Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 10

Engels pif:

1. Mould = schimmel
2. Managed = slagen
3. Advent = komst
4. Whether = hetzij, of
5. Sniffed = snuffelden / roken
6. Packaging = verpakking
7. Promotes = promoten/bevordert
8. Sustainibility = duurzaamheid
9. Aside from = behalve
10. To store = opslaan
11. Properly = naar behoren, kloppend
12. Packet = verpakking
13. Rather than = liever dan
14. Contents = inhoud
15. Retailer = winkelier
16. Approved = goedgekeurd
17. Defined = gedefinieerd
18. Approaching = naderen
19. Required = verplicht
20. Either = of(dit of dat…)
21. Include = betrekken
22. Taking account of = rekening houden met
23. Raw = ruwe/onbehandeld
24. Processing = verwerking/bewerking
25. Supply chain = bevoorradingsketen
26. Retail = detail handel
27. Applied = toepassen
28. Perishable = bederfelijk
29. They go off = over de datum gaan
30. Although = (al)hoewel
31. Deteriorated = verslechteren
32. Stock rotation = rotatie van voorraad
33. Spotting = waarneming
34. Pack = pak
35. Exceeded = overschreden
36. Fishes = (er) uitvissen
37. Bin = afvalbak
38. Gunky = vies
39. Tins = blikken
40. Featuring = met
41. Obsolete = verouderd
42. Branding = merknaam
43. Surface = oppervlakte
44. Lecturer = leraar
45. Within = daarbinnen/daarin valt (dat)…
46. Nasty = smerig
47. Pathogens = ziekteverwekkers
48. Packaged = verpakte
49. Variables = variabelen
50. Harmful = schadelijk
51. Bugs = bacteriën
52. Extend = verlengen
53. Tends = heeft de neiging om
54. Leaches = lekken
55. Moisture = vochtig
56. Ignoring = negeren
57. Pose = staan voor/inhouden/(het)houdt in
58. Veg = groente
59. Wilted = verwelkt
60. Confusion = verwarring
61. Runs in my family = gaat rond in mijn familie
62. Unnecessary = onnodig
63. Waged = geleid/gevoerd
64. Batter = beslag
65. Cautiousness = voorzichtigheid
66. Soggy = deegachtig/sappig
67. Unsavoury = onsmakelijk
68. Agonise = twijfelen
69. Resourcefully = vanuit de bron
70. Dumster diving = afval duiken
71. Withered = verwelken, over de datum zijn
72. Relegated = degraderen (naar lager niveau)
73. Yet = nog
74. Liberal = vrije
75. Placement = stage
76. Sweltering = broeierig
77. Incubating = uitbreiden
78. Skimmed = afschuiven
79. Tucked = inslaan
80. Scuttling = gejaagd weglopen
81. Retch = uitkotsen
82. Senses = zintuigen
83. Carton = karton
84. Binned = weggegooid
85. Though = hoewel
86. Even = zelfs
87. Might = zou kunnen
88. Stale = oud brood/brood van staal
89. Rancid = over de datum
90. Off = zuur/over de datum
91. Fine = prima
92. Harbour = bevatten
93. Equally = eveneens
94. Staple = meest voorkomende
95. Extraordinary = buitengewoon/bijzonder
96. Cinema = bioscoop
97. Clacking = klepperen
98. Retreat = zich terugtrekken
99. Dealt = behandelen
100. Correspondence = briefwisseling
101. Firmly = krachtig/stevig
102. Interrupt = onderbreken
103. Conference = vergadering
104. Instant coffee = oploskoffie
105. Avowed = uitgesproken/erkend
106. Memoir = gedenkschrift
107. Instant = ogenblikkelijk
108. Adapted = schikken/acclimatiseren
109. Attracting = aantrekken
110. Fore = voorgrond
111. Consciousness = bewustzijn
112. Trenches = loopgraven
113. Consulted = geraadpleegd
114. Exceedingly = buitengewoon
115. Superb = bijzonder goed
116. Chimed = afgestemd
117. Candour = oprechtheid
118. Blazing = niet-schamende
119. Scared = bang
120. Outbreak = uitbreken
121. Abandoned = stoppen met/achterlaten
122. Volunteered = als vrijwilliger dienen
123. Auxiliary = hulp/assistent
124. Tending = zorgen
125. Came through = kwam door
126. Instead = in plaats daarvan
127. Barbed wire = prikkeldraad
128. Recounted = weergegeven
129. Hauntingly = angstaanjagend
130. Faithfully = in detail/precies/exact
131. Although = hoewel
132. Extinguished = doven/uitmaken
133. Lightness = lichtheid/positiviteit
134. Vociferous = uitgesproken
135. Capable = bekwaam
136. Frivolous = frivool/losbandig
137. Cataclysmic = catastrofale
138. Burden = belasten
139. Reminiscence = gedachtenis
140. Chronicle = vertelling
141. Occasionally = van tijd tot tijd/af en toe
142. Dreadful = verschrikkelijk
143. Crosses = kruisen
144. embedded = ingeplant
145. particularly = in het bijzonder
146. emerges = verschijnen/opdoemen
147. glamorous = betoverend/glamoureus/elegant
