenen, hout, hooi of stro (of: riet) ieders werk zal aan het licht komen (lett.
openbaar worden), want de dag zal het duidelijk maken, omdat deze in (of: door)
vuur wordt geopenbaard en het vuur zal beproeven hoe ieders werk is.

Opmerkingen:
De voorwaardelijke zin .t + indicatief duidt op een realis en is hier algemeen van
aard (hoewel dergelijke constructies vaak particulier zijn). Vgl. Wallace, 706;
Barrett, 88; Weiss, KEK, 80. NB. de protasis in vers 12, wordt gevolgd door een
apodosis in vers 13.
De prefix . :t wordt vaak als voorzetsel herhaald (Robertson, GGNT, 560).
De opsomming van stoffen in vers 12 is een asyndeton, een zinsverband zonder
voegwoorden. De stijlfiguur is bedoeld om lebhaft vorzutragen (BDR 460,4;
Robertson, GGNT, 427, 1178). De eerste vier bouwmaterialen zelf lijken een
verwijzing naar Salomos tempel (Fee, NICNT, 140-1).
Het lidwoord in . a geeft volgens Wallace aan dat het gaat om de dag par
excellence, d.i. de dag des oordeels (Wallace, 222; Barrett, 88).
e t leidt hier een causale bijzin in (Wallace, 461).
Het substantief in het voorzetselvoorwerp . i :ut is kwalitatief bedoeld (Wallace,
247 nt 80). Robertson schrijft dat het voorzetsel . i instrumenteel is gebruikt
(Robertson, GGNT, 590), terwijl Weiss en Conzelmann er liever een aanduiding
voor Begleitungsunstnden in zien (Weiss, KEK, 81; Conzelmann, KEK, 96 nt
18). NBG heeft met vuur (vgl. W78 en W95), SV schrijft door vuur (vgl. LUV en
NBV), terwijl LV het op in vuur houdt (zie ook Canisius en Telos).
a :esau :a betekent hier figuurlijk to make known, make manifest, disclose, what
before was unknown (Thayer, a :esau :a-2). Thayer voegt toe: The a :esa ut,
or unveiling precedes and produces the |ai. act, or manifestation; the former
looks toward the object revealed, the latter toward the persons to whom the
revelation is made. Others, however, seem to question the possibility of
discrimination.
Murre vertaalt het passivum a :esau :.at met openbaar worden, aan het licht
gebracht worden. NBG, W78 en W95 maken ervan: Want de dag zal het doen
blijken, omdat hij met vuur verschijnt (vgl. GNB96). Merk op dat het subject van
het passief onbenoemd blijft. Het werkwoord kan slaan op . sa ceu e . ,ei of op
. a (Barrett, 88). ICC kiest voor het laatste (ICC, 63).
Het relativum e :et ei leidt een indirecte vraag in (wat voor?), die afhangt van
eesta c.t (BDR 300,2; GG 61b; Robertson, GGNT, 731-2, 1176). Voorwaarde
is dan wel dat e . ,ei wordt gelezen als een nominatief. Het is ook mogelijk om
e . ,ei te beschouwen als een accusatief, waardoor e :et ei een nadere
bestemming weergeeft (zodanig als): Het vuur zal zodanig werk beproeven als
er is [geleverd]. Vgl. Conzelmann, KEK, 96 nt 20; Weiss, KEK, 81; ICC, 64.
au e is een pleonasme. Veel handschriften laten het weg. NAS vertaalt als een
van de weinige: the fire itself will test [] (vgl. TCGNT, 483-4). Weiss wijst een
betrekking tussen au e en e :u als onlogisch af (Weiss, KEK, 81).

1 Kor. 3:14
.t tie, e . ,ei .i.t e . :etseee c.i, tce i .at

27

Als het werk van iemand, dat hij heeft opgebouwd, standhoudt, dan zal hij loon
ontvangen.

Opmerkingen:
.t + indicatief leidt een conditionele bijzin in (protasis), gevolgd door een
apodosis.
De NA
27
geeft .i.t , een futurum, maar het ICC vindt een praesens (. i.t) beter
kloppen met the idea of permanence (ICC, 64)). Zie BDR 372,5; GG 281b;
Robertson, GGNT, 1008. Zie ook Wallace, 706.
Het onbepaalde voornaamwoord t, staat bij Paulus vaak vr een naamwoord
(BDR 301,1).
Werkwoorden die beginnen met et krijgen geen augment, zoals hier de aoristus
. :etseee c.i (BDR 67,1).

1 Kor. 3:15
.t tie, e . ,ei saasa c.at, ,ta c.at, au e , e. ca c.at, eu a, e. a , eta :ue ,.

Indien het werk van iemand in de as zal worden gelegd, zal hij/ het worden
benadeeld (of: beboet). Maar hijzelf zal worden gered, maar zo zoals door vuur
(heen).

Opmerkingen:
.t + indicatief (hier van het futurum; vgl. vers 14) leidt hier een als-dan
gevolgtrekking in (protasis-apodosis). Zie BDR 372,5; GG 281b; Robertson,
GGNT, 1008; Wallace, 706.
Alle werkwoorden in dit vers zijn Goddelijke passiva!
saasa a betekent geheel verbranden. Naast de vervoeging van het passieve
futurum saasa c.at bestaat saasauc.at (Op. 18:8; vgl. Rom. 1:27). Zie
Robertson, GGNT, 350; ICC, 64.
,te a betekent zowel schaden en benadelen als straffen en beboeten. Vrijwel
alle vertalingen kiezen voor schade lijden, de schade moeten dragen of de prijs
ervoor betalen (NBV). Palm maakt ervan: zal hij het loon missen. Alleen de
Naardense Bijbel heeft: zal hij daarvoor boeten (wat Schnabel afwijst (Idem,
HTA, 211)). Vgl. Conzelmann, KEK, 103. Merk op dat in al deze varianten de
passieve vorm ontbreekt.
Weiss wil dat e . ,ei het subject is van ,ta c.at om onderscheid te maken
tussen wat er met het werk van de falende missionaris gebeurt en wat met zijn
persoon (Weiss, KEK, 82; zie ook ICC, 65).
a , introduceert een metafoor (Barrett, 89), of duidt op iets spreekwoordelijks (als
het ware).
eta in eta :ue , betekent hier tussen door of door heen (Robertson,
GGNT, 582), i.e. local rather than instrumental (ICC, 65). Vgl. Num. 31:23; Zach.
13:9 en Jes. 43:2.

1 Kor. 3:16
0u s et ea. e t iae , .eu . c. sat e :i.u a eu .eu et s.t . i u t i,

Jullie weten toch zeker dat jullie Gods tempel zijn en (of: ) dat de Geest van God in
jullie woont.


28

Opmerkingen:
Vrijwel alle vertalingen lezen de retorische vraag: Weten jullie dan niet []?
Alleen GNB96 heeft: U weet toch dat []. Vgl. GG 269a. Conzelmann spreekt
van een gelufige, pdagogische Wendung des Diatribestils (Conzelmann, KEK,
103 nt 87). Zie ook Schnabel, HTA, 213.
e t leidt een voorwerpzin in die in zijn geheel object is bij et ea. (GG 270c).
iae , .eu is het predicaat bij het koppelwerkwoord .t t . Omdat het naam-
woordelijk deel van het gezegde hier geen lidwoord krijgt, krijgt de bijbehorende
genitief dat ook niet (BDR 259,2). .eu is een genitive of association of een
bezitsgenitief (vgl. 1 Kor. 3:9).
ICC wil iae , .eu per se vertalen met Gods tempel en niet met een tempel van
God (vgl. NBV): There is but one Temple, embodied equally truly in the whole
Church, in the local Church, and in the individual Christian; the local Church is
meant here (ICC, 66).
Merk op dat er in het vers iae , staat en niet t.e i. Deze laatste duidt het hele
complex aan, de eerste bevatte het Heilige der Heilige. Het idee van de
gemeenschap als tempel zien we ook in Jes. 28:16-17; Ez. 40-48 en vooral in
Qumran: 1QS 5:6; 8:8; 9:3-6; 11:7-9; 1QH 6:24-28; 4QFlor 1:2-3; CD 3:19-4:4.
Schnabel gelooft echter niet in afhankelijkheid (Idem, HTA, 214).
sat in sat e :i.u a eu .eu is epexegetisch: het legt uit in welk opzicht de
gemeente in Korinthe Gods tempel is (ICC, 66).

1 Kor. 3:17
.t t, e i iae i eu .eu |.t .t, |..t eu ei e .e , e ,a iae , eu .eu a ,te , . cti,
et ti. , . c. u .t ,.

Als iemand de tempel van God te gronde richt, zal God hem te gronde richten. Want
de tempel van God is heilig en dat is wat jullie zijn.

Opmerkingen:
|.t .t is mogelijk een praesens de konatu (Barrett, 91). Merk op dat Conzelmann
|.t a interpreteert als een antoniem van ca ,a (Conzelmann, KEK, 104 nt 93)
terwijl Schnabel . :etseee. a aanwijst als tegenhanger (Schnabel, HTA, 215).
Conzelmann ziet in |.t .t, |..t een chiasme, die uitdrukking geeft aan het ius
talionis (Conzelmann, KEK, 104 nt 93; ICC, 67; Thiselton, NIGTC, 317). Weiss
heeft het over een antanaclasis (of reflexio), d.w.z. de herhaling van een woord in
een dialoog, waarbij een spreker n of meer woorden van de vorige spreker
overneemt, maar deze van een verschillende betekenis voorziet (Weiss, KEK,
85). Immers, de eerste vermelding van het werkwoord duidt op het te gronde
richten van de tempel (Bauer spreekt hier overigens van een Hauswesen:
|.t a-1b) en de tweede op het eeuwig verderven van iemand (Bauer, |.t a-2c).
Weiss begrijpt de gekozen beeldspraak niet helemaal (Weiss, KEK, 85-6), maar
het ICC heeft er geen problemen mee (ICC, 67).
Het predicaat blijft vaak onbenoemd, zoals hier mogelijk e iae , eu .eu is
weggelaten voorafgaand aan et ti., (BDR 131,4; Robertson, GGNT, 412).
Barrett wijst erop dat grammaticaal gezien et ti., ook kan verwijzen naar a ,te ,.
Omdat het relativum zich lijkt te richten naar u .t , i.p.v. naar het antecedent, kan
het allebei (GG 263e; Robertson, GGNT, 729). Barrett pleit ervoor om die
onduidelijkheid in de vertaling te laten staan: for Gods temple is holy and that
29

is what you are (Barrett, 91-2). Ook ICC doet dat: As distinct from the simple
relative, et ti., commonly carries with it the idea of category, of belonging to a
class; and this is what ye are, and such are ye (ICC, 68). Schnabel: Der
Relativsatz [] ist nicht nur auf heilig und nicht nur auf Tempel zu beziehen,
sondern auf das ganze Urteil der Tempel Gottes ist heilig (Idem, HTA, 216).
Relatieve bijzinnen zoals et ti. , . c. u .t , kunnen volgens Robertson cause,
purpose, result, concession or condition uitdrukken (Robertson, GGNT, 960).


