Professional Documents
Culture Documents
De Suikerindustrie Op Java
De Suikerindustrie Op Java
De Suikerindustrie Op Java
Dit is een digitale kopie van een boek dat al generaties lang op bibliotheekplanken heeft gestaan, maar nu zorgvuldig is gescand door Google. Dat
doen we omdat we alle boeken ter wereld online beschikbaar willen maken.
Dit boek is zo oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het boek nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke
domein behoort, is een boek dat nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auteursrechttermijn is verlopen. Het kan per land
verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stem uit het verleden. Ze vormen een bron van
geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn.
Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in het origineel stonden, worden weergegeven in dit bestand, als herinnering aan de
lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u.
Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken
uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven
leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen te voorkomen, zoals het plaatsen van technische beperkingen op
automatisch zoeken.
Verder vragen we u het volgende:
+ Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Google ontworpen voor gebruik door
individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet-commerciële doeleinden.
+ Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar het systeem van Google. Als u onderzoek
doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft tot grote hoeveelhe-
den tekst, kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uit het publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien
hiermee van dienst zijn.
+ Laat de eigendomsverklaring staan Het “watermerk” van Google dat u onder aan elk bestand ziet, dient om mensen informatie over het
project te geven, en ze te helpen extra materiaal te vinden met Zoeken naar boeken met Google. Verwijder dit watermerk niet.
+ Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor bent dat alles wat u doet legaal is. U kunt er
niet van uitgaan dat wanneer een werk beschikbaar lijkt te zijn voor het publieke domein in de Verenigde Staten, het ook publiek domein is
voor gebruikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek rust, verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wat u in uw geval
met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dat u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het
eenmaal in Zoeken naar boeken met Google staat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng.
Het doel van Google is om alle informatie wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken met Google helpt lezers boeken uit
allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en uitgevers om een nieuw leespubliek te bereiken. U kunt de volledige tekst van dit boek doorzoeken
op het web via http://books.google.com
520
035
E
KONINKLIJK BIBLIOTHEEK
TEL CH|I
TECH 0259 2100
یم س
SU
DE
1
A sou
- = torb
DE
SUIKERINDUSTRIE OP JAVA
TOEGELICHT
DOOR
J. MILLARD
EN
IN HET
INDISCH GENOOTSCHAP.
orklar
Ethech
terse :
wome
deiliruiii
creiotit ,
Semuenhet
' S GRAVENHAGE ,
MARTINUS NIJHOFF ,
1869.
vroe
heto
suil
van
Mi
doo
ger
ord
in
UG
TC
ta
Het bestuur van het Indisch Genootschap meent, evenals
vroeger plaats had ten opzichte van andere onderwerpen , ook
hetgeen op een drietal vergaderingen over de kwestie der
suikerindustrie op Java is medegedeeld , voor de kennisneming
van het publiek toegankelijk te moeten stellen.
De uitvoerige toelichting van het onderwerp door den heer
Millard verdient voorzeker eene belangstellende overweging ook
door hen, die niet onder de leden van het Genootschap kunnen
gerangschikt worden .
De kwestie der suikerindustrie is eene zaak , die aan de
orde is, althans die aan de orde komt , want voorzieningen
in welken zin en door wien ook beraamd , moeten genomen
worden . Bij de overweging en vaststelling der noodige maat
regelen kunnen misschien de beschouwingen en practische wenken
van een deskundige van nut zijn.
Namens het bestuur van het Indisch Genootschap ,
's GRAVENHAGE , J. BOUDEWIJNSE ,
30 Maart 1869. Secretaris.
jittertuiiirt
Socniaroni,ae
si
INHOUD.
Klachten over het verval der suikerindustrie op Java , blz. 59. Regeling
van 1847 , b. 58 . Van 1860 , idem . Oorzaken van den nood der suiker
industrie , b. 59. Toenemende kosten , idem . — Fixum van levering , idem .
Aanwijzing van de toeneming of den teruggang der productie naar gelang van
het al dan niet toepassen van het fixum , b. 60. — Vermindering der hoeveel
heid suikers ter vrije beschikking van den fabrikant gebleven en daaruit ont
staan verschil in inkomsten , b. 61 . Suikerregeling van 1863 , idem .
Jaarlijksch tekort door de suikerindustrie geleden >, b. 62. - Vergelijking met
de rentabiliteit van beetwortelsuikerfabrieken en andere suikerondernemingen ,
b. 63 en 64 noot, Ondermijning van het crediet der ondernemingen door
VI INHOUD
het gouvernementsbesluit van 10 Mei 1866 ten opzichte van beleeningen door
openbare administratien , b. 65. Bevoegdheid der regeering om na afloop
van een suikercontract de gebouwen te doen wegruimen , b. 66. Redenen
der hooge koopsommen , wel eens in vroegeren tijd voor suikerondernemingen
besteed , b. 67. – Opmerking omtrent de verhuringen , b. 67. Verschil
in de vroegere en latere verhouding van het gouvernement tot de onderne
mingen , b. 68. Onderzoek naar het recht van het gouvernement op een
aandeel in de rendementen der ondernemingen , b. 68—69. - Geringe invloed
van het gouvernement op den vooruitgang der kultuur , b. 69. Betoog dat
de staat geen verlies op de suikers heeft geleden , maar wel grootere voor
2
deelen had kunnen behalen , die aan het consignatiestelsel zijn opgeofferd ,
b . 70. Bezwaar tegen den tijdelijken duur van de contracten , b. 71 .
Maximum van het aandeel, dat billijkerwijs den staat kan worden toe
gekend , idem . Gronden van billijkheid om den contractanten de reeds
lang toegezegde tegemoetkoming te verleenen , b. 72. Beschouwingen
over de internationale suikerconventie en hare gevolgen , b. 74-84 . - De
belangen van den bebouwer van het suikerriet , b. 84. Loonen der
planters per huisgezin en per bouw , b. 85. Berekening van het dagloon ,
b . 86-87 . Tijd besteed aan de aanplantingen , b. 87.
.
Vergelijking met
de rijstkultuur, 88-93. Onderlinge regelingen bij den javaanschen land.
bouwer in gebruik , b. 93-94. Individueel grondbezit en hoofdklassen der
bevolking in Bezoeki en Probolingo , b. 94-96. Vergelijking van de rijst
-
Bezwaren daartegen uit hoofde van den toestand van het grondbezit ,
b. 123–124 . Voorbeelden uit Britsch - Indie , b. 124-125 . — De heerediensten ,
b. 125 .De ontheffing der bevolking van alle gedwongen diensten bij de
suikerkultuur , aanbevolen door de commissie van suikerenquête , b. 126.
Leemte in de aanhaling van het rapport dier commissie , b. 127—128. Be
rekening der te veel gevorderde heerediensten en het beletsel daardoor voor
den ondernemer , þ . 129 -132. Betoog , dat bij de suikerindustrie immer
INHOUD . VII
Betoog dat zelfs onder het bestaande stelsel 7, behoudens opheffing der be
staande onzekerheid , beperking der onmatige eischen van de schatkist en een
ruim tijdperk , de industrie eene hooge vlucht zou kunnen nemen en den planter
zijn rechtmatig deel zou kunnen verzekerd worden , b. 148. De voorschriften
van het regeeringsreglement strijden echter met eene bestendiging van de
tegenwoordige inrichtingen , b. 148. Bezwaren tegen eene regeling bij de
wet met behoud van het bestaande stelsel en zonder groote inkrimping ,
b. 149. Het denkbeeld eener uitbesteding der expireerende contracten
overwogen , b. 150--153. De plannen van hervorming of overgang tot
vrijen aanplant , b. 154. De vrijwillige overeenkomsten , b. 155. Het
recht van opstal en het zakelijke recht op den grond , b. 156. De af
-
BIJ LAGEN .
ERRATA .
Bl. 72 regel 20 v, b. staat : een zevenjarig fixum , moet zijn : een fixum naar zeven
jaren berekend .
>>
>>
21 > driejarig , moet zijn : naar drie jaren .
> 102 noot >>
Okonomie , moet zijn : Oekonomie .
> 112 31 bereikt, moet zijn : verlicht.
> 119 26 >>
zij, moet zijn : hij .
> 123 >> 25 D >>
rengong , moet zijn : rongeng.
> 125 2 hived , moet zijn : hired.
» 129 > 14 arbeider , moet zijn : arbeid .
9
» 130 12 >>
schanderen , moet zijn : schranderen .
25 >>
colon partiaire , moet zijn : colons partiaires.
» 131 noot >> Sonior , moet zijn : Senior.
» 134 20 Bamtam , moet zijn : Bantam .
» 146 11 overscheering, moet zijn : overheersching .
» 156 noot 1866 , moet zijn : 1869.
> 159 1 > alle ondernemers , moet zijn : vele ondernemers.
» 160 noot ontbreken de verwijzing nº. 1 en 2 .
» 167 >> 2 v.o. >
grondrenten , moet zijn : grondrechten.
Littéraire
ericietit,
Gravenhage
DE SUIKERINDUSTRIE OP JAVA.
vereenigd , in staat zijn geweest eene plant , die ten tijde van Mark
graf, die het eerst hare suikerhoudende hoedanigheid aanwees , en
zelfs van Achard , aan wien zij hare eigenlijke opkomst in den
aanvang dezer eeuw te danken heeft, die vroeger slechts 1 pct. ,
hoogstens 2 pct. van haar gehalte opleverde , thans 6 tot 8 pct. te
doen afwerpen .
1 Bijlage 1.
5
de nadeelen van het te lang opstapelen van het suikerriet , wat echter
hoofdzakelijk door afgebroken arbeid wordt veroorzaakt.
De uitpersing van den beetwortel kan met de thans verbeterde mid
delen geacht worden 75 of 80 pct. te bedragen. Naar mate van het
vermogen van de molens op Java kan gerekend worden op 65 tot 75
pCt. , wellicht gemiddeld op 70 pct. In dat opzicht heeft Java op vele
andere kolonien veel vooruit , waar nog slechts 55 à 60 pct. wordt
verkregen . Hering , de schrijver van de suikerkultuur in Suriname ,
noemt 55 pct. een bijzonder schoon resultaat; terwijl 45 pct. daar het
gewoon rendement is. Dupuy verkreeg bij 35 proeven als maximum
684 pct. , en als minimum 54 pCt., gemiddeld 594 pCt.
Niettemin is ook in dit opzicht in andere kolonien , die verbeterde
toestellen hebben ingevoerd , veel vooruitgang. O. a . op Mauritius wordt
evenals op Java 70 pct. sap erlangd.
In absoluten zin zouden wij, het gehalte van den beetwortel op 10
pCt. , dat der rietsuiker op 24 pct. stellende , daaruit reeds tot de
overmacht van de laatste besluiten , maar de werkelijkheid verschilt
>
per bouw .
Deze getallen kunnen tot belangrijke opmerkingen aanleiding geven ' .
De statistiek der suikerfabricatie in Frankrijk laat nog veel te wen
schen over. Men verkeert in het duister over de hoeveelheid der beet
wortelen , die geteeld zijn , of van het sap dat verkregen is en het
gemiddelde gehalte van het geheel. Wij weten alleen dat in het
afgeloopen jaar 274 millioen kilos , bijna 4,400,000 pikols suiker, zijn
>
geproducerd.
De opbrengst van den beetwortel is , evenals die van het suikerriet ,
afhankelijk van de geaardheid des bodems en vooral van zijne bewerking.
Het gestadig planten van den beetwortel op denzelfden grond heeft
reeds zijn nadeeligen invloed doen gevoelen en kostbare meststoffen
zijn onmisbaar geworden ; want de plant onttrekt verbazend vele
minerale stoffen aan den grond , zoodat berekend wordt dat voor de
100,000 hectares , in Frankrijk met beetwortel beplant , 10 millioen
kilos minerale stoffen weder aan den bodem moeten teruggegeven worden
en de bemesting noodig is , ook waar de toevlucht tot den wisselbouw
wordt genomen. Waar vroeger een hectare (1 Nederl. bunder = 14 bouw)
1 Deze staten zijn gedurende eenige jaren gestaakt , doch in 1866 weder
verschenen . Het is te Dejan eren dat zij niet met meerdere nauwkeurigheid
en geregeld worden opgemaakt en gepubliceerd ; zij zouden toch de stof kunnen
leveren voor vele nuttige gevolgtrekkingen en aanwijzingen .
8
Pruissen 1 150,000 92 »
» Thuringen 19 123,000
92 Beijeren 17 70,500 92 32
i Zie Bijlage 1.
2 Report on sugarduties.
10
langrijk hier te laten volgen eene opgaaf der gewone nommers der
regeling
tractaat
suikers van verschillende kolonien.
Opgave
suiker
chure
Rueb
zijne
over
heer
bro
Standaard .
het
der
den
van
tot
,in
J.
Manilla Nº. 4 à 9
Bengalen en Benares . 4-16
de blanke No, zeer slap suiker.
Brazilie , bruin . .
02 5-10
wit 12-13
gemiddeld .
" 12-17
Cuba . 5-22
gemiddeld 99 13
Mauritius 8--14
다은
belasting
gemiddeld 11
Martinique en Guadeloupe 17 10-11
Niet eens ge
Engelsch West Indie zeer
.
kleide , geheel onderscheiden , dooréén 10-12
ruwe suiker.
Louisiana, zoover bekend " 8-12
449,790 bossen riet van 0,464 pikols elk gemiddeld 2227 bossen riet
per bouw of 64,046 Ned. pd. per bouw ; waarvan verkregen werden :
7,970,400 liters sap van 9.83" B. of 39,408 liters per bouw of circa
61 pct. sap ; 19,286.63 pikols suiker of 95.24 pikole per bouw of 15
pCt. suiker (juist overeenkomstig mijne berekening).
De uitpersing (à 61 pct.) schijnt te wenschen te hebben overgelaten ;
want ware die tot 75 pct. gebracht, dan had de productie gestegen
tot 116 pikols per bouw . Het spreekt van zelf, dat uitmuntende aan
plantingen en even goed fabricaat de conditio sine qua non zijn. 33
1 Reynoso , Verhand . over de cultuur van suikerriet.
? Bijlage VI bevat eene opgaaf van den toestand der suikerindustrie op Cuba
door R. de la Sagra , den verdienstelijken staathuishoudkundigen schrijver van
verscheiden werken over dat eiland , hem door een lang verblijf grondig bekend.
3 In 1864 heeft de eigenaar van Kedawoeng de volgende resultaten mede.
gedeeld van 1174 bouws :
14
De heer Rost van Tonningen , die veel studie aan de javasche suikerindustrie heeft
gewijd en tot een oordeel in alle opzichten bevoegd is , verklaart ergens dat
bij volmaakte toepassing van de middelen tot verbetering eene productie op
Java van 100 pikols per bouw volstrekt geene overspannen verwachting is.
1 Volledige kennis omtrent dit onderwerp is te putten uit de « Practische
handleiding tot het onderzoek van alle suikerhoudende stoffen door G. Lotman . »
? Die bestanddeelen werken ongelijkmatig naar mate van hunnen aard
magnesia weinig of niet 1 deel kalie vormt 7 deelen en 1 deel natrium 11
deelen onkristalleerbaar beetwortelsuiker. Ook is de verhouding tusschen zouten
en proteïne stoffen niet constant ; in de praktijk wordt aangenomen dat 1 deel
zout 5 deelen suiker tot niet-suiker (nicht -sucker) onkristalleerbaar omzetten ,
in het suikerriet wordt slechts 0,17 pct. zouten gesteld en volgens Peligot
15
een verlies aanduidende van 73,910 of per bouw 2,26 pikols of circa
5 pct. van de kristalliseerbare suiker. Wanneer men nu in aanmerking
neemt dat de beetwortelfabrikanten gemeenlijk hoogstens 72 pct. ver
krijgen , dan zouden , 200 de cijfers vertrouwen konden inboezemen ,
>
men , dat Java heeft hij de verwisseling van gronden , zonder het nut
en de noodzakelijkheid van bemesting in twijfel te trekken , maar het
geroelen koesterende dat niet alleen op chemische maar ook op phy
sische werkingen bij de kultuur moet worden gelet. Overtuigd van
het nut van den wisselbouw en te rade gaande met de ondervinding ,
schijnt mij dat voorrecht onschatbaar.
Niettemin is het vraagstuk niet bij allen uitgemaakt. Wij lezen toch
in de stukken gewisseld over de ontwerp -kultuurwet: ' dat de Raad van
State van oordeel was dat het niet onmogelijk zou zijn , de contractanten
over te halen tot eene schikking waardoor hun zou worden afgestaan
eene uitgestrektheid van 600 bouws , van de meening uitgaande dat
verwisseling onnoodig zou zijn. De regeering achtte het denkbeeld niet
aannemelijk , „ omdat daarmede werd bedoeld eene geheel andere wijze
van cultuur dan tot dusver is in acht genomen ; de wisselbouw wordt
door aanhouding van stoelen of door jaarlijksche aanplant op hetzelfde
veld vervangen ; een vooreerst niet te verwezenlijken denkbeeld al wil
men aannemen dat het in de toekomst voor toepassing vatbaar zal
worden , wanneer men zal geleerd hebben aan den bodem de zelfstandig
heden terug te geven, welke daaraan door het riet worden onttrokken.
Volgens de Commissie van onderzoek kent men van het zonder verwis
seling planten van suikerriet op denzelfden grond , geene andere resultaten
dan mindere opbrengst in vergelijk met de uitkomsten van het stelsel
van verwisseling , verkregen op goed ingerigte en goed werkende fa
brieken. Of andere mest andere resultaten zou geven , is op Java nog
niet proefondervindelijk bewezen."
Zoolang het bestaande stelsel wordt gehandhaafd , en zoolang meeren
>
deels tot die verwisseling ruime gelegenheid bestaat, zou het vraagstuk
misschien van minder dadelijk belang zijn , maar zoodra er sprake is
van privaatondernemingen op eigen grond of zelfs op dien van den
javaanschen landbouwer , die geene gelegenheid tot verwisseling aan
biedt , wordt de kwestie van uitstekend gewicht , ook uit een geldelijk
oogpunt, omdat de uitleg van kapitaal daardoor wordt bepaald.
De oplossing dan van deze kwestie verdient mijns bedupkens zeer
de overweging en ik onderwerp daarom volgaarne mijne zienswijze aan
het oordeel van deskundigen .
Inmiddels heeft het voorrecht, waarop ik wees , ook de aandacht in
het buitenland getrokken , bij gelegenheid eener vergelijking tusschen
de opbrengst op Java en die op la Reunion ? , welke ten voordeele van eerst
genoemd eiland wordt toegeschreven aan het systeem der verwisseling
van de gronden die na den oogst worden afgebrand , ( flambées) waar
door schadelijke insecten en vooral de riethoren (Borer saccharellus)
worden geweerd , zoodat den planters van la Reunion wordt aanbe
volen , om slechts een vierde hunner velden jaarlijks te beteelen met
suikerriet en het overige minstens twee jaren rust te gunnen.
trop fréquente de la betterave sur le même sol est une de ces erreurs
agronomiques, qui ne merite pas d'être combattues scientifiquement.
Les résultats obtenus par cette méthode , si toutefois on peut donner
се
nom à une culture vampire , ne sont pas de ceux dont un esprit
judicieux puisse se vanter. Tel industriel agronome , qui se flattait de
semer depuis trente ou quarante ans de la betterave dans le même ter
rain, avait fini par epuiser ses terres par l'abus irréfléchi de cette
culture qui ne saurait démentir la loi des assolements et celle de res
titution ."
Bij dit vraagstuk omtrent den wisselbouw mag wel in overweging
komen hetgeen onlangs geschreven is door M. Fries (oeconoom).
"Dasz das alljährliche Abwechseln mit den Früchten , welche wir
auf dem Acker anbauen , eine von der Natur gebotene Nothwendigkeit
ist , ist eine schon längst geprüfte Thatsache , wornach sich auch jeder
Landwirth bei der alljährlichen Eintheilung seiner Felder genau zu
richten weisz.
„Seitdem nur das Streben der Zuckerfabriken dahin geht , stets mehr
Güter zu erpachten , um dem Bedarf von Rüben selbst zu bauen ,
9
sah sich die Pächterin , nämlich die der Zuckerfabrik , zum Theil noth
gedrungen , diesen allgemeinen Grundsätzen zu entsagen und Neuerun
gen einzuführen , Zuckerrüben ofters nach -einander anzubauen .
Kaum glaubte man diese Manupulation als gelungen zu betrachten , so
sucht ihn die Natur wieder dadurch zu refutiren , dasz sich in der
Rübe selbst ein Nachlasz der Vegetation einstellt , was eigentlich mehr
für eine Schlaffheit im Wachsthum gehalten werden könnte, weszhalb man
auch diese Krankheit mit den Namen Rubenmüdigkeit bezeichnet. – Man
glaubte zwar dieser Krankheit durch solche Düngungs mittel vorzubeu
gen , die dem Boden in reichem Masze wieder das ersetzen sollen ,
wovon die Rübe einen behaltlichen Theil vom Boden entzieht Es
ist dies aber bis jetzt noch nicht gelungen. enz .”
Wellicht wijst men op het verschil in vruchtbaarheid van de gema
tigde met de heete gewesten . Voorzeker is de natuur in de tropische
landen doorgaans weelderig en mild , maar straffeloos wordt ook daar
de grens harer krachten niet overschreden .
„Onafgebroken planten van riet op denzelfden grond ,” zeide reeds
1
verscheidene jaren geleden een natuuronderzoeker , de heer Fromberg
„ is ook bij het aanwenden van meststoffen een middel om het riet te
doen verbasteren ; zelfs door bewatering en jaarlijksche afwisseling
met padi , kan dit niet worden voorkomen .”
>
die schrijver tot het besluit , dat hoogstens twee achtereenvolgende gewas
sen met eenige vrucht van den grond kunnen worden getrokken , eene
gevolgtrekking , die geheel overeenstemt met de opmerking van een
der laatste schrijvers over de landhuishoudkunde in Indie , den heer
1
Greenaway ' , dat een derde gewas van hetzelfde gewas reeds verbas
7
beloopen kan 50000 en 60000 kilos per bunder , maar het sap-rende
ment zelden meer is dan 5 pct. 1
Daarmede ware indedaad de intensieve kultuur veroordeeld , waarop
thans juist meer en meer de aandacht is gevestigd. Welk onbere
kenbaren invloed zou , indien die stelling (gelukkig door anderen weer
sproken ) bevestigd mocht worden , de uitkomst niet hebben niet enkel
uit het oogpunt van hygiene , maar ook op den economischen toestand
der volkeren .
Verre van een oordeel daarover mij aan te matigen , waag ik alleen
de onderstelling dat evenals in de theorie der bevolking van Malthus
en die der grondrente van Ricardo of dergelijken , in abstracto veel
waarheid moge gelegen zijn , tal van omstandigheden het absolute daar.
)
Die van Java kennen wij en hoezeer zij naar omstandigheden uiteen
loopen , kunnen zij in den tegenwoordigen tijd bij de verhoogde kosten
op niet minder gerekend worden dan ſ 9.- per pikol.
Bij deze behooren gevoegd te worden :
8 pct. rente van een kapitaal van f 350,000.
5 amortisatie daarvan , zoo er voldoend kon
traktstijd is ,
5 dividend ten minste
18 pct. van f 350,000 , of f 63,000 verdeeld over
eene gemiddelde productie van 45 pik. per bouw f 3.50
wezenlijke productiekosten ? .
f 12.50
Eene zeer belangrijke uitgaaf moet daarbij ge
voegd worden , om de javasche suikers op de euro
7
per 100 kilos = circa f 2.00 per pikol uitmakende; echter alleen bij een
productieprijs van f 12.50 op Java , zonder berekening van eenige
koopmanswinst dan de commissie ; zoodat naar die berekening or
Java slechts f 14.50 per pikol op den duur zou kunnen besteed worden.
Ik behoef ter nauwernood de opmerking te maken dat terwijl thans
alleen sprake is van de kosten der suikerindustrie op zichzelf, ook
buiten rekening gelaten is de hooge vorderingen van het gouvernement,
die op de resultaten der onderneming een overwegenden invloed
hebben , doch die later zullen besproken worden. Uit dien hoofde zijn
het loon van het kapitaal , de ondernemingswinst en de delging omgeslagen
over het geheele gemiddelde product van 18,000 pik. van 400 bouws.
Ik acht het nu niet eene geschikte gelegenheid uit te weiden over
de uitkomsten der particuliere suikernijverheid , vooreerst omdat de
economische toestanden teweeg brengen dat hare resultaten geen maat
staf van vergelijking kunnen aangeven en ten andere omdat ik ор de be
raadslaging over de volgende punten niet wensch vooruit te loopen.
In de fabricatiekosten (prix de revient) van vreemde koloniën zijn
groote fluctuatien en het is niet wel doenlijk alle gelijk te stellen .
Daardoor wordt het onderzoek naar dien prijs zeer moeilijk. Op het
eiland Barbados werden de kosten per 100 kilos eenigen tijd geleden
gesteld op f 9.- , op Trinidad op f 16.- , op Jamaica op f 13.- en
te Demerary op f 15. De voortbrengingskosten op Mauritius worden
lager gerekend , doch in den laatsten tijd verslinden de immigratiekosten
veel geld. De emancipatie der slaven heeft in den economischen toestand
eene groote verandering gebracht en vooral drukt een groote schulden
last den grondeigendom der plantages van Martinique , Guadeloupe
en Réunion (432 millioen francs.)
Voorheen werden volgens officieele opgaven de voortbrengingskosten
2
in de fransche koloniën berekend op 60 francs de 100 kilos.
Waarschijnlijk zal men het veiligst gaan door vertrouwen te schen
ken aan de verklaring van den franschen staatsman Thiers in de wet
gevende vergadering van 1864 , dat de prix de revient in de fransche
kolonien te staan komt op 42 francs de 100 kilogrammes ( f 12” per
pikol) , welke prijs verhoogd wordt door vracht en andere kosten bij
aankomst in Frankrijk tot 54 francs de 100 kilos (ca f 16 per pikol) .
Hierbij valt echter op te merken , dat de fransche wet in het belang
der kolonien aan de suikers daarvan afkomstig eene ontlasting van
rechten (détaxe) toestaat van 5 francs per 100 kilogrammes.
De mindere waarde der fransche koloniale suiker in aanmerking
nemende , is van dien kant geene mededinging te duchten .
| Natuurlijk kan naar gelang der behoefte ook de prijs na de veilingen wel stijgen .
3M A. de Chazelles, Etude sur le système colonial.
31
het laagst achtende. Mocht die extractie tot het maximum stijgen , dan
wordt het vooruitzicht geopend , dat de suiker uit den beetwortel kan
voortgebracht worden tegen 40 francs . Voor het tegenwoordige kan de
prix de revient niet veel lager dan 60 francs de 100 kilos worden gesteld.
In den regel worden , om den juisten voortbrengingsprijs te bepalen ,
daarvan afgetrokken de opbrengst van den afval (merg of pulpe) en
de stroopen , waarvan de waarde echter zeer afwisselend is. Gemeenlijk
wordt de opbrengst der pulpe (voor veevoeder) geschat op 20 pct.
van die van het beetwortelgewicht ; vaak wordt daarvoor f 5 , soms meer ,
per 1000 kilos erlangd .
De stroopen behalen een prijs, voornamelijk afhankelijk van dien
van den alcohol , welke daaruit wordt vervaardigd. De lage prijs van
den laatste maakte op de fabricatiekosten van den suikerfabrikant in
Frankrijk ten verleden jaar een verschil uit van 4 francs meer per
100 kilos. Gemeenlijk wordt voor melassen 2 pct. van het gewicht
der beetwortelen gerekend. De prijs in Frankrijk wordt thans genoteerd
op 10 à 12 francs per 100 kilos.
