Biologie

Gedrag: zie pp

Krab met een grote klauw en verder kleine, wenkkrabben.

Mutatie opgetreden waardoor er een grote klauw gekomen is en met de tijd mee is dat
verder gemuteerd en is een klauw veel groter geworden. Dit is een evolutionair voordeel,
hogere fitness dus meer nakomelingen. De vrouwtjes vinden het aantrekkelijk en mannetjes
worden ermee weggejaagd.

Termen die je moet kennen:

- Inprenting: je leert iets in een bepaalde periode, de gevoelige periode. Bijvoorbeeld
talen leren lukken kinderen in groep 3 het best
- Ruimtelijk inzicht: dat een vogel weet waar die naar toe moet, zijn omgeving kent
- Conditionering
Klassiek: hond ziet een stuk vlees en kwijlt. Stel je doet er elke keer een lampje bij dan
zal de hond gaan reageren op het lampje en niet het eten.
Operant: als je weet dat je wat krijgt op een bepaalde manier dan herhaal je dat steeds.
Hond die een brokje wilt en die steeds krijgt als die springt, zal elke keer gaan springen
om een brokje te krijgen
Trail and error: gewoon simpel ‘uitproberen’

Fitness: de hoeveelheid (vruchtbare) nakomelingen. Hoe hoger de fitness hoe meer

nakomelingen dus hoe meer kans kom jouw genen door te geven.

Paringssystemen:
- Premiscuous: ordinair, je pakt alles wat je ziet
- Monogaam: 1 man en 1 vrouw
- Polygaam
Polygynie: 1 man, meerdere vrouwtjes
Polyandry: 1 vrouw, meerdere mannetjes

Sleutelprikkels en instinct komen erin