Eenheid in Christus (3:18-23)

1 Kor. 3:18
\e.t , .aue i .a:aa a .t t, ees.t ce|e , .t iat . i u t i . i a at a it eu a , ae ,
,.i. ca, t ia ,. iat ce|e ,.

Laat niemand zichzelf bedriegen! Als iemand onder jullie zich verbeeld dat hij in deze
tijd/ wereld wijs is, laat hij dwaas worden om wijs te worden.

Opmerkingen:
\e.t , .aue i .a:aa a (imp. praes. van .a:aa a) drukt een verbod uit
(Conzelmann: Warnung im Diatribenstil (KEK, 106) ICC: rebuke (ICC, 69)).
Vaak vertalen we dat met laat niemand zichzelf bedriegen, maar Wallace
waarschuwt dat het Grieks hier sterker is: I order that [] (Wallace, 486-7). Het
verbod is bovendien algemeen van aard, met gnomische strekking (Wallace, 525
nt 30). Het volgt uit vers 16 en 17: The danger of sacrilege and of its heavy
penalty s not so remote as some of the Corinthians may think (ICC, 69).
De combinatie .t t, + indicatief drukt een bepaalde aanname uit (BDR 372,7;
vgl. 380.1a).
Op het werkwoord ees. a (menen, geloven, zich verbeelden) volgt hier een
gewone infinitief (d.i. geen AcI, maar een weergave van indirecte communicatie),
waarbij het onderwerp van het infinitief en het verbum finitum hetzelfde zijn (GG
216e; 218f; Wallace, 605; Robertson, GGNT, 658, 1038; ICC, 69).
.t t, [] . i u t i slaat volgens ICC op een dwaallicht van buiten de gemeente,
anders had er wel .t t, u a i gestaan (ICC, 70).
ce|e , is predicaat bij t, (de infinitief .t iat is koppelwerkwoord). Vgl. GG 216e.
Slaat . i a at a it eu a op . i u t i of op ce|e ,? In het eerste geval zou het een
pleonasme zijn. Veruit de meeste vertalingen en commentaren denken daarom
aan de laatste optie (W78: wijs volgens de opvattingen van deze wereld of wise
by the standards of his age (Fee, NICNT, 151); vgl. Thiselton, NIGTC, 321;
Conzelmann, KEK 106 nt 11; ICC, 70. Weiss verschuift echter een komma en laat
de bepaling betrekking hebben op ae , (Weiss, KEK, 87; vgl. Barrett, 93).
Schnabel leest ae , als een onbepaald substantief: so soll er ein Narr werden,
um weise zu werden (Schnabel, HTA, 221).
,.i. ca is een aoristus-imperatief met een ingressief aspect (Thiselton, NIGTC,
321).


1 Kor. 3:19-20
,a ce|ta eu se ceu eu eu ata :aa a .a . cti. ,. ,a:at ,a e eacce .ie,
eu , ce|eu , . i :aieu,ta au a i
20
sat :a ti su te, ,tia cs.t eu , etae,tceu ,
a i ce|a i e t .t ct i a atet.

30

Want de wijsheid van deze wereld is dwaasheid naar het oordeel van God. Want er
staat geschreven: Degene die de wijzen vangt in hun bedrog. En weer: De Heer kent
de overleggingen van de wijzen, dat zij ijdel (of: dwaas) zijn.

Opmerkingen:
Barrett wijst op de verschuiving van at a i (vers 18) naar se ce, (Barrett, 94).
:aa + 3 krijgt, bij overdrachtelijk gebruik, de betekenis van naar het oordeel van
(BDR 238,3; ICC, 70). Thiselton geeft echter de voorkeur aan naast vanwege
the vivid force of a quasi-spatial metaphor (Thisolton, NIGTC, 322). Nederlandse
vertalingen maken er echter voor God of bij God van.
eacceat (ergreifen) krijgt een accusatief. Het verbum vormt een uitzondering op
de klassieke regel dat werkwoorden van grijpen, aanraken een genitief krijgen
(BDR 170,3; Robertson, GGNT, 474). De constructie e eacce .ie, (lidwoord
met deelwoord) wijst op een beschrijving van God (Barrett, 94). Merk op dat het
hier om een LXX-citaat (Job 5:13), waar echter het participium saaaa iai staat.
:aieu,ta betekent schurkenstreek, arglist, sluwheid (Murre), versatile
cleverness, craftiness of readiness for anything in order to gain ones own ends
(ICC, 71). Ook hier heeft de LXX iets anders, nl. het positievere |ei c.t
(verstandigheid, verstand of inzicht), reden wellicht waarom Luther in 1 Kor
3:19 vertaalt met Klugheit i.p.v. Schlauheit. Paulus kiest echter bewust voor
:aieu,ta , omdat hij duistere praktijken veronderstelt in Korinthe (Barrett, 94).
e eacce .ie, eu , ce|eu , . i :aieu,ta au a i is een gezegde, met bijbehorend
compact taalgebruik, d.w.z. zonder verbum finitum. Wallace raadt aan om het
participium hier te vertalen alsof het om een persoonsvorm gaat (He catches the
wise in their craftiness). Op zich verdwijnt daardoor de typische gezegdevorm,
maar gezien het sterk elliptische karakter van de zin is het nodig (in Job is de zin
een bijstelling bij God: Ik zou mijn zaak voorleggen aan God (v. 1), die [] de
wijzen vangt in hun sluwheid (v. 13). Vgl. Wallace, 55.
sat :a ti in vers 20 wordt vaak gebruikt om OT-citaten aaneen te rijgen en komt
overeen met het semitische r (Thayer, :a ti-2; Conzelmann, KEK, 105 nt 3).
Het vers is overigens een citaat uit Ps. 94:11 (LXX: 93:11), opnieuw met andere
woorden dan de ons overgeleverde LXX-tekst (a ia :ai i.p.v. ce|a i).
Barrett gooit de volgorde van vers 20 wat door elkaar en leest: And again, The
Lord knows that the thoughts of the wise are vain (Barrett, 94). Vgl. LV: en
elders: De Heer weet dat de overleggingen der wijzen ijdel zijn.

1 Kor. 3:21-23
a c. e.t , sau,a ca . i a ia :et, :a ia ,a u a i . cti,
22
.t . Eau e, .t .
`A:ea , .t . K|a ,, .t . se ce, .t . ,a .t . a iae,, .t . . i.ca a .t . . eia
:a ia u a i,
23
u .t , e. Xtceu , Xtce , e. .eu .

Dus laat niemand zich op mensen beroemen, want alle dingen zijn (of: alles is) van
jullie, hetzij Paulus, hetzij Apollos, hetzij Kefas, hetzij de wereld, hetzij leven, hetzij
dood, hetzij wat is, hetzij wat zal zijn: alles is van jullie, maar jullie zijn van Christus,
en Christus is van God.

Opmerkingen:
a c. leidt hier een conclusie in van vers 18-20 (met imperatief, wat buiten Paulus
zelden voorkomt) en betekent dus, zo dan, daarom, derhalve In deze betekenis
31

komt het woordje slechts 19 keer voor in het NT. Normaal staat het voegwoord
alleen in een afgeleide zin (BDR 391,3; Robertson GGNT, 949, 999-1000).
e.t , sau,a ca (imp. praes. van sau,a eat) drukt een verbod uit. Vaak vertalen
we dat met laat niemand zich op mensen beroemen, maar Wallace waarschuwt
dat het Grieks hier sterker is: I order that [] (Wallace, 486-7). Het verbod is
bovendien algemeen van aard, met gnomische strekking (Wallace, 525 nt 30).
. i a ia :et, kan betekenen naar het oordeel van mensen of in mensen (d.w.z.
de leiders van de gemeente, analoog aan de constructie . i sut a ). Vgl.
Conzelmann, KEK, 107 nt 15.
De bezitsgenitief als predicaat (in :a ia u a i . cti) vervangt een bezittelijk
voornaamwoord: u . .a. Het betekent toebehoren, dat waar men recht of
aanspraak op heeft (Murre, .t t -2e). Zie BDR 162,9; 285,7; GG 159b.
Robertson: It is not the copula that affects the case of the genitive at all. It is just
the possessive genitive in the predicate instead of being an attribute (Robertson,
GGNT, 497, vgl. 685). Merk op dat dit verschijnsel ook optreedt als het
koppelwerkwoord (.t t ) is weggelaten (zie vers. 22 en 23). Vgl. GG 158b.
De reeks correlatieven .t . .t . betekenen na :a ia ,a u a i . cti zoiets als:
mag man nennen, mag es sein, mag es sich handeln um (BDR 454,3). Vgl.
W78, GNB96 en NBV: of het nu gaat om of (vgl. Robertson, GGNT, 793,
1027, 1189).
Conzelmann ziet in de opsomming een rhetorisch schema: zweimal drei Glieder,
zwei Glieder, Wiederholung der These, Umschlag (Conzelmann, KEK, 107). De
lijst lijkt een omdraaiing van 1 Kor. 1:12. Mensen behoren niet toe aan Apollos,
Kefas etc., maar die dienaren behoren de gemeente toe. De opsomming laat
vervolgens een stijgende mate van soevereiniteit zien (Barrett, 95).
Voor de schrijfwijze van Apollos, zie 1 Kor. 3:5 en 6.
Bij se ce, staat nooit een lidwoord (BDR 253,6) en bij Paulus ontbreekt het
lidwoord ook bij a iae, (BDR 257,2). Beide woorden kunnen overigens wel
worden voorafgegaan door een voorzetsel.
Veel vertalingen maken van .t . . i.ca a (part. perf. neut. plur. van . it caat (er
zijn)) .t . . eia (part. praes. neut. plur. van . a (zullen)): heden of
toekomst. Vgl. SV: hetzij tegenwoordige, hetzij toekomende dingen.
u .t , e. Xtceu betekent de slaaf van Christus zijn (Conzelmann, KEK, 108).


Alleen God oordeelt (4:1-5)

1 Kor. 4:1
eu a, a , e,t,. ca a ia:e, a , u :. a, Xtceu sat et seie eu, uct ai .eu .

Laat men ons zo beoordelen, als dienaren van Christus en beheerders van het
geheimenis van God.

