Professional Documents
Culture Documents
Stuvia Handboek Lean Management Samenvatting Hoofdstuk 1 2 en 31830
Stuvia Handboek Lean Management Samenvatting Hoofdstuk 1 2 en 31830
geschreven door
ahmede
www.stuvia.com
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Waar komt het vandaan?: vanuit Toyota(Japan) in de jaren 50 die hebben de huidige lean
filosofie geïntroduceerd. Het doel wa om zo veel mogelijk volgens de eisen van de klant te
werken.
Kwaliteit en klantwens waren belangrijker dan productie en snelheid.
Het doel van lean?: Het inrichten, ontwikkelen en managen van een stabiele, excellente
operationele organisatie waarin gestreefd wordt naar de perfectie van het juist leveren van
de juiste producten en diensten op het juiste moment (tegen de juiste prijs).
Lean-organisatie: Bevat een infrastructuur en cultuur waarin het streven naar perfectie zit
ingebakken. Lean richt zich niet alleen op de primaire, transformerende processen, maar
ook op de hele organisatie(op alle onderdelen, dus niet alleen op alle process van de
organisatie).
Just In Time = Leveren van juiste klantwaarde (hoogste kwaliteit, laagste kosten, kortste
doorlooptijd.
Jidoka = Het streven naar de hoogste kwaliteit / ingebouwde kwaliteit.
Right First Time = Principe van het automatisch inbouwen van kwaliteit bij de bron.
Operationele stabiliteit: Dit is de basis van Lean. Dit betekent dat alle aspecten van het
voortbrengingssysteem onder controle zijn, zodat een onbelemmerde doorstroming van
het werk (zonder verspilling en zonder wachttijden) mogelijk is.
Zorg voor uniformiteit en standaardisatie waar het maar kan, zodat het proces kan worden
afgestemd op het bestelritme van de klant.
Bepaal de takttijd. Bepaal de werklasten van medewerkers door het uitvoeren van een
processtudie. Optimaliseert de werklast en verdeel deze evenredig over het benodigde
aantal operators. Standaardiseer en verbeter.
Jishuken = ‘zelfstudie groep’ die wordt geïnitieerd en gemanaged door het management
en die gericht is op een verbeterproject gerelateerd aan de bedrijfsdoelstelling. - Het
heeft een leerdoelstelling als een verbeterdoelstelling.
Jidoka = Richt zich op uitmuntende kwaliteit, die bij de bron moet worden gerealiseerd.
- Jidoka staat voor autonomation: automatisering op menselijke maat, waarbij de
werkstations in de productielijn worden geautomatiseerd en fool-proof gemaakt.
- Het Doel: Produceren van betere producten tegen lagere kosten, waarbij kwaliteit is
ingebouwd in het productieproces met behulp van automatisering.
Andon = Een visueel signaal dat aangeeft dat er een defect is en waar het defect is
opgetreden.
- Meestal een rood lampje
- Tegenwoordig worden er geavanceerde Anders gebruikt, Groen, oranje lampen.
Een belangrijke factor om aan te geven hoe Lean een proces is, is de Value-added Ratio:
Value-added Ratio = waardetoevoegende tijd / totale doorlooptijd.
VVFPP-Model =
- Value: Bepaal de klantwaarde. Onderzoek de eisen en wensen van klanten en
bepaal wat de klantwaarde precies is.
- Value-stream: Waarde wordt aan klanten geleverd via de waardestroom, die in het
ideale geval geen enkele niet-waardetoevoegende activiteit bevat.
- Flow: Zorg dat de activiteiten doorstromen. Zorg voor een lopende band achtige
productie: goederen en diensten goed door het proces lopen, elimineer
nietwaardetoevoegende activiteiten en andere vormen van verspilling.
- Pull: Laat de klant de producten of diensten door het proces trekken. Synchroniseer
de productie met de werkelijke vraag van de klant.
- Perfection: Optimaliseer het proces voortduren. Streef naar perfectie door
processen voortdurend te verbeteren met behulp van Kaizen-events/bursts of
Kaizen-blitzes.
- De kracht van Kaizen ligt in het betrekken van medewerkers bij continu
verbeteren, zodat praktische kennis van de werkvloer wordt gebruikt in de
PDCAcyclus.
Kano-analyse: Instrument om inzichtelijk te maken wat de klant wil hebben, door te bepalen
welke product- en/of dienst kenmerken belangrijk zijn bij het leveren van de juiste kwaliteit
voor de klant.
- Hoe: Klanten en -wensen worden geïnventariseerd middels vragenlijsten waarmee
klanten hun mening geven over een aantal kenmerken van het product/dienst.
- Drie soorten kenmerken:
- Basis kenmerken.
