Les 1

Organen
 Organen
Wat gaan we leren?

● Kenmerken van organen

● De organen
○ organen in de borstholte
○ organen in het midden
○ organen in de buikholte
● Organen aan en in het hoofd
○ de hersenen
○ de 5 zintuigen
○ de tanden
 Kenmerken van organen
Kenmerken van organen zijn:

● organen hebben een bepaalde vorm.

● neemt een bepaalde plaats in het lichaam.
● moet een bepaalde werk doen.
De organen
BORSTHOLTE:
a) de slokdarm
b) de luchtpijp
c) de longen
d) het hart

ER TUSSEN:
e) het middenrif
BUIKHOLTE:
f) de lever
g) de galblaas
h) de maag
i) de nieren
j) de urineblaas
k) de darmen (dikke - en dunne darm)
 De organen
Organen in de borstholte:
a) De slokdarm
Door de slokdarm gaat het voedsel naar de maag.

b) De luchtpijp
De luchtpijp heeft kraakbeenringen om hem open te houden.
Het bovenste deel heet strottenhoofd. Aan het strottenhoofd
zitten de stembanden.

c) De longen
De longen halen zuurstof uit de lucht en brengen dat in het
bloed. Uit het bloed halen ze koolzuurgas, dat wij uitademen.

d) Het hart
Het zorgt voor bloedtransport door het lichaam.

e) Het middenrif
Het middenrif is een dik vlies, dat de lichaamsholte verdeeld in
een borstholte en een buikholte. Het zit tussen de twee holtes.
 De organen
Organen in de buikholte:

f) De lever
De lever is een zeer groot en bloedrijk orgaan. De lever
haalt o.a. afvalstoffen en dode cellen uit het bloed. Met
de dode cellen maakt het bloed gal, dat bewaard wordt
in de galblaas.

g) De galblaas
De galblaas is groen van kleur en zit vast aan de lever.
Gal wordt gebruikt om het vet in het voedsel klaar te
maken om door het bloed opgenomen te worden.

h) De maag
De maag maakt het voedsel fijn.
 De organen
Organen in de buikholte:

i) De nieren
De nieren halen het teveel aan water uit het bloed,
samen met de afvalstoffen. Dit afvalwater heet urine en
wordt bewaard in de urineblaas.

j) De urineblaas
In de urineblaas wordt urine bewaard.

k) De darmen
De darmen maken het voedsel nog fijner, zodat het
opgenomen kan worden
door het bloed.
Filmpje
organen
 Organen aan en in het hoofd
De hersenen:

De hersenen zitten in de schedel.

Met de hersenen kunnen we: denken, spreken, leren, lopen, fietsen enzovoort.
Filmpje
hersenen
Organen aan en in het hoofd
De 5 zintuigen: Met de zinnen wordt bedoeld:

1. de ogen → zien Het gezicht = het kunnen zien

2. de oren → horen Het gehoor = het kunnen horen
3. de neus → ruiken De reuk = het kunnen ruiken
4. de tong → proeven De smaak = het kunnen proeven
5. de huid → voelen Het gevoel = het kunnen voelen
Filmpje
zintuigen
kijken tot
2.43 min
Organen aan en in het hoofd
De tanden:

Een volwassen persoon heeft 32 tanden:

16 in de bovenkaak en 16 in de onderkaak.

Bovenkaak: 5 kiezen - 1 hoektand - 4 snijtanden -1 hoektand - 5 kiezen

Onderkaak: 5 kiezen - 1 hoektand - 4 snijtanden -1 hoektand - 5 kiezen

Filmpje van melktand tot volwassen tand