Met vrij groote zekerheid kan het gemiddelde van den voortbren
gingsprijs, na aftrek van de opbrengst van pulpe en stroopen , in Frank
2
f 15 per pikol , bonne quatrième, gelijk aan No. 12 van den neder
landschen suikerstandaard .
De zeer ervaren suikerfabrikant en schrijver Louis Walkhoff doet
de volgende opgave ' , die ik in nederlandsche waarden teruggeef :
bij eigene kultuur :
Duitschland of 806 per bunder = f 564 per bouw.
Frankrijk .
.
1000 97 -- 700 17
Rusland . 612 » 428 > 97
. .
92 12 12
1857 . 88.52 22 *
1858 . 65.69
77
C .
1859 . . .
69.57 12 19 12
1860 . 70.76
>
. . .
92
1861 . . 68.49 22 92 27
1862 . . 61.19
2
.
22 22
1863 . 74.03
77
. .
29 2
1864 . 61.20
9
. .
22
1865 . 60.31
17
.
12 02
1866 . . . . 55.68 » 12
1867 . . . 56.50 12 17 12
letselen , ons aandeel , hoe onbeduidend ook in vergelijk van het zoo
even genoemd kolossale cijfer , nog zoo groot is geweest.
„„ Een dier beletselen is , – wij wezen er reeds herhaaldelijk op , -
het gemis aan direct stoomverkeer. Nu de behoefte aan eene recht
37
" Wij hebben ons tot hiertoe bepaald bij eene commercieele beschou
„In dezelfde mate als wij, ter bereiking van dat doel , tegenstanders
zijn van eene te Timor afgebrokene stoomlijn , nemen wij gaarne in
volle bescherming elk plan , dat tot grondslag heeft een direct onaf
gebroken stoomverkeer tusschen Java en Amerika.
„Na deze uiteenzetting onzer beschouwingen vertrouwen wij dat
uwe excellentie zulk een plan , krachtdadig zal ondersteunnen en dat
het ook hare overtuiging zal zijn , dat de commercieele en politieke
belangen van het land onzer inwoning medebrengen , dat alles worde
gedaan , wat ten deze binnen het bereik ligt van het vermogen der
1
regeering."
Het is waar , nog schijnt de javasche handel met moeilijkheden te
kampen te hebben , vooral tot mededinging met Mauritius, 2' als gebrek
aan goede gemeenschapsmiddelen , aan soliede relatien, met het bezwaar
om die suikers aan den handel te leveren , waaraan naar gezegd
wordt , in Australie de voorkeur wordt gegeven. 3 Dit alles is echter
niet onoverkomelijk en wat de suikersoorten betreft , zoo worde de
javasche industrie van de boeien , waarin kontraktueele bepalingen haar
klemmen , ontslagen , om ook aan dien eisch te kunnen beantwoorden.
Misschien niet dadelijk maar dan toch in de niet verre toekomst ,
zal de javasche suikerindustrie jegens hare zuster edelmoedig kunnen
zijn en aan haar de westersche markten overlaten , mocht zij aan de
behoeften daarvan geheel kunnen voldoen ; bovendien zeker dat zoo
de javasche industrie den moed thans niet behoeft te laten vallen in
Europa met de beetwortelsuiker te wedijveren , deze niet hetvracht
loon kan dragen om het vreedzaam verkeer der indische suiker in het
oosten te komen verstoren.
Maar indien de suikerindustrie op Java levensk racht genoeg heeft
en wat productief vermogen van den grond en de voortbrengingskosten
zoowel als wat de hoedanigheid van haar product betreft, voor hare
mededingsters niet behoeft onder te doen , dan mogen wij vragen , van
>
waar die vele klachten , die wij vernemen ? Welke toch is de oorzaak der
onzekerheid die waargenomen wordt , van die ziekteverschijnselen, van
dat marasmus , waarmede de javasche suikerindustrie schijnt bedreigd
te worden ? Zou het waar zijn , dat zij tot stilstand of achteruitgang is
veroordeeld ? Zou het zijn dat die industrie , hoe zij zich uiterlijk
voordoe, toch ook eene teringlijderes is of zou het wellicht waar zijn ,
wat een der uitstekendste fransche bladen onlangs behelsde : „Java est
1 Het later rapport van de kamer van koophandel dd. 11 Julij 1867 , opge
nomen in haar pas hier te lande ontvangen verslag over 1867 , verdient zeer de
aandacht.
2 Zie Bijlage XI.
3 Bijlage XII berat hierover een belangrijk bericht van onzen consul-generaal
voor Australie, gericht aan de bataviasche kamer van koophandel.
40
Zoo meen ik dat de heer Millard zich veel moeite gegeven heeft om
de vraag te beantwoorden of de „ prix de revient” van de beetwortel.
41
suiker hooger of lager is dan die van de koloniale suiker. Die kwestie
wordt telkens geopperd , zoodra de vraag besproken wordt, ofde kolo
niale suiker de concurrentie met de beetwortelsuiker kan volhouden.
Ik zal haar gewicht niet ontkennen. Intusschen meen ik dat men dit
gewicht weder niet te hoog moet stellen , omdat men anders gevaar loopt
in eene economische dwaling te vervallen , die misschien tot pessimis
tische beschouwingen voor de koloniale suikerkultuur leiden kan.
Wat bepaalt de waarde van een voorwerp ? Verschillende oorzaken ,
waaronder ook de kosten van productie. Maar welke kosten van pro
ductie ? De hoogste of de laagste ? Met andere woorden : gesteld dat in
eene behoefte voorzien kan worden , door de levering van een hoeveel
heid die ik 100 noem , waarvan 50 tot een hoogen en de 50 anderen
tot een lagen prijs kunnen geleverd worden , zal dan de waarde zich
bepalen naar de hoogste of de laagste productiekosten ? Ik meen dat in
dat geval de hoogste kosten de waarde zullen bepalen en wel om deze
reden. Indien de waarde zich regelde naar de laagste kosten , zou de
geheele hoeveelheid , die voor de behoefte noodig is , niet geproduceerd
worden en zou de productie zich enkel bepalen tot de 50 pct. van den
laagsten kostprijs, want de 50 pct. van den hoogsten kostprijs zou in
dat geval niet geleverd kunnen worden dan met verlies. En niemand
werkt op den duur met verlies. De waarde moet zich dus richten naar
de hoogste productiekosten .
De kwestie van den „prix de revient” is daarom van minder gewicht
dan deze : welk quantum is er voor de consumtie noodig ? Aan welke
hoeveelheid suiker heeft de wereld behoefte en welk aandeel levert
de beetwortelsuiker van die hoeveelheid ? Blijkt het dat zij geheel of
grootendeels in de behoefte voorziet , en dat de koloniale suiker op
hare beurt geheel hetzelfde zou kunnen doen , dan spreekt het van
zelf dat één van beide moet verdwijnen van de markt en wel die
suiker , welker kostprijs de hoogste is. Maar blijkt het b. v . dat een
groot deel der behoefte moet bevredigd worden door de koloniale
suiker , vermits de beetwortelsuiker die behoefte op verre na niet kan
bevredigen , dan zal, al mocht de prix de revient van de beetwortel
suiker belangrijk lager zijn dan die der koloniale suiker , de waarde van
het artikel in het algemeen zich moeten regelen naar de productie
kosten van de koloniale suiker , zoodat deze laatste met voordeel kan
geproduceerd worden.
Hoedanig is nu de werkelijke toestand ? Als ik mij niet bedrieg , is op
gegeven dat Europa eene productie vordert van 12 millioen pikols
suiker , waarvan 54 millioen worden geleverd door de beetwortelsuiker
fabrieken. Hieruit blijkt, dat de beetwortelsuiker nog niet eens in de
helft der europeesche behoefte voorziet en de koloniale suiker dus vol
strekt niet gemist kan worden. Dit zoo zijnde, is in de kwestie , die
ons bezighoudt, het onderzoek naar den prix de revient, hoe be
langrijk ook op zichzelf, geenszins van overwegend belang.
Maar nu rijst eene tweede vraag : Kan Java concurreeren met
andere kolonien ? Ik wensch deze vraag niet a fond te behandelen ,
42
maar mij slechts een enkele opmerking te veroorloven , die tot hare
bevestigende beantwoording iets kan bijdragen.
Ik heb namelijk zooeven gehoord dat op Cuba eene grootere pro
ductie per bouw zou verkregen worden dan op Java ; doch men heeft
er op gewezen dat ook op Java grootere productie mogelijk zal zijn ,
zoodra slechts de bestaande belemmeringen voor de suikerindustrie
worden opgeheven . Ik voeg hierbij, dat men , bij de beoordeeling der
kwestie , ook de groote kosten van den slavenarbeid niet vergeten
moet. Voor tien jaren op Cuba zijnde, meen ik van suikerplanters ge
hoord te hebben dat voor een volwassen slaaf niet minder dan 1800
à 2000 dollars werd betaald . Als men nu rekent dat op sommige plan.
tages 3 à 400 slaven (mannen , vrouwen en kinderen ) aanwezig zijn ,
en men begroot ze door elkander slechts op 7 à 800 dollars per hoofd , >
dan kan men nagaan welk een enorm kapitaal dit reeds representeert.
Wat nu Suriname betreft , ik meen dat de productie per bouw daar
veel kleiner is , dan op Java. Bovendien is de qualiteit geringer en
zijn er de kosten van den arbeid hooger , ten gevolge van de noodza
kelijkheid waarin de planters zijn gebracht om hunne werkkrachten uit
Azie aan te voeren . In denzelfden toestand nu , waarin Suriname ver
keert, bevinden zich verscheidene andere West-indische koloniën .
Het zijn alleen deze kleine opmerkingen, die ik ten aanzien van cijfers
heb gemeend in het midden te moeten brengen . Eerst dan wanneer het
belangrijke opstel van den heer Millard gedrukt is , zal het mogelijk
zijn , de statistieke gegevens en de daarop gegronde beschouwingen
met juistheid te beoordeelen .
geven prijs van 1800 à 2000 dollars op Cuba , is dus volstrekt niet
onwaarschijnlijk. Wat nu den prijs der slaven op de kust van
Guinea betreft , die kan hier , dunkt mij, in het geheel niet in verge
lijking treden , daar toch de slavenhandel verboden is en er dus eene
1
groote risico aan dien handel is verbonden , van welke risico enorme
hooge premien moeten genoten worden. Maar gesteld zelfs dat de prijs
van een slaaf 1000 en niet 1800 dollars ware , dan zou dit nog een
zeer aanzienlijken prijs kunnen genoemd worden , die op de productie.
kosten niet weinig drukt.
|
1
1
45
BIJLAGE I.
1830 5,500,000
1881 7,000,000 " 9
1833 12,000,000
1834 20,000,000
1835 30,000,000
1836 40,000,000
1841 3,000,000
1843 28,000,445 9 97
1844 30,000,000 99
1845 37,019,000 2
1855 77,000,000
1856 90,500,000 12,000,000
1857 80,000,000 09
1858 89,000,000
1859 91,000,000 144,000,000
1860 135,000,000 126,000,000 17,156,000
1861 143,000,000 125,500,000 13,850,000
1862 174,000,000 138,000,000 17,850,000
1863 130,000,000 150,000,000 26,200,000
1864 165,000,000 170,000,000 19,940,385
1865 246,000,000 170,000,000 21,000,000
1866 274,000,000 185,000,000 41,550,000
1867 225,000,000 210,000,000 39,100,000
OOSTENRIJK .
BIJLAGE II .
PRODUCTIE OP JAVA.
( Gouvernements-aanplant.)
Il
pour
betreft
suikerkultuur
de
zooveel
,Tvoor
een
,uGuyane
Martinique
lla
Guadeloupe ableau
ait
EXTRACT
>
Réunion
la
et
Française
in
commerce
"teeableaux
,vinden
Tet,dpopulation
culture
navigation
de
pRevue colonies
maritime
des
et
Marine
la
de
Ministère
le
parubliés
,(vpour
à1ide
1860
années
les
865
coloniale
)et
.11
1864
. .
cultivés
d'hectares
nombre kilos
.
La
Mar
. tinique 19,514 bouw
per
pikols
16
aan
gelijk
27,750,000
Guadeloupe 18,384 18,155,069 11
. " 79
Française
Guyane 392 455,650 13
"
Réunion 48,382 15,746,898 3
. 99 "
07
>
17
116,436,412
76,939
gemiddeld
Gemiddelde
♡
.
7
»
1860—1865
ministerieele
volgens
opgaven
:van
hectares
kilos
86,641
115,000,000
1
184,000
bouws
123,770
pikols
aan
gelijk bouw
.per
pikols
15
ca.
La
Martinique
, kilos
.
1866 he18ct,967ar70es 34,656,672
2ikol
;p=0
bouw
per} Annuaire
de
Martinique
pour
1868
.la
}17
29,403,209
=
>
Guadeloupe
.La .
kilos
1865
hectares
16,795
30,327,708 1
1866
Ibouw
per
pikols
20
= consumtie
en
uitvoer Annuaire
Guadeloupe
la
pour
.de
1868
16,032 28,083,790
48
BIJLAGE IV.
1855 >>
1856 >> >> 99,710,000
1857 >> >>
1858 >>
1859
1860 552,000,000 82,430,358 30,988,250 32.903,019
1861 65,532,868 28,240,000 31,219,226 >
1862 69,141,663 27,079,000 35,643,060 131,570,000
568,000,000
1863 41,687,357 30,115,000 34,588,641
1864 15,746,808 27,750,000 18,155,600 »
BIJLAGE V.
INVOER IN ENGELAND.
BIJLAGE VI.
CUBA.
Mededeeling van Roman de la Sagra ( Journal des fabricants de sucre 1865.)
Gekleide suiker. 868,000 kilos. 1,036,150 » 1,622,466 kil. 1,637,324 kil. 2,476,200 kil.
Evenredigheid van
witte suiker . . .
Verlies op 16 pCt.
suiker , in het riet
aanwezig . .
11,8 >>
11,7 >> 12 >> 11,5 10,7
1 Roman de la Sagra doet opmerken , dat onderscheid moet gemaakt worden tusschen
étendue plantée et étendue récoltée, omdat de laatste niet altijd met de eerste overeenkomt.
50
BIJLAGE VII .
1844 - 32,05 33 8 32 10 35 1 21 8
1845 - 40,15 32 11 31 10 33 5 26 4
o
1846 34,30 34 5 33 6 34 8
com
1847 37,40 28 3 30 4 27 25 10
no
er:
1848 - 29,45
-
23 8 23 3 25 4 21 4
1849 - 32,50 25 4 25 1 27 4 22
1850 - 33,45 26 1 25 27 3 21
1851 - 30,85 25 6 26 2 25 10 23
1852 - 29,80 22 5 23 " 23 10 21 11
1853 - 32,70 24 6 24 8 26 10 24 5
1854 - 31,25
-
22 8 21 8 24 2 23 9
1855 37,10 25 1 24 3 28 26 7
1856 44,50 30 29 3 31 5 31 6
1857 - 50,25 36 11 36 37 5 38 99
1858 - 40,10 27 6 26 3 26 2 29 7
1859 - 37 , 26 7 26 2 27 7 28 6
1860 · 38,70 27 5 28 1 29 8 29 4
1861 - 38 , 24 5 26 8 24 1 26 6
1862 -
- 37,55 22 3 24 4 22 9 22 9
1863 - 40,50 21 7 22 11 21 7 22
1864 - 38,75 27 9 28 9 22 8 27 10
1865 - 33,65 22 24 19 7 22 10
1866 35,22 20 4 22 3 17 21
8
:6
er
>>
1867 33,94 22 4 23 7 20 10
1 22 97
10 ( 1855–1864) - 40,024
De prijzen , op de veilingen behaald , zijn getrokken uit de belangrijke
overzichten van de heeren J. A. en A. Seylmans, makelaars te Amsterdam .
51
BIJLAGE VIII.
ALGEMEENE SUIKER- CONSUMTIE .
Suikerconsum Suikerver
LANDEN BEVOLKING tie per hoofd bruik .
in kilos. ( in kilos .)
Australie (Zuid) .
156,605 28,84 4,509,156
Australie (West) . 15,691
Antigua 36,412
België 5,000,000 4,53 22,633,494
Barbados 152,275
Bahama .
38,000
Bermuda 11,461
Britsch Columbia . 44,000 0,02 1,115
Canada 2,507,657 6,44 16,149,497
S. Christoffel 27,000
Ceylon : 1,892,540
Denemarken 1,600,000 5,66 9,052,992
Domingo 30,000
Prins Eduard eiland . 254,776
1
80,857 3,15
Engeland , Schotland
en Ierland 30,000,000 20 , 599,731,314
Frankrijk 37,500,000 8,01 300,377,270
Falkland eiland 566
Newfoundland . 122,638 3,87 474,856
Gambia . 6,748
Gibraltar 15,462 16,06 248,227
Griekenland 1,350,000 2,45 3,299,556
Hanzeesteden 2,050,000 8,29 16,781,458
Nederland 3,500,000 6,73 23,597,808
Hong -Kong, vrijhaven 119,321
St. Helena . 6,860
Jamaïca 441,255
Italie : 25,500,000 4,03 100,693,242
Laboan , vrijhaven 2,373
Malta . 136,339 6,07 828,235
Nieuw-Zeeland 182,113 37,62 6,847,542
Nieuw - Brunswijk 252,047
Nieuw - Schotland 330,857
Natal . 152,704 0,21 32,397
Mauritius 340,664
Oostenrijk 37,500,000 1,58 66,275,040
Portugal 3,800,000 4,17 15,825,498
Polen . 5,350,000 2,04 11,404,458
Queensland . 87,775 35,66 3,128,190
Rusland . 62,000,000 1,46 90,371,736
Zweden en Noorwegen 4,070,000 3,90 17,745,000
Spanje 17,500,000 2,95 51,659,649
Tasmanie 95,201 0,94 89,891
Turks-Island 4,372
Tabagos · 2 15,410
Trinidad . 84,438
Turkije 16,000,000 1,36 21,727,992
Vereenigde Staten 27,000,000 16,81 458,328,000
Van- Couversland . 6,000
Victoria 626,639 39,95 25,017,560
Nieuw -Zuid - Wallis 411,388 41,72 17,150,796
Tolverbond . . 35,670,000 4,53 161,470,374
1
52
BIJLAGE IX .
VREEMDE SUIKER, VAN ALLE 1845. 1846. 1847 . 1848. | 1849. | 1850. 1851. | 1852. | 1853. 1854 . 1855
SOORTEN ,
GEZAMENLIJK :
Cuba •
197,476 513,198 914,544 734,832 712,128 538,172 830,385 466,148 970,917 1,665, 106 731,663
Porto-Rico .
151,053 96,472 248,481 168,317 241,935 179,964 299,885 52,561 143,519 378,423239,257
Guadeloupe • . >
>
Martinique > >> >
St. Croix . • 168 72,441 53,834 46,212 7,533 8,744 8,354 1,387 27,155 2,241
St. Thomas . > 2 6,162 5 1 1 1 668 728
Hollandsch Guyana 641 1,493 >> 121 4,461 2,418 1,653 29,242 28,125 39,418)
Ver . Staten v. Amerika 22,232 203 436 1,682 7,516 6,609 4,689 796 27,659 68,257 15,236
Midden - Amerika > >
A
.
99 >>
Venezuela
6,890 ! 1,164
•
11,593 4,853 5,0101 8,749 4,262 1,431 > 83
Brazilie 325,359| 302,067 701,675 653,780 562,744 362,692 720,433 290,004 671,208 579,320 468,690
Chili . . > 11 29 2 1 3 12
Peru 44 1 >> 4
Oostkust van Afrika . 586 >> 1,124 651 >> 838 >> »
1856 . 1857 . 1858. 1859 . 1860. 1861 . 1862 . 1863 . 1864 . 1865 . 1866 . 1867 .
Cwts . Cwts . Cwts . Cwts . Cwts . Cwts. Cwts . Cwts . Cwts . Cwts . Cwts . Cwts .
750,341 1,014,469 1,665,785 1,671,116 1,405,087 2,062,716 2,155,347 2,134,778 2,949,340 2,216,130 1,673,785 2,863,218
199,724 197,067 362,734 216,895 262,713 518,635 438,521 545,444 432,2191 270,471 167,447 245,069
> >> » 20,130 >> > 3,373
> 355
D 1
>> > »
2,822 > >
>> >
A
34,836 48,079 40,249 61,247 60,304 85,219 98,771 77,470 46,907 48,190 49,555 62,591
22,499 264,211 29,750 45,730 7,165 263,967 1,670 394 251,741 9,302 5,890 58,214
934 5,922 7,539 14,290 9,397 23,482 30,438 41,182 18,092 10,574 36,516
A
531,207 850,943 836,338 1,118,610 432,980 751,788 1,263,109 1,191,418 1,189,904 1,019,572 1,333,310 1,094,735
co
2 11 3 2 1 1 3,415
7 5 7 2 143 2,907 5 11,701 3,365 9 9
»
30,303 16,694 56,200 46,803 12,485 19,552 8,835 1,928 429
8,682 32,133 13,606 124,773 158,739 104,687 53,763 6,754 >> >> 5,699 2,259
390,791 398,610 257,785 364,067 381,810 513 749 345,414 831,511 358,488 583,912 524,564 346 , 269
18,356 ) 61,744 11,950 916 36 681 9,039 7,533l 10,598 17 13 ) 51 17
X.
BIJLAGE
Vereenigde
Staten
suiker
CONSUMTIE,
PRODUCTIE,
VOORRAAD
UITVOER
INVOER aan
de
in
en
1867—1855.
jaren
13
Amerika
de
in-
Noord
van
1863.
1862.|
1861.
1864.
1865.|
1866.
1867.| 1856.|
1855.
1857.|
1858.|
1860.
1859.|
York
in:-
Invoer
New ton.
ton ton ton. ton. ton. ton. ton.
ton. ton.
Cub a.
uit 127,652
136,443
131,986
101,261
145,005
183,545
133,923
144,615
124,748
197,577
184,118
173,942
138,317
Rico»-
Porto 16,943
15,967
22,705
20,705
19,220
25,846
14,034
15,808
6,420
9,646/
20,394
15,926
16,481
Croix
St.». 2,054
1,873
337
28
178 734
152
103 38 228
335
286 272
Brazilie>> 2,282
8,165
5,098
3,622
1,759
1,796
4,671
5,178
3,856
2,802
2,772
2,204
1,638
Manilla» 4,460
5,001
3,695
3,129
3,119
4,139 3,322
4,877 2,827
7,536
603
3,322
2,751
4,478
etc.»,
China
Java
Singapore 3,562
1,085
1,757
5,390
2,338
1,098
2,917
424
184
89
761
92
Trini»
Demerary,
Barbados,
Jamaica,
andere
dad
en,
Engelsche
eilanden
West
and.
Domingo
Martiniqueen,
St.
Indische
eilanden
havensen. 6,595
1,608
1,662
8,836
6,535
6,547
3,643
4,052
5,318
3,438)
6,929
54
5.087
1,532
havens
vreemde
and.
Europa en» 1,422
3,281
715))
2,212
276
368 >> >> >>
York
Newin-
Te
zamen 126,844
171,156
215,177,3121163,134
161,944
140,447
176,797166|,
224
164,205
203,642
229,591920
229
404
>>
Boston 31,7201
44,927
30,591
31,138
29,473
657
53,342
40,88638
28,135
39,298
30,028
28,366
28,370
Philadelphia» 24,221
22,182
23,791
22,802
20,852
24,696
28,215|
52,620
50,658
24,140
29,741
40,210
27,670
Baltimore 11,137
28,619
19,196
20,227
16,756
18,080
8,878
658,
35,241
16,562
27,655
38,182
14,401
))
New-
Orleans 14,469
16,094
19,523
214
726 5,128
4,861
20,349
11,579
2,213
526
6,682
havens
andere
>> 12,892
5,3301
5683|/
11,0201
13,614|
10,714
14,287
10,226
7,5701
6,116
8,874
9,280
9,402
Totaal. 243,137247,015
215,419
341,532
355,801
403,497
255,100
262,829
275,662
269,182
362,243
205,064
242,908/|
1865—66etc.
1866–67,van
oogst
Eigen
36,327113,647170,222
113,900
117,400
235,858
137,351
177,900
22,500
56,000
28,000
8,500
5,000
inlandsche
vreemde
zamen
suiker
aan
411,997Te
en|
378,301
243,419
367,243
299,137
482,873
455,432
360,308
440,729
305,509
392,451
389,309
375,286
Consumtie
vreemde
suiker
van 193,980231,308
255,292194,052
345,809
378,068
241,411
296,950
239,034
241,765
241,420
244,758
383,178|
inlandsche
suiker
>
123,468185,145
118,331192,150
122,399
143,734
191,000
22,500
53,000
39,000
28,000
8,500
5,000|
.
400,568
221,980
391,678
284,308
350,809
363,819
431,184
415,281
411
432
379,197
280,765
378,760
492
388|/
Totaal.
.
Uitvoer. 20,920
6,231
3,551
7,444 7,444 29,868
13,234
9,774
12,525
14,194
28,705
12,972
9,501
5,397
Voorraad
vreemde
aan
suiker
alle
in
havens
December op
31. 54,244
25,746
41,369
28,486
27,967
25,915|
24,735
54,295
4,505|)
15,529
13,346
22,947
16,819
55
BIJLAGE XI .
>
>
BIJLAGE XII.
De Voorzitter geeft het woord aan den heer Millard tot toelichting
van het tweede hoofdpunt van het aan de orde gestelde onderwerp ,
luidende :
De werkelijke toestand van de suikerindustrie op Java ; hare ver
houding tot :
a. het gouvernement ;
b. den fabrikant ;
c. de inlandsche bevolking ;
omvattende de onderlinge betrekking van kapitaal, arbeid en grond.
Wat nut zou het hebben , te herhalen hoe de stichter van het kultuur
stelsel aanvankelijk het denkbeeld koesterde die kultuur op vrijwillige
overeenkomsten te gronden ; hoe daarvan spoedig is afgeweken ; welke
overspanning en druk voor de bevolking gevolgd zijn ; hoe de suiker
contracten het middel werden voor gunstbetoon of wel eens dat om
een gewenscht stilzwijgen op te leggen , nadat eenige jaren van onder
vinding de voordeelen daarvan hadden doen uitkomen en de oorspron
kelijke inhebbers langzamerhand hunne verwachting zeer overtroffen
zagen ? Dit echter is reeds in tal van geschriften vermeld.
58
Sedert bijna het vierde eener eeuw behoort dit alles , misschien met
>
ééne enkele uitzondering , tot het verledene. Een nieuw tijdvak ving
aan in 1842 , gevolgd door eene regeling in 1847 van den gouver
neur- generaal Rochussen , die eene aanmerkelijke wijziging bracht in
de resultaten der ondernemingen , waarbij voor het eerst de verplichting
om zonder tusschenkomst des bestuurs , althans voor zeker gedeelte der
fabriekwerkzaamheden , met eigen middelen daarin te voorzien , opge
legd , betere hoedanigheid van het product gevorderd , de voorschotten
uit 's lands kas beperkt en een derde van de opbrengst ter vrije be
schikking gelaten werd.
Wanneer men bedenkt , hoe betrekkelijk gering de gemiddelde pro
ductie nog was , hoe aanzienlijk de kosten van fabricatie waren ge
stegen , dan zal bij eene juiste berekening, die echter wel eens door
de belanghebbenden zelven verzuimd werd , ingezien worden , dat toen
reeds de voorstelling van grove winsten , die wellicht enkelen behaalden ,
over het algemeen niet vrij was van groote overdrijving.
Laat ons voorbijgaan de periode der nationale ergernis , waarin een
redenaar in Nederland opstond om 's lands vergaderzaal te doen weer
galmen van bittere verwijten tegen de suikercontractanten , afgemaald
als sinecuristen , bekleed met eene geheime macht in den staat en
daardoor aan de minachting van het volk prijs gegeven. Ik zal alleen
daarvan zeggen , dat er indedaad volslagen gebrek aan kennis van den
toestand heerschte ; dat , als er een vonnis moest geveld worden , men
zich ten eenenmale vergiste in de aanwijzing van feiten en dat waarlijk
de javasche ondernemers gansch niet sine cura waren .