Opmerkingen:
De bijwoorden eu a, en a , zijn volgens Robertson correlatieven (Robertson,
GGNT, 710, 968). Conzelmann meent echter dat eu a, hier samenvat en niet
vooruitwijst naar a , (Conzelmann, KEK, 108 nt 1; vgl. Wallace, 184).
Barrett maakt van eu a, a , e,t,. ca a ia:e, een tussenvraag: How then
should a man think of us? (Barrett, 99).
32

e,t ,eat betekent naast oordelen en overwegen ook to evaluate, estimate,
look upon as, consider (Gingrich). De imperatief e,t,. ca heeft hier de kracht
van een bevel (Wallace, 486 nt 97).
Robertson noteert een dubbele accusatief na e,t,. ca (vgl. a , en u :. a, sat
et seie eu,) die van elkaar zijn gescheiden door (a , Robertson, GGNT, 481).
Het Grieks gebruikt voor men doorgaans een subjectloze derde persoon
meervoud, et a ia:et, of t,. Het enkelvoud a ia:e, (i.p.v. t,) komt in deze
betekenis maar weinig voor (BDR 130,5; GG 255f). SV leest: een ieder mens,
LV en Palm NT hebben: een ieder. GNB96 maakt ervan: U moet ons dus zien.
et seie e, betekent bestuurder, huismeester, rentmeester, kortom, [iemand]
belast met het beheer over iemands bezit (Murre). Het woord is hier
overdrachtelijk gebruikt voor one entrusted by God with spiritual authority and
administration (Friberg; vgl. Thayer). Bauer en Gingrich maken er beheerder
(resp. Verwalter en steward).

1 Kor. 4:2
ae. et:e i ,.t at . i et , et seie et,, t ia :tce , t, .u . .

Zo wordt verder in het geval van (de) beheerders verlangd dat men trouw wordt
bevonden.

Opmerkingen:
et:e i (in brigen, weiterhin, endlich) is een adverbiale accusatief (GG 157).
Blass, Debrunner en Rekopf merken nog op: Aus dem asyndetischen
satzanfangenden et:e i wird hell. ein begrndendes also (BDR 160,3), reden
waarom Conzelmann vertaalt: Man verlangt ja von den Verwaltern []
(Conzelmann, KEK, 108 nt 2).
Het passief van ,. a betekent to seek i.e. require, demand (Thayer, ,. a-2).
Gingrich geeft: it is required. Bauer vertaalt von den Verwaltern wird verlangt,
da (Bauer, ,. a-2c). Barrett merkt op dat er varianten zijn die ,.t . hebben,
wat een imperatief kan zijn: what you ought to require (Barrett, 101).
. i betekent hier zoveel als in het geval van (Friberg/ Gingrich). Vgl. KJV:
Moreover it is required in stewards, that a man be found faithful. Wycliff maakt
van . i onder: Now it is souyt here among the dispenderis, that a man be
foundun trewe. Nederlandse vertalingen negeren . i en lezen voor of van.
t ia leidt hier geen finale bijzin in, maar vormt een uitbreiding op ,. a d.i. een
werkwoord van willen (BDR 392,2b; Robertson, GGNT, 992-3; Wallace, 475,
678).
Bauer geeft voor :tce , glaubwrdig, zuverlssig, treu (Bauer, :tce ,-1a).
.u t csa is hier overdrachtelijk gebruikt en betekent ausfindig machen, erkennen,
verstehen, einsehen, wahrnehmen of entdecken (Bauer, .u t csa-2). Vaak
wordt het in het NT gebruikt als vertaling van ss: : to be discovered of erfunden
warden als (Bauer, op. cit.; Thayer, .u t csa-2). Sommige vertalingen maken er
meervoud van, in overeenstemming met et , et seie et, (vgl. LV: dat zij getrouw
worden bevonden), andere omzeilen de discrepantie: Voor zulke beheerders is
dit tenslotte het vereiste: betrouwbaar te blijken (NBG).

1 Kor. 4:3
. et e. .t , . a ,tce i . cti, t ia u|` u a i a iasta u :e a ia:t i, . a, a ` eu e.
. aue i a iast ia.
33

Het is (of: betekent) voor mij het allerminste dat ik door jullie wordt geoordeeld of
door menselijk oordeel. Ja, ook mezelf oordeel ik niet.

Opmerkingen:
. a ,tce i is de overtreffende trap van tse , (hier elatief gebruikt: allerminst) en
betekent ganz klein, unbedeutend, recht wertlos (Bauer), very small, quite
unimportant, insignificant, trivial, least important, of little importance (Gingrich).
Zie Robertson, GGNT, 670; Wallace, 303.
Veel vertalingen maken van . et e. .t , . a ,tce i . cti: Nu raakt het mij zeer
weinig (NBG), Mij nu gaat het zeer weinig aan (LV), Mij is echter weinig gelegen
aan uw oordeel (W78/ W95; vgl. Canisius), Het interesseert me niet (NBV) en
Het maakt mij weinig uit (GNB96).
.t , na een koppelwerkwoord (o.i.v. LXX) vertalen we niet (BDR 145.2;
Robertson, GGNT, 458).
t ia leidt hier geen finale bijzin in, maar vormt een voorwerpzin na . a ,tce i
(Robertson, GGNT, 992; Wallace, 475).
a iast ia betekent to judge of, estimate, determine (Thayer).
. a betekent hier geen gewone dag, maar is een latinisme voor gerechtsdag
(dies forensis of diem dicere), een soort dag van het menselijk oordeel,
tegenover . a sut eu (Thayer, . a-3; BDR 5,16).
a ` eu e. betekent ja zelfs (BDR 448,7; Robertson, GGNT, 1186). W78, W96 en
GNB96 maken ervan: Ik oordeel niet eens over mijzelf.

1 Kor. 4:4
eu e. i ,a . aua cu ietea, a ` eu s . i eu a e.etsat aat, e e. a iast iai . su te ,
. cti.

Want ik ben me van mijzelf niets bewust, toch ben ik daardoor (nog) niet
gerechtvaardigd. Maar Hij die me oordeelt, is de Heer.

Opmerkingen:
Het reflexief . aua komt in vergelijking met relfexief gebruikte persoonlijke
voornaamwoorden weinig voor in het NT (Robertson, GGNT, 668). Wallace merkt
op dat . aua een dativus incommodi is (Wallace, 144).
Het praesens-perfectum cu ietea (lett. medeweten; Thayer: to know in one's mind
or with oneself; to be conscious of) komt maar twee keer voor in het NT
(Robertson, GGNT, 319, 627).
. i eu a betekent daardoor of hierin (Thayer, . i-6c).
e.etsat aat is een mediaal perfectum, die een afgesloten handeling weergeeft
(GG 200a).
su te , krijgt geen lidwoord, maar is wel bepaald, maar er is maar n Heer
(Wallace, 264).

1 Kor. 4:5
a c. :e sateu t st i.. . a, a i . e su te,, e , sat |at c.t a su:a eu
cse eu, sat |ai.a c.t a , eua , a i saeta i sat e . e . :atie, ,.i c.at . sa ca a :e
eu .eu .

34

Dus oordeel niets voor de tijd (daar is), tot(dat) de Heer zal komen, die ook de
verborgen dingen van het duister aan het licht zal brengen en de raadsbesluiten der
harten zal openbaren. En dan zal ieder de lof van God ontvangen (lett. aan een ieder
de lof van God geworden).

Opmerkingen:
a c., aan het begin van een zin, leidt een consecutieve bijzin in, die een
gevolgtrekking maakt uit de vorige zin (dus) en waarbij de onderschikking losjes
is (GG 279c). Zie ook: 1 Kor. 3:21.
Voorzetselbepalingen die een tijd aangeven ontberen vaak een lidwoord. In het
geval van :e sateu ontbreekt ook een vorm van .t t . Blass, Debrunner en
Rekopf lezen de uitdrukking als stond er het klassieke: :t i sate i .t iat (BDR
255,5).
. a, a i . e su te, is een coniunctivus futuralis (Wallace, 479-80).
|et ,a betekent verlichten, bekend maken, aan het licht brengen.
De genitivus van een gesubstantiveerd adjectief (a su:a eu cse eu,) drukt
vaak een verschijning uit. Dit kan zowel gaan over personen of, zoals hier, over
abstracte zaken (BDR 263,7; Robertson, GGNT, 763). Wallace ziet er een
genitivus locativus in (Wallace, 125).
|ai.e a betekent openbaren, laten zien.
Het lidwoord in e . :atie, staat voor the praise due to each one (Robertson,
GGNT, 757; Wallace, 217).
a :e eu .eu drukt de ultimate agent uit, d.w.z. Degene die uiteindelijk
verantwoord is voor de handeling uitgedrukt in ,.i c.at (Wallace, 433).


Afrondende vermaning aan de gemeente (4:6-21)

1 Kor. 4:6
Tau a e. , a e.|et , ..c,a tca .t , . aue i sat `A:ea i et` u a ,, t ia . i t i a .
e u :. a ,. ,a:at, t ia .t, u :. eu . ie , |ucteu c. saa eu . . eu.

Maar deze dingen, broeders, heb ik toegepast op mezelf en Apollos, ter wille van
jullie, opdat jullie door ons leren, niet meer [te zijn] dan dat wat geschreven staat,
(namelijk) dat jullie je niet met trots verheffen (lett. opblazen), de een boven (of: om)
de een en tegen de ander.

Opmerkingen:
Het aanwijzend voornaamwoord au a wijst hier terug naar een niet concreet
antecent (an unspecified concept), maar naar 1 Kor. 3:5-4:5 (Thiselton, NIGTC,
348; Barrett, 106). Vgl. Wallace, 333-4.
.ac,at ,a betekent iets een andere vorm geven, vervormen, veranderen,
overbrengen. In dit vers duidt het volgens Murre op iets toepassen op iemand
(Conzelmann herkent hier taal uit de catechese (KEK, 112)). Maar Thiselton
noemt nog andere vertaalmogelijkheden, waaronder op een al dan niet
verborgen wijze toepassen [op zichzelf en Apollos] terwijl eigenlijk wordt gehint op
de plaatselijke geestelijk leiders: I have allusively applied all this to myself and to
Apollos (Thiselton, NIGTC, 349-351; vgl. Barrett, 105-6).
35

Werkwoorden met .a als prefix krijgen doorgaans het voorzetsel .t , (Robertson,
GGNT, 561). De aoristus is hier consummative en duidt op beindiging van een
handeling die bezig was (Wallace, 560-1).
Naast `A:ea komt ook `A:. voor in het NT. Gaat het om een verwisseling van
klinker of om een ander persoon (BDR 29,6; 55,6; Robertson, GGNT, 260)?
Het vers bevat twee keer een bijzin met t ia, terwijl elders in het NT vaak t ia wordt
afgewisseld met e :a, (Robertson, GGNT, 986-7). Het eerste t ia leidt echter een
finale bijzin in en het tweede een epexegetische na ,. ,a:at (Wallace, 472, 476).
. i in . i t i a . betekent aan of tot (BDR 220.2; Bauer, aia ia-1).
Robertson leest in of in case of (Robertson, GGNT, 587). Thiselton geeft er een
instrumentele betekenis aan (through). Vgl. NIGTC, 351; Barrett, 106.
e in e u :. a ,. ,a:at is een accusativus respectivus bij a . (267,2; vgl.
230,4). Robertson leest hier: :.t eu ai eu ,, u :. a (Robertson, GGNT, 721,
1202). Mogelijk is het een verschrijving (Conzelmann, KEK, 112 nt 12, 13), maar
Thiselton betwijfelt dat gezien de geringe tekstvariatie in de handschriften
(NIGTC, 348). Barrett maakt ervan: in order that by our example you may learn
the meaning of Nothing beyond what stands written (Barrett, 106).
u :. + 4 komt weinig voor in het NT. u :. a is het meest significante voorbeeld
(Wallace, 389).
De Textus Receptus voegt nog |ei.t i in na ,. ,a:at (vgl. SV: niet te gevoelen
boven hetgeen geschreven is). Zie BDR 481,2.
|ucteu c. is een indicativus praesens na t ia (doorgaans volgt op dit voegwoord
een conjunctief). Het werkwoord |ucte a duidt op opgeblazen maken, trots
maken. Het passief betekent zich opblazen, dik doen of zich met trots
verheffen (Murre). Merk op dat ook de vorm |ucta a voorkomt (BDR 91;
Robertson, GGNT, 203, 325, 342-3, 984). Zie ook Conzelmann, KEK, 113 nt 17.
.t, u :. eu . ie , |ucteu c. saa eu . . eu betekent zoiets als jeder einzelne
wegen des einzelnen gegen den anderen (met u :. als synoniem van :.t ). Vgl.
BDR 231,2; 247,10. Robertson ziet in het zinsdeel een scherper contrast
tussen u :. (over in de zin van in behalf of, for ones benefit) en saa (down
upon). Zie Robertson, GGNT, 607, 630 (Conzelmann: damit ihr euch nicht, einer
fr den andern, gegeneinander aufblht (KEK, 111)).
.t, is hier volgens Blass, Debrunner en Rekopf een ander woord voor . sace,
(BDR 305,2). Robertson ziet .t, als synoniem voor t, (Robertson, GGTN, 675).
. .e, wordt vaak gebruikt voor een ander in een opsomming die groter is dan
twee, zonder dat nader onderscheid wordt gemaakt (Robertson, GGNT, 749).

