Professional Documents
Culture Documents
Bijeenkomst 7 IRW
Bijeenkomst 7 IRW
Bijeenkomst 7 IRW
1. Algemene begrippen
Grondrechten zijn fundamentele rechtsnormen die de strekking hebben aan het individu persoonlijke vrijheid en
menswaardig bestaan te verzekeren en die de handelsvrijheid van met name de overheid beperken. Grondrechten worden
onderscheiden in:
klassieke grondrechten: fundamentele, individuele vrijheidsrechten die (oorspronkelijk gezien) zien op de verhouding
tussen burger en overheid. Deze rechten leggen (in beginsel) de overheid een onthoudingsplicht op. De overheid dient
deze slechts waarborgen/garanderen.
sociale grondrechten: zorgplichten van de overheid die erop gericht zijn de bevolking als geheel een menswaardig
bestaan te verzekeren. De overheid mag niet slechts waarborgen en garanderen maar zich ook inspannen. Het individu is
– in tegenstelling tot bij de klassieke rechten – niet altijd de drager van het recht.
kritiek op grondrechten:
1. natuurrecht/ menselijke waardigheid bestaat niet: normatief idee (slavernij, marteling)
2. universaliteit bestaat niet: grondrechten zijn cultuur gebonden
3. overtrokken individualisme: een individu stelt niks voor zonder de groep
4. ideologische schijn: formele gelijkheid verhult maatschappelijke ongelijkheid
5. algemeen belang gaat voor: vb terrorisme
Rechtsbescherming en reikwijdte
Bij de reikwijdte dient men zich het volgende af te vragen
wie zijn de grondrechtdragers?
welk grondrecht is in het geding?
is de beperking toegestaan?
Individuen, groepen en rechtspersonen zijn dragers van grondrechten. De overheid daarentegen is geen drager van
grondrechten.
Met de eerste eis worden zowel wetten in formele/materiele zin als een bevoegd gegeven bevel of gewoontrecht
begrepen. Bij deze eis worden twee subeisen gesteld, voortgevloeit uit jurisprudentie: toegankelijk en voorzienbaar. Vaak
worden de genoemde doelen opgesomd in het tweede lid van het artikel. Om de derde eis te doorstaan, dient men drie
voorwaarden langs gaan: weegt het door de maatregel gediende belang tegen de beperking op (proportionaliteit)? is het
middel geschikt om het doel te bereiken? is er geen minder vergaande maatregel om hetzelfde doel te bereiken
(subsidiariteit)?
Algemene beperkingsmogelijkheden zijn het uitroepen van de noodtoestand (artikel 15 EVRM) of indien er misbruik wordt
gemaakt van het EVRM (artikel 17 EVRM).
Beperkingen van grondwettelijke grondrechten
De Nederlandse Grondwet onderscheidt verschillende soorten clausules. Bepaalde artikelen kennen zelfs mengvormen.
competentievoorschrift: de wet/ wetgever mag beperken, vb. artikel 7 lid 1 of artikel 10 lid 1
procedurevoorschrift: verplichte procedure volgen, vb artikel 12
doelcriteria: wijst doeleinden omwille waarvan beperking is toegestaan aan, vb artikel 9 lid 2 en artikel 6 lid 2
(uitgewerkt in de WOM)
kernrecht
De burgemeester heeft noodbevoegdheden toebedeeld gekregen door de wetgever (artikel 175-176 Gemeentewet). Het is
de burgemeester toegestaan om af te wijken van de wet, maar niet van de Grondwet.
Men kan algemene beperkingen nemen, dat zijn maatregelen die ook een beperking meebrengen, maar daar niet op
gericht zijn (neveneffect). Naast deze vorm kent men de maatregelen die wel degelijk gericht zijn op de beperking van
grondrechten, zoals het tappen van de telefoon (bijzondere beperkingen).
3. superioriteitsregel van toepassing: een regeling van een hoger orgaan (bijvoorbeeld een provinciale
verordening, ministeriële regeling, Algemene Maatregel van Bestuur of wet in formele zin) prevaleert.