Integendeel werd met gespannen verwachting uitgezien naar de maat
regelen , die het opperbestuur bij den afloop van vele contracten zou
nemen , hoezeer reeds toezeggingen tot verlenging der contracten waren
gedaan .
Bij het denkbeeld tot uitbesteding der contracten sta ik thans niet
stil , omdat wij later de waarde daarvan ter toetse zullen brengen.
Maar wij moeten een oogenblik verwijlen bij de regeling , die de mi
nister Rochussen in 1860 ontwierp en bij koninklijk besluit ten uit
voer bracht; mijns inziens allezins terecht , niet omdat ik beweren
wil dat alle leden der staten - generaal onbevoegd zouden zijn tot een
oordeel, maar omdat eene wettelijke regeling de oplossing vordert van
een grondbeginsel , waarover toen althans en misschien is dit ook nu
nog het geval, geene eenstemmigheid heerschte.
Er is , naar mijn gevoelen , geen ongegronder blaam op de regeling
van 1860 gelegd dan dat zij vooral de bevoorrechting der suikerfabri
kanten tot oogmerk zou gehad hebben . Zij baarde integendeel groote
teleurstelling en is de oorzaak geworden van aanzienlijke verliezen ,
gelijk dan ook in de volgende regeling van 1863 wordt erkend. Men
zegge niet : de contractanten hadden de vrijheid die voorwaarden te
weigeren . Vooreerst zouden zij daarmede een zelfmoord begaan hebben,
terwijl alle uitzicht op billijker grondslagen niet vervlogen was ; ten
maar
andere lieten geldelijke verbindtenissen hun geene keuze ;
59
wat daarvan zij, daarmede waren de hooge eischen van het gouver
nement toch niet gerechtvaardigd.
De vraag is wel eens geopperd , waardoor vooral sedert dat jaar de
nood der suikerindustrie zoo hoog geklommen is , dat èn regeering èn
>
1863 .
1,742,068
1864 .
1,695,301
en bleef dus in vergelijking met het voorafgaande vijfjarig tijdvak sta
tionnair , neen ging zelfs eenigzins achteruit.
Geen wonder dat de suikerondernemingen geene partij konden
trekken van de resultaten der wetenschap en der ondervinding , waaraan
61
rekent, dan blijkt het , dat de fabrikanten door die minder vrije be
schikking gemiddeld van 160,885 pikol tegen f 7.— verschil , dien
tengevolge f 1,126,195 ’s jaars minder ontvangen hebben . Voegt men ,
matig berekend , de hoogere productiekosten of f 1.50 per pikol , over
het gemiddelde product van 1,708,439 pikol 's jaars f 2,562,658
bij de bovenvermelde . 1,126,195
dan is de mindere inkomst geweest. f 3,688,853
's jaars ; een verschil , verdeeld over de bestaande fabrieken , gemiddeld
voor elk ruim f 38,000 's jaars. Dit verschil zou nog grooter worden
bij toepassing van de verhooging van plantloonen , vastgesteld bij de
7
gelegd bij het reeds aangehaald ontwerp van wet , beliepen de winsten
der suikers, zoowel in Nederland als in Indië ,
in 1858 ſ 6,097,794
1859 5,035,060
1860 4,619,872
1861 4,292,878 -
$ 20,045,604
gemiddeld f 5,011,401
> 1862 ſ 5,360,038
1863 5,229,820
f 10,589,858
gemiddeld f 5,294,929
Verschil in meer f 283,528
tegenover een gemiddeld verlies voor de contractanten van bijna twaalf
honderd duizend gulden 's jaars , alleen door minder vrije beschikking
1
van 170,725 pikol . 1
Uit de ministerieele verslagen is het bewijs te leveren ,7 dat het gering
verschil van f 283,528 geenszins te wijten is aan eenige daling der
suikerprijzen . Immers de netto -opbrengst per pikol bedroeg
in 1858 .
f 15,92
1859 >14,33
1860 . 14,86
> 1861 15,
f 60,11
gemiddeld f 15,03
terwijl die beliep in 1862 f 15 , --
22 1863 15,15
f 30,15
gemiddeld f 15,075
In het eerste gedeelte mijner toelichting heb ik de gemiddelde kosten
der fabrikatie , met in begrip van de rente , aflossing en eene matige
industrieele winst , gesteld op f 12,50 per pikol . Indien daartegen be
denkingen zijn in te brengen , vlei ik mij, dat wij die zullen vernemen
>
en bediscussieeren .
») 1861 825.763
Gemiddeld . 833,865 pikol
In 1862 663,748 pikol .
1863 662,533
Gemiddeld 663,140 pikol .
Verschil gemiddeld minder .
170,725 pikol.
Daar de behaalde winsten na 1863 niet officieel zijn opgegeven , heb ik mij
tot deze vergelijkende cijfers moeten bepalen.
63
zoodat daardoor zelfs de rente op het kapitaal niet geheel kon worden
gekweten , gezwegen van eenige ondernemingswinst , amortisatie of af >
schrijving. "
Trouwens de zaak is zeer eenvoudig voor te stellen , wanneer wij
blijven bij het voorbeeld eener fabriek van 400 bouws , die gemiddeld
45 pikols per bouw afwerpt en } daarvan aan het gouvernement levert.
Wij hebben gesteld f 124 per pikol productiekosten , het gouverne
ment vergoedt gemiddeld f 8.60 per pikol op het f 258
} brengt op (stel à f 131) » 202 ;
$ 460,
De kosten zijn 45 x f 124 . .
562 ;
te kort per bouw f 102
Algemeene kosten , onafhankelijk van den duur der campagne , 25000 tha
lers , waaronder voor amortisatie van een bouw-kapitaal van 200,000 thalers
4 pct. of 8000 thalers ; voor rente 5250 thalers en onderhoud 3000 thalers.
GEMIDDELDE KOSTEN VAN 1858--1861.
Men ziet hieruit , dat naarmate van de uitgebreidheid der fabriek de ren
tabiliteit toeneemt en de kosten dalen . Inmiddels maakt de redactie van het
„ Jahresbericht über die Untersuchungen und Fortschritte auf dem Gesammt
gebiete der Zuckerfabrikation , VI , 1866 ”, die deze berekening beoordeelt , de
opmerking , dat de post voor amortisatie behoort te worden gebracht op 10 pCt. ,
instede op 4 , en de rente van het kapitaal op 5 pct. zoodat daardoor de vaste
algemeene post vermeerderd moet worden met 22000 thaler 's jaars.
1 In deze berekening is het gemiddelde nummer eer te hoog dan te laag
genomen , want ten gevolge der internationale suikerconventie is slechts zeer
weinig suiker boven No. 14 in den handel af te zetten.
65
stede van alles ten zuinigste in te richten , welk antwoord zoudt gij
hem geven , als hij zich beklaagde over schade ?
Gezonde economische begrippen hebben reeds lang het stelsel van
premien veroordeeld , dat , gelijk vooral in de eeuw van het mercantiel
stelsel , den handel op een kunstmatigen weg voerde.
Wat anders is het dan een premiestelsel , dat zooveel millioenen on
rechtmatig onttrokken heeft aan den indischen ondernemer en , zooals
nader blijken zal, ook aan den landbouwer , om eene bevoorrechte
klasse te begunstigen ? Wie is er , die meent , dat zoodanige toestand
kan worden bestendigd ? Ik zal gaarne zijne bewijsvoering vernemen.
Noch de verdediging , noch het veroordeelen van dat consignatie
stelsel behoort echter thans tot mijne taak , maar ik meen recht
te hebben tot het oordeel , dat het niet gevoed behoort te worden uit
de beurs van ondernemers en grondbezitters .
Een ander groot bezwaar , dat op de ondernemingen drukt , is
de amortisatie, waartoe een contract weinig tijd laat. Voorheen , toen
het kapitaal voor de ondernemingen en het fonds voor de dagelijksche
uitgaven renteloos door het gouvernement werden verschaft en de prijzen
voor materialen , werklieden en brandstof op het laagste peil gehouden
1 Zie bijlage XIII.
71
oordeeling der suikerfabrieken op Java , gestadig uit het oog. Bij alle
industrieele ondernemingen in Europa , zelfs die aan geen bepaalden
duur zijn gebonden , wordt eene percentsgewijze afschrijving op het
kapitaal voor gebouwen , machinerien en dergelijke in acht genomen ,
hoeveel te meer wanneer van een tien- of twintigtal jaren sprake is.
Daarom ook is er steeds op aangedrongen dat bij de uitgifte van woeste
gronden in Nederlandsch-Indie de korte huurtermijn van twintig jaren
door eene veeljarige erfpacht vervangen wierd.
Nog meer drukt zoodanig bezwaar, omdat in tegenstelling van erf
pacht een contract voor onderzetting niet vatbaar is en elke geld
leening daarop eene hoogere premie zal vorderen .
De voormalige minister van kolonien , de heer Mijer, beaamde het
dan ook dat de fabrikanten meer zekerheid moeten hebben voor hunne
toekomst. „ Hunne contracten , zeide hij, expireeren langzamerhand , en>
gegeven aan een zevenjarig fixum (het hoogste en laagste jaar afge
trokken ) boven een driejarig.
Thans neemt de teruggang der ondernemingen meer en meer de
overhand . Hoe langer die toestand voorduurt , tot hoe grooter offer
de staat verplicht zal worden , en zij het ook dat men heil wacht van
uitbestedingen , zij zullen wel het bewijs leveren , dat op nog minder
is te rekenen . Op den duur zal men toch geene kapitalen bekomen ,
die geene voldoende rente , noch ondernemers , welke geene vergoeding
genieten.
Sedert verscheidene jaren is zoowel door verschillende regeeringen
als door de volksvertegenwoordiging, ja door alle staatkundige rich
tingen de verklaring afgelegd , dat de toestand der industrieelen be
treurenswaardig was ; dat zij bereid waren daarin tegemoet te komen;
dat bij geene der partijen twijfel bestond omtrent de noodzakelijkheid
daarvan . Men moge verschillen over de middelen om dat doel te be
reiken , zoolang het vertrouwen ongeschokt blijft dat dergelijke betui
gingen geen ijdele klanken zijn , dat zij wezenlijke toezeggingen be
vatten , wier vervulling door staatkundige oorzaken , geheel van het
vraagstuk afgescheiden , is uitgesteld , zullen voorzeker de aanspraken,
daardoor verkregen , te goeder trouw worden gesteld boven den letter
lijken uitleg van contractueele rechten , en men zou tekort doen aan
den eerbied voor de oprechtheid en de nauwgezetheid van regeering
en staten - generaal door vrees te koesteren , dat inmiddels het ver
strijken van den contracts-termijn afgewacht of de toekomst der
industrie aan het onzeker lot der uitbesteding prijs gegeven zou
worden , vóór dat aan die toezeggingen gestand ware gedaan , langs
welken weg men ook daartoe geraken wil.
In een schets van den tegenwoordigen toestand der suikerindustrie
73
„ aan het einde der onderhandelingen tegen het te hoog belasten der beste
en tegen het te laag belasten der mindere soorten van suikers 2 " ge
faald hebben ; dat het geschil met de engelsche commissarissen nopens
de rendementen der suikers van de laagste klasse , over 10 à 12 pond
>
3
loopende en ten gevolge waarvan aanvankelijk het rendement van
de suikers beneden no 7 op 76 pCt. werd gesteld , is geëindigd met
>
redenen om die groote verschillen bij den overgang gemaakt tusschen de nos
van vreemde suikers en die van den beetwortel te rechtvaardigen.
Volgens de scheikundige analyses , bewerkstelligd door den hoogleeraar Mulder
en door E. Monier te Parijs, op verschillende suikers, zijn de volgende verge
lijkingen verkregen .
Binnenlandsche Martinique Mauritius
beetwortelsuiker. Percenten . Java . en Guadeloupe en Bourbon .
boven No. 20 99 -995 995
20 98 -99 9945
19 97 -985
.
98 - 985
> 18 97 -98 975-98
17 97 -98 96 975
>> 16 96 --97 96 96 97 -95
15 965--97 96 925
14 96 -935 96 945.965
>>
12 94 -97 95 -95 (92 Mulder) 94 -87 93-95
9 92 89
8 925_95
(Zie L'analyse des sucres par E. Monier. G. J. Mulder , de suiker van den
handel .) E. Monier voegt er nog bij: « Depuis quelques années et grace aux ap
pareils perfectionnés de M. M. Cail en Co., les sucres de la Martinique ( thans
ook van Guadeloupe) ont beaucoup gagné en richesse saccharine. – Nous avons
vu de ces sucres d'une nuance blanche et bien cristallisés, ne renfermant que
quelques millièmes de substances étrangères. Ils approchaient donc de la com
position des sucres raffinés . )
Er wordt beweerd , dat het raffineeren van de lagere soorten suiker grooter
kosten na zich sleept dan dat der hoogere nummers en dit bij de vaststelling
der rendementen in aanmerking dient te komen . Maar het is toch ook onbe
twistbaar , dat de fabrikatie van superieure Java -suikers evenzeer met groote
uitgaven voor kostbare toestellen , beenzwart als anderzins gepaard gaat. Zou
dit niet evenzeer behooren bedacht te worden ?
76
vormen , want dit is reeds geschied in het riet , maar wel behoeft men
>
1 Ten aanzien van dit hooger invoerrecht bepaalt de belgische wet , dat het
gouvernement gemachtigd is dat recht af te schaffen , als Frankrijk de surtaxe
van 2 francs ,7 bij invoer van vreemde beetwortelsuiker geheven , zal opheffen .
2 Art. 13 van het verdrag luidt : « In Frankrijk zullen de invoerrechten vijftien
ten honderd hooger zijn dan het recht, van toepassing voor de ruwe suikers
van No. 15 tot 18. Dit cijfer zal verminderd of verhoogd worden in omgekeerde
reden tot het vast te stellen definitief rendement.
15 pCt. cp fr . 44 = 6.60
44.00
fr . 50.00 (de 60 centimes worden weggelaten .)
79
te boven gaande.
Daarentegen wordt door de nederlandsche wet de fraaie suiker van
Java als een vreemd product aangemerkt.
Het gevolg daarvan is , dat de fabrikanten van elders dan Nederland
steeds den weg van den vooruitgang kunnen volgen , maar dat Java ,
dat reeds zulk een gevestigd goeden naam voor zijne uitmuntende suikers
had , niet slechts tot stilstand , maar tot teruggang is veroordeeld. De
wetenschap zal voor de vreemde industrie eene nuttige leidsvrouw
zijn ; tot de javasche industrie zal haar geen toegang kunnen worden
verleend. Achterlijkheid wordt beloond en vooruitgang belemmerd !
Wil men het bewijs , dat de Java-suikerindustrie gestadig op den
weg van vooruitgang is geweest , dan kan gewezen worden op het
steeds toenemende gemiddeld no. der gouvernements -suiker veilingen
door de nederlandsche handelmaatschappij. Het gemiddelde nummer
beliep :
I Ten aanzien der javasche suikers van den afgeloopen oogst zeggen de HH .
J. en C. Rueb in hunne « Revue annuelle » gedagteekend 31 Dec. 1868 : la qualité
inferieure de la dernière recolte tendait à faire perdre beaucoup de sa réputation
en même temps qu'elle arretait le developpement de la demande , pour l'expor
tation , faute de qualités convenables,
getrokken
80
staten
Seylmans
der
in 1840 9.93
uit
de
. .
heeren
1850 . . . 13.45
1864 . . 15.72
of over de jaren :
1840/1844 . . . 11.24
1845/1849 • . . 13.02
1850/1854 . . 13.85
1855 1859 . . 15.07
1860/1864 . 15.67
1865 1867 .
15.91
De gevolgen zijn dan ook niet uitgebleven .
Terecht heeft de commissie uit de tweede kamer tot onderzoek
van de verklaring der gevolmachtigden van Nederland , Belgie , Frankrijk
Groot- Brittannie tot regeling der rendementen van raffinage der
verschillende klassen van ruwe suiker de aandacht der regeering ge
vestigd op de geldelijke nadeelen , die reeds geleden zijn. Men heeft
aan de voorspelling daarvan geen geloof willen slaan ; maar de
Javasche courant van 27 October 1868 no. 86 bevat reeds het indisch
besluit , bepalende dat bij de gouvernements veilingen het no. 14 als
standaard zal worden genomen en elk no. daarboven met eene rerhooging
van slechts f } per pikol zal worden betaald , in stede van den vroeger
gebruikelijken en ook bij de contracten gestipuleerdenhalven gulden.
Volgens de contracten moet 70 pct. der levering bestaan uit hooge
nommers en daarop zal dus gestadig worden verloren .
Wanneer nu bedacht wordt , dat de levering aan het gouvernement
heeft beloopen meer dan één millioen pikols 's jaars,7 waarvan slechts
30 pct. beneden het nº. 16, dan kan wel niet anders dan een nadeel
van ettelijke tonnen gouds voor het gouvernement te wachten zijn ,
vooral omdat ten gevolge der stipulatien in de aangehaalde suikerre
geling , de contractant , waren zij ook niet voor hem verbindend , zich
zal beijveren de hoogst mogelijke nummers aan het gouvernement
te leveren , ten einde het verschil in waarde op de suikers , te zijner
vrije beschikking gelaten , te ontgaan ; waartoe hij bovendien aansporing
vindt in de berekening van het plantloon , dat niet de hoedanigheid ,
maar slechts de hoeveelheid in aanmerking neemt, en waarvan bij
de tegenwoordige werkwijze de laatste uit den aard der zaak daalt ,
naarmate de eerste stijgt.
Indische berigten luiden dan ook dat , met enkele uitzonderingen voor
Perzie , suikers van hoogere nummers onverkoopbaar zijn.
Het is niet te ontkennen , dat bij sommige veilingen , ook bij par
ticuliere transactien , toevallige omstandigheden het nadeel hebben
geneutraliseerd ; hoofdzakelijk de tijdelijke vraag van Rusland naar witte
suikers. Daarop is echter niet te rekenen.
Nu zullen wel maatregelen kunnen worden getroffen om de nadeelen
der conventie geheel op de schouders der industrieelen te leggen . Maar
al dragen de ondernemers de gevolgen daarvan , de suikerindustrie zelve
wordt daarom niet minder blijvend benadeeld.
81
roet , boven die zoo wit als sneeuw . Deze voorstelling moge vele niet
ingewijden vreemd voorkomen , zij is indedaad niets dan de terug.
kaatsing der werkelijkheid . Hooge nommers nam de handel dan ook
niet , dan tegen eene belangrijke prijsvermindering.
,, De kamer besloot dan ook tot de samenstelling van een rapport
aan de regeering , waarin aan den eenen kant de heillooze gevolgen
geschetst , voor de nijverheid en den handel uit de conventie voort
vloeiende , aan den anderen kant de middelen van redres worden
aangewezen . Tot haar leedwezen moest de kamer het jaar 1867 zien
besluiten , zonder dat het voorgenomen rapport had kunnen worden
>
goedgekeurd . Zij hoopt echter , dat het in de eerste maanden van 1868
gereed zal zijn.
82
„Intusschen zij hier nog bij wijze van gerucht , voor de waarheid
waarvan de kamer niet kan instaan , aangeteekend , dat de fiscus in
Frankrijk en Engeland , ten aanzien van de schatting der hooge nom
mers , veel vrijgeviger zou zijn dan de tolbeambten in Nederland . ”
Er zijn er geweest , die visioenen hadden eener gouden eeuw , die
voor de javasche suikerindustrie zou aanbreken. De suikerconventie
zou het morgenrood van een glansrijk tijdperk voor haar doen opdagen .
Het tractaat zou de baan breken , ja reeds na verloop van een jaar ,
voor het fabricaat van Java van alle kwaliteiten op de markten in
Engeland , in Frankrijk , in Belgie , in Nederland.
En thans, al die uitzichten zijn als zeepbellen in het niet verdwenen.
Niet alleen dat de betere kwaliteiten Java- suiker in het moederland
niet gezocht zijn ; dat Frankrijk en Duitschland door hun rechtenstelsel
voor het inlandsche fabriekwezen gezorgd hebben , maar ook in Engeland
9
houdingen aan :
1866 1867 1868
10 klasse wit gekleurde 1,41 pct. 1,72 pct. 0,96 pct.
20 niet gelijk aan wit , maar
bruin gekleide .
31,61 36,80 36,72 92
30 bruine Moscowado . .
45,47 37,25 27,01
>
Alzoo is de invoer van witte suiker af- , die van de mindere soort
toegenomen.
Zietdaar dan de uitkomsten waarvan zulke hoog gespannen ver
wachtingen werden gekoesterd. Ik heb nu nog niet eens gewaagd
83
van het differentieele recht bij den uitvoer van Java naar andere landen
dan Nederland.
Mij dunkt , Mijne Heeren , dat het niet te veel is gezegd , dat
alles samenwerkt om de javasche suikerindustrie den doodsteek te
geven Moge zij in de volksvertegenwoordiging een even voldoend
aantal ijverige voorstanders vinden als waarop doorgaans uitsluitend
nederlandsche belangen kunnen bogen.
Men lette er wel op dat geene bescherming wordt ingeroepen maar
toch het minst van alle eene bescherming van slecht of achterlijk
fabricaat. De strijd wordt gevoerd tegen het empirisch onwetenschap
pelijk typen stelsel , niet tegen de belasting van het zuiver suiker
gehalte , onder dat stelsel echter onbereikbaar.
Het gouvernement, dat de ondernemers tot kostbare inrichtingen
heeft genoopt om hoogere kwaliteiten voort te brengen , en thans om
de nederlandsche schatkist te baten , de kapitalen , aan die verbetering
besteed , heeft verwoest en de javasche industrie opgeofferd , is mijns
>
minister van koophandel en men verwacht dat hij zijn wensch zal
weten te maken tot een feit. Evenwel , dewijl het een enkele maal
gebeurt dat wat op het forum wordt verkondigd , in den senaat door
denzelfden staatsman onvervuld blijft, zullen wij wijs doen ons oordeel
omtrent de toekomst op te schorten.
Inmiddels is de internationale suikerconventie een nieuw bewijs op
welke verkeerde grondslagen het contractenstelsel rust. Er is strijd
daarin tusschen de belangen van het gouvernement zelf , hier en in
Indië ; tusschen die van de regeering en van de industrieelen ; strijd ook
van het belang der laatsten met dat van den inlandschen landbouwer.
Wij hebben tot dus ver gesproken over den staat en de onderne
mers ; het wordt tijd dat wij onze aandacht schenken aan een derden
niet minder belanghebbende : den landbouwer .
Het mag niet ontkend worden , in zijne verhouding is eenige ver
betering gekomen . Heeft echter de staat die op zich genomen ? Luis
teren wij naar hetgeen een der volksvertegenwoordigers zonder tegen
spraak verkondigde :
„ Overtuigd dat de druk van en de willekeurige beschikking over de
inlandsche bevolking bij de suikerkultuur moest worden verlicht, heeft
de regeering ook daartoe medegewerkt , maar al den last daarvan
tevens overgebracht op de schouders der suikercontractanten. Tot op
dit oogenblik heeft zij nauwelijks één penning opgeofferd van de
voordeelen , die de suikerkultuur voor haar heeft opgeleverd. En dan
spreekt men nog , dat de regeering zich stelt op het standpunt van
nederlandsche industrieelen . ” 1
Die woorden waren niets anders dan de weerklank der verklaring
van de regeering in de kultuurwet , „ dat de regeering elke verbetering
in de fabrikatie of in de behandeling der dienstplichtige bevolking in de
eerste plaats steeds heeft willen leggen op de schouders der particuliere
ondernemers en zich zelve steeds een bovenmatig voordeel voorbe
houden."
Wij zijn alzoo genaderd tot het belangrijk onderdeel van onze be
schouwingen : den arbeid .
In de eerste plaats hebben wij het aandeel van den landbouwer ,
die de suikerrietaanplantingen bewerkt, te overwegen .
Er zijn velerlei berekeningen gemaakt over het arbeidsloon , daarbij
verdiend. Vooral is eene vergelijking gemaakt van het arbeidsloon bij
de suikerkultuur met dat , besteed aan de rijstkultuur, en ofschoon
de indische regeering meermalen verklaard heeft , dat laatstgenoemde
>
1 De heer Keuchenius.
85
1858 · 24.70
-
42.18 4.36 0.230
bouw.
per
1860 - 112.
-
• 21.94 45.77 ; 4.91 0,204
1861 · 111.21 - 22.213 44 024 5.07 0,197 99
1864 107.94 -
21.98 41.32 5.45 0.203
1865 . 116.64 24.25 44.47 4.90 0.208
Men ziet hieruit hoeveel de betaling afhangt niet alleen van de
productie , maar ook van het getal huisgezinnen , bij den aanplant in
gedeeld. De betaling per bouw kan derhalve alleen de maatstaf
zijn der belooning van de planters ; want de oppervlakte, door ieder
huisgezin bewerkt , is indedaad gering. Enkele voorbeelden mogen
dienen ter opheldering :
Te Samarang verdiende in 1863 elk huisgezin slechts f 15.86 , de
bouw bracht op f 105.74 ; de productie was 38 pikols per bouw ; maar
er waren ingedeeld 61% huisgezin per bouw.
Te Banjoemas was de productie 31 pikol per bouw , elk huisgezin >
verminderd wordende, een loon (ongeveer 32 cent per dag) voor den
landbouwer zou afwerpen.
Er is groote verscheidenheid in de berekening der dagdiensten voor
de suikerkultuur noodig geacht.
De heer Pierson heeft in zijne belangrijke voorlezingen over het
kultuurstelsel (blz. 141 ) daarvoor gesteld 600 dagen ; op welken grond
is mij niet gebleken. Blijkbaar is dit eene vergissing ; immers dan zouden
20 maanden vereischt worden voor het bewerken van een bouw suiker
reit , acht maanden langer dan zelfs de heer van den Bosch berekende.
Het „ Aardijkskundig en statistisch woordenboek van Nederlandsch
Indie ” neemt slechts 200 dagen aan ; in een der begrootingsstukken
wordt de arbeid geschat op 210 dagen. Naar eene ruime berekening
meen ik te mogen stellen : voor den gemeenschappelijken aanleg der
:
Men verlieze ook niet uit het oog dat het meer en meer in ge
bruik gekomen stoomvermogen , het water , vroeger voor de molens
gebezigd , thans ter beschikking van den landbouwer laat. '
Bij het zoeken naar de waarheid stuit men alzoo op vele bezwaren .
Maar om haar eenigzins nader bij te komen , kunnen wij het resultaat
raadplegen der particuliere landerijen , waar voorzeker de meeste zorg
aan de rijstkultuur wordt besteed. Men vindt dan eene gemiddelde
productie van 31 pikols per bouw. ? Dit komt overeen met den ge
middelden oogst , volgens de resultaten door de statistieke opneming
verkregen , namelijk 314 pikols padi. 3
1
Ook hiermede is soms wonderlijk te werk gegaan . Meer dan eens is het
gebeurd dat men het water dat hetzij in overvloed aanwezig was hetzij reeds
voor den inlandschen landbouw zijne diensten had gedaan , nutteloos weg zag
vloeien en den ondernemer , welke van die kostelooze natuurgave gebruik kon
maken zonder op iemands belang inbreuk te maken , de verplichting werd op
gelegd noodeloos kostbare stoomtoestellen aan te schaffen . Daarentegen was het
voor enkelen eene Schadefreude de ondernemers daarmede te kwellen .
? Zie « Het particulier landbezit der Europeanen op Java door J. A. Krajenbrink,
particulier landhuurder te Krawang »
3 Bijdragen tot de kennis van het landelijk stelsel , bijeenverzameld door S,
van Deventer , deel III blz 337 ,
89
Instede van 214 pikol padi of 111 pikol rijst, zooals de regeerings
>
verslagen vermelden , neem ik dan het meer gunstige van 314 pikol
padi of ongeveer 16 pikol rijst aan . 1 Op deze vallen gemeenlijk de
volgende kosten :
beploeging f 9.
zaa ipa di . 3.50
.
