Professional Documents
Culture Documents
Sam en Vatting Offset
Sam en Vatting Offset
DEEL 1: OFFSETPERSEN
• P1: schematisch overzicht perstypes in vellenoffset: KENNEN?
• Indeling van offsetpersen via:
o formaat, 1-2-3-4 of meerkleurenpers, druksnelheid, papiertransport,
RV, inktgeving, vochtgeving, cilinderverhouding, cilinderopstelling, n
doorgavecilinders, extra-groepen voor vernis of nummerwerk, extra-
uitrustingen, type uitleg, automatisatie, afmetingen, vermogen
Inleg
• Universeel transport:
o Wordt VOORAAN opgenomen door 1 zuiger
o Single-sheet transport
o Eerste vooraanleg, dan zij-aanleg
o Voordelen: gemakkelijk instelbaar, klein formaat, duw-ZA
Nadelen: traag (8000 vellen per uur)
o Tekening: (na P3)
• Staffel inleg:
o Wordt ACHTERAAN opgenomen met 2 zuigers
o Voordelen: zeer snel! (15000 vellen per uur)
Nadelen: moeilijk instelbaar, groot formaat (maar ook voor klein en
middelformaat), trek ZA
o Tekening: (na P3)
Blikdrukker
• P14
• Kun je zien aan de weight of stock maximaal 4500 kg!
Proefpersen
• P15
• Vooral gebruikt bij fotogravure bedrijven! (VM, Steurs, De Schutter,…) Deze
bedrijven scannen beelden, produceren films, proefdrukken, maken vormen.
• Soorten proeven:
o Blauwdruk/ozalid impositieproef
o Folie kleur controleren
o Toners
o Cromalin: tonerproef voor kleur
• Wat is verschil juist tussen proefpers en oplagepers?
Algemeen
• Rasters
o Voor offset 60 lpcm of 150 lpi
o Voor zeefdruk 16 lpcm of 40 lpi
DEEL 2: Standmaken
= register, in pas, dit zijn de verschillende instelmogelijkheden om tot een goed
register te komen:
Klemlatten
• Eénkleurenpers:
o Voorste klemlat is in principe vaststaand
o Zie tekening P1 (wat is dit juist allemaal?)
• Meerkleurenpers:
o Bij meerkleurenpersen zonder automatisatie van plaatinvoer is zowel
de voorste als achterste klemlat verplaatsbaar zodat er kan
geschommeld worden met plaat totdat de kleuren in register liggen.
o Elke klemlat is verplaatsbaar in omvangs- en dwarsrichting.
o Voorste klemlat is voorzien van registersysteem via
schaalinstellingen in beide richtingen op nul te stellen
o Zie tekening P1
• Autoplate: zie p2
Regelen van de VA
• De VA-punten kunnen gezamenlijk en individueel ingesteld worden
(afhankelijk van het type)
• Kan geregeld worden via afstandbediening
• Zo wordt grijperswit bepaald van de machine.
• Instelbereik = ongeveer 1mm
Regelen van de ZA
• Afhankelijk van type ZA:
o Duw- of trekZA
o Mechanisch of pneumatisch
• Grof- en fijninstellingen
• Over hele machinebreedte instelbaar
Afstandssturing
Zijdelings en omvangregister
• Synchromotoren op plaatcilindertandwielen zorgen voor verplaatsing van de
cilinder.
• Plaatcilinder kan tot 1mm nauwkeurig bepaald worden
Diagonaalregister
• Voor meerkleurenvellenpersen!
• Verstelling:
o Via plaatcilinder
o Of door aanpassing van de papierdoorgave van tegendruk naar
tegendruk
• Steeds vanuit één machinezijde werken?
• Verstellingen van de plaatcilinder vergen soms compensatie van het
vochtwerk.
• wat is dit juist?
• Bij sommige machines wordt de plaat fysisch verplaatst over de
cilindermantel! (zie P5)
Fan out
• = uitzetting van papier
• Vooral bij grotere formaten, bij meerkleurendruk op éénkleurenpersen
dimensiestabiliteitsproblemen gedeelde klemlijsten gebruiken
• Ook bij autoplate oplossing voorzien manuele correcties
• Uitzetting:
o Drukken met water en inkt zorgt voor papieruitzetting, bij looprichting
papier evenwijdig aan de cilinder zal het papier uitzetten evenwijdig
aan de drukrichting. Tekening: P5
o Papier wordt uitgetrokken omdat het papier door de inkt vastplakt aan
de cilinder met inkt. De grijpers houden het papier vast aan de
tegendrukcilinder vervorming
• Tegenwoordig gaat alles veel sneller, en veel minder vocht, dus is er minder
uitzetting!