148. heroic = heldhaftig
149. chaperone = begeleider
150. courtship = verkering/verloving
151. conducted = door/uit/gevoerd
152. rival = rivaal
153. inclination = neiging
154. strike a chord = een gevoelige snaar raken
155. renewed = vernieuwde/overdoen
156. era = tijdperk
157. apologetically = verontschuldigend
158. decline = afnemen
159. neurone = neuron
160. resurgance = heropleving
161. immortality = onsterfelijkheid
162. through = door
163. perhaps = misschien
164. fitting = geschikte
165. tribute = eerbetoon
166. fossil = verstening/fossiel
167. arctic = noordpoolgebied
168. disastrous = rampzalige
169. parched = uitgedroogd
170. reservoir = reservoir
171. currently = momenteel
172. facing = geconfronteerd/te maken met
173. drought = droogte
174. searing = verschroeien
175. uninhabitable = onbewoonbaar
176. wreaking = verwoesten
177. profound = diepgaande
178. supplies = voorraden
179. mitigate = verminderen/verlichten
180. even though = hoewel
181. carbon = koolstof
182. emitted= uitgeven/uitstralen/uitstoten
183. significant = aanmerkelijk
184. certain = zeker
185. endurance = weerstandsvermogen/ tolerantie
186. intended = bedoelen (bedoelt om)
187. equivalent = gelijkwaardig
188. available = beschikbaar
189. extraction = onttrekking
190. sophisticated = verfijnd
191. greenhouse = (broei)kas
192. rise = opkomst/stijging
193. uniform = gelijkvormig
194. across = door/over de…
195. indicated = aangegeven
196. previous = voorafgaand
197. comprehensive = veelomvattend
198. accurate = precies
199. recorded = opnemen/vastleggen
200. caused by = veroorzaakt door
201. rainfall = regenval
202. involved = betrokken
203. policy = beleid
204. decadal = decennium
205. centennial = eeuw/honderdjarig
206. timescales = termijnen
207. unragulated = ongereguleerd
208. exploitation = winning (van olie)
209. significant = belangrijk/betekenisvol
210. acquire = verkrijgen
211. fundraising = fondsverwerving
212. considered = beschouwd (als)
213. images = beelden
214. owned = bezit van
215. been passed down through = is doorgegeven via
216. deciding = beslissen
217. announced = aankondigen
218. to raise = verzamelen/collecteren
219. required = noodzakelijk(e)
220. to acquire = verwerven
221. hugely recognizable = enorm herkenbaar
222. among = tussen/onder
223. famous = beroemd/befaamd
224. portrayals = uitbeeldingen
225. definitive = onherroepelijk/definitief
226. representations = voorstellingen
227. ambitions = ambities
228. eulogises = prijzen/met lof spreken over
229. thwarting = bemoeilijken
230. epitome = toonbeeld
231. regal = vorstelijke
232. elegance = elegantie
233. armour = pantser
234. impregnable = onaantastbaar
235. realm = rijk
236. unusually = buitengewoon
237. seascapes = zeegezichten
238. fleet = vloot
239. wrecked off = verwoest
240. covering = omvatten
241. forgoing = afzien
242. charity = liefdadigheidsinstelling/goede doel
243. contribution = bijdrage
244. acquisitions = verwervingen/aanwinnen
245. inevitable = onvermijdelijk
246. sum = eindbedrag
247. response = reactie
248. Dynasty = koningshuis
249. Circumnavigated = omvaren
250. Descendants = nakomelingen
251. Mantelpiece = schoorsteen(mantel)
252. Acquire = verkrijgen
253. Benefit = voordeel bezorgen/krijgen
254. Ground = malen
255. Grains harvested = geoogste granen
256. Recited = opzeggen/voordragen
257. Stomping = stampen
258. Headteacher = directeur
259. Vast = grote
260. Majority = meerderheid
261. Mainstream = reguliere
262. Declared = verklaard
263. Outstanding = uitstekend
264. Staff = personeel
265. Ensured = verzekerd
266. Inspirational = inspirerend
267. Grateful = dankbaar
268. Described = beschreven
269. Glowing = positief
270. The ban = het verbod
271. Discouraged = ontmoedigd
272. Appealed = wat me aansprak
273. Prescriptive = voorschrijvend
274. Curriculum = leerplan
275. Government = regering
276. Movement = beweging/voortgang
277. Discredited = in twijfel trekken
278. Resisting = weerstand bieden
279. Emphasised = benadrukte
280. Providing = het verstrekken van
281. Curiosity = nieuwsgierigheid
282. Development = ontwikkeling
283. State-imposed = door de staat opgelegd
284. Association = vereniging
285. Concerned = bezorgd
286. Advancing = vordert
287. Poorly = slecht
288. Impact = invloed