79
beplanting 3.
sedekas en andere offeranden . 4.50
f 20.
alzoo eene gelijke som , als voor de rietaanplantingen is besteed.
De waarde der rijst wisselt natuurlijk zeer af naar mate van den
aard der productie , de nabijheid of verwijdering van eene markt. Meestal
is zij dadelijk bij of kort na den oogst zeer goedkoop. De prijzen op
de drie hoofdplaatsen , waaronder de zware transportkosten an de
binnenlanden tot die hoofdplaatsen begrepen zijn , kunnen niet tot
maatstaf dienen. In het aangehaald werkje van den heer Krajenbrink
wordt de gemiddelde prijs der padi opgegeven tegen f 1.50 per pikol ,
circa f 2.80 per pikol rijst. Deze landerijen hebben uit den aard der
zaak betere debouchés dan de landbouwer in de binnenlanden en de
rijst behoort doorgaans tot de uitmuntendste.
Ik heb voor mij liggen een overzicht der rijstprijzen , door mij op
gemaakt over elke maand der jaren 1865 , 1866 en 1867 , getrokken
uit de opgaven in de Javasche courant. Het gemiddelde is f 6,39
maar op de hoofdplaatsen genoteerd. ? Bedenkt men nu , dat daar
onder de transportkosten en de winst der chineesche handelaren zijn
begrepen , en dat tot juiste waardering de goedkoope tijd na het in
oogsten - Mei tot Julij behoort genomen te worden , dan meen
ik , wanneer een gemiddelde prijs van f 5.- per pikol rijst wordt ge
steld , dat weinig landbouwers dien bekomen zullen en dat hij eerder
te hoog dan te laag is gesteld.
De geoogste C
16 pikol.
waarvan ș , of . . . . 3.20 77
Het spreekt van zelf, dat deze gunstige verhouding daalt naar ge.
lang van een minderen suikeroogst, maar daarentegen ook de op
brengst der rijstvelden naarmate van minder vruchtbare sawas.
Ik meen een beroep te kunnen doen op autoriteiten , die vele jaren
het beheer van suikerrietaanplantende residentiën hebben gevoerd , om
de bevestiging te erlangen van den algemeenen regel , dat bij doorslag
kan worden aangenomen, dat waar eene suikerproductie van 40 pikols
wordt verkregen , de voordeelen gelijk staan aan de rijstteelt en dat , zoodra
die suikerproductie stijgt, zij meer winst dan de padibouw oplevert.
Dewijl het hier te doen is niet zoo zeer om na te gaan of in vroegere
jaren de suikerkultuur al dan niet tot nadeel van den inlander strekte
door geringere productien , wat zeer zeker op onderscheidene plaatsen
het geval is geweest , maar veeleer om te onderzoeken of in den
tegenwoordigen stand der zaak en vooral bij een toenemenden bloei
der suikerkultuur , die ongetwijfeld minstens het gemiddelde van 60
>
pikol per bouw belooft , de arbeider een behoorlijk loon kan erlangen ,
heb ik gemeend mij niet te moeten verdiepen in hetgeen achter , maar
wel in hetgeen vóór ons ligt.
Bij deze aantooning heb ik van den duur des arbeids geen gewag
gemaakt , want door de tweede gewassen in beide gevallen te berekenen ,
onderstellen wij gelijkelijk den arbeid van een jaar.
Bij eene betaling van f 157,50 per bouw suikerriet , bewerkt door
het oorspronkelijk ingedeeld viertal huisgezinnen , zou het plantloon
bedragen f 39,374 per huisgezin of over 240 dagen een loon per dag
van ruim 65 cents. Indien een grooter getal huisgezinnen wordt in
gedeeld , neemt natuurlijk dit cijfer af; doch even natuurlijk is het ,
dat de arbeid ook daardoor vermindert .
Ik heb reeds de opmerking gemaakt, dat het getal werkdagen (90
dagen X 4 huisgezinnen ) niet wordt vereischt ; dat die berekening
haren oorsprong vindt in een tijdvak , toen de ondervinding nog weinig
of niets te dien aanzien had geleerd. Zeer juist is mijns inziens wat
de schrijver in het „ Aardrijkskundig en statistisch woordenboek "
daaromtrent aanvoert :
„Bij de invoering van het kultuurstelsel had men wel is waar tot
regel aangenomen , dat er voor den aanplant eener suikerfabriek vier
landbouwende huisgezinnen , of, wat op hetzelfde neerkomt , vier
landbouwers of voor den arbeid bekwame mannen per bouw moesten
zijn , maar , terwijl die regel noch in Passaroean , noch in Probolingo
. >
paling van een cijfer van vier man per bouw niet zoo zeer in verband
stond met de behoefte voor den veldarbeid , als wel daarmede , dat
uit de ingedeelde bevolking tevens moesten worden gevonden de
koelis, die, volgens de contracten , in de eerste tijden , zoowel voor
92
het snijden en het transporteeren van het riet als voor den fabrieks
arbeid , van gouvernementswege moesten worden geleverd.
Daarin ligt , dunkt ons , het bewijs opgesloten , dat voor de be
werking en beplanting van een bouw suikerrietgrond geen vier man
benoodigd zijn. Wij gaan verder en meenen de vraag te mogen doen ,
of , zoo eene bij den aanplant eener suikerfabriek ingedeelde be
volking geene koelis ten dienste der onderneming had te leveren ,
en tevens niet voor hare eigene kultuur , vooral die der padi, had
>
te zorgen , men dan niet genoeg zou hebben gehad aan één , hoog
stens twee man per bouw. Meer dan waarschijnlijk wel , want van
meer dan eene zijde zal men van bekwame javaansche landbouwers
kunnen vernemen , dat een landbouwend huisgezin , zoo het maar
geene andere werkzaamheden te verrichten heeft, de bebouwing van
twee , des noods van 24 bouw grond zonder bezwaar voor zijne reke
ning kan nemen . ”
Ik laat thans hier volgen eene becijfering getrokken uit het werk
getiteld : „ Handboek voor den landbouw in Nederlandsch Oost Indie,”
betreffende de rijst-opbrengst over een bouw van 1176 vierkante roeden,
zooals men die in het oostelijk gedeelte van Java , van waar het voor
beeld ontleend is , aantreft, en waaruit blijkt, dat de door mij gevolgde
berekening der rijst- opbrengst, hiervoren aangegeven , nog te gunstig
>
met cijfers gesteld , die het doel hadden tot eene vooraf bepaalde
uitkomst te geraken , en andere met voorbijzien van den werkelijken
>
toestand. Zelfs de heer van der Poel , die in 1858 eene nota daarover
aan het departement van kolonien indiende , begaat eene dwaling ,
wanneer hij vergelijkt de verdiensten van een grondeigenaar in Probolingo
met de rijst- of de suikerkultuur. Daarop wordt wel eens een beroep
gedaan. Vergunt mij dus eene kleine uitweiding over den aard der
onderlinge regelingen , bij den javaanschen landbouwer in gebruik.
Inzonderheid ten aanzien der suikerkultuur worden onder de bevol
king velerlei schikkingen getroffen.
De voornaamste zijn :
10. dat de sawabezitter de landrente betaalt , benevens een deel
der kosten voor zaadpadi enz. en daarentegen een gelijk deel van
den oogst bekomt ; terwijl de bewerker dier sawa het noodige ploegvee
levert en de overige kosten bestrijdt. (Deze overeenkomst wordt per
tilan genoemd );
20 dat de sawabezitter de landrente betaalt en de helft van den
oogst geniet , de bewerker daarentegen het ploegvee levert , al de kosten
voor zaad padi en dergelijke betaalt en daarentegen de wederhelft van
den oogst bekomt. Dit beding wordt door memaro aangeduid ;
30. dat de sawabewerker als loon tijdens den oogst eene zekere
94
woord perdjandjian ;
40. dat het sawaveld wordt verdeeld in vier gelijke deelen ; de land
bouwer, die de gronden in ruil erlangt , beploegt en beplant drie
>
maar dikwerf toch aan den veldarbeid voor rekening van anderen
deelneemt; ook jongeren , inwonende bij bloedverwanten of gezeten
1
landbouwers en voor kost en kleeding werken , dikwerf ook magang
genoemd.
Ook de klasse der menoempangs , afhangelingen van de vaste land
bouwers , wordt in deze gewesten gevonden .
Nu wordt ons door de commissie tot onderzoek van de suikerkultuur
medegedeeld , dat „ inlandsche hoofden van hoogere en lagere rangen
in het bezit zijn van uitgestrekte sawavelden , gedeeltelijk aan de
betrekking , die zij bekleeden , verbonden en gedeeltelijk door erfenis ,
ontginning als anderzins verkregen , die met suikerriet beplant worden.
Zij genieten daarvoor de helft van het plantloon , zoodat de planter
zelven nimmer meer kunnen erlangen dan de helft van de voordeelen ,
die de suikerkultuur oplevert , als zij de velden der hoofden hebben
moeten bezigen.
„ Er zijn inlandsche ambtenaren van rang , die bij uitbetalingen van
plantloon aan de bevolking sommen van honderde guldens toucheeren ,
waarop zij openlijk aanspraak maken en die hun te huis gebracht
worden , omdat die aanspraken door het gebruik gewettigd en erkend
>
zich echter niet alleen tot de zoodanige , welke het gevolg is van het
gebruik hunner velden .
„ Het is landsgebruik , adat , dat de zoogenaamde paroăn
nimmer meer kan genieten dan de helft der opbrengst van zijnen
veldarbeid , omdat de grond , dien hij bewerkt en bebouwt, altijd is
de eigendom eens anderen. Hij, de paroän , maakt dan ook op niet
meer aanspraak.
"Vele dessas hebben den afstand van den benoodigden grond voor
hare suikerrietaanplantingen zoodanig geregeld , dat het gedeelte , voor
suikerriet vereischt, als het ware gemeentegrond is geworden.
„ Een hoofd nu , aandeel wenschende te hebben in de betaling van
plantloon , doet een gedeelte der aanplanting bewerkstelligen door paroäns
of hij laat de indeeling dier paroäns op zijn naam over aan het dessa
bestuur. De paroän weet , dat hij in geen geval meer dan de helft van
de betaling kan ontvangen . Naar mate er meer paroäns zijn ingedeeld ,
behoeven er minder grondbezitters tot den veldarbeid te worden ge
roepen . Deze , de grondbezittende landbouwers , die aanspraak zouden
kunnen maken op een gedeelte van de opbrengt der suikerrietvelden ,
maar dezelve als afgestane gronden beschouwen , waartoe ieder een deel
van het zijne heeft bijgedragen , zonder dat echter ieders aandeel te
herkennen is , omdat het een algemeene tuin is geworden , — deze
grondbezittende landbouwers reclameren in den regel niet. Zelven mede
plantende , genieten zij het volle plantloon , omdat de grond primitief
als hun eigendom en dat van de mede- grondeigenaren der dessa beschouwd
werd. Geen riet plantende, deelen zij ook niet in de opbrengst van
eenen grond, die eenmaal als het ware voor de suikerkultuur ten beste
is gegeven .
„Onder zulke omstandigheden valt het den hoofden dus niet moeielijk
zich een aandeel in de suikerrietplantloonen te verzekeren , dààr , waar
>
§ 38.40
f 19.20 f 19.20
af: landrente . .
8.
f 11 20
in 3 jaren . .
f 143.70 f 177.70
’s jaars f 47.90 f 59.23
Bij de paditeelt houdt de eigenaar voor zich zelven 's jaars f 38.67
en bij de suikerkultuur 47.90
de bewerker bij de paditeelt . 42.
en bij de suikerkultuur 59.23
Berekent men nu den arbeid van den laatste, dan erlangt men een
dagloon bij rijstteelt
150 dagen = f 42 of 28 cents daags .
bij de suikerkultuur afgewisseld door rijstkultuur
500 dagen = f 177 70 of 35 } cent daags.
Beweert men nu , dat ook het laatst vermelde dagloon te laag is ,
dan is zulks eigenlijk niet te wijten aan de suikerkultuur , maar aan
het onevenredig deel , dat de grondbezitter zich voorbehoudt , en hoe
ook , zulks is een uitvloeisel van eene vrije overeenkomst tusschen den
98
gestegen is.
Behalve het aangevoerde is er nog tastbaarder bewijs te leveren voor
mijne stelling , dat op ver na geen vier man per bouw en a fortiori
niet meerder per bouw noodig zijn.
Men raadplege de aantooning door de suikercommissie bij haar rap
port gevoegd ( bijlaag V) , betreffende de in de verschillende residentiën
en afdeelingen op Java bestaande particuliere ondernemingen voor de
bereiding van suiker. Daaruit blijkt, dat bij de meeste ondernemingen
slechts 1,14 of 2 man per bouw , evenwel bij enkele ondernemingen 3
man per bouw werden gebezigd. Bij de laatste echter is het opmer
kelijk , dat de arbeid niet vrijwillig is en daardoor, waarschijnlijk om
den dwang minder te doen gevoelen , een grooter aantal is genomen.
Er is nog een ander treffend voorbeeld , dat mijn beweren staaft.
De bijzonderheden daarvoor worden aangetroffen in eene mededeeling
van den eigenaar van het vrije land Kedawoeng , den heer Lebret (zie
>
zooals men daar gemeenlijk zegt, een huisgezin op Java , bij de suiker
>
Java. Dat deze berekening niet overdreven is , blijkt uit dezelfde fransche
tabak , koorn en andere levensbehoeften der kolonie. Dat getal ,heb ik gesteld
alleen voor de suiker , zoodat in het nadeel mijner berekening het aantal men
schen per bouw daardoor te hoog is.
3 Roman de la Sagra deelt mede dat op Cuba 1 man voortbrengt 31 tot 90
pikols , naarmate van de verbeteringen in de kultuur gebracht.
Op Barbados was in den slaventijd de gemiddelde productie circa 8 pikols per
man . De vrije arbeider brengt thans in denzelfden tijd circa 28 pikol voort,
100
beiders wordt er door verbeterd. Zij doen het aanbod van den arbeid toe
nemen en de keuze van bekwame werklieden door de ondernemers wordt
grooter. Bij de gouvernements-kultures op Java kan die regel niet gelden.
De regeering verkeert in den zonderlingen toestand om den tax van
den georganiseerden arbeid te moeten vaststellen en richt zich niet naar
het fonds , waaruit die vorderingen moeten worden gedaan .
Maar omdat de krachten van het kapitaal niet kunnen worden over
schreden , behoort in dien kunstmatigen toestand de regeering voor
zichtigheid in acht te nemen , zal de nijverheid niet voor de mededinging
moeten zwichten en eindelijk ten ondergaan.
Aan den anderen kant mag den verplichten arbeider het loon voor
zijn onderhoud , geëvenredigd naar den arbeid , niet worden onthouden .
7
Ik ben van oordeel, dat niet alleen den arbeider een goed loon
toekomt , niet naarmate slechts van het nominaal bedrag , maar van
hetgeen door hem wordt voortgebracht , maar dat ook bovendien
zoodanig loon moet voorzien in het onderhoud van zijn geslacht,
want men vergete niet dat de industrie vooral bij de voortplanting
van een krachtigen , wel gevoeden arbeidersstand steeds het hoogste
belang zal hebben .
Zoo ik er in geslaagd ben aan te toonen , dat het arbeidsloon van den
bewerker van den grond over het geheel billijk is , waar althans de oogst
niet beneden het middelmatige is , dat ook bij groote productien de
grondbezitter , voor een deel althans, eenige vergoeding erlangt , dan
heb ik het doel bereikt , om overdreven voorstellingen van het tegendeel
te ontzenuwen , die slechts ten koste van de waarheid wapenen doen
smeden in den strijd tegen den overgang tot een beteren toestand .
Maar ik moet er toch mijne overtuiging naast stellen , dat niettemin het
aandeel van den grondbezitter niet in evenredigheid is tot de opbrengsten.
Wij hebben reeds gezien , dat de gemiddelde productie der laatste
vijf jaren is geweest 1,739,095 pikols, waarvan de fabricatiekosten à
f- 9 - per pikol in ronde cijfers zijn f 15,652,000.
dat daarvan door het gouvernement is
voldaan 9,065,000
terwijl de vrije beschikking zal hebben
opgebracht f 9,335,000
te zamen | 18,400,000
zoodat slechts .
ſ 2,748,000—
101
waag , ons thans weder in dien strijd te mengen. Maar wat ook de
strekking moge geweest zijn van regeeringshandelingen of de richting
in het indisch burgerlijk Wetboek , mij dunkt , Mijne Heeren , een zeker
1 1865 .
f 4,769,673. .
40,891 bouw
1864 . .
4,429,131. 41,031
1863 . . . » 4,588,700. •
40,146 >
f 18,175,420. 162,210
.
récht, welken naam men daaraan ook geve , kan men den Javaan
niet ontzeggen .
En wat beteekent dan dat recht als het niets anders vergunt dan
het bloote arbeidsloon , nog wel in vergelijking gebracht met dat ,
besteed aan eene betrekkelijk arme , primitieve rijstkultuur ?
Wat kan den grondbezitter aansporen rijker teelt te ondernemen ,
en producten voor de europeesche markt voort te brengen , wanneer
hem niets te beurt valt , dan wat zonder meerdere zorg de paditeelt
hem bezorgt, of een dagloon nabij komt of iets te boven gaat ? Getuigt
?
1 Bei armen und niedrig kultivirten Völkern , zumal wo die Population noch
dünn ist , pflegt die Grundrente niedrig zu stehen. (Die Grundlagen der National
Okonomie W. Roscher.)
103
staat , die eisch hooger kunnen worden opgevoerd bij eene hoogere
waarde voortbrengende kultuur. 1
Waar blijft echter het deel van den grondbezitter in de vruchten van
den bodem , welke de schaal daarvan ook moge zijn ? Het is mijns
bedunkens ontwijfelbaar, dat de staat zich dat grootendeels toe .
eigent onder den vorm van belasting. ? Wel is waar valt den land
bouwer iets daarvan te beurt bij eene hooge productie maar geens
zins in evenredigheid tot de rechten , die hij op den grond heeft.
Waren den ondernemers de middelen gelaten de productie op te
voeren tot de hoogte waarop zij komen kan , dan zou ongetwijfeld ,
met de betaling in 1863 vastgesteld , den planter eene redelijke ver
goeding voor het grondgebruik zijn toegewezen en wel niet minder
dan vermoedelijk bij de vrije teelt zou gekweten worden .
Het is de staat, die zich alzoo ten opzichte van de suikerkultuur
gedraagt als onbeperkt eigenaar.
De jurisprudentie in Indië , wat betreft den eigendom van het riet , 2
3
de plantation , ceux de la recolte et de la fabrication des sucres.
Ik meen te mogen betwijfelen , of de voorstelling juist is. Of houden
met de kultuur door den inlandschen landbouwer al zijne rechten op ?
Al ware het z00 , dan noch zou die pacht of grondhuur in even
redigheid moeten staan tot de waarde. Thans wordt door het gouver
nement gevorderd , ongeveer f 175 per bouw , ' gevoegd bij het gemid
delde plantloon van f 135 en transport van f 50 te zamen f 360.
Hoe kan van den inlander onder die omstandigheden belangstelling
in de producten van meerdere waarde dan zijne rijst worden gewacht ?
Wil men daarop bouwen het vooruitzicht van eene vrije suikerkultuur ?
Men twist er nog over , of de inlander al dan niet met de gouver
nements rietaanplantingen is ingenomen. Of gelooft men hem zon on
noozel de rekening niet te kunnen maken ? Al heeft hij nimmer van
grondrente en dergelijke economische onderwerpen iets vernomen , van
waar dan , dat in streken , waar een hooge suikerproductie hem de
voordeelen daarvan doet toevloeien , zijne meerdere belangstelling wordt
geroemd , gepaard met andere omstandigheden , die de suikerteelt be
>
keeren zouden naar de waarde van het gewas door hen geteeld. ?
Dat het oorspronkelijk in het oogmerk lag , den javaschen land
bouwer meerdere vruchten van zijnen arbeid en grondbezit te verzekeren ,
blijkt bijna uit elk staatsstuk , dat de invoering van het kultuurstelsel
voorafging. Het straalt door in het uitvoerig rapport van den generaal
3
van den Bosch over het stelsel van kolonisatie en het wordt uit
drukkelijk op den voorgrond gesteld in de notas , gewisseld tusschen
4
dien landvoogd en het lid in den raad van Indie Merkus , terwijl
in de zoogenaamde zakelijke extracten (Staatsblad 1834 , no. 22) uit
voerig de bedoeling en de grondslag van het kultuurstelsel worden
uiteengezet , tevens bevattende eene afkeuring van het door Raffles
>
1 Het zou voorzeker hier de plaats niet zijn den strijd over het eigendoms
recht te hervatten , maar het was toch noodig eene eigene door de meesten ge
deelde opvatting uit te drukken . Onder de verschillende meeningen komt mij de
meest onhoudbare voor die het privaatrechtelijk karakter aan het recht van den
souverein wil toekennen , meer dan waarschijnlijk voortspruitende uit eene on
juiste overzetting van het engelsche woord rent in huur.
2 Missive van den luitenant-generaal gouverneur-generaal I. van den Bosch
aan de hooge regeering. Ook later wordt in het Indisch Staatsbl. van 1836
No. 15 herhaald , dat krachtens het tegenwoordig samenstel van inrichtingen de
kwijting der grond belasting geschiedt door het presteeren van nuttige kultuur.
3 Gedagteekend 6 Maart 1829.
4 v. Deventer, deel II, 276 sqq.
7
106
op het gemis van mededinging , die alleen de waarde, van vele >
betaling bij de suikerkultuur veel beter is dan bij eenige andere kul
tuur het is zelfs te voorzien dat sommigen mijne berekening te
hoog zullen achten , zij het ook ten onrechte , - en ofschoon der
halve mijns erachtens het lot van den arbeider bij de suikerkultuur
op ver na niet die donkere voorstelling verdient welke sommigen
daaraan geven , heb ik niettemin vermeend de stelling te moeten
110
eerst het beschikken over eene grootere uitgestrektheid dan een vijfde
der dessagronden , en ten andere het niet-planten op eigen gronden .
Het wordt tegenwoordig niet meer geloochend , dat weldra na de
invoering van het kultuurstelsel over grootere oppervlakte beschikt
werd , en dat de ondernemingen opeen gedrongen werden buiten even
redigheid tot de krachten der bevolking. Het is ook genoeg bekend
dat de afwijking dier beginselen tot oorzaak heeft gehad den aanleg
van groote aaneenliggende riettuinen. Maar waarom , zou men kunnen
vragen , juist een vijfde der dessavelden , waarom niet meer ofminder ?
Aanvankelijk toch werd door den gouverneur- generaal van den Bosch
een derde der velden bestemd voor de europeesche kultures (resolutie
13 Augustus 1830 nº. 3. ) Indien die kultures den inlander voor
deelig zijn , waarom daaraan zulk een grens gesteld ?
Opmerkelijk is het , dat de stichter van het kultuurstelsel in
de zakelijke extracten , die de grondslagen aangeven van het stelsel ,
mededeelt, dat in eenige residentien aan het verlangen der Javanen
is toegegeven om voor eigen rekening de gewassen te teelen , waartoe
1
suikerriet beplant. W. Reed , The history of sugar and sugar yielding plants. 1
1
111
De quota van een vijfde der gronden is ontleend aan het denkbeeld
van den gouverneur- generaal van den Bosch en de daarop gegronde
berekening , dat de opbrengst van dat vijfde de landrente zou dekken.
Dat denkbeeld is niet verwezenlijkt en daarmede vervalt alzoo de
basis van en aangenomen maatstaf. Want men make geene vergelijking
met de beschikking van den landheer in de Vorstenlanden , welke een
ander begrip , zooals wij later zien zullen , tot grondslag heeft .
Omtrent het dessasgewijze planten op eigen grond en het betelen
van geene grootere oppervlakte dan een vijfde behoort een onderscheid
te worden gemaakt.
Vooreerst doe ik opmerken , dat men ook ten dezen aanzien in de
gewone dwaling valt om de toestanden op Java te generaliseeren.
Het beschikken over meer dan een vijfde der dessagronden maakt
indedaad het hoofdbezwaar niet uit , maar is van locale omstandigheden
geheel afhankelijk . Hier zal één vijfde drukkender kunnen zijn ,
vooral indien de suikerkultuur niet overvloedige vruchten oplevert ,
dan elders meer dan een vijfde, waar òf de voordeelen grooter òf een
groot aantal gronden aanwezig zijn. Er heeft ook in dat opzicht weder
overdrijving in de voorstelling plaats gehad.
Uit het door de suikercommissie ingesteld onderzoek is gebleken ,
dat het een vijfde der dessagronden slechts bij 28,023 bouws rietaan
plantingen werd overschreden met circa 1900 bouws , dus met nog
geen 5 pct. der met riet beplante oppervlakte van + 40.000 bouws.
Het groote euvel , waarover herhaaldelijk en terecht is geklaagd , is
de verwisseling van gronden , hetzij door ruil in andere dessas of
zonder vergoeding. Ook in dat opzicht bestaat groote verscheidenheid .
Het is gebleken bij het onderzoek der suikercommissie , dat van som
mige dessas slechts to , van enkelen de geheele uitgestrektheid harer
eigene velden , van anderen hoegenaamd geene gronden voor de suiker
kultuur varen afgezonderd en die derhalve op gronden van anderen
plantten.
Wie zal de bezwaren van die regeling niet erkennen en de vele
ingewikkelde schikkingen , daaruit ontstaande ? Wie begrijpt niet de
ongezindheid des landbouwers om te midden van vreemde dessas, ver
wijderd van zijne woning en zijn gezin , zich aan de rijstteelt te wijden ?
Het gebeurt dan ook wel eens , dat de geheele uitgestrektheid velden,
in ruil bekomen , in huur wordt uitgegeven en de opbrengst daarvan
gebezigd om gedeeltelijk de landrente te kwijten. Die opschuiving of
verwisseling van gronden geeft aanleiding om inbreuk te maken op
eene rechtmatige verdeeling der sawas.
Inmiddels heeft de regeering er steeds naar gestreefd die bezwaren
op te ruimen . Zij is daarin niet kunnen slagen dan door nieuwe
moeilijkheden te voorschijn te brengen .
Het is toch niet te loochenen in den tegenwoordigen stand van
zaken , waarnaar alles zich heeft geregeld , dat de dessasgewijze aanplant
groote bezwaren ontmoet ; men moet die niet voorbijzien. De geregelde
bevloeiing der suikerriettuinen wordt belemmerd ; de ompaggering
112
traagd transport werkt nadeelig op het voor spoedig bederf zoo vatbaar
riet – ook de particuliere planter heeft dit meermalen ondervonden; — -
de aanplant reeds gedeeltelijk op die wijze was ten uitvoer gelegd , op dit be
ding teruggekomen wegens de groote versnippering van tuinen , die daarvan het
gevolg was , en voor de bevolking de bewerking en bewaking zeer bezwarend
118
zich niet bij een enkele bepaalt, dan zal men ontwaren dat de uitge
strektheid der aanplantingen hoegenaamd geen maatstaf aangeeft van
de productie. 2
In Europa wordt meer en meer gestreefd naar inrichtingen op groote
schaal, om met minder kosten meer te produceeren. Eene uitgestrekt
heid van 400 à 500 hectares (= 570 à 712 bouws) voor elke fabriek
wordt in Frankrijk niet van te grooten omvang geacht. In Duitsch
land grondt men de inrichting op een even groot aantal morgen lands
als dat der centenaars beetwortelen die daags kunnen verwerkt worden.
