Professional Documents
Culture Documents
Tekst de Schreeuw - Eekhoorn en Vlieg
Tekst de Schreeuw - Eekhoorn en Vlieg
Geluid
Licht
Het is nacht in het bos. Weinig licht, eekhoorn ligt te slapen STR voor, uitgelicht in ‘maanlicht’
Een hoopje eekhoorn slaapt op de grond. Twee mieren komen opgelopen met een doos in hun hand.
Ze zetten de doos neer en openen hem langzaam.
Offstage mic aan (deze wordt gebruikt voor de gil van de vlieg, en voor de Verteller)
Dan horen we een gil (van de vlieg). De mieren schrikken, en vluchten weg. Het Hoofd van de
eekhoorn komt omhoog, wakker geschrokken. We horen de stem van de verteller. Tijdens de tekst
worden ook de armen van de eekhoorn langzaam wakker.
Verteller: De eekhoorn wreef haar ogen uit. Ze was wakker geschrokken van een schreeuw of
een gil. Had ze gedroomd? Ze spitste haar oren.
Vlieg(off stage):‘Aiiiiiii…’
Verteller: Weer hoorde ze dezelfde gil. Nu wist ze het zeker. Het was de gil van de vlieg die in
nood moest zitten. Ze gooide haar benen (armen gaan staan) en vervolgens zijn
staart uit bed (staart gaat staan) en ging naar het raam. (het hoofd gaat staan)
Maar het was in het holst van de nacht, en de eekhoorn zag niets. (armen beelden
kijken uit)
Ach, dacht ze, weer eens loos alarm. (De eekhoorn valt weer uit elkaar en gaat terug
naar waar ze lagen)
Vlieg(off stage):‘Aiii…aiii…aiii…’ (Eekhoorn schrikt en gaat direct weer in elkaar staan)
Verteller: Ik moet helpen, dacht de eekhoorn. Ze gleed vliegensvlug van zijn tak naar beneden
en rende het bos in. (De staart komt in actie, de rest volgt)
Off stage mic uit
START ‘IN DE HAL VAN DE BERGKONING’
Licht naar Totaal, bos, ; langzaam komt de zon op
We zien de eekhoorn en de vlieg uit elkaar vallen en op verschillende plekken weer in elkaar vallen,
De mieren lopen ook rond. De eekhoorn vraagt aan de mieren waar de vlieg is. Af en toe horen we de
volgende teksten.
Eekhoorn: Vlieg…vlieg… waar ben je… ik kom al…etc.’
Vlieg: Aiiiiiii… ai…etc.’
Verteller: Plotseling stond hij voor de vlieg, herkende hem aan zijn manier van zuchten.
(off stage mic uit)
Eekhoorn: Wat is er met jóú aan de hand?
Vlieg: Ja, dat zou ik ook wel eens willen weten.
Eekhoorn: Maar ik hoorde je gillen…ai… of aiii… of aiiiii, ik ben niet zo goed in gillen.
Vlieg: Ja, dat hoorde ik ook.
Eekhoorn: Maar wat is er dan?
Vlieg: Dat weet ik niet.
Eekhoorn: Maar jij gilde zélf?!!
Vlieg: Hé Hé, dat weet ik ook wel. Je bent zeker nog niet goed wakker.
De mieren komen op met allebei een doos in de hand, op de ene staat ’BO’ en op de andere ‘EM’. Ze
lopen langzaam naar elkaar toe.
Maar als ik zit te luist'ren Oh, nee, Dan ben ik nooit alleen
Ik doe alle ramen open En heel de buurt die luistert mee
Ik lijk misschien een brave
Met een beugel en een bril
Ik lijk misschien een beetje stil...maar