1 Kor. 4:7
t , ,a c. etast i.t, t e. . ,.t, e eu s . a.,, .t e. sat . a.,, t sau,a cat a , aa i,

Want wie trekt je voor? En (of: Ja) wat heb je, wat je niet hebt ontvangen? Maar als
je (het) ook hebt ontvangen, waarom beroem je je als iemand die niet heeft
ontvangen?

Opmerkingen:
etast ia is een versterking van st ia en betekent scheiden, onderscheiden,
afzonderen, beslissen, beoordelen of recht spreken. In dit vers vertaalt Murre
met voortrekken. NBV heeft: Wie denkt u dat u bent?. W78 maakt ervan:
Trouwens, vriend, wie vindt jou zo belangrijk?
36

Het eerste e. wordt hier anders vertaald dan het daaropvolgende in het vers: The
first is properly translated yea (= ja zelfs) and the second but (adversative).
(Robertson, GGNT, 1184). W78 en W95 maken van het eerste e. trouwens.
sau,a eat betekent zich roemen, pochen, zich beroemen, pronken of trots zijn
op. Merk op dat het werkwoord niet samentrekt in de tweede persoon enkelvoud
(BDR 87,2; GG 85,3; Robertson, GGNT, 341). W78 en W95 vertalen t
sau,a cat a , aa i, met waarom die drukte alsof alles van jezelf kwam? (vgl.
GNB96: waarom dan zo groot doen alsof u het van uzelf hebt?).

1 Kor. 4:8
e s.se.c. iet . c. , e . :eu ca., ,at , a i . act.u ca. sat e|.e i ,.
. act.u ca., t ia sat .t , u t i cuact.u ca.i.

Jullie zijn al verzadigd, jullie zijn al rijk (of: gezegend), buiten ons om zijn jullie
koningen geworden. Was het maar zo dat jullie koningen waren geworden, opdat ook
wij met jullie samen koningen zouden zijn (of: worden).

Opmerkingen:
se. iiut betekent verzadigen en is synoniem voor ,ea ,a (BDR 101,40; vgl.
Robertson, GGNT, 818).
e s.se.c. iet . c. is een ironische uitspraak (ihr seid wohl schon satt),
waarvan de toon in de rest van het vers doorklinkt: ihr seid wohl schon reich
geworden, seid wohl schon ohne uns zur Herrschaft gekommen (BDR 495,8;
vgl. Robertson, GGNT, 1148, 1199). Robertson ziet bovendien een climax in het
vers dat in zn geheel een asyndeton vormt (Robertson, GGNT, 428).
. :eu ca. en . act.u ca. zijn effectieve aoristi, die al een eschatologische
vervulling hebben gekregen (Barrett, 109; vgl. Wallace, 559).
,at , a i betekent behalve ons of buiten ons om. Conzelmann interpreteert
dat de Korinthirs door andere (gnostische) missionarissen het idee kregen dat ze
al koning zijn en delen in Gods heerschappij (Conzelmann, KEK, 114).
Sommige vertalingen lezen de aoristus . act.u ca. als hebben jullie geheerst,
andere maken er een praesens van: heersen jullie. Thayer merkt erover op: The
aorist act .uca denotes I obtained royal power, became king, have come to
reign, in 1 Cor. 4:8 (cf. Winer's Grammar, 302 (283); Buttmann, 215 (185)).
Canisius heeft: Buiten ons om bezit gij het koningschap, terwijl GNB96 leest:
Koningen bent u geworden. Bauer vertaalt: ohne uns habt ihr d. Herrschaft
angetreten.
Het partikel e|.e i is een uitroep, die is afgeleid van a|.ei (ich schuldete), de
aoristus van e|.t a (die ook in varia lectio opduikt). e|.e i leidt een onvervulbare
wens in, gevolgd door een aoristus of indicativus (en dus geen conjunctief!): ach,
was het maar zo, waren jullie maar etc. In dit vers kan er van worden gemaakt:
mchtet ihr doch zum Hersschen gekommen sein (BDR 359,1, 361,2; GG
199h, 209j; Robertson, GGNT, 841, 923, 1004). De wens leidt vers 9 in
(Conzelmann, KEK, 115).
Het partikel ,. bij sat duidt op en ook (zelfs) en bij tegenstellingen op althans,
tenminste, (dan) toch (BDR 439,3). Robertson merkt op dat er vaak geen
Engels equivalent is en dat het woord onvertaald blijft (Robertson, GGNT, 1149).
u t i is een dativus sociativus (Robertson, GGNT, 529).
37

Barrett leest in cuact.u ca.i (Murre: meedelen in koningschap, mede koning
worden) een ingressieve aoristus, die duidt op het Koninkrijk binnengaan (that
we too might be crowned with you). Vgl. Barrett, 109.

1 Kor. 4:9
eesa ,a , e .e , a , eu , a :ece eu, . c,a eu, a :. e.t.i a , . :taiat eu,, e t . aei
. ,.i .i a se ca sat a ,,. et, sat a ia :et,.

Want ik meen dat God ons, de apostelen, tot allergeringsten heeft gemaakt (of: ons,
de laatste apostelen, heeft aangewezen) als ter dood veroordeelden, want wij zijn
een schouwspel geworden voor de wereld en engelen en mensen.

Opmerkingen:
eesa ,a , e .e , [] a :. e.t.i is een asyndeton, een zinsverband zonder
voegwoord. Sommige handschriften voegen e t in na ,a (BDR 461,4).
a :ee.t siut betekent benoemen tot, maken tot of aanwijzen en krijgt een
dubbele accusatief van declaring, presenting ( a , eu , a :ece eu, en het
predicaat . c,a eu,). Eigenlijk is sprake van een derde accusatief . :taiat eu,, die
door a , aan de andere twee wordt verbonden (Robertson, GGNT, 480-1, 769;
Wallace, 187).
. c,ae, betekent laatste, maar volgens Bauer duidt hier het adjectief op
minderwaardigste, nederigste, mensen die in uiterste ellende en nood leven
(Bauer, . c,ae,-2). SV trekt het woord bij apostelen: dat God ons, die de laatste
apostelen zijn, ten toon heeft gesteld (vgl. Wycliff).
. :taiat e, is een hypostasering (een tot een zelfstandig naamwoord verheven
werkwoord en betekent ter dood veroordeeld (vgl. BDR 123,1).
Merk op dat se ca , a ,,. et, en a ia :et, drie verschillende klassen
vertegenwoordigen, maar dat er toch maar n lidwoord bij staat (Robertson,
GGNT, 788). Barrett concludeert dat er daarom niet kan worden vertaald met een
nevenschikking: for we became a spectacle to the whole world, angels and men
alike, waarin engelen en mensen de wereld bevolken (Barrett, 110).

1 Kor. 4:10
.t , aet eta Xtce i, u .t , e. |e itet . i Xtca .t , a c.i.t ,, u .t , e. t c,uet
u .t , . ieeet, .t , e. a tet.

Wij zijn dwaas terwille van Christus, maar jullie zijn verstandig in Christus. Wij zijn
zwak, maar jullie zijn sterk. Jullie zijn beroemd, maar wij zijn veracht.

Opmerkingen:
.t , is in dit vers niet inclusief (wij Christenen), maar exlusief (auteur en publiek
worden beschouwd als behorend tot gescheiden groepen). Zie Wallace, 397-8;
Barrett, 110.

1 Kor. 4:11-13
a ,t , a t a a, sat :.tia .i sat eta .i sat ,uit.u e.i sat sea|t,e .a sat
a caeu .i
12
sat se:ta .i . ,a,e .iet at , t etat, ,.ct i eteeeu .iet .u e,eu .i,
etase .iet a i.,e .a,
13
euc|eu .iet :aasaeu .i a , :.tsaa aa eu se ceu
. ,.i .i, :a iai :.t a . a, a t.

38

Tot op het huidige ogenblik hebben wij honger en dorst en zijn wij naakt en worden
wij mishandeld en zijn we dakloos en spannen wij ons in door te werken met onze
eigen handen. Wanneer wij worden uitgescholden, zegenen wij; wanneer wij worden
vervolgd, ondergaan wij het; wanneer wij worden gelasterd, blijven wij vriendelijk. Wij
zijn geworden als zondebokken van de wereld, tot nu toe het afveegsel van allen.