289. Engage = erbij betrekken
290. Experience of = ervaring van
291. Yet = nog
292. Though = echter
293. Lectures = lezingen
294. Acces = toegang (krijgen tot)
295. Sustained = gestaag/constant
296. Pupils = leerlingen
297. Equivalent = gelijkwaardig
298. Overall = algemeen
299. Most beneficial = meest voordelig
300. Whereas = terwijl
301. Tend = neigen tot
302. Resist = weerstaan
303. The lure = de verlokking
304. Requirements = vereisten
305. Concern = zorg
306. Argues = betoogt
307. Subscribe = ondersteunen
308. Self-segregating = zich scheiden van
309. Sheets = lakens
310. Joined = toetreden/lid worden/zich aansluiten bij
311. Affirmation = bevestiging
312. Primairly = in het bijzonder/vooral
313. Crunching = statistieken
314. Performed = functioneren
315. Equivalent = gelijkwaardig
316. Advances = bevorderingen
317. Calculated = berekenden/werkten uit
318. Tough = fors/streng
319. Proportion = proportie/maat/verhouding
320. Disruption = onrust
321. Accounting = rekening houden met/meerekenen
322. Poor = slechte
323. Prior = eerdere
324. Achievement = prestatie
325. Key stage = cito toets
326. Gains = winsten
327. Deputy = plaatsvervangend
328. Adopting = aannemen
329. Significant = betekenisvol
330. Contributor = bijdrage/medewerker
331. Investigating = onderzoeken
332. Abuse = misbruik (maken van)
333. Eagle-eyed = scherpziend/bedachtzaam
334. Undermining = ondermijnen
335. Improved = verbeteren
336. Although = ofschoon/(al)hoewel
337. Penalty = straf
338. Detention = straf/nablijven
339. Confiscation = inbeslagneming
340. indefinitely = voor een onbepaalde tijd
341. solid = sterk/solidair
342. underpins = ondersteunen
343. enhances = vermeerderen
344. reduces = verminderen
345. fundamentalist = fundamentalist
346. dismissed = ontzetten
347. air hangar = luchthanger/vloot
348. lined = bekleed
349. fugue = vermoeid
350. properly = behoorlijk
351. slew = berg
352. revealed = openbaren
353. feared = gevreesd
354. refused = weigeren
355. oozes = lekken
356. dismissed = afzetten
357. admitted = erkennen
358. suffer = lijden (aan)
359. hitting = halen
360. bests = records
361. slichtly = een beetje/ietwat/lichtelijk
362. ground me down = verpletteren
363. gut = buik
364. overriding = overheersende
365. ennui = verveling
366. off licence = slijterij
367. borderline = grens
368. pursuit = nastreven/streven naar doel
369. replaces = vervangen
370. regimes = regels
371. idly = nutteloos
372. bulk = grote hoeveelheden
373. boiled = koken
374. convince = overtuigen
375. adore = dol zijn op
376. awful = afschuwelijk
377. gloopy = sombere
378. mess = puinhoop
379. avoiding = vermijden
380. embracing = omhelzen
381. seeking = zoeken
382. exchange = ruilen
383. commandments = afspraken
384. suspicion = vermoeden
385. slacking = luieren
386. covet = begeren
387. commit = begaan/plegen
388. adultery = vreemdgaan/overspel
389. sake = belang
390. old times sake = nostalgie
391. wondrous = wonderlijke
392. alters = veranderen
393. straining = inspannen
394. unquantifiable = onbeschrijfbaar
395. accurately = juist
396. predicting = voorspellen
397. vindicate = bewijzen
398. accumulation = opeenstapeling
399. primarily = in het bijzonder
400. alternativily = eventueel
401. thermal = warmte
402. deduce = concluderen/afleiden
403. sophisticated = verfijnd/geavanceerd
404. attain = bereiken
405. discrepancy = verschil
406. accumulated = bijeenbrengen
407. input = invoeren
408. consistent = consistent
409. inaccurate = onjuist
410. draft = schets
411. throughout = door het hele
412. consider = afwegen
413. portion = gedeelte
414. agreement = overeenstemming
415. gained = zwaarder worden
416. therefore = daarom
417. acceleration = versnelling
418. continiously = voortdurend
419. accurate = precies
420. amazingly = verbazingwekkend
421. vindication = bewering
422. matches = gelijk zijn aan
423. revised = nakijken
424. rigorously = strikt genomen
425. evolved = ontwikkelen
426. content = gehalte
427. indicator = indicator/aanduiding
428. assessed = schatten
429. simulated = gestimuleerd
430. cornerstone = hoeksteen, het belangrijkste zijn
431. observational = observerend
432. findings = bevindingen
433. robust = sterk
434. fortunately = gelukkig
435. advances = vooruitbrengen/(be)vorderen

You might also like