Dewijl er fabrieken zijn , die 350,000 centenaars en meer in eene
campagne verwerken (die te Waghausel zelden minder dan een mil
lioen beetwortelen) , zoo volgt daaruit , dat 2333 morgen = ruim 830
7 >
nog kunnen beveiligen voor het zoo spoedig ineen storten , maar moed >
willig zijn te lang de oogen gesloten anders dan voor eene staats
exploitatie , eerst uitsluitend van de bevolking , later zoowel van den
ondernemer als van den inlandschen grondbezitter.
Aan hen die droomen van het onveranderd handhaven van het bestaande
zoowel als aan hen , die hoewel van tegenovergestelde richting , zich vleien
met palliativen , om in den schier hopeloos geworden toestand der
industrie op Java , de schatkist op dezelfde wijze te blijven vullen , mogen
de woorden worden toegevoegd , waarmede een geacht schijver zijne
beschouwingen eindigde over het toenmalig fransch koloniaal stelsel :
„ Erreur ou déception , illusion et mécomptes, tels sont les expédients
te oogsten . Wij hebben het reeds kunnen opmerken , dat het grond
bezit van den kultuurplichtige voor hem weinig meer dan een ge
woon arbeidsloon is of wat de geliefkoosde rijstkultuur afwerpt. En
bovendien de aard van dat grondbezit, gemeenschappelijk ingericht, ont
trokken aan den invloed van kapitaal en vlijt, verleent den landbouwer
geene andere toevlucht dan het plekje , dat hem in de dessa tijdelijk
wordt toegewezen . Het onbewegelijke , het atomismus van den grond
verbant zijne energie; het gemis aan privaateigendom weerhoudt de
uitbreiding van zijne welvaart; de heerediensten , daaraan verbonden ,
sporen de inlandsche hoofden aan verplaatsing of ontginningen zooveel
mogelijk tegen te gaan ; de weerzin tegen die heerediensten doet eene
klasse van plaatsvervangers ontstaan , die op hunne beurt naar een
aandeel in de velden streven , zoodat aan de europeesche industrie , die
hun geene huisvesting , noch duurzaam bestaan kan aanbieden , werk
krachten worden onttrokken .
Er zijn er onder u , Mijne Heeren , en misschien onder deį ezers
>
Maar zelfs hij het leven van den gogol , door ouderdom of gebreken
tot den arbeid ongeschikt, worden de rechten van den zoon of de aan
verwanten erkend en de ouden , die rechten overdragende , blijven onder
den naam van pantjahkakê in de dessa gevestigd.
Het schijnt ons hier de plaats uiteen te zetten , hoe oorspronkelijk
het recht van den gogol, den wongtani , werd verkregen . Laten wij ons
niet voorstellen , dat het immer gemakkelijk valt dat recht te erlangen .
Ieder ingezeten tracht toch zoolang mogelijk zijn burgerrecht te be
houden , en , zoolang hij aan zijne verplichtingen getrouw is , kan hij
daarvan niet worden ontzet; maar bij de toeneming der bevolking worden
de middelen wel eens te beperkt aan alle aanspraken gehoor te ver
leenen , of er ontstaat groote versnippering van den grond .
Maar zelfs waar de dessa in het bezit is van uitgebreide velden , /
meer dan hare gogols zelven kunnen bearbeiden , trachten dikwerf de
ingezetenen die te doen bearbeiden door daglooners , en alleen wanneer
die te kort schieten of de dessa niet genoegzaam in getalsterkte is
om de diensten aan den souverein te vervullen , ziet zij af van hare
neiging vreemdelingen te weren .
Wij willen met enkele trekken de loopbaan van een nieuwen burger
van het dorp schetsen .
Een vreemdeling ( wong -anjar) dient zich aan , bij voorkeur bij een
der welgezeten gogols ; hij biedt hem zijne diensten aan , voorloopig
slechts voor inwoning , eenige voeding of kleeding. Wellicht heeft de
nieuweling nog een ander oogmerk en is eene der dochters van het
dorp hem niet onverschillig ; maar de middelen tot een huwelijk ont
breken hem vooreerst , en bovendien zij moet nog de aanbeveling en
de vriendschap der dorpelingen trachten te winnen.
Onder het dak zijns meesters, pemadjiekan ' , opgenomen als mede
inwoner (menoempang of wong rangkeppan ), bewerkt hij diens
velden of verricht diens koelidiensten ; beantwoordt hij aan de
verwachting, van hem gekoesterd , dan valt hem ook licht de gunst
zijns meesters te beurů door het recht te erlangen om op des gogols erf
een hut te bouwen en vaak tegelijkertijd een onderdeel te bekomen
in de rijstvelden des eersten , of de bevoegdheid die met tweede ge
wassen te beplanten. Deze wijze van inwoning doet hem den naam
van mondok erlangen .
Het kan zijn , dat onze nieuweling zich in dien staat tevreden ge
voelt , vooral wanneer hij daarmede tevens zijn doel bereikt om het
verlangde huwelijk aan te gaan ; want wij moeten niet vergeten ,
die staat van mondok ontslaat hem in den regel ook van de heere
diensten , en hij vindt rijkelijk onderhoud door zijnen beschikbaren
tijd anderen te leenen tot het bewerken van hunne sawas tegen een
bepaald loon (beboeroeh) naar zekere in den landbouw gebruikelijke
overeenkomsten , waarvan de voornaamsten zijn : memaro ( verdeeling
in twee deelen na de beploeging tusschen den eigenaar en den be
' Hij die de belasting (padjeg) betaalt , het verantwoordelijk hoofd des gezins.
1:20
vele diensten en duidt hem gedurende zijn rusttijd aan als nganggoer
(lediglooper), ook wel eens onder den eigenaardigen term van goendiek
(bijwijf).
Zietdaar de vermoedelijke, rustige loopbaan des javaanschen land
bouwers , bij welker schets ik het noodeloos heb geacht in meerdere
bijzonderheden van de dessa te treden en alzoo slechts nog ter loops
wil aanhalen dat wij bij een bezoek in het dorp , behalve de reeds
genoemde landlieden , zullen aantreffen de ouden en gebrekkigen (boh
djompoh) , de jongelingen (djoko) , wien geringe dessadiensten reeds
opgelegd zijn , den doedo (weduwenaar zonder kinderen ) , of de doedo
kembang (weduwenaar met jonge kinderen ), of in het algemeen de rondo
(weduwe met nog jeugdige kinderen , die eerst later kunnen optreden ) ;
de rondo-tjaloek ( weduwe met eenen zoon , geschikt tot den arbeid) .
Aan allen worden door de gemeente velden toebedeeld , althans voor
9
Als gij u niet vergenoegt met een blik op de rijstvelden , die buiten
het dorp gelegen zijn en vooral u tegenlachen als zij gedost zijn in !
dat voor het kunstigst penseel schier onnavolgbaar jeugdig groen flu
weel der zaaibeddingen , maar als gij dringt door die palmboomen en
bamboestruiken , die de dessa voor den vreemdeling verscholen houden
en wier wuiven alleen de stille eentoonige rust afbreekt ; als gij u ge
troost de dikwijls ter nauwernood begaanbare en verwaarloosde paden
te volgen naar de woningen der dorpelingen , dan vrees ik , zal u eene
illusie ontvallen bij een aanblik op die schamele hutten van gevlochten
bamboe met stroo gedekt , waaraan gij vergeefs deuren of vensters
zoekt en eene schuif u slechts den toegang verschaft , waar de aarde
tot vloer dient , eene bale-bale (soort van bamboezen bank) tot zit
plaats en etenstafel, waar een eenvoudig matje met een kussen in de
bamboezen slaapsteden , eenige steenen of houten lepels , een aarden
of koperen pot (prio of dandang) om de rijst te bereiden , een keteltje
en wat kommetjes den ganschen inboedel uitmaakt.
Voorzeker er zijn gelukkiger , die wat knapper huis , misschien met
een voorraadschuur ( loemboeng) daarnevens en enkele sieraden , wel
licht een gamelan (muziek-instrument) , bezitten ; maar groot is het
getal van deze pe nen toch niet.
Ofschoon ik dien toestand zoo benijdenswaard niet acht , vraag ik
wat kan de europeesche industrieel hem beter waarborgen ; welke
reden kan er voor den landman bestaan om zich bijeene onderneming
te verhuren , die hem zelfs geen plekje grond kan verzekeren om zijn
hut op te slaan ? Onttrekt hij zich aan de dessadiensten , hij verbeurt
het weinige , dat hem eenige zekerheid van duurzaam levensonderhoud
verschaft.
Al ware het ook , dat de industrieel zich eenigen grond kon ver
schaffen om daarop woningen voor zijne werklieden te bouwen , dan
zou hij zoo geene openlijke , daarom niet minder invloedrijke tegen
werking ondervinden , vermits de hoofden met leede oogen het getal
der dienstplichtigen verminderen en daardoor hunne zorgen vermeer
derd zien .
Bovendien in den zoogenaamden stillen tijd , als de werkzaam
heden van de campagne zijn afgeloopen , welken arbeid zal hij hun
verschaffen gedurende een half jaar ?
Meermalen is er op aangedrongen eenigen grond te bekomen om
daarop arbeiderswoningen (koeli-kampongs) te vestigen . Ik herinner
1
de verklaring van den toenmaligen minister van koloniën " dat " 200
ergens , bij de suikerkultuur moeilijkheden voor den vrijen arbeid zijn,
omdat de bijzonderheden van die industrie niet toelaten , dat men een
oogenblik zonder volk is. Krachtens het wetsartikel , dat het verhuren
van gronden zou regelen , zou de fabrikant gronden vlak bij zijne
fabriek kunnen huren en door het oprichten van koeli- kampongs voor
zien in de behoefte aan volk. Datzelfde hebben de fabrikanten jaren
geleden gevraagd ; doch onder het toen vigerend stelsel kon dat niet
worden toegestaan . De moeilijkheid is nu overwonnen .”
Is het wel aannemelijk, dat in 1863 den ontwerper der nieuwe re
geling die moeilijkheden niet voor den geest hebben gestaan ? In
middels was die regeling dringend , er was reden zich te verheugen , dat
verbetering in het lot der suikerindustrie niet van dat eener aanstaande
kultuurwet afhankelijk werd gemaakt , maar in billijkheid kon van het
ministerie van dien tijd niet verwacht worden , dat het bestendigen
zou den gedwongen fabrieksarbeid in contracten van jaren duur , bij
het uitzicht om binnen korten tijd de bezwaren daartegen weg te nemen
door wettelijke bepalingen ten gunste van het vrije grondbezit.
Evenwel men weet het : de kultuurwet is gevallen ; maar daardoor
ook zijn de erkende moeilijkheden blijven bestaan.
Belangrijk zou het thans zijn het onpartijdig oordeel der verschil
lende plaatselijke autoriteiten te kennen over de werking van het
indisch besluit van 4 Mei 1866 , het verbod behelzende om koelis aan
de fabrieken te verstrekken .
Het is waar, er is eene zekere klasse , die noch aan de dessas is
>
moed noch den wil hebben dit op te heffen. Mij dunkt , zij zijn de
oprechte vrienden van den vrijen arbeid niet ; want het verbloemen der
waarheid moge voor een oogenblik eene begoocheling te weeg bren
gen , de kwaal verergert door middelen , die niet genezen , maar slechts
>
te weigeren.
Wist men niet beter , men zou soms reden tot argwaan hebben ,
dat het zoo ernstig met den vrijen arbeid niet gemeend is , dat hij
slechts tot voorwendsel diende , als men verneemt , hoe de bezwaren
7
kleed der misleiding en met het blanketsel getooid , dat slechts ziekelijk
heid verbergt , oprechtelijk wenschen , wanhopen bijna aan de ver
vulling der voorwaarde harer optreding in gezonden toestaud als zoovele
heelmeesters haar aan haar lot overlaten .
Ik noemde het versnipperd gemeenschappelijk grondbezit als een der
hinderpalen.
De citaten , zeggen de Franschen , zijn l'esprit des autres. Maar dit
>
geboorteplaats een bezoek en zelden is het dat zij bij hun terugkeer
niet zijn vergezeld van een aantal arme aanverwanten , die begeerig
uitzien naar de loonen , die de aanstaande lente zal brengen , zooals
de soldaten van Alaric den buit van Lombardije begroetten.
Het waren proletariërs , als gij wilt , maar die eene bloeiende kolonie
stichtten , welke thans ongeveer tweemaal honderd duizend zielen telt.
In weinige jaren keeren de emigranten terug als welgestelde lieden
en hebben inmiddels het bestaan van hunne achterblijvende landslieden
gemakkelijker gemaakt. De eene stroom vloeit voort naar het noord
oosten en het oosten van Bengalen ; een andere verdeelt zich te
Calcutta , bestemd naar Mauritius of de West-Indien , die na afloop
van hunne verbindtenis terugkeeren met besparingen van gemiddeld
pd. st. 20 , voldoende om zich een belangrijk bezit te verschaffen in
hun eigen dorp. Sommige emigranten vergaderen zelfs voor hen aan
zienlijke sommen tot een beloop van pd . st. 200. ?
Maar ik mag niet meer uitweiden over het grondbezit , zooals het
thans bestaat , als hinderpaal voor den vrijen arbeid , voor de afschei
ding van standen en de vorming van eene arbeidersklasse. Het onder
werp moge uitlokkend zijn , maar het is elders beter besproken of be
schreven en het is thans slechts in verband tot de suikerindustrie ,
dat ik er de aandacht op vestig.
Evenmin kan ik mij veroorloven in breede trekken de bezwaren der
heerediensten voor die industrie te schetsen . Door de maatregelen
van een vorig bestuur is er zeker verlichting aangebracht. Onmisken
baar doet de invloed daarvan zich reeds eenigzins gunstig , maar on
voldoende gevoelen . Maar welke de draconische strafbepalingen tegen
misbruik mogen zijn , zij ontsnappen nog aan de contrôle , ja hare
i Gedurende de laatste twee geslachten had ieder Hindoe , die eene kleine
pachthoeve met een eigen woonstede in bezit kon krijgen , natuurlijkerwijs ge
weigerd de huurling te worden van vreemde werkverschaffers. The Annals
of Rural Bengal W. Hunter Vol I p . 224 .
2 Rural Bengal als voren blz. 258.
126
handen genomen .
Sommigen beweren , sprak de heer Duymaer van Twist in No
vember 1859 dat volkomen en geheel vrije arbeid op Java on
mogelijk is , zoolang er nog eenige heerediensten zullen bestaan . Ik
stem dat toe.” En zij, die hare werking kennen , zullen het dien staatsman
។
nazeggen . Zij weten, dat het verrichten dier diensten een der voorwaarden
van het grondbezit is ; dat de welgezeten landman daarvoor den me
noempang bezigt , die zelfs voor hoog loon in de fabrieken tijdelijk
zelden zal willen verbeuren de inwoning , kost en vaak belangrijke
betaling , die de gogol hem waarborgt.
1
regeling, die geene verzwaring der lasten van een gedeelte der be
volking kan ten gevolge hebben ? Wat kan dat gemeens hebben met
den vrijen fabriekarbeid ?
Misschien vinden wij de oplossing daarvan , als wij het rapport zelf
opslaan . En indedaad op bladz. 41 ' daarvan zullen wij de volgende
zinsnede aantreffen :
„ Vrijwillige arbeid voor de suikerfabricatie , in verband waarmede
vervalt de in den laatsten tijd wederom in het leven geroepen toezeg
ging van hulp van de zijde des bestuurs .
„ Bevordering daarentegen van den vrijwilligen arbeid op de fabrieken
door de personen , die zich voor vast verbinden willen , gedurende den
maaltijd vrij te stellen van alle verplichte diensten .”
Tot toelichting daarvan verdienen de voorafgaande bladzijden wel
zeer de aandacht; maar ik zal mij bepalen tot het volgende :
„Zij (de koelis) zijn gedurende hunnen werktijd op de fabriek daar
entegen ontheven van alle andere diensten , zonder onderscheid , zelfs
voor de aanplantingen van riet , in de betaling waarvan zij aandeel
hebben .
Wordt hun arbeid op de fabriek niet meer vereischt , dan deelen
zij soms op nieuw in al de verplichtingen der dessabewoners , en werken ,
voor zooveel noodig , weder mede in de riettuinen , of wel verrichten
datgene , waartoe zij volgens onderlinge overeenkomst gehouden zijn .
,, Zulke schikkingen zijn veel gebruikelijk in de dessas of gemeenten
op Java, ook ten aanzien van heerediensten , of de zoodanige verplichte
diensten , waarvoor geene betaling wordt toegekend . Men kan er uit
zien , dat afscheiding van verschillende , uiteenloopende werkzaamheden ,
en verdeeling, zooveel mogelijk , van dezelve onder bepaalde afgezon
derde dienstplichtigen , niet valt buiten het begrip van het volk , noch
in strijd is met den geest en strekking van deszelfs huishoudelijke in
stellingen , mits slechts worde in het oog gehouden wat het meest
drukkend of minst aangenaam is en daaraan dan eenige bijzondere
tegemoetkoming verbonden worde , zooals men dat door de bevolking
onderling ziet betrachten .
De opheffing van de op den planter , op den voortbrenger van de
grondstof rustende verplichting om koelidiensten te verrichten op de
fabriek , zal hem meer arbeid aan zijne aanplanting kunnen en willen
>
doen besteden .
„ De vrijlating van andere verplichtingen zal den werkman er toe
kunnen brengen , zich voor een billijk loon als vast arbeider op de
fabriek te verbinden , mits hij de zekerheid hebbe , dat hij en de zijnen
niet onderworpen blijven aan de bevelen van zijne hoofden tot dienst
verrichtingen , die hem de beschikking over zijnen bandenarbeid , eene
verbindtenis voor vast werk op eene fabriek onmogelijk maken .
„ Zekerheid , dat de maatregel volkomeu reusseeren zoude , zonder
over de belastbaren alzoo niet billijk is , terwijl de tijd aan die diensten
besteed zelden aan de waarde van den arbeid opweegt en de traagheid nog
meer voedsel geeft. Als gij dien arbeid gadeslaat dan komt u in de
gedachte de verklaring van den Engelschen werkman voor eene par
lements-commissie ten aanzien der fransche werklieden. Work Sir ?
it cannot be called work they do ; it is only looking at it and wishing
it done. 1
Welk verschil, vraagt de schrijver aan hen , die de heerediensten
als een dekmantel van den dwang veroordeelen , bestaat in het afge
trokkene tusschen het vorderen van eene bepaalde hoeveelheid arbeid
en het vorderen van de vrucht van dien arbeid ? Dit verschil , dunkt
mij, dat de belasting in arbeid geheven wordt in eene waarde; die
niet gelijkmatig is en alzoo niet op gelijke lijn kan gesteld worden met
een algemeen ruilmiddel . Indirect geeft de staat aan dien arbeid
eene willekeurige waarde ; aan den arbeider overgelaten , zou hij wel.
licht daarvoor eene hoogere kunnen bekomen dan zijn aandeel in de
belasting van den staat , op het eene tijdstip meer dan op een ander.
Door te beschikken over de werkkrachten , het eenig kapitaal van
den arbeider , wordt hij belet daarvan de nfeest mogelijke rente te
behalen .
Eindelijk , als de heerediensten , zooals de ,, Aanteekenaar" vermeent,
humaan zijn , strookende met den volksaard , noodzakelijk voor het
staatsoogmerk , welk argument heeft men dan tegen de vordering
van persoonlijken arbeid bij de suikerfabrieken , die volgens de regeling
van van den Bosch zou treden in de plaats der belasting (de land
rente) ? Zou de aard van dien arbeid zoo veel bezwarender zijn ? Zijn
de afstanden te groot ? Immers wij worden door denzelfden schrijver
gewaarschuwd tegen overdrijving van dat bezwaar. „ De Javaan be
schouwt ze (natuurlijk binnen zekere grenzen) als bijzaak. Men lette
op de palen wegs , die hij gewoonlijk uit vrije keus noodeloos aflegt
voor zijn handel en andere vrije bedrijven.”
Indien de dienstplichtigheid voor 's hands niet kan gemist worden ,
„omdat zelfs tegen goed loon daarvoor niet overal vrijwillige arbeiders
genoeg verkrijgbaar waren ” , waarom is dan hetzelfde bezwaar van
den industrieel niet even gegrond te achten ?
Maar , zegt men wellicht , die heerediensten zijn in het algemeen be
lang noodig ; de ondernemer kan dezelfde aanspraken niet doen gelden.
Hoe , de staat , die beweert het kultuurstelsel in het algemeen belang
en dat van den inlander te handhaven , immers om hem „ tot arbeid
zaamheid op te leiden ,” gepaard aan de millioenen , die de schatkist
daarbij wint , zou onder dat algemeen belang dat der ondernemingen
niet tellen en aarzelt daartoe de heerediensten te bezigen , die even
als voor elk ander publiek werk , zoo zeer strooken zouden met den
volksaard en de gezindheid, zoo noodig zouden zijn wijl tegen goed
loon geen voldoende vrije arbeid is te verkrijgen ?
1 Sonior Outlines.
Settéra
Societriitr,e
Grezzan haine
13 %
Veelal wordt tot bewijs der onbestaanbaarheid van den vrijen arbeid
ook verwezen naar de rijstkultuur en de teelt van tweede gewassen .
Het is niet te ontkennen , dat zoowel europeesche ambtenaren als
inlandsche hoofden zich vaak daarmede inlaten , soms meer dan nuttig
en noodig is , en voorschriften geven als het beter zou zijn de regeling
aan de inzichten der bevolking over te laten. Het is ook niet te be
twisten , dat de inlander dikwerf zijne velden verwaarloost ; maar zou
dit niet een gevolg kunnen zijn van de weinige liefde, die hij toe
draagt aan een onbeduidend stukje grond , dat niet in al zijne behoeften
kan voorzien en het volgende jaar hem kan worden afgenomen, een gevolg
ook van de heerediensten , die hem in onzekerheid laten , wanneer hij on
gestoord zich aan zijne rijstvelden zal kunnen wijden ? Maar er is nog
eene omstandigheid , die het meest aanleiding geeft de bevelen der
hoofden af te wachten , namelijk de waterverdeeling , die ten gevolge
van het gemeenschappelijk landbezit door beambten geregeld wordt
en zonder hunne toestemming niet gebruikt kan worden .
Hoe de waterverdeeling , eenmaal onder vaste regels gebracht , tegen
het individueel grondbezit pleiten kan , hoe daarbij ook niet gemeen
overleg kan plaats hebben , is niet recht duidelijk , wanneer wij denken
aan Bali, Bamtam , Probolingo , Bezoeki , overal waar individueel
• landbezit wordt aangetroffen .
Maar ook dit onderwerp is meermalen in het Indisch Genootschap
behandeld en het is mijn voornemen noch mijne taak een nieuw betoog
te leveren der voordeelen van het individueel boven het communale
grondbezit dan voor zooveel de europeesche industrie betreft.
Kan men niet zonder grond een groote mate van zorgeloosheid,
weinig voortvarendheid of energie den Javaan ten laste leggen ,
een verwijt dat ik niet zal trachten te ontzenuwen , want evenmin
>
een productie van ruim 7000 pikols meer verkregen dan in 1866 ,
zoodat de gemiddelde productie per bouw , in 1866 slechts 30 pikols
bedragende, steeg tot 364 pikol.
,,Vooral de partikuliere fabrieken in de afdeeling Sindanglaut hebben
bijzonder gunstig gewerkt.
„ De ondernemingen Kalimaro en Waled verkregen op een aanplant
van
122 en 59 bouws , eene productie van 7000 en 2860 pikols , dus
> >
helft bij het sluiten van het contract , het derde kwart na de taxatie
en het overige nadat het riet zou zijn gesneden ; terwijl de planter
0. a. aannam om bij geheele of gedeeltelijke mislukking van den aan
plant het reeds ontvangene te restitueeren . De overeenkomsten wer
den overigens bij het gewestelijk bestuur geregistreerd , volgens de
bepalingen vervat in het Staatsblad 1838 , nº. 50.
In 1861 werden op die wijze overeenkomsten gesloten voor den aan
plant van ruim 367 bouw grond ; terwijl van vele aanbiedingen van
hulpzaam geweest , dan zouden veel meer planters aan hunne verplich
7
uitkomsten , wel verre van eene redelijke winst voor den ondernemer
over te laten , zelfs de kosten der fabricatie nauwelijks konden dekken .
Wanneer de gegeven inlichtingen omtrent de werking en uitkomsten
dier onderneming zulks niet reeds duidelijk doen uitkomen , dan moest
het toch , na de opgedane ondervinding, de volle overtuiging van den
ondernemer worden , dat zoolang tot suikerbereiding slechts riet van
aanplantingen op pomahans te bekomen is , en zoolang de landbouwers
niet vrijer beschikken kunnen over hunnen tijd , die suikerbereiding
nimmer veel betere uitkomsten dan de vermelde zou kunnen opleveren ;
maar dat daarentegen , zoo aan de voor dergelijke onderneming plantende
>
landbouwers , zij het bij wijze van proef en binnen een zekeren kring ,
de vrije beschikking over hunne sawas en vrije beschikking over hunnen
tijd wierd gelaten , zij niet alleen tot vrijwilligen landbouw , welke hun
dan ruim betaald zou kunnen worden , zeer genegen zouden worden
bevonden , maar aan hunne verplichtingen daarbij zekerlijk ook zouden
voldoen ; dat zij zelven en de onderneming, die door hunnen vrijen
arbeid moest bestaan , daarbij wel zouden varen , en de nijverheid in
staat zou zijn eene geldelijke belasting aan den lande op te brengen ,
welke de waarde van der bevolking tegenwoordige belasting in arbeid
en der onbeloonde diensten ruimschoots zou opwegen. 1
neer men bedenkt , hoe weinig de inlander bezit ; hoe gering de pogingen
zijn geweest hem zijne zedelijke verplichtingen te doen inzien , welke
nietige uitslag wordt verkregen van een burgerlijke rechtsgeding tegen
hen , die met volle reden kunnen zeggen : Omnia mea mecum porto.
De werkman weet volkomen welk overwicht door al de belemmeringen
van den vrijen arbeid hij heeft bij het aanbod van zijne diensten .
Dat de arbeider van dien toestand gebruik maakt om voorwaarden
te bedingen , die de ondernemer moeilijk kan afslaan , wie zal het
wraken ? Doch de straffeloosheid , waarmede van den kant des Javaans
dikwijls die overeenkomsten moedwillig worden overtreden , hetzij door
zijne diensten of zijn product elders aan te bieden , hetzij door zich uit
de voeten te maken of eenvoudig zich om niets te bekreunen , zal voor
zeker een ieder veroordeelen . Niemand toch , van welke onbekrompene
denkwijze ook , zal zulk eene handeling , die , al valt zij niet onder het
>
bereik van het strafrecht , den naam van oplichting ten volle verdient,
in bescherming willen nemen. Zij doet mij denken aan den toestand
in Napels vóór 1804. „ Jedermann konnte ungestraft falliren , wenn er
vor einer Säule der Vicaria öffentlich seinen Hintern entblöszte . ” 1
De klacht is te algemeen dan dat zij niet ernstig de aandacht ver
dient. Het is een kanker , die aan de ontwikkeling van elke industrieele
>
begrijpt tot opleiding van het indische volk tot begrippen van zedelijkheid
en goede trouw , tot een waar verstand der verplichtingen van overeen
komsten, en als het tevens bewust is dat de maatschappelijke toestanden in
Indie totdusver niet tot maatstaf kunnen dienen van die , welke in Europa
hetzij terughouden van gelijke geldelijke overeenkomsten of ze noodeloos
maken , hetzij althans den arbeider aan zijne verplichting houden uit
>
en , waar de vraag naar arbeid zoo weinig in verhouding tot het aanbod
is , hij zelf zich anders de middelen zou benemen zijn bedrijf voort te
>
zetten.