Opmerkingen:
,uit.u a betekent naakt zijn (NB varia lectio hebben ,ui.u a, vgl. BDR 24,2;
Robertson, GGNT, 191). Het werkwoord drukt een iets zijn uit (ook van beroep)
en is afgeleid van ,uit, (naakt). Vgl. BDR 108,8; Robertson, GGNT, 148.
sea|t ,a betekent mishandelen (SV: met vuisten slaan) en duidt volgens Barrett
op een vernederende afranseling van slaven (to cuff). Vgl. Barrett, 111. Het
passief is weergegeven zonder handelende persoon, om niet uit te wijden en de
aandacht bij het onderwerp te houden (Wallace, 436).
aca. a betekent dakloos zijn.
De participia in vers 12 en 13 (eteeeu .iet, etase .iet, euc|eu .iet) zijn
conditioneel gebruikt (wanneer, in het geval dat) en geven antwoord op de
vraag: In welk geval of onder welke omstandigheden? Zie GG 231h; Robertson,
GGNT, 1121; Wallace, 629.
at , ,.ct i is een dativus instrumentalis (GG 177a; 257f).
Het adjectief t et e, in at , t etat, ,.ct i heeft hier de betekenis van .aueu (zijn).
Vgl. GG 140c.
a i. ,a betekent ondergaan, dulden, zich iets laten welgevallen, verdragen.
euc|. a betekent lasteren, goddeloze woorden spreken.
:aasa. a betekent normaliter erbij roepen, troosten, opwekken, vermanen.
Murre vertaalt hier met bidden, smeken, verzoeken of te hulp roepen. Thayer
heeft: to strive to appease by entreaty (:aasa. a-2) en Gingrich houdt het op:
try to console or conciliate. Nederlandse Bijbelvertalingen variren van spreken
ten goede (Canisius), vriendelijk blijven (NBG), beantwoorden met
minzaamheid (W78/ W95), beantwoorden met vriendelijkheid (GNB96/ NBV) tot
bidden (SV/ LUV/ Telos), vertroosten (LV) en troosten-en-vermanen
(Naardense Bijbel). Vgl. Barrett, 112.
e :.tsaa a (hapaxlegomenon in het NT) betekent letterlijk tot reinigingsoffer
gebezigd (van :.tsaat a = rondom reinigen; vgl. e saae , = reiniging van
schuld, verzoening). Thielen maakt er zondebok van. Hoewel de LXX het woord
gebruikt voor e : , d.w.z. losprijs (Spreuken 21:18), wijst Bauer een vertaling met
zondebok hier af om de associatie met het joodse verzoeningsritueel uit Lev. 16
te vermijden (waarin het woord zelf niet staat). Barrett handhaaft het daarom juist
(Barrett, 112-3). :.tsaa a (of het meer gebruikelijke saa a) is een term uit de
Profangrzitt voor victims sacrificed to make expiation for the people, and even
to criminals who were maintained at the public expense, that on the outbreak of a
pestilence or other calamity they might be offered as sacrifices to make expiation
for the state (Thayer). Maar het duidt ook het afval aan dat na het offer wordt
weggeworpen. Als zodanig is :.tsaa a ook een scheldwoord fr einen
nichtswrdigen, heruntergekommenen Menschen. Friedrich Hauck ziet deze drie
betekenissen door elkaar lopen in 1 Kor. 4:13 (ThWNT III, 434). Nederlandse
vertalingen maken ervan: het uitvaagsel der wereld (SV/LUV/Canisius/NBG), het
schuim der aarde (W78/GNB96/W95) of het uitschot van de wereld (Telos).
Alleen de LV heeft zondebokken (vgl. Robertson, GGNT, 618).
39

In sommige handschriften staat er a ,:..t :.tsaa aa i.p.v. a , :.tsaa aa
(BDR 12,4; 453,6).

1 Kor. 4:14
0u s . i. :ai u a , ,a|a au a a ` a , . sia eu a ,a:a ieu.a [i].

Ik schrijf deze dingen niet om jullie beschaamd te maken, maar om (jullie) te
vermanen als mijn geliefde kinderen (of: maar ik vermaan (jullie) []).

Opmerkingen:
We vertalen het deelwoord . i. :ai (omkeren, tot inkeer brengen, beschaamd
maken) hier met een finale bijzin (om of opdat). Zie ook ieu.a i. Vgl. BDR
418,5; Wallace, 637, 664. Barrett vermoedt dat het praesens-participium een
konatief aspect heeft: ik probeer jullie niet beschaamd te maken (Barrett, 114).
De negatie eu hoort niet bij het participium . i. :ai maar bij ,a|a. Zie BDR
430,6; 433,1. Vgl. echter Robertson, GGNT, 1138-9!
ieu.. a betekent vermanen, terechtwijzen, waarschuwen. Barrett heeft een
voorkeur voor het verbum finitum ieu.a, dat sterker is dan de lezing met een
participium ieu.a i (Barrett, 113).

1 Kor. 4:15
.a i ,a ut eu, :atea,a,eu , . ,. . i Xtca a ` eu :eeu , :a. a, . i ,a Xtca
`Iceu eta eu .ua,,.t eu . ,a u a , . ,. iica.

Want al hebben jullie talloze leraren in Christus, veel vaders (hebben jullie) toch niet.
Want in Christus Jezus door het evangelie heb ik jullie verwekt.

Opmerkingen:
.a i . ,. drukt hier een irrealis uit (i.p.v. .t + indicatief). Zie BDR 373,11; GG
282b. Robertson houdt het op een futuralis (Robertson, GGNT, 1018).
Robertson merkt op dat niet duidelijk is of in dit vers u teu, (tienduizend) of
ut eu, (ontelbaar) bedoeld is. Vgl. Robertson, GGNT, 233, 283. Barrett denkt
het laatste en ziet er een rhetorisch stijlmiddel in (Barrett, 115).
Een :atea,a,e , is een slaaf die kinderen opvoedt of onderwijst, i.t.t. een etea csae,
(Conzelmann, KEK, 118 nt 10). Veel vertalingen maken van :atea,a,eu ,
leermeesters van, of opvoeders. LV heeft leidslieden en de Naardense Bijbel
tuchtmeesters.
a ` na een voorwaardelijke bijzin wordt vertaald met so doch (=toch) of
wenigstens (= althans). Vgl. BDR 448.5. W78 en NBV vertalen a ` eu :eeu ,
:a. a, met u hebt maar n vader (vgl. Robertson, GGNT, 1187).
eta in eta eu .ua,,.t eu drukt een middel of een instrument uit (Robertson,
GGNT, 582). Eua,,.t ei is een vroegchristelijk synoniem voor boodschap of
verkondiging (vgl. s u,a). Vgl. Conzelmann, KEK, 118.

1 Kor. 4:16
Eaasaa eu i u a ,, tat eu ,t i.c..

Ik roep jullie dan op: word mijn navolgers!

40

Opmerkingen:
De nevenschikking in deze zin vindt plaats zonder voegwoord, maar met een
direct rede na :aasaa (BDR 471,1).

1 Kor. 4:17
^ta eu e . :.a u t i Tte .ei, e , . ct i eu . siei a ,a:e i sat :tce i . i sut a , e ,
u a , a iai c.t a , e eeu , eu a , . i Xtca [`Iceu ], saa , :aia,eu . i :a c . ssct a
etea csa.

Daarom (lett. vanwege deze dingen) heb ik jullie Timothes gestuurd, die mijn geliefd
en trouw kind is in de Heer, die jullie mijn wegen in Christus Jezus in herinnering zal
brengen, zoals ik die overal in alle gemeenten leer.

Opmerkingen:
. :.a is een epistolaire aoristus, gebruikt in brieven, waarbij een handeling
achter de rug is tegen de tijd dat de geadresseerde de tekst leest (Barrett, 116).
e , leidt een finale betrekkelijke bijzin in, gevolgd door een futurum (BDR 378,1;
418,5; Robertson, GGNT, 960, 989).
u a, en a , e eeu , eu vormen een dubbele accusatief van het uitwendige object bij
a iai c.t, een werkwoord van onderwijzen en herinneren (BDR 155,1; GG
153b; Wallace, 182; Robertson, GGNT, 483).
Het herhaalde lidwoord a , verbindt het substantief e eeu , met de attributieve
bepaling . i Xtca [`Iceu ] (Robertson, GGNT, 782).
Barrett vermoedt het hebreeuwse halacha achter het woord e eeu , (Barrett, 117).
Het tweede mannelijke e , lijkt te verwijzen naar het onzijdige . siei (Wallace,
338; vgl. Robertson GGNT, 712). Beide relativa zijn niet door een voegwoord
verbonden (Robertson, GGNT, 724).

1 Kor. 4:18
'., . ,e. ieu e. eu :e , u a , .|ucta ca i ti.,

Sommigen doen dik (of: verheffen zich met trots), alsof ik niet tot jullie zou komen.

Opmerkingen:
ti., duidt hier op zekere, gebruikt voor tegenstanders (BDR 301,3).
De genitivus absolutus a , . ,e. ieu e. eu :e , u a , wordt door vertalingen
vrij ingevuld. Vgl. in de waan, dat ik niet tot u komen zou (NBG), menend dat ik
niet tot u zou komen (LV) en omdat ze denken dat ik toch niet kom (NBV).

1 Kor. 4:19
. .u ceat e. a,. a, :e , u a , .a i e su te, . c , sat ,ia ceat eu e i e ,ei a i
:.|ucta. iai a a i eu iati

Maar, ik zal snel bij jullie komen, als de Heer het wil, en ik zal niet kennisnemen (of:
zal dan geen kennis hebben genomen) van het woord van hen die zich verheffen,
maar van hun (lett. de) kracht.

Opmerkingen:
,tia csa wordt in dit vers vertaald met vergewissen van, kennisnemen van,
vernemen, te weten komen. Robertson ziet in het futurum hier een effectief
aspect (Robertson, GGNT, 871). Zie voor de mediale vorm van het futurum:
Robertson, GGNT, 356.
41

W95 maakt van het vers: dan zal ik wel merken wat deze opgeblazen lieden
werkelijk waard zijn, afgezien van hun woorden. Vgl. NBV: en dan zal ik wel te
weten komen of die opscheppers het bij woorden laten of dat ze werkelijk kracht
bezitten, Barrett: and then I shalll know not how eloquent but how powerful these
puffed up people are (Barrett, 118).
e i e ,ei staat voor discourse (Thayer) of eloquence (Barrett).

1 Kor. 4:20
eu ,a . i e ,a act.ta eu .eu a ` . i euia .t.

Want het Koninkrijk van God is niet in het woord, maar in kracht.

Opmerkingen:
In het vers ontbreekt een werkwoord, nl. een vorm van .t t of ,t ieat
(Robertson, GGNT, 1202).

1 Kor. 4:21
t . .., . i a ea . a :e , u a , . i a ,a : :i.u at . :au e,,

Wat willen jullie? Dat ik met de knoet bij jullie kom, of in geestelijke liefde en
zachtmoedigheid?

Opmerkingen:
t . .., is een typisch Paulijnse tussenvraag (vgl. Robertson, GGNT, 737).
a ee, betekent scepter, toverstaf, maar ook roede, draad, knoet of stok.
. i (van : ) in . i a ea leidt een dativus modi in (BDR 198.2; Robertson, GGNT,
534, 589), wat hier mogelijk een semitisme is (Barrett, 119).
Het gesoleerde . verbindt hier bij uitzondering slechts twee losse begrippen
(BDR 443,3).


Over Paulus vrijheid als apostel (9:1-18)

1 Kor. 9:1
0u s .t t . .u .e,, eu s .t t a :e cee,, eu ,t `Iceu i e i su tei a i . e asa, eu e . ,ei
eu u .t , . c. . i sut a ,

Ik ben toch zeker vrij? Ik ben toch zeker een apostel? Ik heb toch zeker (zelf) Jezus,
onze Heer, gezien? Jullie zijn toch zeker mijn werk in de Heer?

