Professional Documents
Culture Documents
H4 Diode
H4 Diode
Twee materialen waaruit veel elektronica-componenten zijn opgebouwd zijn germanium en silicium.
Historisch was het in het begin vooral germanium dat de eerste jaren werd toegepast. Later stapte men
vooral over op silicium dat betere eigenschappen heeft en dat germanium meer en meer ging vervangen.
Op dit ogenblik wordt silicium het meest gebruikt. Daarbij zijn het vooral de toevoegingen aan dit
materiaal, die de specifieke eigenschappen van het silicium bepalen. Voor onze lessenreeks werken we
vooral met silicium.
Diode, symbool :
Voor onze studie laten we de voedingsspanning van 0 tot + Vcc veranderen (een arbitraire waarde). Bij
elke waarde van Vcc nemen we ook de waarde van de stroom op. Daarna keren we de polariteit van de
bron om en doen hetzelfde. Met andere woorden, we hebben in het eerste geval de doorlaatcurve
opgenomen om nadien de sperrichting op te nemen. Het resultaat onder grafische vorm vinden we
hieronder: we noemen dit de stroom / spanningkarakteristiek van de diode.
De diode in doorlaatrichting:
Zolang de spanning onder de 0,7 V blijft vloeit er maar een te verwaarlozen stroom die we als NUL
beschouwen. Het is alsof een "open" schakelaar in de kring werd geplaatst. Vanaf die 0,7 V zien we plots
een stroom opduiken. Vergroten we deze Vcc nog meer dan merken we over de klemmen van de diode
een bijna constante 0,7 V, maar de stroom door de diode zal snel stijgen. De beperking van stroom is te
danken aan de weerstand in serie. Als die er niet zou zijn, zou de stroom door de diode snel zo groot
worden dat de diode sneuvelt. Deze 0,7 V noemt men de drempelspannig. Deze spanning is afhankelijk
van het soort halfgeleider: hier dus voor silicium. Voor germanium is deze lager: ongeveer 0,2 à 0,3 V. Bij
germanium verloopt de overgang naar geleiding ook heel wat minder abrupt.
De diode in sperrichting :
Zoals verwacht is er geen geleiding. Er vloeit bijna geen stroom, slechts een zeer kleine verliesstroom
kan gemeten worden. De orde van grootte is microampère (miljoenste ampère). Vergroten we de inverse
spanning dan zal op een bepaald moment toch een aanzienlijke stroom gaan vloeien. Bij deze spanning
zal de diode meestal doorslaan (de geest geven = dood). Naargelang de constructie van de diode kan dit
effect toch nuttig gebruikt worden: dan spreekt men van een "zenerdiode". Dit zien we later nog. De
zenerspanning of doorslagspanning is groter dan de drempelspanning. De materiaalkeuze bepaalt de
zenerspanning. Bij de doorslag- of zenerspanning blijft de spanning over de diode min of meer constant,
al naargelang de constructie.
Nuttig om te onthouden :
De siliciumdiode die in doorlaatrichting De invers gepolariseerde diode gedraagt zich als een
gepolariseerd staat, vertoont over haar OPEN schakelaar zolang de spanning onder de
aansluitklemmen een spanning van doorslagspanning ( of zenerspanning ) blijft.
ongeveer 0,7V.
Maar: een diode is GEEN lineaire component. Op de karakteristiek hierboven merken we dat bij het
verplaatsen volgens de curve, de weerstand op die plaats NIET gelijk blijft. We kunnen de weerstand op
een bepaalde plaats van de grafiek bepalen door de wet van Ohm op een kleine zone toe te passen. We
kunnen stellen dat de statische weerstand op één bepaald punt een bepaalde waarde geeft. Bij
verplaatsing over de curve zal de waarde dynamisch veranderen volgens het punt of het instelpunt.
Nogmaals: men kiest op één bepaalde plaats twee dicht bij elkaar liggende punten en bepaalt de lengten
voor U en I op deze plaats.
Δ U
Rd =_____ .
Δ I
Deze kennis zal ons te pas komen bij de studie van de werking van transistoren.
We hernemen hiervoor het reeds bekende
schema, maar ditmaal met andere waarden.
Het is niet ingewikkeld om de belastingslijn
voor de diode te tekenen.
Om een stroom doorheen een kring te
kennen passen we volgende functie toe:
Vcc = 3 V
Vcc -Vd
I= _________ Vd = spanning van de diode
R
3 - 0
I = _______ = 0.03A of 30 mA. Dit punt is het karakteristieke punt voor U=0 en I= 0.03A
Het tweede is dat Vd gelijk is aan de voedingsspanning of 3V, wat ons oplevert:
3 - 3
100
We beschikken nu over twee punten en het volstaat om deze met elkaar te verbinden om de
belastingslijn te verkrijgen. Het snijpunt van deze lijn met de curve van de diode zelf, levert ons het
instelpunt P van de diode. Dit werkingspunt van de diode leert ons volgende bijzonderheden: U(over
diode)=0.75 en I = 22mA (ongeveer). De rest van de voedingsspanning van 3 V staat over de weerstand
van 100 Ω
Noot:
Alles wat is aangeduid met "f" (forward) betekent dat men in doorlaatzin werkt.
Alles met de indicatie "r " (reverse) betekent dat men de sperzin werkt.
IF(AV)max : De maximaal toegelaten gemiddelde waarde van de voorwaartse stroom genomen over
een ganse periode (20 ms).
De voetletters A V staan voor average= gemiddeld. De voetletters RMS staan voor root mean square=
effectieve waarde.
De voetletter R staat voor repetitive= herhalend (als tweede voetletter). De voetletter W staat voor
working= periodiek sinusregime. De voetletter S staat voor surge= hoge golf= eenmaal optredende piek.
De voetletter M staat voor maximum= hoogst toegelaten waarde.
In een ander hoofdstuk gaan we hier dieper op in. De diode wordt hier gebruikt om wisselstroom in
gelijkstroom om te zetten, want onze toestellen werken meestal op gelijkspanning. Anders zijn batterijen
of gebruik van een omzetter nodig.
Polariteitsbeveiliging
Mogelijk hebt je al meegemaakt wat er gebeurt als je een toestel verkeerd op een batterij aansluit . Dit
kan simpelweg door een verstrooidheid gebeuren... Je kan schade voorkomen door in serie een diode in
voorwaartse zin (geleidend) te plaatsen. Het geheel ziet er als volgt uit:
De diode geeft een natuurlijke beveiliging tegen ompoling. Een klein spanningsverlies (0,7 V) is de
keerzijde, maar bij een gestabiliseerde voeding volstaat het om de uitgangsspanning met 0,7 V op te
drijven. Meestal is dit spanningsverlies echter zo klein dat de werking van het toestel niet in het gedrang
komt.
Oefeningen