Men weet , dat de contractlaw , door het britsch - indisch bestuur
ontworpen , - straffen bedreigende tegen moedwillige en bedriegelijke
ontduiking van overeenkomsten , - door het opperbestuur is verworpen .
Niettemin werden onder eminente engelsche rechtsgeleerden voor
standers daarvan aangetroffen , die het ontwerp in strikte overeen
stemming met de beginselen der engelsche wet achtten. De indi
sche minister van finantien , S. Laing , voert ter verdediging daarvan
aan : „ Om het kwaad tegen te gaan , behoort in oostersche landen de
>
van schuld van een bepaalden termijn op een volgende ; eene nietig
verklaring van alle voorschotten , die niet binnen een zekeren te bepalen
billijken termijn kunnen worden afgelost of het te verdienen loon of
de waarde van het te leveren gewas , te boven gåan .
Dewijl het doel alleen is bedrog of moedwil te voorkomen of te
bestraffen , zouden de gevolgen van achterstand uit andere oorzaken
voor rekening en risico des ondernemers behooren te blijven.
Maar wat ook rechtvaardig en billijk moge worden genoemd , >
1 Ofschoon dit gedeelte door den heer Millard , ter toelichting van het derde
hoofdpunt , op het convocatiebiljet aldus omschreven :
« Middelen tot vestiging eener duurzaam bloeiende suikerindustrie op Java. »
niet mondeling is voorgedragen , heeft de heer Millard er welwillend in toe
gestemd het aan het verslag dezer vergadering toe te voegen , om gelegenheid
te geven in de volgende bijeenkomst de discussie over de drie hoofdpunten te
kunnen openen . ( Noot der redactie .)
2 Tijdschrift voor Staathuishoudkunde en statistiek , 26e deel , 8e stuk , blz. 463.
។
zich voegen moet naar beslissingen , van hem onafhankelijk. Die zegt
„périsse plutôt l'industrie qu’un principe" heeft voorzeker daartoe de
vrijheid ; maar hij verwachte van mij geene instemming.
Honderdmaal liever dan den ellendigen toestand , dien wij thans
aanschouwen , die de bronnen van de welvaart doet opdroogen en de
kapitalen doet wegsmelten of verdwijnen , zou ik verkiezen eene rege
ling in welken zin ook , die althans die rampen zou voorkomen.
Mocht daardoor geliefkoosde denkbeelden geene kans op spoediger
verwezenlijking overblijven dan wanneer een krachtige geest dien in
gang zou weten te doen vinden , wat nood , die dag zal gewis aanbreken
en ongetwijfeld door allen bij de industrie met blijdschap begroet
worden . Wij hadden dien , inmiddels voor ondergang beveiligd , kalm
kunnen afwachten , al misten wij de macht dien te vervroegen .
Maar ik vrees zeer dat wanneer het stelsel alleen in het licht ver
schijnt van een middel om den souverein het bepaald noodige slechts
te verschaffen om zijne verplichting te kunnen vervullen , al het overige
aan den arbeider overlatende , i de belangstelling daarin bij het neder
landsche volk zal wijken.
In elk geval vange men dan aan de noodlottige onzekerheid op te
heffen en , zoo men geenvrije kultuur wil , den strijd te beëindigen door
de voorschriften van het indisch regeerings reglement hiertoe betrek
kelijk te wijzigen of in te trekken .
Eene tweede vraag zou kunnen zijn : op welke wijze die onderlinge
belangen te regelen , waarbij althans eene partij, de inlandsche bevolking ,
niet wordt geraadpleegd. De eisch van den dag is : wettelijke regeling.
Maar wat al bedenkingen rijzen hierbij niet op ! Men sla slechts
een der suikercontracten op , waarin de verplichting van het gouverne
ment wordt gesteld om te doen planten . Zal de wetgeving eindelijk
het pleit over den aard en de rechten van den grondeigendom uit
maken ? Mij dunkt toch , de wet kan die verplichting niet ter neder
stellen , zonder vast te stellen of, en zoo ja , hoe over den grond kan
worden beschikt.
Maar bovendien : zijn de voorschriften niet reeds gegeven , dat de
:
suikerkultuur niet in den weg mag staan aan de teelt van genoegzame
voedingsmiddelen ; dat zij geschieden moet met eerbiediging van be
staande rechten en gebruiken , tegen minstens gelijke voordeelen als
de vrije teelt oplevert ?
Wil de volksvertegenwoordiging niet afdalen tot bijzonderheden ,
die zij niet kent , dan kan eene zoodanige regeling, op niets anders
nederkomen dan de zonderlinge wettelijke opdracht aan het indisch
bestuur , om art. 56 van het regeerings-reglement uit te voeren . Hoe
zou zij de eigenaardigheid van elke onderneming moeten kennen , hoe
de uiteenloopende plaatselijke gebruiken , de rechten der grondbezitters ?
Zij zou onverwijld moeten afstand doen van al de staatsvoordeelen
der kultures . Want mijns inziens , al is het ook niet uit te maken
| R. Fruin als voren .
150
wat het loon van de vrije teelt is , dan nog is geene andere gevolg
trekking mogelijk dan die van den heer van Nispen van Sevenaer,
uitgesproken bij de beraadslaging over het indisch regeeringsreglement ,
dat al de voordeelen , welke de kultuur oplevert , aan degenen die
het werk doen , moeten toevloeien ', natuurlijk behoudens de recht
matige heffing van landsbelasting .
Er is nog een ander moeilijk punt : het opheffen der bezwaren , zoo
doenlijk , die na een opzettelijk onderzoek ten aanzien der kultures
blijken te bestaan. Dat onderzoek heeft voor de suikerkultuur plaats
gehad. De commissie heeft uitgemaakt o. a. dat indien zou gehandhaafd
worden het planten op eigen gronden der dessas, geen ander middel
overschoot dan de intrekking van 4000 bouws , een tiende van den
geheelen aanplant.
Waarschijnlijk zou daarmede weinig nut gesticht en noodeloos de kul
tuur opgeofferd worden , maar de strikte uitleg der wet schijnt dit te
vorderen ; immers dat planten op eigen grond strookt toch wel met de
rechten en gebruiken der inlanders ($ 2 van art. 56).
Nog vele bezwaren komen mij voor den geest , die eene regeling in
den weg staan , anders dan langs den gewonen administrativen weg ,
waarop , dunkt mij , zij dan ook behoort te blijven als louter maatregel
>
van uitvoering. Zal eene wettelijke regeling althans iets meer zijn dan
eene overbodige formaliteit , dan zou zoodanige regeling gegrond moeten
zijn op gansch andere economische beginselen dan het tegenwoordig
stelsel in zich bevat.
Maar ik gevoel geene roeping te strijden over den vorm , waarin
eene nieuwe regeling behoort gegoten te worden , tenzij de discussien
in dit Genootschap daartoe aanleiding geven. Wachten wij liever af, of
de loods , die zich voorneemt ons in het ruime vaarwater te brengen ,
de klippen en ondiepten zal weten om te zeilen ,7 die zich , dunkt mij,
bij eene wettelijke regeling zullen voordoen .
Een punt , daarmede in nauw verband staande , verdient niettemin ,
geloof ik , onze aandacht, omdat het een gewichtigen invloed op den
aard en het bestaan der ondernemingen moet hebben ; ik doel op de
dikwijls besproken uitbesteding der contracten.
Het is een oud , ik zou haast zeggen verouderd denkbeeld, hoofd
zakelijk opgeworpen om gunstbetoon te weren . Maar sedert dat vrij
algemeen het besef is doorgedrongen , dat de uitgifte van nieuwe con
tracten , gegrond op verplichten arbeid , in strijd is met den geest der
wettelijke bepalingen , kan , dunkt mij , van geene gunsten meer sprake
zijn. En wat betreft de thans nog loopende contracten , meen ik na
al de verklaringen der regeering en de betuigingen der volksvertegen
diging , waarvan toch wel eenig practisch gevolg wordt verwacht , dat
zij zedelijk gebonden zijn den tegenwoordigen inhebbers de gelegenheid
te laten de lang geleden schade en verliezen te herstellen .
Zitting van 28 Juli 1854. Zie Handelingen der Regering en der Staten -Ge
neraal betreffende het reglement op het beleid der regering van Nederlandsch
Indie ; uitgegeven bij Kemink en Zoon.
151
uit te besteden . Het maakt op mij den indruk als of men het beheer
van
een spoorweg of eene industrieele zaak deed aannemen : een zoo
onpractisch denkbeeld , dat men in het meest practische land der wereld ,
in Engeland , waar men dergelijke uitbestedingen ofinschrijvingen niet
kent , daarvan zou zeggen : „ all sense except common sense .”
Liever wil ik er op wijzen , dat eene uitbesteding noch in het belang
van den staat noch in dat der industrie plaats kan hebben . Uit den
staat ' , dien ik thans overleg , blijkt, dat zullen vervallen de volgende
contracten :
in 1869 1 in 1876 7
» 1870 1 1877 1
» 1871 33 29 1878 6
1872 13 1879 1
1873 17 1880 1
1874 3 1881 3
1875 2 1882 52
Wij zullen ons voor het oogenblik bepalen tot die in 1870 tot 1873,
te zamen 64 fabrieken .
Het is niet aannemelijk , dat het gouvernement die ondernemingen,
althans verreweg het grootste getal, zal laten te niet gaan ; ik geloof,
dat niemand daartoe den moed zal hebben. Bij uitbesteding neemt de staat
de fabrieken over naar taxatie van de betrekkelijke waarde voor den even
tueelen opvolger. Stelt die waarde zoo laag als met de gezonde reden is
overeen te brengen , dan vertegenwoordigen zij minstens twintig millioen
gulden .
De langdurige toestand van onzekerheid in Indie , het kwijnen van
het vertrouwen en het wegvloeien van kapitaal hebben alle uitzicht
verloren doen gaan dat zulk een bedrag , nog wel in een bijna gelijk tijdvak ,
zou worden verkregen ; de ondervinding heeft reeds ten opzichte van
enkele uitbestede fabrieken uitspraak gedaan .
Het behoeft geen betoog , dat hoe korter de contractstijd bepaald
worde , hoe beperkter het aanbod der mededingers zijn zoude , ten
einde zekerheid te hebben het bedrag van den koopschat met rente
in te winnen , behalve nog om zich te dekken tegen de onzekerheid
van eene taxatie na verloop van dien tijd.
3
Het denkbeeld is geopperd , ' om de uitbesteding aan te kondigen
4 jaren vóór de expiratie van het contract en de voorwaarde te
1 Bijlage no. XVIII. Bij koninklijk besluit van 29 Mei 1867 ( Ind. Staatsb. nº. 101)
zijn voor de uitbesteding eenige bepalingen gemaakt, die de uitzonderingen , ver
meld in de suikerregeling van 1863 , van toepassing daarop verklaren.
2 Lamahan , Banjardjawa , Wonopringo en Tjomal zijn hierbij niet opgeno
men , omdat die contracten reeds vervallen zijn en de beschikking daarover op
een nadere regeling wacht.
3 Door den heer Rochussen in de zitting der tweede kamer van 23 Juni 1868 ,
152
wensch naar uitbesteding wel het meest onverklaarbaar, omdat zij het
dwangstelsel zou bestendigen en den weg afsnijden tot hervormingen in
dat stelsel. Zelfs een overgang tot de vrije teelt kan bezwaarlijk daarmede
gepaard gaan ; vooreerst omdat , indien al daarbij eene zekere jaarlijksche
vermindering der gedwongen kultuur werd bedongen, de mededingers
toch uit den aard der zaak slechts geringe zekerheid zouden kunnen erlan
gen van te slagen in het aanvullen dier vermindering van gouvernements
aanplant door vrije overeenkomsten , die wisselvallig en van vele plaat
selijke omstandigheden afhankelijk zijnde , de inschrijvingen zouden
doen ontaarden in een louter kans- of dobbelspel. Te minder kunnen
de voorstanders der uitbesteding haar daarmede vereenigbaar achten ,
omdat met vele redenen is aangetoond , waarom gehandhaafd is het
>
153
der zaak zal bepaald worden naar een contract, waarbij telken jare
de tusschenkomst der regeering wordt ingekrompen , om in de laatste
>
i Zie art. 18 der nota van toelichting van het koninklijk besluit van 26 Juli
1863 , lit H 3.
10
151
zône waar het suikerriet niet of slecht gedijen kan , dat tallooze hel
lingen , soms wilde bergstroomen aan het gebruik van tramways onover
komelijke hinderpalen in den weg zouden leggen of het vervoer 200
zeer vertragen , dat het riet niet weinig aan bederf zou zijn blootgesteld
en zeer zeker buitengewone kosten veroorzaken , — dan waarschijnlijk
zal ons geacht medelid dat plan om de suikerrietkultuur van de stre
ken , waar eene dichte bevolking de beste hulpmiddelen aanbieden kan
en waaronder zij welvaart kan verspreiden naar de wildernissen te
verbannen , weldra vaarwel zeggen .
Aan den schrijver van „ Het cultuurstelsel en art. 56 van het regerings
"
reglement”, den heer H. J. Lion , komt de eer toe het eerst eene
>
industrie daarop te vestigen , komt mij voor te zijn het bouwen op een
zandgrond. Aan den anderen kant kunnen slechts bij uitzondering over
eenkomsten voor aanplantingen tot stand komen , waar het individueel
bezit niet erkend wordt.
Feitelijk zijn derhalve de overeenkomsten tot vrijen aanplant eene
onmogelijkheid geworden ; doch al ware dit zoo niet , dan nog zou de
onzekerheid blijven bestaan een voldoenden aanplant te bekomen binnen
den omtrek der onderneming en , last but not least , het zoo noodig voor
werp , voor onderzetting vatbaar, zou ten eenenmale ontbreken.
Hoe weinig die wisselvallige overeenkomsten zekerheid aanbieden ,
heeft de ondervinding bewezen . Men leze het opmerkelijk verslag van
den heer van Limburg Brouwer , die geene pogingen onaangewend
heeft gelaten om de katoenteelt in Indie te verspreiden , doch die
heeft moeten opgeven uit hoofde der banden , waaronder de indische
landbouwer ligt. 1
Het nederlandsch landhuishoudkundig congres te Breda stelde onder
scheidene vragen omtrent het aankweeken in Indie van zekere gewassen
en het gebruik van den stoomploeg en steeds werd het antwoord terug
gebracht: geef ons slechts grond en wij zullen dergelijke zaken beproeven,
steunen en in gebruik nemen , als dat voordeelig is. ?
Het is reeds door mij opgemerkt , dat wel het recht van opstal ,
maar uit den aard der zaak de suikercontracten geenszins voor onder
zetting vatbaar zijn. Ik behoef niet te herhalen hoe noodig het is tot
ontwikkeling, dat het kapitaal aan de industrie toevertrouwd , zoodanigen
waarborg schenken kunne , en dit doel niet kan bereikt worden door
de overeenkomsten , waarover wij thans spreken. Maar ware er nog een
afdoend bewijs noodig , dan zou ik wijzen op al de moeilijkheden ,
die ontstaan zijn uit den wettelijken toestand der huurlanden in de
Vorstenlanden , die de belanghebbenden herhaaldelijk als eene levens
het niet is gepaard gegaan met eene hervorming van dien toestand en vele
beleeningen sedert tal van jaren zich naar dien toestand geregeld hadden ,
maar ook omdat de regeering dien heeft gesanctioneerd door het voorbeeld
om groote sommen uit 's Rijks schatkist onder verband der ondernemingen te
laten .
Plotseling en partieel zuivere rechtsbegrippen toe te passen op een stand
van zaken , die daaraan geheel vreemd is , en nog wel in oogenblikken van
crisis , schijnt mij onrechtvaardigheid jegens privaat personen . Moest de
regeering daarin consequent te werk gaan , hoeveel zou zij niet reeds dadelijk
van bare eigen instellingen en voorschriften moeten prijs geven
157
kwestie hebben doen aandringen op het vestigen van een zakelijk recht
voor die overeenkomsten .
Er is voorzeker geen meer aanbevelingswaardig beginsel dan de ver
deeling van den arbeid. De afscheiding der kultuur van de fabricatie
moet als einddoel ons streven zijn. Maar die verdeeling moet gegrond
zijn op eene samenwerkende ontwikkeling van alle bestanddeelen, en
het is alleen naar mate dier ontwikkeling , dat wij in de geschiedenis
van den arbeid de verdeeling zien ontstaan .
De suikerkultuur op Java laat in dat opzicht nog veel te wenschen over.
De uitkomsten der fabricatie zijn wellicht meer dan bij eenigen anderen
tak van nijverheid van de grondstof afhankelijk.
Vergunt mij een oogenblik daarbij stil te staan .
Zeer juist zegt de kundige Reynoso , dat de ware werkplaats der
suikerindustrie op het veld is.
Er is wellicht geen tak van nijverheid , die meer, althans zooveel
wetenschappelijke kennis vereischt als de suikerindustrie , zonder twijfel
gegrond op ervaring, maar in de eerste plaats toch op de kennis der
vorming van de zelfstandigheden en hare physiologische samenstelling
der verschillende varieteiten ; der invloeden op het suikersap van de
bestanddeelen , die het riet uit den bodem opneemt; der totdusver
niet voldoend opgeloste oorzaken van de beduidende stroopvorming uit
het sap van omgevallen riet , en van vele verschijnselen , die de kultuur
in het nauwste verband brengen met de fabricatie , doch wier uiteen
>
i Zie het belangrijk opstel van den heer Mirandolle in het Tijdschrift van Ned .
Indie en het later verslag der bijeenkomsten van landhuurders in de Vorsten
landen in het Nieuw Bataviaasch Handelsblad van 16 December 1868.
2
? Dubrunfaut , La canne et ses produits.
3 Een dier heeren werd dringend uitgenoodigd door de fabrikanten om ,
met vergoeding van alle kosten van het daarvoor noodig personeel, zich op
eene der hoofdplaatsen te vestigen , en het gouvernement werd aangezocht
op hunne kosten de chemische inrichting van Buitenzorg naar Soerabaya te
verplaatsen. Op grond der weinige vooruitzichten op verbetering ten gevolge van
economische toestanden werd dit aanbod van de hand gewezen , dat zoowel
eene waardering was der verdiensten van den heer Rost van Tonningen als een
bewijs , dat de ondernemers geene kosten ontzagen om hunne industrie te doen
vooruitgaan. De uitkomsten der agricultuur -chemie werden in de wetenschappelijke
158
| Zie Memorie der suikerfabrikanten op Java , gerigt aan den koning , gedag
teekend 23 Februari 1860 , blz. 45.
160
gaven tot vrije kultuur, moest hun wel het behoud hunner ondernemingen
vooralsnog alleen in het bestaande doen zien.
„ Ik ken verscheiden ( contractanten) - zeide reeds in 1859 de heer
F. 's Jacob , die , strevende naar vrijen arbeid , doch onder voor
waarden , die dezen arbeid inderdaad mogelijk maken , het individueel
landbezit van den inlander als eene der eerste voorwaarden tot die
9
mogelijkheid ten zeerste verlangen .” 1
Het gronddenkbeeld der kultuurwet omtrent de aanwijzing van
gronden voor de suikerondernemingen , al mogen echter met de wijze
van uitvoering velen zich niet vereenigd hebben , lag reeds in des ont
werpers geest , toen hij in 1860 schreef, dat waar de industrieel geene
beschikking over den grond heeft , geene wezenlijk vrije suikerkultuur
bestaat, en dat wanneer hervormingen in landbezit en belastingstelsel
(met opheffing van heerediensten ) hand aan hand gaan , het gewenschte
2
oogenblik gekomen is tot vrije kultuur over te gaan ."
Zelfs onder de warmste voorstanders van het kultuurstelsel treffen
wij er aan , die „ een ieder in de gelegenheid willen stellen om grond
eigenaar te worden ” ; die aan de tegenwoordige fabrikanten nu reeds
het vooruitzicht willen geopend hebben , „ de noodige velden (zonder
bepaling van het getal) te huren , liefst koopen ”, die, als van lieverlede
de oorzaken , welke den geheel vrijen arbeid in den weg staan , rationeel
weggenomen worden , overtuigd zijn , dat er metdertijd en handen
en werk genoeg tot arbeid zullen zijn , mits vooral de onzalige heere
3
diensten niet bleven bestaan .
Nog meerdere bewijzen zou ik kunnen aanvoeren , dat de industrieelen
het grondbezit aanmerken als het redmiddel voor de „zinkende suiker
industrie " ; maar er is geen helderder en grondiger betoog daarom
trent geleverd dan te vinden is in de memorie , door de kamer van
koophandel en nijverheid te Samarang ingediend. +
Door die instelling wordt noodig gerekend voor een rietaanplant
van 400 bouws de beschikking over 1000 bouws, behalve het terrein
in eigendom , waarop de fabrieksgebouwen staan , en ongeveer 10 bouws
voor het oprichten van arbeiderswoningen.
Men zal niet verwachten , dat ik het breedvoerig betoog der kamer
herhaal; hare argumenten rusten op dezelfde gronden , die ik heb aan
gevoerd.
Er zijn daartegen bedenkingen geopperd: vooreerst het middel om
in het bezit dier gronden te komen ; ten andere tegen den onvoor
bereiden overgang. Doch men heeft voorbijgezien , dat de kamer ver
klaart : „ in bijzonderheden te treden omtrent de uitvoering , ligt niet
Gedwongen en vrije suikerkultuur op Java.
De regeling en uitbesteding van de suikercontracten op Java , door I. D.
Fransen van de Putte
3 De werking van het cultuurstelsel op Java en de nieuwe cultuurwet , door
B. Feist .
+ Memorie over de suiker-industrie in de gouvernements residentiën van
Midden - Java , 1865 .
161
i Dat het besef van dat belang ginstig zal werken voor den rijstbouw is
ook af te leiden uit een bericht van den resident van Djokdjokarta , vervat in een
nota over de landhuur ,> luidende o. a. Rijstkultuur. De europeesche onderne
mers beseffen te zeer het groot belang der bevolking en dus ook hun eigen
belang , dan dat zij de paditeelt , als ook die van tweede gewassen op hunne
landen zouden veronachtzamen . Kostbare waterwerken , ten behoeve van den
rijstbouw , op vele landen aangelegd en ontginning op groote schaal van weinig
jaren geleden nog woeste of immer braak liggende gronden , kunnen ten bewijze
strekken van de groote zorg en opofferingen , die de landhuurders aan dezen
gewichtigen tak van kultuur besteden . ( Koloniaal verslag 1860.)
2 420 bouw , met inbegrip van 20 bouws voor wegen en stooten .
210 gedurende eene helft van het jaar dat het riet nog te velde staat .
630 bouws .
162
gedreven hebben , die velden ten gebruike afstaan , zoodat hun toestand
door ontheffing van vele lasten , door bekomen vergoeding voor den
grond en door ruimere verdiensten aanmerkelijk verbeterd wordt
Zijn de dessabewoners daartoe niet genegen , het zal het bewijs zijn,
dat zij door nieuwe ontginningen zich voor het gemis van die betrekkelijk
weinig meerdere bouws hebben weten schadeloos te stellen. In dat geval
treedt eene andere klasse landbouwers , die tot dusver geen grond
bezat , bij de onderneming op. De zwerver wordt een gezeten man
en gewis zal de zedelijk toestand daardoor winnen en de schroom van
velen worden weggenomen om den landbouwer te vernederen tot een
gewonen daglooner.
Mij dunkt , een krachtige spoorslag ook voor die klasse van arbeiders
zal gelegen zijn in het gebruik van een stuk grond voor hunne rijst
kultuur en in de gelegenheid om , als die is afgeloopen , zijne ver
7 >
veel vrees voor het proletariaat aan den dag leggen , moeten , dunkt
mij, hierin eene geruststelling vinden .
Maar, voert men mij misschien tegen , de ondernemer zal het recht
>
Het is een opmerkelijk feit in Bengalen , dat daar meer en meer wordt ge.
klaagd over de toenemende schaarschte en duurte van den handenarbeid , en
dat de klasse der koelis langzamerhand verdwijnt , in de eerste plaats uit hoofde
van het streven dier klasse om in het bezit van grond te komen , waaruit der
halve eene verhooging van de welvaart is op te maken , maar ook door de
krachtige drijfveer van ondernemers om , door grondgebruik te verleenen , ge
schikte arbeiders te vestigen , die daardoor trachten zich uit den laagsten stand
te verhelfen . Het britsch - indisch bestuur heeft het noodig geacht daaromtrent
een omstandig onderzoek in te stellen (bij circulaire van Januari 1868.) Zie het
lezenswaardig artikel in de Calcutta review , No. XÇIV , Aug. 1868 : « The
labour-difficulty in Bengal.»
16 !
En wat betreft den dwang , die door den nood zou worden uitge
oefend , moet ik doen opmerken , dat zij, die zulks tegenwerpen , in
dat opzicht althans de westersche begrippen met de oostersche toe
standen verwarren In Indie lijdt niemand gebrek , die arbeiden wil. Hier
ontgaan soms degenen , die werken willen , den honger of de el
lende niet.
De inlander zal alzoo steeds vijne volle vrijheid behouden en zijne
verdiensten zal hij zien verhoogen bij de suikerkultuur, dewijl geene
andere lasten hem beletten zullen eene grootere oppervlakte te bewerken
dan onder het bestaande stelsel hem is aangewezen .
Wat den fabriekarbeider betreft , mag verwacht worden , dat de vrije
arbeid minder duur, minder slecht zal uitvallen en hem daardoor hooger
loon zal kunnen bezorgen. 1
De bedenking , dat aan de rijstkultuur te kort zou kunnen gedaan
worden , heb ik reeds beantwoord door te wijzen op de mededee
1 Men heeft wel eens de vrees geuit , dat de lichaamsbouw van den Javaan ,
de invloed van klimaat en gewoonten onoverkomelijke hinderpalen zullen stellen
van den arbeid in Indië gelijke resultaten als in Europa te bekomen . Een
dynamometrisch onderzoek of vergelijk is , geloof ik , nimmer daaromtrent inge
steld , maar het zou wel onnoodig zijn de geringer physische kracht van den
Javaan aan te toonen. Men verliest echter veelal uit het oog , dat bij beter gere
gelden arbeid daarvoor groote vergoeding ontstaat uit de hoogere waarde van
de grondstof ( het suikerrietj boven die van den beetwortel. Eene korte statistiek
is misschien niet onbelangrijk .
BEETWORTELSUIKERFABRIEK . RIETSUIKERFABRIEK .
productie 10,000 pikols in 100 dagen productie 18,000 pikols in 120 dagen
met 130 man daags. met 250 man daags.
13000 werklieden : 10000 pikols 30000 werklieden : 18000 pikols
1,3 man : 1 pikol. 1,7 man : 1 pikol
of circa & pik. per hoofd of circa y pik . per hoofd
per dag 100 pikols. per dag 150 pikols.
Terwijl hij de rietsuikerfabricatie op ver na het maximum niet is bereikt,
zou de verhouding zeer gunstig kunnen toenemen
Het mag wel worden aangenomen , dat behalve een verhoogde welstand van
den arbeider betere en krachtiger voeding elk nadeelig verschil zou doen ver
dwijnen . Er is beweerd , dat de Javaan daarvoor geen neiging heeft , althans
geen vleesch lust. Zou het aantal uitzonderingen daarop niet te vinden zijn ,
juist onder hen , die dat voedingsmiddel bekomen kunnen ? Of het voor den
Javaan al dan niet schadelijk is , moet aan de beslissing der physiologen worden
overgelaten ; maar ik kan mij niet weerhouden eene aanhaling te doen omtrent
den invloed , welken de voeding op een indisch gestel kan hebben.
« A remarkable instance of the use of food as a motor , occurred recently
in India .
« The Hindoe labourers employed on one of the great inclines , which carry
the rails down to the western Ghauts ,> found that they could not do the work
required; it was not a question of quantity, they could not do it at all. Fami
liar, like all Hindoos, with the nature of food , they came to the conclusion
that meat was necessary. That being necessary it was advisable to introduce a
new caste- rule and allow the eating of beaf, while employed on hard work .
