Nieuwe Materialen: V5 Gl-Jlo-Ko

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 28

14.

Nieuwe materialen
V5
GL-JLO-KO
1
14.1 Metalen en legeringen
Metalen in extreme omstandigheden: kernfusie
Een bekende kernfusiereactie is de reactie van deuterium,
de H-2 isotoop van waterstof, met tritium, de H-3 isotoop
van waterstof.

De fusiereactie die verloopt tussen deuterium en tritium gaat


als volgt:

2
14.1 Metalen en legeringen
Metalen in extreme omstandigheden: kernfusie
Deze fusiereactie heeft een zeer hoge activeringsenergie.

Dat wil zeggen dat de temperatuur in de reactor heel hoog


moet zijn, circa 150 miljoen kelvin.

Bij deze hoge temperatuur zijn de botsingen tussen deuterium


en tritium zo heftig dat de atomen hun elektronen verliezen.

3
14.1 Metalen en legeringen
Metalen in extreme omstandigheden: plasma
Er ontstaat vervolgens een mengsel van positief geladen kernen
en losse elektronen (ionisatie).

Als er voldoende geïoniseerde atomen aanwezig zijn, dan verandert de


eigenschappen van het gas naar plasma.

Een plasma kan elektriciteit geleiden en reageert


op magneetvelden.

Plasma kun je ook maken onder minder extreme


omstandigheden dan bij kernfusie. 4
14.1 Metalen en legeringen
Metalen in extreme omstandigheden: plasma (natuur)
In de natuur komt plasma in de vorm van bliksem en het noorderlicht.

5
14.1 Metalen en legeringen
Metalen in extreme omstandigheden: plasma (kernfusiereactor)
De kernfusiereactor heeft een vorm van een donut.

In de ring bevindt zich plasma, dat door


sterke koperen magneetringen in
bedwang wordt gehouden.

De temperatuur aan de buitenrand van


het plasma is ongeveer 6000 K.

Video: Culham Centre Fusion Energie (CCFE), Engeland6


14.1 Metalen en legeringen
Metalen in extreme omstandigheden: wolfraam (kernfusiereactor)
Wolfraam is een hard materiaal met een smeltpunt van 3695 K.
Hierdoor wordt wolfraam gebruikt voor de reactorwand.

De reactorwand heeft een poreuze structuur


en bevat vloeibare tin (Sn). Dit zorgt dat
warmte de van de plasma verdeelt wordt in
de reactor en de binnenwand krijgt ook
een dikkere beschermende laag.

7
14.1 Metalen en legeringen

8
The Mega Amp Spherical Tokamak (MAST) Upgrade is a nuclear fusion experiment at Culham in Oxfordshire, UK.
14.1 Metalen en legeringen
Edelheid van metalen: standaardelektrodepotentiaal
De standaardelektrodepotentiaal die bij de redoxreactie is behandeld geeft informatie
over de edelheid van metalen.

Hoe groter die potentiaal, des te edeler is het metaal. Als een metaal minder edel is, is
het ook gevoeliger voor corrosie.

9
14.1 Metalen en legeringen
Edelheid van metalen: BINAS T48

10
14.1 Metalen en legeringen
Edelheid van metalen: Fe (s)
IJzer vormt een laagje o.a. Fe2O3 maar het ijzeroxide is niet in staat om ijzer af te sluiten
voor verdere aantasting.

IJzer is een metaal die moet dus


worden beschermd tegen corrosie.

11
14.1 Metalen en legeringen
Edelheid van metalen: bescherming
Metalen die gevoelig zijn voor corrosie moeten
daartegen vaak worden beschermd.

• Afdekken met verflaag.

• Het afdekken van een metaal met


een laagje van een ander metaal (anodizing).

• Poedercoaten.

12
14.1 Metalen en legeringen
Edelheid van metalen: Al (s) en Cr (s)
Aluminium en chroom vormen een zeer dun laagje Al2O3 en o.a. Cr2O3, die de materiaal
afsluit voor invloeden van buiten en voor verdere aantasting.

Aluminium Chroom

13
14.1 Metalen en legeringen
Geleiding en buigzaam van metalen: geleiding
Een metalen zijn goede geleiders in vaste en vloeibare fase vanwege de volgende
verklaringen.

• Een metaal bestaat uit positieve geladen metaalionen


die omringd zijn door negatieve vrije bewegende
valentie-elektronen.

• Deze vrij bewegende valentie-elektronen spelen ook een


rol bij de goede geleiding van warmte in metalen.
14
14.1 Metalen en legeringen
Geleiding en buigzaam van metalen: buigzaamheid
Metalen zijn goed vervormbaar materialen en deze eigenschap
is vanuit mesoniveau te verklaren.