Opmerkingen:
Vragen die met de negatie eu beginnen zijn retorisch van aard en verwachten een
positief antwoord (Robertson, GGNT, 917, 1157). Vgl. GNB96: Ben ik dan niet
vrij?; NBV: Ik zou zelf niet vrij zijn? De vraag sluit aan op de vorige perikoop die
gaat over wat gemeenteleden mogen eten.
Let op: . e asa i.p.v. het klassieke . a asa (BDR 68,4; Robertson, GGNT, 364).
Blass, Debrunner en Rekopf merken op dat het perfectum die Wirkung am
Subjekt hervorhebt (=benadrukt). Vgl. BDR 342,3.
. i in . i sut a benadrukt dat a single case is selected as a specimen or striking
illustration (Robertson, GGNT, 587).
42

1 Kor. 9:2
.t a et, eu s .t t a :e cee,, a a ,. u t i .t t ,a c|a,t , eu , a :ece , u .t ,
. c. . i sut a .

Als ik geen apostel ben voor anderen, dan tenminste wel voor jullie. Want jullie zijn
de bezegeling van mijn apostelschap in de Heer.

Opmerkingen:
.t eu s leidt een protasis in van de eerste klasse (Robertson, GGNT, 1012, 1160).
Voor de klassen, zie Wallace, 689.
a a ,. betekent so doch wenigstens (BDR 439,3; 448,6; Robertson, GGNT,
244, 1148) en leidt een apodosis in (Robertson, GGNT, 1187).
c|a,t , betekent (a) zegel, markering, inscriptie; (b) zegelring en (c) that by
which anything is confirmed, proved, authenticated, as by a seal (a token or
proof) (Thayer). Vertalingen van c|a,t , eu , a :ece , variren van de
bezegeling van mijn apostelschap (LV, Naardense Bijbel), het zegel op mijn
apostelschap (SV, NBG, W78, GNB96), het zegel van mijn apostelschap (Palm
NT, Telos), het zegel van mijn apostolaat (Canisius) en het waarmerk van mijn
apostelschap (W95, NBV).

1 Kor. 9:3
'H . a :ee,ta et , . . a iast ieuct i . cti au .

Dit is mijn verdediging tegenover hen die mij oordelen.

Opmerkingen:
De datief in a :ee,ta et , a iast ieuct i is een dative of recipient, een soort
dativus obiectivus, maar dan in (bij)zinnen zonder werkwoord (Wallace, 149).
Barrett ziet in het praesens-participium a iast ieuct i een konatief aspect (zouden
willen oordelen). Vgl. Barrett, 201-2.
au wijst vooruit naar de argumenten die volgen. Het assimileert met a :ee,t a
(Robertson, GGNT, 703-4).

1 Kor. 9:4
eu s . ,e.i .euctai |a,.t i sat :.t i,

Wij hebben toch zeker het recht om te eten en te drinken?

Opmerkingen:
Vragen met eu , waarbij de eerste negatie een zin ontkent en de tweede een
werkwoord, veronderstellen een bevestigend antwoord (BDR 427,4; GG 269b;
Robertson, GGNT, 918, 1158, 1169, 1174).
. ,a .euctai betekent het hebben van macht, bevoegdheid of vrijheid. In
vertalingen duiken al deze facetten op: Hebben wij niet macht? (SV, Palm NT);
Hebben wij geen bevoegdheid? (NBG); Hebben wij geen recht? (LUV, Canisius,
Telos, W78, W95, GNB96, NBV); Hebben wij niet de vrijheid? (LV); Hebben wij
niet volmacht? (Naardense Bijbel).
Merk op dat hier :.t i staat terwijl ook :t.t i voorkomt (BDR 31,2; 101,70).

43

1 Kor. 9:5
eu s . ,e.i .euctai a e.| i ,uiat sa :.ta ,.ti a , sat et et:et a :e ceet sat et
a e.|et eu sut eu sat K|a ,,

Wij hebben tot zeker het recht om een zuster als vrouw met ons mee te nemen, zoals
ook de overige apostelen en de broers van de Heer en Kefas?

Opmerkingen:
Vragen met eu , waarbij de eerste negatie een zin ontkent en de tweede een
werkwoord, veronderstellen een bevestigend antwoord (BDR 427,4; GG 269b;
Robertson, GGNT, 918, 1158, 1169, 1174).
Het transitieve :.ta ,.ti betekent to lead about with oneself (Thayer, :.ta ,a-1).
Het prefix :.t kan meerdere voorbeelden in de accusatief aanduiden
(Robertson, GGNT, 477, 480).
SV maakt van a e.| i ,uiat sa een vrouw, een zuster zijnde (vgl. Canisius: een
vrouw, een zuster), de overige vertalingen lezen: een zuster als vrouw (zo ook
Conzelmann, KEK, 178) of een christenvrouw. Barrett heeft: Have we not the
right to take about a Christian sister of als alternatief: a wife who is a Christian
sister (Barrett, 202-3).

1 Kor. 9:6
e ie, . ,a sat Paiaa , eu s . ,e.i .euctai . ,a ,.cat,

Of hebben alleen ik en Barnabas niet het recht om niet te werken?

Opmerkingen:
Vers 6 vormt samen met vers 5 een dubbele vraag, gescheiden door
(Robertson, GGNT, 1177).
Het vers bevat een dubbele ontkenning (eu ), die wordt opgeheven, waardoor
de zin positief wordt (GG 248a; Robertson, GGNT, 1164). Conzelmann wil
echter de dubbele ontkenning laten staan (Conzelmann, KEK, 178 nt 3).
Vertalingen lopen uiteen van geen bevoegdheid om vrij te blijven van
handenarbeid (NBG), zijn Barnabas en ik de enigen die verplicht zijn te werken
voor hun levensonderhoud? (W95) tot zouden nu uitgerekend Barnabas en ik in
ons eigen levensonderhoud moeten voorzien? (NBV).
Het predicaat e ie, is enkelvoud omdat het vr een samengesteld onderwerp
staat (BDR 135,4; Robertson, GGNT, 402).

1 Kor. 9:7
Tt , ca.u.at t et et, e ait et, :e. , t , |u.u.t a :.a ia sat e i sa:e i au eu eu s
. ct.t, t , :etat i.t :et ii sat . s eu ,a ase, , :et i, eu s . ct.t,

Wie is ooit soldaat op eigen kosten? Wie plant een wijngaard en eet niet van zijn
vrucht (of: de vrucht ervan)? Of wie weidt een kudde en gebruikt niet van de melk
van de kudde?

Opmerkingen:
ca.u a betekent to make a military expedition, to lead soldiers to war or to
battle (spoken of a commander); to do military duty, be on active service, be a
soldier; in the N. T. only in the middle (Thayer). Vertalingen vullen de vraag
verder in Wie doet ooit dienst in het leger en betaalt zijn eigen soldij? (NBG) en
Wie heeft ooit gehoord van een soldaat die zijn eigen soldij betaalt? (W78).
44

De dativus instrumentalis e ait et, is een woord op -tei dat echter geen
verkleinwoord is, maar een ambtelijke term voor soldij (BDR 111,9; Robertson,
GGNT, 532).
:e. betekent ooit (Robertson, GGNT, 1147).
. ct a betekent letterlijk eten, maar het werkwoord kent ook een ruimere
toepassing: d. Lebensunterhalt finden (Bauer, . ct a-1ea) of to consume food,
usually solids, but also liquids - to eat, to drink, to consume food, to use food
(Louw-Nida 60.46). In de SV, Palm NT, LUV en Telos wordt letterlijk van de melk
gegeten (vgl. de Naardense Bijbel: van de melk en kaas van de kudde eten).
GNB96 en NBV veranderen het werkwoord in drinken (zie ook Barrett, 204-5),
Canisius maakt er zich voeden met van, NBG en LV lezen genieten van
(Conzelmann, KEK, 178) en W78 en W95 hebben gebruiken.
:etat i.t :et ii is een accusativus van het inwendige object (Robertson, GGNT,
478).
. s eu ,a ase, is een genitivus partitivus bij . ct a (BDR 169,5).

1 Kor. 9:8
\ saa a ia:ei au a aa sat e ie e, au a eu . ,.t,

Spreek ik deze dingen soms naar de mens of zegt de wet deze dingen niet ook?

Opmerkingen:
Een vraag die met een negatie begint is doorgaans een retorische vraag. Een
vraag met verwacht een negatief antwoord (BDR 427.2; Robertson, GGNT,
917).
Het vers bevat een dubbele vraag, gescheiden door (BDR 440,2). Robertson
preciseert door te spreken van een alternative question, waarbij beide vragen
een andere negatie krijgen (Robertson, GGNT, 917, 1158, 1177).
a.t i of . ,.ti saa a ia:ei betekent to speak according to human modes of
thinking (Thayer, a ia:e,-1): van menselijk standpunt (NBG); menselijkerwijze
(LUV); naar menselijk inzicht (LV); menselijke overwegingen (W78, W95);
menselijke waarheden (GNB96); algemeen menselijk (Naardense Bijbel) of een
algemene waarheid (NBV).

1 Kor. 9:9-10
. i ,a a \au c. a, ie a ,. ,a:at eu sa c.t, eu i a ea ia. a i ea i . .t a
.a
10
et` a , :a ia, . ,.t, et` a , ,a . ,a| e t e|.t .t . :` . :t et e a eta i
a eta i sat e a ea i . :` . :t et eu .. ,.ti.

Want in de wet van Mozes staat geschreven: Gij zult een rund niet muilkorven tijdens
het dorsen. Zijn de ossen God een zorg of zegt Hij dit vooral (of: in ieder geval) ter
wille van ons? Ja, het is ter wille geschreven, want de ploeger moet ploegen in
verwachting en de dorser is in verwachting om een deel te krijgen (lett. van het
deelkrijgen).

