Professional Documents
Culture Documents
Dicteewoorden
Dicteewoorden
wormpje bezem
kraaien schreeuwt
nieuw fraai
Week 2:
Categorie 14: Lange klank aan het eind van een klankgroep. (toren)
Hoor je aan het einde van een klankgroep een lange klinker (aa, ee, oo, uu) dan schrijf je
maar één a, e, o, u.
Week 3:
Categorie 14: Lange klank aan het eind van een klankgroep. (toren)
Hoor je aan het einde van een klankgroep een lange klinker (aa, ee, oo, uu) dan schrijf je
maar één a, e, o, u.
rebus bodempje
humor serie
namens toneel
broden
Herhaling van een aantal woorden uit verschillende categorieën
Week 4:
Dictee
Week 5:
Categorie 14: Lange klank aan het eind van een klankgroep. (toren)
Hoor je aan het einde van een klankgroep een lange klinker (aa, ee, oo, uu) dan schrijf je
maar één a, e, o, u.
Week 6:
Categorie 15: Lange klank aan het eind van een woord. (zebra)
Hoor je aan het einde van een woord aa, oo, uu, dan schrijf je a, o, u. Hoor je een ee, dan
schrijf je er twee.
Categorie 16: Korte aan het einde van een klankgroep. (torren)
Hoor je aan het einde van een klankgroep een korte klinker (a, e, i, o, u) dan volgen er
altijd twee medeklinkers.
Week 8:
Dictee
Week 9:
Categorie 16: Korte aan het einde van een klankgroep. (torren)
Hoor je aan het einde van een klankgroep een korte klinker (a, e, i, o, u) dan volgen er
altijd twee medeklinkers.
Categorie 14: Lange klank aan het eind van een klankgroep. (toren)
Hoor je aan het einde van een klankgroep een lange klinker (aa, ee, oo, uu) dan schrijf je
maar één a, e, o, u.
Categorie 16: Korte aan het einde van een klankgroep (torren)
Hoor je aan het einde van een klankgroep een korte klinker (a, e, i, o, u) dan volgen er
altijd twee medeklinkers.
Week 11:
Categorie 14: Lange klank aan het eind van een klankgroep. (toren)
Hoor je aan het einde van een klankgroep een lange klinker (aa, ee, oo, uu) dan schrijf je
maar één a, e, o, u.
hekel
schotel
boven
Categorie 16: Korte aan het einde van een klankgroep (torren)
Hoor je aan het einde van een klankgroep een korte klinker (a, e, i, o, u) dan volgen er
altijd twee medeklinkers.
wekker
klodder
boffen
Week 12:
Dictee
Week 13:
bravo kassa
schutting straling
vodden puree
Week 14:
Week 15:
Dictee
Week 17:
Categorie 5: Woorden met een ei, woorden met een au. (geit)
Je kunt niet horen met welke ij/ei of ou/au je een woord moet schrijven. Die woorden
moet je onthouden.
Week 18:
breinaald hoofddoek
stripboek geweren
modder spinnetje
wasteil
Week 19:
verbazen proeven
schrijven geloven
schoven muizen
blozen
bedolven
Week 20:
Dictee
Week 21:
zijn ik ben
vragen ik vraag
bloeden ik bloed
vinden ik vind
rijden ik rijd
schelden ik scheld
schaken ik schaak
zetten ik zet
durven ik durf
afdrogen ik droog af
verliezen ik verlies
meezingen ik zing mee
zweten ik zweet
vinden ik vind
stuiven ik stuif
Herhaling van een aantal woorden uit verschillende categorieën
Week 22:
Week 23:
Week 24:
Dictee
Week 25:
Categorie 21: Meervoud van woorden met een lange klank achteraan (opa’s)
Bij woorden die in het meervoud een s krijgen, komt er na een lange klinker ‘s, behalve
bij de ee.
Week 26:
Categorie 14: Lange klank aan het eind van een klankgroep. (toren)
Hoor je aan het einde van een klankgroep een lange klinker (aa, ee, oo, uu) dan schrijf je
maar één a, e, o, u.
Categorie 16: Korte aan het einde van een klankgroep (torren)
Hoor je aan het einde van een klankgroep een korte klinker (a, e, i, o, u) dan volgen er
altijd twee medeklinkers.
willen frisse
sommen tennissen
oplossen verwarring
opbellen klassiek
afvallen allebei
Week 28:
Dictee
Week 29:
muzikale etiket
olifanten kapitein
idee pistolen
minuten gitaar
sigaret
Categorie 14: Lange klank aan het eind van een klankgroep. (toren)
Hoor je aan het einde van een klankgroep een lange klinker (aa, ee, oo, uu) dan schrijf je
maar één a, e, o, u.
zeven
spelen
grote
tomatensaus
beloning
Categorie 16: Korte aan het einde van een klankgroep (torren)
Hoor je aan het einde van een klankgroep een korte klinker (a, e, i, o, u) dan volgen er
altijd twee medeklinkers.
spelletje sigaretten
uitrukken bestellen
gelukkig arriveren
arriveren lekke
gemiddeld stekker
spaghetti piloten
familie artikel
klimaten olifanten
marine kilo
pagina kilometer
moeilij k kano’s
bokkig sleepboot
blozen ‘s zondags
Week 31:
gaan ik ga
staan ik sta
doen ik doe
kunnen ik kan
blaffen ik blaf
springen ik spring
zweven ik zweef
blazen ik blaas
schrikken ik schrik
geloven ik geloof
Week 32:
Dictee