• Op mesoniveau vormen metalen kleine kristalen, groepjes van


metaalionen die metaalroosters bevatten (zie 14.7).

• Het metaalrooster van ene kristal sluit niet precies aan op het
metaalrooster van een ander kristal (zie 14.7).

15
14.1 Metalen en legeringen
Geleiding en buigzaam van metalen: buigzaamheid
Metalen zijn goed vervormbaar materialen en deze eigenschap is vanuit mesoniveau te
verklaren.

• Bij voldoende uitgeoefend kracht op een stukje metaal,


verschuift een laag positief geladen metaalionen in het
metaalrooster van een kristal.

• De negatief geladen valentie-elektronen bewegen


hier tussendoor en houden de metaalionen op hun
nieuwe plaats bij elkaar.
16
14.1 Metalen en legeringen
Geleiding en buigzaam van metalen: buigzaamheid (roosterfouten)
Als je een metalen walst of smeedt met een hamer, ontstaat er steeds meer kleinere
kristallen en steeds meer grensvlakken.

Daarnaast ontstaat roosterfouten in het kristal door deze bewerkingen. Door de


toename van het aantal grensvlakken en roosterfouten kunnen
de lagen metaalionen steeds minder goed langs elkaar schuiven.

De metaal wordt hierdoor harder en moeilijker te buigen.

17
14.1 Metalen en legeringen
Geleiding en buigzaam van metalen: buigzaamheid (roosterfouten)
Door het metaal voorzichtig te verhitten, smelt een deel van de kleine kristallen weer
samen tot grote kristallen met minder roosterfouten.

Het metaal heeft weer minder grensvlakken en


wordt minder hard. Het kan dan nog platter
worden gewalst of verder gesmeed.

18
14.1 Metalen en legeringen
Legering
Zuivere metalen zijn vaak vrij zacht en daardoor ongeschikt om zo te gebruiken.
Daarom worden legeringen gebruikt die minder gemakkelijk vervormen en beschadigen.

Bij een legering is een deel van de metaalatomen vervangen door een andere atomen
die iets groter of kleiner zijn.

19
14.1 Metalen en legeringen
Legering: roosterfouten

Op mesoniveau gezien zorgen deze atomen voor verstoring van het metaalrooster, ze
veroorzaken dus roosterfouten.

Hierdoor wordt verschuiven van de lagen in de metaalkristallen veel moeilijker.


Dit verklaart waardoor legeringen meestal harder zijn dan zuivere metalen.

20
14.1 Metalen en legeringen
Legering: eigenschap
Als ijzer meer dan 2% C-atoom bevat, wordt het zo hard dat je het nauwelijks meer kunt
vervormen. Het wordt zelfs bros.

Je kunt het alleen in de gewenste vorm krijgen door het te gieten in een vorm (mal)

21
14.1 Metalen en legeringen
Legering: voorbeelden
• Messing (brass): mengsel van Cu (s) en Zn (s).

• Roestvrij staal (stainless steel) : Fe (10 – 17%), Cr (6 – 36%) en C (< 1%).

Messing

Roestvrij staal

22
14.1 Metalen en legeringen
Bijzondere legering: nitinol
Sommige materialen met bijzondere eigenschappen worden ‘smart materials’ genoemd.

Nitinol is een voorbeeld van een ‘smart material’. Nitinol is een geheugenmetaal die
gemaakt is van Ni (s) en Ti (s).
Bij 500 ºC kun je de gewenste vorm maken met nitinol en deze legering “onthoudt” deze
vorm.
Als je dit materiaal handmatig vervormt en vervolgens een klein beetje verwarmen, dan
schiet deze materiaal in zijn originele vorm.

23
14.1 Metalen en legeringen
Bijzondere legering: nitinol - kristalroosters
Voor nitinol zijn er twee mogelijke kristalroosters, die je martensiet en austeniet noemt.

Bij flink verwarmen (500 ºC ) gaan de atomen in het austensietrooster zitten en bij die
temperatuur geef je het materiaal de gewenste vorm.

24
14.1 Metalen en legeringen
Bijzondere legering: nitinol - kristalroosters
Koel je het materiaal af, dan gaat de atomen over naar het martensiet.
Het martensiet blijkt een flexibel rooster te zijn waarin je het materiaal makkelijk kunt
vervormen.
Door alleen een klein beetje te verwarmen gaat het materiaal terug naar de originele
vorm.

25
14.1 Metalen en legeringen
Bijzondere legering: nitinol – medische toepassing (scoliose correctie)

26
14.1 Metalen en legeringen
Bijzondere legering: nitinol video

27
14.1 Metalen en legeringen

Huiswerk

1 t/m 4 ; 7, 8, 10, 11

Afsluiting: 1 t/m 5

28

You might also like