Opmerkingen:
,. ,a:at is een intensive perfect, used ethically and eschatologically. That is, it
introduces both commands that are still binding [] and fulfilled prophesy
(Wallace, 576 nt 14).
45

se a betekent to put something over or around the mouths of animals so as to
prevent them from eating (Louw-Nida 44.6), wat in het Nederlands in vrijwel alle
vertalingen muilbanden wordt (het Boek: muilband omdoen). Alleen GNB96
heeft het synoniem muilkorven (vgl. Thielen; zie ook TCGNT, 492). Vermoedelijk
heeft geen enkele vertaling willen afwijken van de SV omdat het citaat uit Deut.
25:4 een Nederlands spreekwoord is geworden (vgl. Van Dale).
Wallace ziet een gnomic (=tijdloze, algemene waarheid) present in het gezegde
eu sa c.t, eu i a ea ia (Wallace, 524). Barrett wijst erop dat een os die niet is
gemuilkorfd zich tijdens het dorsen te goed zal doen aan stro en hooi (Barrett,
205).
. a betekent to care about, have regard for (Thayer) onpersoonlijk gebruikt
(3e pers. sing.) duidt het op: it is a care or concern to someone, waarbij de
persoon wordt uitdrukt met een dativus (Friberg) en het object met een genitief
(BDR 176,3; Robertson, GGNT, 508).
Het is de vraag of a , hier inclusief of exclusief is gebruikt (sluit het woord het
publiek in of uit?). Vgl. Wallace, 399.
:aia , betekent volgens Thayer hier doubtless, surely, certainly (:aia ,-b),
Bauer houdt het op unter alle Umstnden (:aia ,-1).
,a na de vraag in vers 10 versterkt het antwoord: Ja frwahr of allerdings
(BDR 452.2).
e t na . ,a| kan declaratoir zijn (dat) of explicatief (want). Barrett heeft een
voorkeur voor want. Hij wijst een e t-recitativum af (Barrett, 206).
. :t , betekent expectation of good, hope; and in the Christian sense, joyful and
confident expectation of eternal salvation (Thayer, . :t ,-2). Veel nieuwere
vertalingen nemen de beide vermeldingen van samen en lezen: de ploeger moet
ploegen en de dorscher moet dorsen, op hoop zijn deel er van te krijgen (LV, vgl.
W78, W95 en NBV). Het kortst is GNB96: Of je nu ploegt of dorst ieder moet zijn
werk doen in de hoop op een deel van de opbrengst.
In het zinsdeel sat e a ea i . :` . :t et eu .. ,.ti mist een vorm van .t t .
. :t + 3 drukt de grond of reden uit: auf Grund der Hoffnung (BDR 235,3).
eu .. ,.ti is een gesubstantiveerde en epexegetische infinitief die volgt uit . :t ,
(BDR 400,3; Robertson, GGNT, 996, 1061, 1067, 1076). Wallace meent dat het
lidwoord hier dan ook moet worden vertaald: het deelhebben, deelachtig zijn,
behoren tot (Wallace, 235).

1 Kor. 9:11
.t .t , u t i a :i.uatsa . c:.t a.i, . ,a .t .t , u a i a castsa .t ce.i,

Als wij in jullie de dingen van de geest zaaien, is het iets groots dat wij van u de
dingen van het vlees oogsten?

Opmerkingen:
De uitgang -tse , (:i.uatse , en castse ,) duidt op behoren tot (zur ca (vgl.
:i.ua ) gehrig (BDR 113,2). Vgl. 1 Kor. 2:13-15.
Na . ,a kan het werkwoord .t t worden ingevoegd (BDR 127,5). De SV maakt
ervan: is het een grote zaak, zo wij het uwe, dat lichamelijk is, maaien?. W95
heeft: is het dan te veel gevraagd als wij van u stoffelijke steun verwachten? (vgl.
W78 en NBV). Merk op dat de Naardense Bijbel en GNB96 het lidwoord bij
interpreteren als iets van uw vleselijke zaken of wat materile steun.
46

.t met een indicatief der werkelijkheid (hier het futurum .t ce.i) duidt niet op
een irrealis, maar op wie es tatschlich geschehen ist. We vertalen dus niet met
als wij de dingen van het vlees oogsten maar met dat [] (BDR 372,4;
Robertson, GGNT, 1009).
u a i is een attributief gebruikte genitivus possessivus (Robertson, GGNT, 681).

1 Kor. 9:12
Et a et , u a i .eucta, .. ,eucti, eu a ei .t ,, a ` eu s . ,ca .a . euct a
au , a a :a ia c. ,e.i, t ia tia . ,se: i ea .i a .ua,,.t a eu Xtceu .

Indien anderen deelhebben aan jullie rechten, hoeveel meer dan wij (of: hoeveel
meer hebben wij dat dan)? Maar wij hebben dit recht niet gebruikt, maar wij
doorstaan alles, opdat wij geen enkele hinder geven aan het evangelie van Christus.

Opmerkingen:
, u a i .eucta, is een genitivus obiectivus (Robertson, GGNT, 500;
Conzelmann, KEK, 184).
,a a betekent gebrek heben aan of behoefte hebben aan. Het medium ,a eat
betekent gebruiken (wat ook door Murre wordt voorgeschreven voor dit vers).
.eucta is een dativus modi (Robertson, GGTN, 533).
c. ,a betekent bedekken om buiten te sluiten of tegenhouden en van daaruit
bestand zijn tegen, doorstaan en uithouden.
. ,se: betekent verhindering of belemmering.

1 Kor. 9:13
0u s et ea. e t et a t.a . ,a,e .iet [a ] . s eu t.eu . ct eucti, et a uctact a
:a.e.u ei., a uctact a cu.t ,eiat,

Jullie weten toch zeker dat zij die de heilige dingen bedienen, van het heilige eten en
zij die diensten verrichten bij het altaar, meedelen in het altaar?

Opmerkingen:
. ,a ,eat a t.a betekent to be busied with the holy things, i. e. to administer
those things that pertain to worship, which was the business of priests and among
the Jews of the Levites (Thayer, . ,a ,eat-2; vgl. ThWNT III, 231). Conzelmann
wijst erop dat e t.e i ook het offer kan betekenen (hier dus: zij die de offers
brengen). Vgl. Conzelmann, KEK, 184 nt 1.
:aae.u a betekent (offer)diensten verrichten, dienen (NB sommige
handschriften hebben :ec.e.u a = to sit near). Door het prefix :aa volgt op het
werkwoord altijd een datief (BDR 202,5). Robertson ziet in a uctact a een
dativus locativus (Robertson, GGNT, 521, 542).

1 Kor. 9:14
eu a, sat e su te, et. a.i et , e .ua,,. tei saa,,. eucti . s eu .ua,,.t eu , i.

Zo heeft ook de Heer bepaald aan (of: voor) hen die het evangelie verkondigen, dat
zij van het evangelie leven.

Opmerkingen:
etaa cca + inf. betekent to arrange, appoint, ordain, prescribe, give order
(Thayer).
47

NBV legt uit: de Heer heeft bepaald dat zij door te verkondigen in hun
levensonderhoud mogen voorzien.
. s eu .ua,,.t eu , i drukt een cause of occasion uit (Robertson, GGNT, 598).

1 Kor. 9:15
`E,a e. eu s. ,at eu e.it eu ai. 0u s . ,aa e. au a, t ia eu a, ,. iat . i . et
sae i ,a et a ei a :eai.t i - e sau ,a eu eu e.t , s.ia c.t.

Maar ik heb hiervan geen enkel gebruik gemaakt en ik schrijf niet opdat dit alles zo
aan mij (of: in mijn geval) zou gebeuren, want het is mij dan veel beter te sterven dan
dat niemand zal mijn roem te niet doen.

Opmerkingen:
De negaties eu eu e.it versterken elkaar: geen enkel (BDR 431,3).
. ,aa kan hier of een epistolaire aoristus zijn (Conzelmann, KEK, 184 nt 4),
maar waarschijnlijker is een historische aoristus die een gebeurtenis beschrijft die
nt heeft plaatsgevonden (Wallace, 563 nt 28; Robertson, GGNT, 845).
Het meervoud au a kan hier op iets enkelvoudigs slaan, maar dat hoeft niet
(Robertson, GGNT, 704).
Blass, Debrunner en Rekopf zien hier een nachgestelltes t ia zodat het gedeelte
van de bijzin dat vr t ia staat, extra nadruk krijgt: ik schrijf niet opdat deze
dingen zo aan mij zouden gebeuren, i.p.v. ik heb deze dingen niet geschreven
opdat het zo aan mij zou gebeuren (BDR 475,1).
Robertson vertaalt . i . et met in mijn geval (Robertson, GGNT, 533).
De infinitief a :eai.t i is het subject van de bijzin sae i ,a et a ei a :eai.t i
(Robertson, GGNT, 1058).
e sau ,a eu eu e.t , s.ia c.t kan worden beschouwd als een anakoloet (BDR
369,5; 393; vgl. echter Robertson, GGNT, 439). Metzger ziet er een
aposiopesis in (een afgebroken zin), die zou kunnen worden weergegeven met
een harde punt of het voegwoord vervolgens te lezen als (z, waarachtig,
waarlijk = Truly no one shall deprive me of my ground for boasting!). Metzger
wijst er echter op dat Paulus zijn zinnen nergens op deze wijze begint (TCGNT,
492). Er zijn handschriften die ervan maken t ia t, s.ia c.t (Conzelmann, KEK,
184 nt 7; Barrett, 198 nt 2).
Het is niet zeker of s.ia c.t een futurum of een coniunctivus is ook s.ia c komt
voor (Robertson, GGNT, 984; TCGNT, 492).
e sau ,a betekent naast grootsprekerij (Thielen) ook that of which one glories
or can glory, matter or ground of glorying (Thayer).

1 Kor. 9:16
.a i ,a .ua,,.t ,aat, eu s . cti et sau ,a a ia ,s ,a et . :t s.tat euat ,a et
. cti .a i .ua,,.t caat.

Want wanneer ik de goede boodschap breng, is het voor mij geen roem. Want dwang
is mij opgelegd, en (lett. want) (tot) wee (is het) mij als ik de goede boodschap niet
breng.

Opmerkingen:
De Naardense Bijbel maakt van a ia ,s ,a et . :t s.tat: want er rust een
noodzaak op mij.
48

Een dativus bij een koppelwerkwoord vertalen we me aan X als het predicaat
een substantief is (. cti et sau ,a). Is het predicaat een adjectief dan maken
we er voor X van (eu at et . cti). Vgl. BDR 190,1-2. Robertson leest echter in
euat een substantief! Vgl. Robertson, GGNT, 270.
Conzelmann vindt wee mij hier te zwak als vertaling en wijst op Hosea 9:12
(Conzelmann, KEK, 185 nt 8).
Robertson waarschuwt ervoor om .a i [...] niet te lezen als tenzij ik de goede
boodschap breng (Robertson, GGNT, 1012).

1 Kor. 9:17
.t ,a . sa i eu e :a cca, tce i . ,a .t e. a sai, et seietai :.:t c.uat

Want als ik dit vrijwillig verricht, dan heb ik loon, maar onvrijwillig ben ik belast met
een beheerderstaak.

Opmerkingen:
.t leidt in dit vers tweemaal een protasis in van de eerste klasse (Wallace, 691,
708).
. sa i en a sai zijn als bijwoord gebruikte adjectieven (GG 137d; Robertson,
GGNT, 550, 1100).
:a cca betekent verrichten of tot stand brengen
et seietai duidt op huishouding, beheer of leiding.
:tc.u eat betekent etw. anvertraut bekommen/ erhalten, mit etw. betraut werden
(Bauer; vgl. BDR 159,4; 312,1). Het direct object krijgt een accusativus, terwijl
het actieve werkwoord een dativus krijgt (GG 154c; 191c; Robertson, GGNT,
485, 816).

1 Kor. 9:18
t , eu i eu . cti e tce ,, t ia .ua,,.t,e .ie, a ea :aiei ca e .ua,,. tei .t , e
saa, cacat .eucta eu . i a .ua,,.t a .

Wat is dan mijn loon? Om tijdens het evangeliseren kosteloos het evangelie te
brengen, om mijn recht in het evangelie niet te gebruiken.