The rule was passed and the men found themselves at once competent to the
labour required. ” The Economist, Oct. 8 , 1860.
>
165
ling van den generaal van den Bosch zelven (in de zakelijke
extracten ) , dat vóór het kultuurstelsel menige dessa het grootste ge
deelte der velden voor vrijwilligen rietaanplant bezigde , en op de om
standigheid , dat bij de ondernemingen geen middel tot aanvoer kan
ontbreken , en , ware het noodig , zou ik er kunnen bijvoegen , dat
elk ondernemer bereid zou zijn om , mocht de bevolking het verlangen ,
haar loon uit te keeren in rijst.
Maar staat de tegenwoordige toestand van het grondbezit , de rechts
kwestie over het eigendomsrecht, niet zoodanig plan in den weg ? Lezen
>
wij niet , dat de raad van state, hoezeer den maatregel (onteigening )
ten zeerste aanbevelende , zich er ten sterkste tegen zou moeten ver
klaren , bijaldien de in het wetsontwerp ( kultuurwet) voorgestelde
beperking ten opzichte van den verkoop van gronden aan Europeanen
langer dan den door hem in overweging gegeven termijn van vijf jaren
na de invoering der wet wierd gehandhaafd ? "
Indedaad indien de beslissing daarover moest worden afhankelijk
gemaakt van eene oplossing dier kwestie , van eene regeling van indi
vidueel landbezit, dan vrees ik , dat wij nog ver zijn van eene
suikerregeling. Wij kunnen thans niet het grondbezit in het algemeen
bediscussieeren , maar in het besef dat werkelijk van koop , huur of
pacht in westerschen zin of vorm geene sprake kan zijn , vóór dat die
schier onoplosbare kwestie is uitgemaakt, wensch ik mij te bepalen
bij eene overdracht harer rechten op den ondernemer , den aard daarvan
in het midden latende .
Mocht ik de tegenwerping vernemen , dat van geene overdracht sprake
kan zijn zonder duidelijke definitie dier rechten , dan zou ik aan
rechtskundigen de vraag willen doen , of daartegen , wat den inlander
>
Bijblad. Zitting der Eerste Kamer van 29 April 1867 , blz. 144.
3 Bataviaasch Handelsblad van 27 September 1865, n ° 25
167
zijn Vergis ik mij niet , dan was het doel van dat verbod , om tegen
te gaan het beschikken over den arbeid van den grondbezitter zonder
diens toestemming , de aanranding der persoonlijke vrijheid ; terwijl hier
slechts sprake is van de overdracht tegen schadeloosstelling van vast
goed , aan de gemeente behoorende , ter vervanging der beschikking en
over den grond en over de personen ; een zooveel betere toestand , dat
het te voorzien is , dat de bevolking dien inzien en daarmede allezins
genoegen nemen zal .
Inhoever eene onteigening van wege den staat zou kunnen worden
gewettigd of gebillijkt, laat ik over aan beter oordeel , dat wij onge
twijfeld in onze discussien zullen vernemen.
Maar mocht dit ontkennend zijn , zooals ook mij toeschijnt , dan
wensch ik , dat geene hervorming aanvange met eene daad van geweld ,
en zou ik verreweg de voorkeur geven aan minnelijke onderhande
lingen met de bevolking. Vermits de bevolking zoo weinig gewoon is
geworden aan zelfstandigheid, zullen de inzichten der regeering haar
wel duidelijk moeten worden gemaakt, althans zal de regeering haar
in die onderhandelingen vrij moeten laten , tenzij het raadzamer
worde geacht dat het gouvernement zelf aanvankelijk die onderhan
delingen leidde in overleg met beide belanghebbende partijen.
Ik deel niet de zienswijze van hen , die zoo gereedelijk aannemen
dat de individueele grondbezitter lichtvaardig zich van zijn grond
zal ontdoen.1 De bewijzen van gehechtheid aan dien grond zijn overal
veelvuldig. Maar evenzeer meen ik , dat de bevolking de voorkeur
zal geven aan den afstand van de tegenwoordig in gebruik zijnde
velden tegen schadeloosstelling en eene nieuwe grondverdeeling in de
dessas boven de verwikkeling van ruil van gronden. Ik grond die
' Niet alleen op Java ,maar ook in andere oorden van den Indischen archipel, op
Ceylon , in Britsch -Indië enz. Men vindt bewijzen daarvan o. a in Sir John Mal
colm's wel bekend « Memoir of Central India ) en in «Our tropical possessions in
Malayan India » door John Cameron De laatste beschrijft de moeilijkheid voor
europeesche ondernemers om gronden te bekomen voor suikerrietaanplant. On
or about the year 1826 many tracts of the low lying swampy but richest land ,
small considered distinctively but extensive to the aggregate, passed into the
hands of the Malay fariners upon very easy terms , and the holders of these now
decline at any price to part with them , though by the cultivation of rice , they
realize one fourth only of what might be derived under European direction by
the cultivation of sugar and other more valuable products. » (pag. 332.)
169
grippen , men die transactien wil aanduiden , hetzij huur , pacht van
gronden , koop of opkoop van grondstof.
Hoezeer mij in elk opzicht het plan van grondeigendom het verkies
lijkst voorkomt , zou ik niet wenschen te streven naar uniformiteit, 9
van 1863 bepaald , waardoor dan aan alle planters het verhoogd plant
loon , daarbij vastgesteld, zal te beurt vallen.
Wat betreft de vrije aanplantingen is het , dunkt mij, duidelijk , dat
de staat geen anderen eisch dan dien eener grondbelasting kan doen
gelden . Zij zal naar de waarde van den grond niet onaanzienlijk zijn
en hoezeer ik geene roeping gevoel budgetten der toekomst te
ontwerpen , of sijmpathie gevoel voor wat ik slechts luchtkasteelen of
„ bubbles" acht , meen ik , dat de staat als eene vaste opbrengst op
------
· Het schijnt mij echter toe , dat de uitdrukking « verplichte arbeid » in tegen
stelling van dwang aanleiding tot eene onjuiste voorstelling geeft; indien de
overeenkomsten indedaad vrijwillig worden aangegaan dan zou de landhuurder
zich op tweeërlei wijze arbeid verschaffen de een door grondgebruik , de
andere door geld. Ik zie wel een verschil in ruilmiddel en meen dat het
eerste meer gezocht is , maar ontdek in beide niets dat naar dwang zweemt.
Overigens wordt om eene andere zienswijze te leeren kennen , belangstellenden
9
een paar millioen zal kunnen rekenen , die bij het herzien na verloop
van zeker tijdvak der waarde van den grond zal kunnen toenemen en
wellicht , indien meerdere ondernemingen , waartoe nog zooveel ruimte
bestaat , zullen gevestigd zijn , de inkomst der schatkist zal kunnen
terugbrengen tot de tegenwoordige , maar dan duurzaam en niet
afhankelijk van dobberende marktprijzen.
Elke andere belasting dan op den grond, in het bijzonder eene
aliquote , kan niet dan schadelijk, belemmerend en onbillijk werken
evenals de verwerpelijke tienden. Men vergete ook niet , dat de planters
inmiddels door de ondernemers in vrije overeenkomst hooger zullen
moeten beloond worden . De laatsten zullen niet vrij zijn van aanzien
lijke uitgaven ter zake van schadeloosstelling voor den grond, het in
voeren van betere werktuigen , het leggen van vaste tramways en het
oprichten van woningen ; terwijl het niet zeker is , dat zooals bij elken
overgang de terugslag daarvan niet ondervonden zal worden en de
industrie eerst later nieuwe levenskrachten zal ontvangen.
Het natuurlijk gevolg van dezen maatregel zal zijn , dat de staat
den suikerhandel vaarwel zegge. Trouwens hij zou niet meer in een nieuw
stelsel passen. Reeds voor lang is aangetoond , dat hij gedreven wordt
ten nadeele van allen. De verkoop in Nederland is steeds nadeelig
geweest , de handelstand verlangt niet meer de gouvernements-consignatie
naar Nederland ; de verkoop door de ondernemers zelven in Indie
zal den handel wel zoo gevallig zijn als de veiling door het gouverne
ment , terwijl 's lands schatkist daardoor van andere zorgen zal worden
ontheven . 1
De werkwijze van vele ondernemers zal gelukkig dan niet meer
aan banden worden gelegd ; zij zal zich geheel kunnen richten
naar de keuze van hen , die daarbij het meeste belang hebben : de
consumenten.
Deze wensch trouwens is weinige dagen geleden herhaald , toen ten
gevolge der belangstelling , door de directie der Nederlandsche han
delmaatschappij betoond in de suikerindustrie , waaraan wij gaarne
hier hulde brengen , eene vergadering van deskundigen bijeengeroepen
is , om van gedachte te wisselen over den Concretor van Fryer , wat
tot den algemeen gedeelden en openlijk verklaarden wensch leidde ,
beiden bezwaren opleveren . (Zie het artikel Administratief tekort en het con .
signatiestelsel , door N. G. Pierson , Tijds. N. Indie , Sept. 1868). Het be
>
methode, de vrije arbeid ontzaggelijk zal worden bevorderd door zeer veel handen .
arbeid uit te sparen .
Ofschoon ik het in den bestaanden toestand eene industrieele ketterij noem de
fabrikanten te willen beperken tot eene gebrekkige werkwijze ,> en het javasche
suikerfabrikaat geene raffinade in Europa moest behoeven , verandert de zaak ,
als er slechts kwestie zal zijn van « concrete » te leveren , de wezenlijke a raw
material» . Dan worden de raffinadeuren de eigenlijke suikerfabrikanten en zelfs
meer dan thans de beste vrienden der javasche ondernemers.
175
rivier woont of langs een voedingstak daarvan , doet met het water al
wat hij verkiest. Er worden daarin aangelegd stuwdammen ; ze worden
weder vernietigd." ' . Een geregeld toezicht , om de belangen van een
iegelijk of van elk gewest te regelen , ontbreekt ten eenenmale.
Het moge waar zijn , dat op onderscheidene plaatsen in Indie de
bevolking het water beschouwt als haar uitsluitend eigendom , zelfs
de hooger gelegen dessas of bovendistricten daarop de eerste aanspraken
of een preferent recht doen gelden , mijns bedunkens is het eene onge
rijmdheid het water niet als publiek eigendom te beschouwen en is
het waterrecht een onderwerp , dat bij uitnemendheid behoort tot het
publiek recht.
Vergis ik mij niet, dan laat de regeling van het watergebruik op Bali
weinig te wenschen over. En dat het individueel grondbezit daar
tegen geene hinderpalen kan opleveren , is mijns inziens voldingend
betoogd door den schrijver van het artikel Rijst in het Aardrijkskundig
en statistisch woordenboek van Nederlandsch Indie.
Het is niet te ontkennen , dat de inrichting van 's gouvernements
1 H. de Bruin , Verslag eener reis op last van den minister van kolonien ge
daan naar Frankrijk en Noord-Italie. Tijdschrift van Nederl. Indie 1862 (e deel.
Een ieder met Java bekend , zal met groote belangstelling kennis kunnen
nemen van het uitstekend irrigatiestelsel voor de rijstvelden in Italie , meer in
het bijzonder in de omliggende streken van Vercelli (Piemont) en over het al
gemeen in Lombardije. Hoogst belangrijk voor deskundigen , met het oog op
de irrigatien in Indie , komt mij voor het onlangs verschenen werk : Irrigation
in Southern Europe , being the report of a tour of inspection of the irrigation
works in France, Spain and Italy , undertaken in 1867-68 for the government
of India , by Lt. CC. Scott Moncrieff, waarin tevens de verschillende wetten
dier landen ter regeling van het waterrecht zijn opgenomen .
176
ik daarbij gestreefd heb naar waarheid ; dat ik het oog niet heb ge
wend naar eenige partij . En ik vertrouw ook dat wij de kwestie niet
zullen overbrengen naar de strijdplaats van de politiek , maar haar
houden zullen binnen hare eigenaardige perken , die der economie.
Laten wij thans van gevoelen wisselen en licht trachten te ver
spreiden , waar het nog ontbreekt. Mijne pogingen daartoe mogen luttel
zijn geweest ; de eenvoudige gedachte heeft mij daarbij bezield , dat het
nut , dat ik beoogd heb , op den adem van den vooruitgang voortge
stuwd , wel hier of daar op vruchtbaren bodem nedervallen , ook zeker
gedijen en voor de suikerindustrie van Java eenige goede vruchten
opleveren zal
177
BIJLAGE XIII .
en 5310 witte
„ Uit dit resultaat blijkt, dat de verkochte hoeveelheid verdubbeld
is en tegelijkertijd de hoedanigheid eene opmerkenswaardige verbete
ring erlangt."
Wanneer de bruine suiker aan de tweede soort , blonde en grijze aan
de eerste soort ,, en witte aan n . 16 gelijkgesteld wordt, dan vindt
men in 1844 reeds voor de eerste 161 pct.
de tweede 391 73
de witte 54
Om nu tot een algemeen overzicht te geraken van de verhouding
der suikersvorten in de laatste 16 jaren , deze stellende op
een derde of 334 pct. eerste soort
een derde of 334 pct. tweede soort.
een derde of 33; pct . witte ,
dan is de levering eerder te laag te schatten , want deze evenredigheid
veronderstelt, in strijd met de uitkomsten , geen vooruitgaan ; en
bovendien zal het in het oog vallen , dat geen enkele pikol no. 18
daarbij is opgenomen .
178
1858 f 17.84
-
18.23
Gemidd. f 18.034| f 15.921 805,163 f 1,698,893
1859 17.15
· 15.58
Geleverde
Gemiddelde suiker aan het Minder opgebracht
Gouvernements- veilin . gouvernement in Nederland
gen in Indie , prijs in na aftrek van
Nederland . het gereilde in dan bij veiling in
Indie .
Indie. ( pikols)
1 Ver door het indisch bestuur niet is opgegeven >, hoeveel de suiker van
het standmonster nº. 16 heeft opgebracht , kan de opbrengst dezer veilingen
niet met die in Nederland worden vergeleken.
181
IN NEDERLAND .
Gemidd
.pik js
pri
VEILINGEN .
.
Vaart. Mei . Juli. Sept. Novemb.
1865.
Hoeveelheid in pikols . 258,780 247,312 242,439 92,341 80,357
Opbrengst per pikol(bruto 117,98,118,63
10 o 117,98,0 118,6370 119,690
10
netto 12,69,90 13,33 % 12,760 ) 13,51
118,591
14,43,10 13,35
1866.
Hoeveelheid in pokols 217,288 192,064 186,344 86,033 71,918
Opbrengst per pikolySbruto 119,99,8 117,74 % 118,63 f20,00 ,'0 119,15 f 19.104
netto 14,83,86 12,75,0 13,9936 14,820 14,28,0 14,14
1867 .
Hoeveelheid in pikols . . 261,467 230,419 | 124,202 77,727 48,350
7
Opbrengst per pikol(bruto (18,60 ;0 118,30 ; 0 118,1370 117,82 10 f18,28 30 -18,23
18.770 13,131 13,38 % 13.50
netto 13,7110 13,50
' In het koloniaal verslag van 1865 wordt op blz. 177 de bruto opbrengst
opgegeven met f 18.434 en netto f 13.18 , % per pikol .
? Hoe groot die achteruitgang is geweest , kan uit het gemiddelde stand
monster , in Nederland verkocht, niet worden opgemaakt , tenzij men wete ,
met welk nommer die suikers bij verzending uit Indie zijn gefactureerd.
Percentsgewijze
aantooning
nopens
de
samenstelling
van
Ned.
der
veilingen
handelmaatschappij
1859
over
tot
1867.
Id. standmonster.
Middencijfers
BUIN
B. BLOND
OF.
GEEL GRIJS. WIT.
Geveilde
Jaren .
hoeveelheid. 2. 8.
1. 3. 4. 5. 6. 7. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16./
17. 18. 19.
20.
185963
krand
463. l o| 1|
ਹੈ|
91|2|5 2,76% 16774071886
3,6 | 15,00
89,0
2,0
376
26 .
20
-
jan
1860
249
591 .
kr6|.'ਚਹ
kr. MH it
176370
476
87
22
11,327to19%
570
10,18
25,0
1,8
15,8
84,8 18
ਨੂੰ}!|2|
TU 100
182
18611208
843
kanas
TO
ਵੀਹ|ਹੈ|1।| ਨੂੰ 30
27 *8| 15,666
11,8
30,44
29,8
74
1,3
374
168
8448
-
10 40 100
sers
1862
896
231
TO
382ਏਹ
ਝੰਹ
113|2£|
10t 6 15,86
8738
io 84
-
-
» -
TO 10 100
1863/253
743 154810297023716,810,0
ਹ 470
10,3
570
7,80
,
80,815,81%2 *
-
-
19
1864
268
392 10711716 ॥
8,4181,8
470
116
278
17
5,8
%5'8,% |
15,8
18,8
15,0
4,4
,8 8 ।
-
-
|
|
1865
273
918 ਝੰਗ:| 3,08
ਉਹ
ਧ 1270
1070
11,8
15,6
211
20
2,884,6
16,016%,7|
10
2
-
-
90 0
1866
261
106 to 17709%
610
476
88187'.%
j1570
15,3
11
7,6
15,6
74
13,4
1,6
to
10
1867|
238
505 - | _ | - | _ | - | to -
it|
2|5'| 178,8
ਧ!
978880 15,4
8%,
i
7,0
13,6
12
127
16,4
1730
1070
51
1
f
10 10 100
13
183
STAAT DER
RESIDENTIEN .
1863 1866 1867 1865 1866 1867 1865 1860 1867 1805 1866 1867 1865 1866 1867 1865 1866 1867
CHERIBON . . 8.76 7.- 6.625 9.50 7. 6.6251 8.875 7. 6.50 6.50 6.50 6 125 7.25 6. 5.175 5.50 5.50 5.17
TAGAL . 11. 7.50 6.50 8.75 7.10 6.30 9.89 6.75 6.10 6.98 6.75 6.10 3.94 6. 5.365 6.25 6.05 5 30
8.165 6.86 8.46 - 9.43 6.985 6.75 7.71 6.40 6.34 6.50 6.50 6.47
PEKALONGAN 8.07 8.56 6.81 7,75 7.50
AMARANG . 9.43 8 75 7.50 10.52 8.75 6.875|| 10.14 8.25 7.07 6.50 7.25 6,28 5.50 6.65 5.84 5 , 6.50
-
6.30 8.60 10.75 6 168 6.50 7. 5. 6.25 4.50 5.25
REMBANG 9. 7.65 10 , 6.75 9.50 6.75 7.
8.25 6.76 6.50 9.87 % 7.12 % 0.25 10.62 5.625 10.025 3.94 8.1251 7.80 6.75 8.25 5.85 5.50 6.50
SOERABAYA . . 6.69
11. 6.30 6.625 | 11.80 8.50 6.66 10. 7.50 0. 8.25 5.50 5.75 6.25 4.25 5.50 0. 4.50 5.
PASSA ROEAN
PROBOLINGO 10 628 9.25 6. 10.50 7.25 6, 9.50 6.50 6. 7.50 6.50 6.26 6.50 5.75 6.05 5, 4.25 6 05
-
8.- 17.30 7.50 8.785 5.75 10.25 9.25 5.41 6.75 8.50 5.375 0.125|| 7.25 6.75 5.75
BEZOEKI . .
4.50 5.25 4.25 6.50 5.625 4.50 4.23 7.12 4.50 4.50 7. 4,25 4.375|| 6.25 5.50 4.25
BANJOEWANGI. 6.75 4.30
BANJOEMAS . 3.82 6.645 4.75 5.60 6.65 4.76 5.14 6.55 4,70 4.244.975 4.26 4.05 4.45 3.90 4.02 4.20 4.10
-
MADIOEN . 5.378 6. 6.23 6.877. 8. 9.50 5.76 5. 6.25 5.775|| 4.50 5.25 6.80 3.50 5.25
-
6.50 7. 10. 5.25 11.50 5.75 9.75 6.75 5.25 6.75 5.25 4.25 4.25 5.25 4.
KEDIRI 5.75 6.50
Gemiddeld . 8.31 7.52 6.40 9.100 7.39 6.29 9.245 6.69 5.9151 7.815 6.05 % 6.09 % 6.565 6.308 5.78 5.495 6.32 5.42
RIJSTPRIJZEN
de jaren 1865 , 1866 en 1867 (per pikol).
1865 1866 1867 1865 1866 1867 1865 1866 1867 1865 1866 1867 1865 1866 1867 1865 1866 1867 1865 1866 1867
f
5.25 5.50 5.25 7.50 5.75 5.50 7.50 5.90 5.75 6.875 6.25 5.50 7.25 6.15 5.50 8 . 6.30 5.8757.395 6.235 5 80
5,75 6.125 5.50 6.25 6.70 6.50 7. 6.60 5 626 7.49 6.75 5.325 7.75 6.67 % 5.625 7.57 7. 6. 7.545 6.665 5.77
0.625 6.62 5.875|| 7 .- 7.15 5.75 7.25 6.875 5.50 7.155 6.625 5.50 7.225 6 675 5.70 8.31 5.9757.635 7.686 6.13
5.78 4.625 6.75 6.14 5.50 7. 6.625 6.50 6.75 7.30 6.75 7.75 8. 7.25 7. 8. 6.625 7 , 7.61 6.665 7.005
6.25 6. 6. 7.25 6.25 6.375 || 7. 8.- 6.3751 8. 7.25 6.375 || 9. 7.25 6.375 9. 7.50 7. 8.835 6.895 6.375
3,50 5.50 5,75 5. 5 875|| 6.25 6. 5.75 7. 5.05 6. 8.55 6.375 6.25 8.50 6.125 5.75 7.625 6.275 6.215
1
5.00 6.44 0. 6.07 5.20 7.375|| 5,875 5.875 7.75 6.625 5. 5.25 6.845 6.03 5.50 6.875 6.385 7. 7.485 6.055 6.875
5.75 5.50 5.29 6. 5.75 5.295 || 6 .- 4.56 5.66 6.50 6.25 5.875 7.45 7.50 5.83 8.- 7 , - 7.75 7.725 6.275 5.935
5.975 5.50 5.50 6. 5.75 5,75 6.25 7.35 5.75 7. 7.33 6.75 9.25 7. 6.50 9.25 7.50 6.75 7.775 6.665 6.116
-
6.50 -
5.25 6.50 6.875 6.12 $ || 6.87 6.75 5.50 6.75 5.335 5.25 7.50 7. 6. 7.375 7.- 6.875 7.798 6,445 6.99
6.25 4.75 3.83 5.50 3.50 4.676 3.375 4. 4.625 3.665 4.25 3.875|| 3.12 4.375 4.50 5.625 4.645 4.135
4.095 4.15 4.25 1.045 4.33 4.15 4.37 4.615 4.40 503 4.725 4.28 5.065 3.05 4.25 6.485 4.90 4.1254.875 5.025 4.325
5.50
---
3.30 5.75 4 50 4.75 5.75 5. 5.50 5.50 6,25 5.65 6.50 6. 6.25 6,75 5.75 5.50 5.975 5.945
-
3.50 5.25 4. 3.75 5.50 5.50 5.50 4.25 10.25 5.50 4.25 6. 4.25 6. 4.25 7.175.70 4.835
5.40 5.515 5.265 5.84 5.735 5.55 6.105 6.05 5.575 6.825 6.025 5.53 7.335 6.875 5.635 || 7.745 6.42 5.975 7.19 6.19 5.80
|
12
186
BIJLAGE XV .
DER
.
Mingiran 207 6,488.65 8,842.15 8,687.63 10,885.78 31.34 42.71 41.96 52.58
Ardi Redjo 353 21,362.14 23,482.68 23,519.09 24,103 70 60.51 66.53 66.62 67.77
Yoso Wilangoon . 307 11,452.80 13,423.61 13,181,53 11,345.94 37.30 43,72 42.93 35.92
Kloerahan . . 368 17,510.35 18,529.32 18,161.45 17,626 96 47.58 50.35 49.35 47.90
de Goede Hoop 245 16,632.77 17,265,94 14,984.74 14,332.35 67.88 | 70.47161.16 58.50
Bekassi- Oost . . 300 17,283,67 21,388.59 17,262.85 18,036,65 57.6171.2967.52 60.12
Dankbaarheid . 294 12,565.28 16,282.66 15,183.47 14,727.57 42.74 55.38 51.64 50.09
Soekoredjo. . . 300 16,423.25 21,789.24 16,386.28 18,159.18 54.74 72.63 54.62 60,53
Kawisredjo 300 15,073.03 17,644.10 12,734.76 14,502.90 50.24 58.81 42,44 48.40
Sariredjo .
Pleret .
.
. .
210
321
o 9,239.46 11,534.50 8,983.39
17,129.03 | 19,836.83 16,603.64
9,968.10 44.— 54.92 42.77 |47.47
Ketabang . 240 5,513.48 9,797.03 5,034.24 ) 6,813.57 22.97 40.82 20,97 28.38
Goedo . 210 13,559.49 9,139.39 14,228.88 12,693,63 64,33 43 52 67.75 61.73
Ketanen 300 14,656.48 13,807,58 15,786.92 11,498.55 48.85 46.02 52.62 |38.32
B.
FABRIEKEN MET EEN AANPLANT VAN 400 BOUWS .
Aantal
bouws
NAMEN PRODUCTIE IN : GEMIDDELD PER BOUW IN :
.
DER
Tersana ... 400 18,584.28 21,991.17 20,092.76 26,262. - 53.09 62.83 50.23 65.66
Soerawinangon 400 16,910.- 19,000.- 19,350.- 21,978. – 42.27 47.50 48.37 54.94
Gempol 400 10,000.20 10,431.88 14,232.66 21,686 . - 25. - 26.08 35.58 54.22
Kemanglen . . . 400 19,864.81 10,015,38 25,008,18 24,597.51 49.66 25.04 62.52 61.49
Doekoewringin 400 17,159.42 11,790.86 19,000.-- 20,019.22 42.90 29,47 47.50 50.04
Adiwerna.. 400 17,556.68 10,278.72 | 21,159.23 20,810.20 43.89 25,69 52.90 52.02
Djatibarang . 400 17,052.43 9,196.49 25,394.83 28,194.24 42 63 22,99 63 49 70.48
Bandjardawa . 400 19,938.66 10,779.21 | 15,694.81 20,999. - 39.88 21.56 39.23 52.49
Seragi 400 16,000.- 10,027.33 11,638.24 15,046,30 40. - 25.06 29.09 37.61
Klaling 400 5,397.40 7,313.91 15.156. - 18,560. - 15.42 18.28 37.89 46,40
Rendeng .. 405 11,169.03 10,708.02 22,454.16 23,553,69 27.58 26.44 55.44 58.16
Boeloean .. . 400 13,326.16 11.078.96 14,146.6 ) 13,070.51 33.31|27.69 35.36 32.67
de Maas . . . . 400 18,631.48 ! 19,481. 18,103.17 15,847.61 46,58 48.70 45.25 39.60
Wringin - Anom 400 19,480. 17,600.- 16,000.- 16,000.- 48.70 44.- 40. - 140. C
Djombang . 400 18,104.90 16,014.66 23,687.06 20,088.47 45.26 25.07 59.21 50.22
Gempolkrep . 400 19,900.82 11,903,86 22,757.91 21,409.49 49.75 29.76 56.89 53.52
Tedja . 400 7,254,20 8,011.50 12,464.79 11,575,66 18.14 20.03 |31,16 28.94
Totaal.. 10712402,963,59 365,193.35 /485,415.99|516,142.58| 37.61|34,09 45 31 | 48.14
! Sentanen Lor is gesplitst in twee contracten , waaruit de fabriek Brangkal is ontstaan ,
doch de laatste nog niet gereed zijnde , is de aanplant van beide verwerkt op Sentanen Lor.
198
C.