- Primaire Kenmerken..
- Delight Kenmerken.
- Het opnemen wat de klant nu wilt is een momentopnamen, wat nu een deligheter
kenmerk is kun volgend jaar een primaire kenmerk zijn.
FMEA:
- M.
- FMEA staat voor Failure Modes and Effects Analysis.
- Doet?: Het onderzoekt het gevolg van het mogelijke falen van een product of proces,
om zo op voorhand maatregelen te kunnen treffen om dit falen te voorkomen.
- Zwakke punten kunnen worden opgespoord en geprioriteerd worden.
- Zwakke punten = input voor een verbeterproject.
- FMEA-analyse: Achterhalen wat het totaal risico van falen is voor elk product
onderdeel of elke processtap, door alle manieren van falen de faalkansen, de
detectiekansen en de rest van degevolgen van falen te evalueren.
- FMEA is eigenlijk een risicoanalyse-instrument
- Voordeel: er wordt collectief kennis vastgelegd van het product en proces als
baseline voor de product- en procesprestaties, dus als basis voor het continu
verbeteren.
Spaghetti-diagram
- Illustreert de fysieke stromen van materialen en andere entiteiten. Het visualiseert de
reisafstand voor een elke procescyclus.
- Wordt gebruikt om verbeterpotentieel in de fysieke layout van de werkvloer in kaart te
brengen, helpt om slechte of inefficiënte werkstromen te identificeren en fungeert als
input voor toekomstige verbeter workshops, kaizen-blitzes en kaizen-events.
Functiestroomdiagram/interface-analyse:
- Procesbeschrijving waarin de interactie tussen de processtappen en functies of rollen
wordt verhelderd. Gebeurt door in de procesbeschrijving gebruikt te maken van
swimming lanes en of te koppelen aan rasci of raci-model.
- Bedrijfsprocessen zijn het aangrijpingspunt voor beteringen.
- Goed denken in processen maar ook goed nadenken over de functies(of rollen) en
de toewijzing van processtappen en functies.
Parallelliseren en segmenteren:
- gefocust op het reduceren van de totale complexiteit door productgerichte werkcellen
te ontwikkelen via het opdelen van de totale waardestroom in gerichte parallelle
substromen die vervolgens weer kunnen worden opgedeeld in zinvolle
semiautonome segmenten.
- Richt op meerdere product/marktcombinaties.
- Parallellisatie leidt ertoe dat de complexiteit in de waardestroom wordt gereduceerd,
zodat het werk beter kan stromen en er minder beheersbehoefte is.
- SLP kan worden gebruikt om de segmenten die gevonden zijn na parallelliseren
segmenten, systematisch toe te wijzen aan de beschikbare bedrijfsruimte.
Two-bin-systeem:
- Een van de bekendste pull-besturingssystemen waarbij het materiaalverbruik door
een klant(proces) een trigger vormt om het materiaal weer aan te vullen.
- Een two-bin-systeem is de werkvoorraad verdeel over twee gelijke bakken. 1 bak
dient als directe werkvoorraad de andere als reservevoorraad. Een lege bak vormt
het signaal om de items aan te vullen
- Een two-bin-systeem is een voorraadbeheersingssysteem dat vooral geschikt is
voor kleine en/of goedkope items.
- Voor het bepalen van de hoeveelheid items in de bakken is het belangrijk om de
werkelijke klantvraag goed helder te hebben.
Kanban-(besturings)systeem:
- Een voorraadbeheer- en coördinatensysteem waarbij een transformatieproces wordt
bestuurd en voorraden worden aangevuld op basis van werkelijk verbruik.
- Uitvoering: De basisformule voor het bepalen van het aantal kanbankaarten (N)
om precies aan de klantvraag te kunnen voldoen (onder de aanname dat er geen
Fifo-baan en supermarkt:
- Zijn in het algemeen kleine opslagplaatsen met hooguit enkele producttypes.
- Fifo-baan is een opslagplaats van materialen en onderdelen tussen twee
(subprocessen van (meestal) beperkte omvang waarbij het principe wordt gevolgd
dat het materiaal of onderdeel dat het eerst op voorraad wordt gezet, ook als eerste
aan de beurt is om gebruikt of verbruikt te worden.
- FiFo-baan wordt meestal geïmplementeerd door markeringen op de vloer of een fysiek kanaal
waar men een maximum aantal producten kun opslaan.
- Lean-supermarkten en FiFo-banen worden gebruikt om de verschillende processen en
werkcellen in de waardestroom te synchroniseren.
Het ultieme doel van lean?: Dat de totale waarde stroom stroomt met seriegrootte 1,
zodat er geen (tussen)voorraden nodig zijn.