Opmerkingen:
a ea :aie, betekent geen kosten veroorzakend, kosteloos of naar hartelust.
t ia komt hier in de plaats van een epexegetische infinitief (Conzelmann, KEK,
185 nt 11).
Merk op dat hier een futurum ( ca) staat in een finale bijzin met t ia (BDR
369,5; Robertson, GGNT, 984). De SV geeft t t weer met stellen, maar de
overige vertalingen passen het werkwoord aan het evangelie aan (brengen,
verkondigen, prediken. Murre maakt er brengen van, Hoffmann & Von Siebthal
einsetzen (GG 153b).
t t krijgt in bovenstaande betekenis een accusatief van het uitwendig object
(d.i. een direct object en een predicaatsaccusatief die dient als uitbreiding op het
directe object). Vgl. GG 153b; Robertson, GGNT, 656.
Het vers bevat twee finale bijzinnen, n die wordt ingeleid met t ia
(epexegetische bijstelling) en n met .t , e (BDR 369,8; 394,3; 402,2;
Wallace, 476; Robertson, GGNT, 992, 1078).
49

.eucta is een instrumental-soziative Dativ na saa,ae at (BDR 193,7;
Robertson, GGNT, 477).


Paulus ziet af van zijn rechten: dat is pas vrijheid (9:19-27)

1 Kor. 9:19
`E.u .e, ,a a i . s :a iai :a cti . aue i . eeu aca, t ia eu , :.t eia, s.e ca

Want hoewel ik vrij ben van alles (of: allen), heb ik mezelf tot slaaf gemaakt voor
allen, om er zoveel mogelijk (of: de meerderheid) te winnen.

Opmerkingen:
Vers 19-22 zit vol met antistrophen (BDR 491,2). Blass, Debrunner en Rekopf
ontwaren in vers 19 bovendien nog een oxymoron, ofwel scharfsinniger Unsinn
(BDR 495,6). Robertson houdt het op ironie: There was never a more nimble
mind than that of Paul, and he knew how to adapt himself to every mood of his
readers or hearers without any sacrifice of principle. It was no declaimer's tricks,
but love for the souls of men that made him become all things to all men
(Robertson, GGNT, 1199).
a i is een participium praesens van .t t en wordt concessief vertaald (BDR
418,3; GG 231g; Robertson, GGNT, 1129). Conzelmann twijfelt tussen een
praesens-betekenis of een praeteritum (= verleden tijd: hoewel ik vrij was). Vgl.
Conzelmann, KEK, 187 nt 2.
. s :a iai is een genitivus separationis (BDR 182,5). Robertson noemt dit een
ablatief (Robertson, GGNT, 516, 597). Barrett wijst erop dat de genitief kan
betekenen: though I am free from all men (or perhaps things). Vgl. Barrett, 210.
De gnomische aoristus . eeu aca (tot knecht/slaaf maken) krijgt de dativus (:a cti)
die staat bij werkwoord van bevelen, dienen, gehoorzamen (BDR 187,1).
Robertson twijfelt tussen een dativus obiectivus (Robertson, GGNT, 539) of een
dativus commodi (Ibidem). Vgl. Robertson, GGNT, 843.
:.t eia, betekent weitere, mehrere of the majority (comparatief als Gegensatz
der Apostel selbst). Zie BDR 244.3; Robertson, GGNT, 660, 665, 775; Barrett,
211.

1 Kor. 9:20-23
sat . ,.ie i et , `Ieueat et, a , `Ieueat e,, t ia `Ieueat eu, s.e ca et , u :e ie ei a , u :e
ie ei, a i au e , u :e ie ei, t ia eu , u :e ie ei s.e ca
21
et , a ie et, a , a iee,,
a i a iee, .eu a ` . iiee, Xtceu , t ia s.ea ia eu , a ie eu,
22
. ,.ie i et ,
a c.i. cti a c.i ,, t ia eu , a c.i.t , s.e ca et , :a cti ,. ,eia :a ia, t ia :a ia, tia ,
ca ca.
23
:a ia e. :eta eta e .ua,,. tei, t ia cu,setiaie , au eu ,. iaat.

En ik ben voor de joden als jood geworden, om joden te winnen, voor hen die onder
de wet zijn, tot iemand die onder de wet is, hoewel ikzelf niet onder de wet ben, om
hen die onder de wet zijn te winnen, voor de wettelozen als een wetteloze, hoewel ik
niet wetteloos ben voor God, maar onder de wet ben voor Christus, om de
wettelozen te winnen. Ik ben voor de zwakken zwak geworden om de zwakken te
winnen. Ik ben alles voor allen geworden, om tenminste sommigen te redden. En ik
doe alles terwille van het evangelie om er zelf ook deel aan te hebben (of: opdat ik er
zelf ook deel aan heb).
50

Opmerkingen:
. ,.ie i is een gnomische aoristus. Zie ook de praesens :eta in vers 23
(Robertson, GGNT, 843).
De datieven in vers 20-22 zijn dativi commodi (GG 176a; Robertson, GGNT,
539).
Merk op dat de volksnaam `Ieueat et, in vers 20 na de eerste vermelding geen
lidwoord meer krijgt (BDR 262.2). Conzelmann denkt dat met het lidwoord dat
in dit verband ongebruikelijk is bij Paulus is bedoeld: die Juden mit denen ich
jedesmal zu tun hatte (Conzelmann, KEK, 187; vgl. Barrett, 211).
a i is een participium praesens van .t t en wordt concessief vertaald.
a iee, .eu is een genitivus separationis (ablatief, zegt Robertson). Vgl. BDR
182,4; Robertson, GGNT, 516; Wallace, 109. Dat geldt ook voor . iiee,
Xtceu. Steeds wordt de genitief ingegeven door ie e, (Conzelmann, KEK, 188
nt 8). Barret lijkt een genitivus obiectivus voor te stellen: vgl. Gods lawless one
vs. Christs law-abiding one (Barrett, 212-4).
Het samengestelde adjectief . iiee, (o.a. uit het substantief iee ,) betekent
bound to the law; bound by the law (Thayer; BDR 120,2; Robertson, GGNT,
504).
Het verbum liquida s.ea ia (s.eat ia) betekent to gain anyone i. e. to win him
over to the kingdom of God of to gain one to faith in Christ (Thayer; vgl. BDR
72,1; Robertson, GGNT, 232, 349, 1216).
et , :a cti is een gesubstantiveerd adjectief en betekent allen
(Zusammenfassung der vorher einzeln Genannten) bin ich alles (BDR 275.4;
Robertson, GGNT, 773).
:a ia, betekent tenminste of berhaupt (Bauer, :a ia,-4).
Het meervoud tia , betekent vaak sommigen (Robertson, GGNT, 742).
cu,setiaie , (deelnemen aan) krijgt een genitivus sociativus (au eu ) door het prefix
cui- (BDR 182,1; Wallace, 130; Robertson, GGNT, 504).

1 Kor. 9:24
0u s et ea. e t et . i caet a . ,ei., :a i., . i . ,eucti, .t, e. aa i.t e a.t ei,
eu a, . ,.. t ia saaa ..

Jullie weten toch dat zij die in een stadion lopen allen wel lopen, maar dat n de
kampprijs krijgt? Loop zo dat jullie (de prijs) grijpen (of: winnen).

Opmerkingen:
e a.t ei betekent kampprijs. Voor substantieven op -.t ei zie (BDR 111,10).
saaaa ia betekent grijpen, vastgrijpen, zich meester maken van. Louw-Nida
leggen uit: to acquire, with the implication of significant effort - to acquire, to
attain, to obtain, to take. (57.56). Gingrich vult verder in: seize, win, attain,
make one's own (vgl. gewinnen (Bauer, saaaa ia-1)).

1 Kor. 9:25
:a , e. e a ,ait,e .ie, :a ia . ,sa.u.at, . s.t iet . i eu i t ia |ae i c. |aiei
a acti, .t , e. a|aei.

Een ieder die meedingt, ontzegt zich vanalles, zij (doen dat) dan wel om een
vergankelijke krans te ontvangen, maar wij om een onvergankelijke.
51

Opmerkingen:
. ,sa.u eat betekent to exercise complete control over one's desires and
actions (Louw-Nida 88.83), in a figure drawn from athletes, who in preparing
themselves for the games abstained from unwholesome food, wine, and sexual
indulgence (Thayer). NB. verba op -.u a duiden op het (beroepsmatig) uitoefenen
van een bezigheid, functie of beroep (BDR 108,8; Robertson, GGNT, 148).
Het gesubstantiveerde praesens-participium a ,ait,e .ie, heeft een iteratief
aspect (drukt een gewoonte uit). Vgl. Robertson. GGNT, 880).
:a ia is een accusativus respectivus (BDR 154,3; Wallace, 204; Robertson,
GGNT, 478).
Het aanwijzend voornaamwoord . s.t iet geeft afwezigen weer die ergens in het
voorgaande zijn gentroduceerd (BDR 291,2; Wallace, 328). Paulus gebruikt het
ter contrast: vgl. . s.t iet . i vs. .t , e. (Robertson, GGNT, 707, 1153).
t ia leidt een finale bijzin in (GG 278b).

1 Kor. 9:26
. ,a et iui eu a, . ,a a , eu s a e a,, eu a, :us.u a a , eu s a. a e. ai

Welnu, ik ren niet als iemand die geen doel heeft, ik boks niet als iemand die in de
lucht slaat.

Opmerkingen:
et iui betekent welnu en komt maar 3 keer voor in het NT (BDR 451,9 noemt
nog n voorbeeld uti de varia lectio). Vgl. Robertson, GGNT, 1154.
De praesentia . ,a en :us.u a hebben een iteratief aspect (i.e. ze drukken een
gewoonte uit). Vgl. Robertson, GGNT, 880).
Het bijwoord a e a, betekent verborgen, onbekend, onzeker of onduidelijk.
W95 houdt de vertaling kort: Ik loop dan ook niet zomaar wat, ik ben geen bokser
die in de lucht slaat.
Participia krijgen in het NT vaak als ontkenning, maar Paulus gebruikt geregeld
het klassieke eu . Het bijbehorend voegwoord van vergelijking is a , (BDR 425,6;
430,5; Robertson, GGNT, 1138-40, 1159, 1163).
Het deelwoord e. ai drukt een wijze waarop uit (Robertson, GGNT, 1127).

1 Kor. 9:27
a a u :a:ta ,a eu e ca a sat eeua,a,a , :a, a et, sua, au e , a ee ste,
,. iaat.

Maar ik kastijd mijn lichaam en breng het tot dienstbaarheid opdat ik, nadat ik tot
anderen heb gepredikt, niet zelf wordt gediskwalificeerd.

Opmerkingen:
a a betekent hier veeleer.
u :a:ta ,a betekent iemand een blauw oog slaan, in het gezicht slaan of
kastijden.
eeua,a,. a betekent als slaaf wegvoeren of tot dienstbaarheid brengen.
leidt een finale bijzin met ontkenning in (opdat niet): Vielmehr zerschlage ich
meinen Leib und lasse ihn seinen Meister spren, damit ich nicht, nachdem ich
an andere den Heroldsruf richtete, selbst verworfen werde (GG 278b).
a ee ste, betekent niet gangbaar, slecht bruikbaar of ongeschikt.

You might also like