FABRIEKEN MET EEN AANPLANT VAN MEER DAN 400 BOUWS .
Aantal
bouws
NAMEN PRODUOTIE IN GEMIDDELD PER BOUW IN :
.
DER
.
1866 .
1865
GEWESTEN
. Aaptal
Uitgestrektheid Gemiddelde Uitgestrektheid Gemiddelde
der Productie Aantal
werking
in . productie der Producti
. e productie
,
aanplantingen . w
werking
in
zijnde
geweest bou
per aanplantingen
. , w
bou
per
Pikols
. zijnde
geweest .
Pikols
ondernemingen
. ondernemingen
.
Bouws
. Pikols
. Bou
, ws Pikols
.
verschil
met
de
C et
fabrieksgewijze
opgaaf
bijl
1Hitt
vlin an
C
Koloniaal
het
verslag
kan
worden
toegelicht
.niet
zijn
nogit
fabrieken
de
Lemahabang
bPagongan
,en
2Deide
werkende
gouvernementsco
Lop
heeftemahabang ntract
echter
sedert
1855
gouverne
geen
zmentsaanplant
ismeer
, oodat
fabriek
die
van
aanplant
geheele
opgebracht
.de
voor
fabriek
gophet ieronder
de
Lembahabang
bouwsa235
3ls
gouvernements
rond
e,-135
100 n
particuliere
Ketangoengan
H.land
1865
in
nogeze
Tonderneming
wgenaamd
,4Doelies
erkte
gouvernementsco
.op ntract
ééne
kleine
op
schaal an
onderneming
opgaaf
geen
ontvangen
productie
H,iwerkende
1865
van5Vsare
beliep
pikols
.750
geschiedt
aanplant
eze
ten
contractant
denvan
behoeve
voor
gouvernements
Poerwodadi
•Duikerfabriek
.-sde
BIJLXVII
AGE.
AANTOONING
DER
SUIKERPRODUCTIE.
PARTICULIERE
Uitvoer der
Productie
Gouver
JAREN. nements.
in()
pikols. aanplantingen
pikols.
in()
1848 1,428,597 1,231,912
1849 1,663,217 1,203,523
1850 1,381,444 1,406,464
uitvoer
tijdvak
beliep
dit
de
In 12,746,648
pik.
1851 1,899,112 1,374,715 gouvernements
productie
van'
Des
aanplant 10,747,096
99
1852 1,171,940 1,373,693 Zoodat
particuliere
de.
productie
geweest
moet
zijn 1,999,552
pik.
1853 1,768,233 1,411,295 Gemidjaars
delds' 249,944
1854 1,773,467 1,393,849 99
06 L
BIJLAGE XVIII .
onderneming
onderneming
Nommer
Nommer
1 >
der
der
NA AM Tijdstip NA AM Tijdstip
.
VAN Bouws. van VAN Bouws. van
Cheribon. Rembang ,
i Sindanglaut 500 1871 36 Waringin Agoong 300 1871
2 Karang Sambong 300 1871 Soerabaija .
3 Tjiledoek 500 1871 37 Tjandi 400 1876
4 Tersana 400 1871 38 Boedoeran 480 1871
5 Ardjo Winangon 450 1876 39 Waroe 400 1876
6 Soera Winangon 400 1882 40 Porrong 400 1871
7 Glaga Midang 324 1871 41 Tangoelangien 480 1871
8 Gempol 400 1878 42 Ketegan 480 1875
9 Paroeng Djaija 500 1878 43 Ketabang 240 1871
10 Djati Wangi 500 1878 44 Sentanen -Lor 400 1871
Tagal. 45 Koning Willem II 490 1872
11 Djati- Barang 400 1872 46 Brangkal 300 1872
12 Adi Werna 400 1873 47 Bangsal 310 1874
13 Doekoewringin 400 1873 48 Djombang 400 1871
14 Kemanglen 400 1873 49 Watoe- Toelies 480 1871
15 Pangka 500 1881 50 Balong -Bendo 400 1871
16 Bandjardawa 400 51 Sroeni 440 1871
17 Tjomal 300 52 Gempol-Krep 400 1873
18 Pagongang 150 1869 53 Krian 400 1876
19 Lemahabang 235 1's vrije 54 Krembong 450 1878
Pekalongan. aanplanting 55 Ketanen 300 1871
20 Wonopringo 700 56 Goedo 210 1877
21 Sragi 400 1873 Madura .
22 Kalimatti 500 1872 57 Teedja 400 1872
Samarang Passaroean .
23 Poegoe 500 1871 58 Wangoon Redjo 407 1873
24 Gemoe 500 1871 59 Ardjo Sarie 471 1873
25 Tjipiring 600 1872 60 Ardi Redjo 353 1873
26 Kaliwoengoe 500 1871 61 Yosso-Wilangon 307 1873
Japara. 62 De Hoop 433 1871
27 Langsee 600 1880 63 Djacatra Oost 490 1872
28 Tandjong Modjo 464 1871 64 De Onderneming 425 1872
29 Trangkil-Lor 400 1872 65 Wonoredjo 423 1871
30 De Hoop (Maijong) 550 1871 66 Kloerahan 368 1872
31 Besito 500 1871 67 De Goede Hoop 245 1873
32 Pakies 600 1872 68 Gaijam 423 1871
33 Petjangaän 400 1872 69 Bekassie Oost 300 1873
34 Klaling 400 1871 70 Dankbaarheid 294 1873
35 Rendeng 405 1871 71 Soeko -Redjo 300 1873
onderneming
onderneming
192
Nommer
Nommer
der
der
NAAM Tijdstip NA AM Tijdstip
VAN Bouws. van VAN Bouws. van
neming heeft getrokken. Hij vraagt met welk recht , op welke gronden
van billijkheid althans, dit geschiedt ? Hij beweert dat dit te minder
had mogen plaats hebben , omdat het consignatiestelsel het gevolg
heeft dat vele millioenen , die de suikerkultuur jaarlijks meer had
kunnen opbrengen , aan den ondernemer zoowel als aan den planter ,
zonder voordeel voor den staat , zijn onttrokken. Ten aanzien der
industrie is daardoor voor de rente van het kapitaal en de industrieele
winst een te kort ontstaan , dat gemiddeld gesteld wordt op f 3,300,000
's jaars.
Vervolgens wordt de aandacht gevestigd op den arbeid en de be
trekking tot den grond.
Wat het eerste betreft meent Spr. dat de planter, met het oog op
tijd en kosten daaraan besteed , bij redelijken oogst een voldoend loon
erlangt , en bij hooge productie zelfs eene ruime betaling geniet , waaruit
hij besluit , dat bij vergelijking van de opbrengst der suikerkultuur
met de rijstteelt de eerste een beter loon geeft.
In weerwil van dien meent Spr. toch dat de grondbezitter als zoo
danig zijn rechtmatig deel niet erlangt, omdat het gouvernement als
9
hare oprichting hadden . Wanneer men voor tien jaren een contract
aangaat, dan weet men vooraf, dat na het verstrijken van den con
tractstijd , het gouvernement niet verplicht is de fabrieken over te nemen.
>
nement hem als het ware de volle waarde zou moeten garandeeren ,
die de fabriek bij de oprichting had , en dat bij de wisselvalligheid
waaraan elke industrie blootstaat.
De heer Millard zegt op eene andere plaats (en dit is een derde
punt) dat het ook goed zou zijn , wanneer de verhouding tusschen het
gouvernement en den fabrikant ten aanzien van de levering wierd
omgekeerd , zoodat de fabrikant slechts zou moeten leveren , en dus į
kunnen behouden. Wanneer dat het geval was , meent hij, waren de
fabrikanten geholpen. Wanneer ik dat toepas op de productie die de
heer Millard zelf opgeeft, dan zou het gouvernement krijgen 600,000
picols , hetgeen (à f 5 per pikol) een winst zou opleveren van f 3,000,000.
en dus met de tegenwoordige winst een verschil zou uitmaken van
2 millioen . Dit komt echter niet geheel overeen met de bedenkingen,
die hij op eene andere plaats mededeelt.
Ik zal het voorloopig hierbij laten. Ik heb alleen het woord gevraagd
om discussie uit te lokken en breng overigens gaarne hulde aan de
verdiensten van het opstel van den heer Millard , dat de blijken draagt
>
Indië moet men bovendien nog denken aan amortisatie van het kapitaal ,
omdat het kapitaal binnen den contractstijd moet terugkomen De toe
stand van eene onderneming in Indië is dus geheel anders en kan
niet met dien van eene industrieele onderneming hier te lande ver
geleken worden. Wanneer een fabrikant een langeren tijd dan een
bepaalden contractstijd voor zich had , kon hij dus goedkooper werken
en op annuiteiten zijne fabriek vrij maken. De berekening , die ik ge
maakt heb van het jaarlijksch deficit, geldt den tegenwoordigen toestand,
7
dat hij geen kapitaal zal vinden wanneer hij niet de vereischte waar
borgen of althans vooruitzichten verschaffen kan.
Ik wenschte te kunnen beamen wat de heer Bachiene zeide dat ik
het tafereel te donker heb gekleurd . Ik geloof echter dat ieder , die
eenigzins van nabij met de positie der fabrikanten bekend is , zal moeten
erkennen dat mijne voorstelling ver van overdreven is.
De Voorzitter. Met betrekking tot het geraamde verlies van
f 3300,000.- kan ik nog deze toelichting geven. Bij gelegenheid der
behandeling van de begrooting voor het dienstjaar 1867 is bij de stuk
ken der tweede kamer eene nota overgelegd , waarbijvoorgesteld werd
om in plaats van 10 pikols minder door de fabrikanten te doen leveren ,
zooals de heer Mijer voorstelde , de levering in producten te conver
teeren in eene levering in geld. Daarbij werd berekend dat wanneer
men de fabrikanten f 3.— per pikol liet betalen , de staat de voordeelen
>
ik neem aan dat de cijfers juist zijn , maar dan blijkt het ook dat door
het consignatiestelsel ruim 3 millioen gulden is verloren gegaan , waar
van noch de staat noch de fabrikant voordeel heeft genoten.
thans op Java voor oogen hebben en dus in dit opzicht slechts eenige
vergelijking in het algemeen kan gemaakt worden.
Ik erken dat de heer Millard op bladz , 166 de middensom heeft
aangewezen ; ik neem dus aan dat hij niet overdreven heeft. Maar
zijn al die middensommen vatbaar om daarop verdere berekeningen te
gronden , en van berekening op berekening , tot betrouwbare uitkom
sten te geraken ? Blijft het niet een zonderling verschijnsel, dat die
fabrieken in Indië allen met groot verlies zouden voortwerken , en
dat wel jaren achtereen ? Wanneer ik hoor aanvoeren , dat de fabri
>
kanten zoo diep in de schuld zitten , ja , dat er zelfs zijn die acht ton
schuld hebben , mag ik vragen , of dat ook een gevolg is geweest van
zeer duren aankoop , van overdreven speculatie van liefhebbers , die à
tout prix suikerlord wilden worden ? Heeft het gouvernement iets
daarmede te maken ? Kan de zorgelijke toestand , op die wijze ont
staan , niet worden gelaten voor rekening dier speculanten , die zulke
onvoorzichtigheid hebben begaan ? Ik stel hier tegenover hetgeen door
den heer Millard zelf is aangevoerd , dat er namelijk fabrieken zijn ,
die zich geheel hebben vrijgewerkt.
De heer Millard heeft ook gezegd , dat de fabrikant zich niet kan
voegen naar vraag en aanbod. Ik heb dat niet goed begrepen. De fa
brikant heeft een contract met het gouvernement , waarin een fabriek
loon is bepaald met betrekking tot het op gezag van het gouverne
ment geplante suikerriet. Hoe kan nu later sprake van vraag en aanbod
zijn , indien men eenmaal zoodanig contract heeft aangegaan ?
>
pikol liet betalen , de winst dan nog hooger voor het gouvernement zou
zijn , en tevens gunstiger uitkomst voor den fabrikant zou opleveren.
>
Ik meen ook dat f 2,50 per pikol reeds voldoende zou zijn om 5
millioen voor de indische middelen te verzekeren .
Maar nu heeft de heer Millard mij niet geantwoord op mijne be
202
denking , dat de fabriekswaarde niet zoo hoog kan zijn , als hij wel doet
voorkomen. Zij moet toch verminderd worden met het voor afschrijving
of amortisatie besteede kapitaal en het gaat dus niet aan te zeggen ,
dat bij het eindigen van een tienjarig contract , terwijl niet de minste
waarborg van verlenging is gegeven , bij den overgang van de
fabriek , zij dezelfde waarde zou hebben , als zij bij den aanvang had.
Op den duur kon het gouvernement onmogelijk zoo iets waarborgen.
Er zijn fabrieken die reeds tal van jaren bestaan Dergelijke fabriek
heeft slechts afbraakwaarde, indien het contract niet wordt vernieuwd
en wordt het vernieuwd , dan vermeerdert die afbraakwaarde met het
bedrag dat uit de winst binnen den contractstijd met de rente is af
te lossen .
Wanneer eene beetwortelsuikerfabriek in Europa jaren lang heeft
bestaan in zekere streek , komt er niet eindelijk een tijd waarin de
>
die er in gestoken is, terugvloeit. Mij dunkt dat dit zeer duidelijk is .
Terecht zegt de heer Bachiene dat ook beetwortelfabrieken in waarde
kunnen verminderen. Zeer juist , daarom geschiedt er ook jaarlijksche
afschrijving en bestaat er eene reservekas ; volkomen hetzelfde waartoe
de indische fabrieken in staat moesten zijn .
Wanneer ik het getal fabrieken deel in het verlies dat in het al .
gemeen geleden werd , dan blijkt dat ieder f 38,000 verloren of althans
als noodige inkomsten gederfd heeft. Dit wil niet zeggen dat dit voor
ieder fabrikant zoo was ; dan ware de toestand nog treuriger. Maar
toch is er menigeen, die er niet aan denken kan te realiseeren omdat
hij jaar op jaar aanzienlijke verliezen lijdt. Ik beroep mij zoo noodig
op vele handelshuizen , die bevestigen kunnen dat er vele fabrikanten
zijn , die de verschuldigde renten niet kunnen betalen en althans aan
geene amortisatie kunnen denken.
Nu zegt men : de contractant wist waaraan hij zich onderwierp. Dit
is waar, evenwel onder de toenmaals bestaande omstandigheden , maar7
even
waar is ook dat inen jaar op jaar verbetering in de positie van
de fabrikanten heeft beloofd , zoodat men steeds tot voortzetting der
onderneming besloot in de hoop op latere betere tijden , vooral ook omdat
men , moest men op dat oogenblik de onderneming staken , met enorm
deficit zou sluiten. Zoo gaat het soms hier in Europa ook. Ik zou op
sommige beetwortelsuikerfabrieken kunnen wijzen. Dadelijk wanneer
de onderneming geene of mindere winsten afwerpt, zegt men niet dat
zij gestaakt en de fabriek afgebroken moet worden. Men wil eerst
nog eens afwachten of men mogelijk later de geleden verliezen zal
terugwinnen en voor tijdelijke tegenspoeden dient ook de reservekas.
Wanneer men kon aanwijzen dat mijne renteberekening te hoog of
het voor amortisatie gestelde cijfer onjuist is , dat de ondernemer geen
aanspraak heeft op eenige ondernemingswinst, dat het cijfer van le
1
vering verkeerd of de marktprijs to laag is gesteld , dan zou het blijken
dat ik een verkeerde basis genomen heb. Dit echter is niet geschied
en daarom moet ik dus mijne berekening en de conclusie, waartoe die
leidt , handhaven.
De heer Bachiene heeft nog eene opheldering gevraagd over mijn
beweren dat de fabrikant zich niet kan voegen naar vraag en aanbod .
In een lard waar gedwongen kultures en heerediensten bestaan, waar
de werkkrachten der bevolking worden gemonopoliseerd , is de fabrikant
buiten de markt geplaatst. Het baat zeer weinig wanneer eene zekere
som per pikol suiker aan den fabrikant is toegezegd, maar het gou
vernement heeft de macht om door beschikking over de bevolking de
werkloonen en alles wat daarmede in verband staat , op te drijven ,
zonder het minst in aanmerking te nemen dat , wat de levering aan
den staat betreft, de vorderingen overdreven zijn. Ik heb er geenszins
eenig bezwaar tegen dat de Javaan meer loon ontvangt. Ik beweer zelfs
dat de javaansche grondbezitter op meer aanspraak heeft , maar tevens
beweer ik ook dat het gouvernement de voordeelen , die den fabrikant
en de bevolking toekomen , in den zak steekt.
20+
deze niet , dan wijzige men het regeerings- reglement , dat die vrije
industrie beoogt en het grondrecht der landbouwers wil handhaven .
Zonder hervorming van den tegenwoordigen economischen toestand
acht Spr. eene wettelijke regeling eene illusie of onuitvoerbaar, omdat
het niet denkbaar is , dat de wetgever daartoe kan geraken zonder
de kwestie van het eigendomsrecht uit te maken .
Het denkbeeld eener uitbesteding wordt door hem als verouderd
verworpen , omdat het niet rijmt met den aard van industrieele zaken ,
waartoe kapitaal en speciale kennis worden gevorderd , noch overeen
stemt met het belang van den staat of die der industrie , wegens de
weinige voordeelen die daarvan te wachten zijn , bij het groot aantal
bijna gelijktijdig vervallende contracten en het geknakte vertrouwen
der geldgevers , bij de groote onzekerheid waaraan de industrie is bloot
gesteld , en bovendien omdat daardoor de overgang tot de vrije kultuur
zou worden ter zijde gesteld , althans weinig bevorderd.
Spr. behandelt enkele plannen tot dien overgang o. a.a ook van
de heeren J. C. Joosten en H. J. Lion. Hij meent dat de gedwongen
kultuur den landbouwer zoo weinig heeft opgeleid , en dat de suiker
industrie van zoo wetenschappelijken aard is , dat zij aan den weinig
ontwikkelden javaanschen landbouwer nog niet kan worden over
gelaten.
Voor die industrie wordt een eigen terrein , d. i. grondbezit onmis
baar geacht, een denkbeeld niet alleen beaamd door alle contractanten die
streven naar vrije industrie , maar ook door sommige warme voorstanders
van het kultuurstelsel , meer bijzonder behandeld in een adres van
de samarangsche kamer van koophandel en nijverheid in 1865. Het
grondbezit zal den ondernemers de gelegenheid geven eene klasse van
arbeiders aan de fabriek te verbinden en te vormen , die nu min of
meer tot de zwervende klasse behooren.
De bedenkingen daartegen geopperd tracht Spr. te ontzenuwen . Hij
205
meent dat vooral de vrees voor het proletariaat daardoor zal worden
weggenomen en in geen geval de persoonlijke vrijheid der bevolking
zal worden aangerand .
Spr. erkent echter dat zoolang het individueel grondbezit aan
den Inlander niet zal zijn toegekend , eene andere uitkomst moet wor
den gezocht in het sluiten van overeenkomsten met de bevolking tot
tijdelijken of duurzamen afstand van hare grondrechten , hoezeer hij
boven alles aan individueel grondbezit de voorkeur geeft.
Het denkbeeld van onteigening, dat ook wel ter sprake is gebracht ,
wil hij niet zonder rijp onderzoek hebben aangenomen . Hij deinst
terug eene hervorming met eene daad van geweld te doen aanvangen .
Doch hij houdt zich overtuigd , dat bij eene minnelijke schikking , als
de keuze wordt gelaten tusschen het heerschende stelsel van velerlei
verwisseling van den grond of de overdracht van de rechten op dien grond
tegen billijke vergoeding , het laatste gretig zal worden aangenomen.
Zoolang het individueel bezit niet geschonken is , daar waar de jaar
lijksche veldverdeeling plaats heeft, zal aan de dessacorporatie of gemeente
dat recht van overdracht moeten worden toegekend , waartegen geene
bezwaren kunnen zijn , omdat de persoonlijke vrijheid daarmede niet -
die ook buiten die van den heer Millard zich over dit onderwerp heeft
doen hooren .
tot verbetering van den toestand doet , er één te vinden , tot uitbreiding
van het stelsel van contracten , met gouvernements tusschenkomst
gesloten , alzoo niet op den tegenwoordigen voet. Ik meende dat zoo
lang het regeerings -reglement medebrengt de bloote instandhouding van
de bestaande gouvernemens-kultures , de bevoegdheid tot uitbreiding van
die kultures en ook van gouvernements-tusschenkomst in contracten
met Inlanders ten minste zeer twijfelachtig is.
Intusschen leest men op blz. 174 : „ De tegenwoordige contractanten ,
en een ieder die eene onderneming wenscht op te richten , vrij te laten ,
of hun 200 noodig gouvernements- tusschenkomst te verleenen , om met de be
volking te onderhandelen over den tijdelijken afstand of de geheele orer
dracht harer rechten op den grond ," enz. Mij dunkt , als de tusschenkomst
?
waardoor het opstel van den heer Millard zich overigens onderscheidt.
De heer Millard . Mij dunkt , dat uit het door mij aangevoerde ge
noegzaam blijkt dat ik in beginsel geen voorstander ben van eene
andere regeling dan die bij de wet , vooral om de meerdere stabiliteit
die zij aanbiedt, maar mijne meening is , dat zoolang men niet aan
vangt andere grondslagen aan te nemen tot hervorming van den eco
nomischen toestand , namelijk het grondbezit , er wel geene andere
regeling mogelijk is dan langs administrativen weg. Wanneer het contract
gronden betreft waarop het gouvernement zal aanplanten , dan is de
eerste vraag : met welk recht beschikt het gouvernement over dien grond ?
:
Ik kan mij voorstellen dat dit geschiedt bij wijze van administrative
willekeur , maar ik kan niet aannemen dat een lichaam als de staten
generaal daartoe zou overgaan zonder vooraf rekenschap gevraagd te
hebben op grond van welk recht die beschikking geschiedt of hoe dat
recht wordt uitgeoefend .
Daarop laat ik volgen dat eene wettelijke regeling noodzakelijk ten
gevolge moet hebben hervorming van den economischen toestand , na >
regeling kunnen afwachten die eerst dan zal kunnen geschieden wanneer
betere denkbeelden ingang vinden en de wijduiteenloopende meeningen
daarover tot een practisch resultaat leiden zullen . Daarom zeide ik :
209
i Dewijl hier sprake is van overdracht van rechten , niet alleen van de be
volking , maar ook van het gouvernement om tot eigendom te geraken , zou het
toch met het nederlandsch staatsrecht strijden tot zoodanige vervreemding
over te gaan zonder medewerking van de wetgevende macht.
14
210
De heer van Lier. Ik heb den heer Millard hooren zeggen dat hij
tegen het stelsel van den heer H. J. Lion is , omdat deze de tusschen
komst der inlandsche hoofden wenscht voor het sluiten van contracten .
Maar wanneer ik mij den inhoud zijner bekende brochure „ Het kul
tuurstelsel en art. 56 van het regeerings- reglement" ( Batavia , 1858) ,
wel herinner , dan komt ook hij juist tegen dat systeem op en zegt
ook hij dat geen vrije arbeid mogelijk is met die tusschenkomst. Alleen
wanneer de contracten individueel met de Inlanders gesloten worden ,
kan er sprake van vrijheid zijn. Ik heb dus uit de brochure des heeren
Lion geheel wat anders gelezen dan de heer Millard.
in het vervolg in het bezit zouden willen komen , zou wat te ver
getrokken zijn .
De heer Millard. Het zou ook geheel in strijd zijn met hetgeen
ik zelf op den voorgrond heb gezet. Ik haalde alleen het advies van
den raad van state aan ,> dat te vinden is in de memorie van beant
woording op de kultuurwet. (§ 12) .
De heer van Lier. De heer Millard houdt vol dat de heer Lion een
voorstander was van het contractenstelsel met tusschenkomst van de
hoofden ; maar de heer Lion heeft in zijne brochure uitdrukkelijk
gezegd : dat grondbezit noodig is , daar men anders niet buiten de hoofden
der dessas kan ; dat , zoolang men geen individueel grondbezit heeft ,
men contracten moet hebben met medewerking van de hoofden ; hij
stelt echter daarvoor betere regelen dan in Staatsblad 1838 zijn geschreven .
Evenals de heer Fransen van de Putte noemde ook de heer Lion de
contracten met de hoofden en oudsten der dessas een schijn van vrijen
arbeid en juist geschikt om eene reëele toepassing van art. 56 van het
| Zie blz . 165 en 168.
213
ment , er geen sprake kon zijn van grondbezit , maar wel degelijk van
toepassing van het bepaalde in het Staatsblad 1838 no 50. Hij dacht
zelfs niet aan geheel vrijwillige overeenkomsten in den bestaanden
socialen toestand , wel aan eene voorbereiding door zijn ontwerp , in
afwachting dat eene verandering van organisatie wezenlijk vrijwillige
overeenkomsten zou toelaten , zoodat de overgang door den heer
Bachiene bedoeld wel degelijk onafscheidelijk zou zijn aan de be
moeiing der inlandsche hoofden , aangezien bij gemeenschappelijk bezit
de individus over niets te beschikken hebben. Daarom meende de heer
Lion dat in den tegenwoordigen toestand het niet raadzaam is zonder
tusschenkomst van de hoofden te handelen. De heer Lion zag toen
geen anderen uitweg , ongeveer hetzelfde wat de heer van Lier met
| Zie bladzz . 57 - 59 der genoemde brochure.
214
De heer Bleeker. Ik denk hierbij aan een toestand dat het gouver
nement de bevolking niet meer zal dwingen tot planten , dat zij vrij
over haar tijd zal kunnen beschikken en daar diensten zal kunnen
verrichten waar zij dit goedvindt en zij dit het voordeeligst acht.
De Voorzitter . Wanneer de ondernemer met het kapitaal voor den
aankoop van den grond belast wordt , dan zal van hem natuurlijk ook
niet f 75,000 als patentbelasting per fabriek kunnen worden gevorderd.
De heer Bachiene. Bij toepassing van het denkbeeld van den heer
Bleeker om schadevergoeding te geven voor den grond , verdient het
wel opmerking , dat de grond bezwaard is met heerediensten . Zal men
daarvoor schadeloosstelling geven aan het gouvernement, of zal men
dien eenvoudig opheffen zonder aequivalent ? Het spreekt van zelf
dat de grond meer waarde heeft , wanneer men dien taxeert vrij van
heerediensten dan wel daarmede bezwaard.
De heer Bachiene. Ik geloof niet , dat er veel Javanen (heb ik dit wel ver
staan ?) zullen gevonden worden , die 1000 bouws bezitten , maar ik moet
>
doen opmerken , dat ik niet zoo zeer het oog had op kultuurdiensten , dan
wel op de eigenlijke heerediensten , het werken aan bruggen , wegen enz.,
die in verhouding tot iedere sawah behooren geregeld te worden. Dan
eerst zal er ook een meer juiste grondslag van regeling van ver
schillende schadeloosstellingen zijn. Het is in het algemeen de vraag ,
hoe het zal gaan met schadevergoeding wegens onteigening ; wie zal
daarop recht hebben ? Zal ze uitsluitend door de Inlanders getrokken
worden , of ook door het gouvernement voor het dominium directum ?
Zullen de heerediensten tevens afgekocht worden en de afkoopsom
ten deele aan de dessa , ten deele aan het gouvernement komen , die
beide tot de heerediensten gerechtigd zijn.
diensten rusten .
veer, elk jaar 4 à 500 bouws afgenomen , maar ik geloof dat wanneer
men toezegt de volle waarde te zullen geven , de bevolking niet
meer te zullen dwingen tot werken en niet telken jare hare gronden
af te nemen , zij bij minnelijke schikking in een afstand van eene
zekere uitgestrektheid gronds tegen billijke betaling gaarne zal toe
steminen . Die maatregel zal op den duur vrij wat minder tegenstand
wekken , dan het teken jare bij afwisseling afnemen der gronden .
218