DEEL 3: Inktgeving
Inleiding
Inktwerktypes
Vellenoffset
Rotatiepersen
• Illustratiepersen:
o Kwaliteit werk!
o Snelheid hoger dan vellenoffset!
o Aantal rollen tussen 8 en 18
o Bij minder dan 12 rollen 2 of 3 opdraagrollen
• Krantenpersen:
o Eenvoudiger inktwerk 7 – 13 rollen
o Draaizin van inktwerken kan worden omgedraaid om zo in verschillende
banen te kunnen drukken.
• Formulierenpersen:
o Smalbaanrotatie
o Drukgroepopstellingen met mogelijks verwisselbare plaat- en
rubberdoekcilinders.
o 3 opdraagrollen
o geen hoge snelheid er kan met likrollen gewerkt worden
o meestal 15 of meer rollen
Inktbak
• (P13 constructie inktbak)
• inktmes:
o verend bladstaal
o opening tussen mes en bakrol bepaald hoeveelheid inkt
o inktmes wordt door middel van instelschroeven in onbelaste toestand
gemonteerd op inktbakchassis
o inktbak begrensd door 2 (eventueel) te verwijderen zijschotten
• zoneschroeven:
o individueel instellen
o mes wordt verder geduwd naar de bakrol toe
o zo worden nabijliggende zone’s ook beïnvloed natuurlijk
o plunjer die dmv veer de schroef terugduwt zodat het achteruit
draaien van de schroef gemakkelijk gaat
o afstand tussen schroeven bepaald ook nauwkeurigheid inktbak
• inktloden:
o bestaat uit lood
o eventueel aanwezig
o als tussenschot gebruikt in inktbak om meerdere kleuren in één keer
aan te brengen op de inktrol irisdruk
o MAAR hiervoor moeten speciale inktbakken gebruikt worden!:
Inktbak met gesegmenteerd inktmes zonale instelling is
mogelijk zonder beïnvloeding van buurzones
• Andere inktbakken:
o Inktbakken specifiek voor rotatiepersen
o Boven en onderstaand inktmes
o Korte inktgeving anilox-offset = rasterwals die tegen de
plaatcilinder staat gelijke hoeveelheden inkt overal, maar per nieuwe
papiersoort nieuwe rol nodig!
Bakrol
• Stalen cilinder gedragen door lagers of lagerschalen
• Rol blijft onbeschadigd in contact met mes door inkt die smerend effect heeft
Likrol
Neemt gedoseerd inkt van bakrol over en brengt over naar verdere rollenstel
Distributierollen
Harde of zachte rollen, zorgen voor transport. Eindpunt ruiterrol
Extra’s
• Wasinrichting na elke druk of kleurwissel
is een rubberen lip met stang om inkt op te vangen
• Milieuvriendelijke aanpassingen dubbele sproeistang (met kokosnoot olie),
eco wasmiddel, recuperatie wasmiddel
• 2-kleurenpers: CK / MY
CK op zelfde rol en MY op zelfde rol Y als laatste want is zwaarste kleur
• 4-kleurenpers: KCMY
eerst lichte kleuren, dan zware om overzet te vermijden
• 4 films:
o minste bedekking zwart of 45° rasterstand
o meeste bedekking geel of 0° rasterstand
Materialen
• metalen rollen: koper en staal
• harde kunststofrollen: Rocan en Rilsan
• rubberen rollen
Inktsturing
Zie P18
Inktvoorziening
• pompen leveren inkt uit vaten 25 tot 400 kg. Inktoppervlak wordt afgedekt
met plaat zodat geen lucht in het systeem binnendringt. Auto-stop bij inkt op.
• Boven inktbak zijn er cartouches/cartridges 2 kg. Worden met perslucht
uitgeduwd. Cartridges bevinden zich op houder die links/rechts beweegt over
de inktbak.
DEEL 4: Vochtgeving
Inleiding
Aanwezigheid water is onmisselijk bij offset! Vochtwater is de juiste benaming!
1. Zuurtegraad
= pH-waarde of negatieve, decimale logaritme van de waterstofionen-
concentratie.
• = Maat van zuurgehalte in het water: tussen 0-7 zuur, tussen 7-14
basisch (neutraal 7 dus)
• Meten door gebruik van indicatorstrips die verkleuren bij bepaalde waarde.
• De ‘Merck speciaalindicator-strips’ zijn tot 0,2 nauwkeurig handigst voor
drukker.
• Glaselectrode nog nauwkeuriger, wel goed onderhouden en ijken voor
gebruik
• Zie P2 voor een overzicht van de pH-waarden.
(pH 0 waterstofionenconcentratie = 1, ph 1 wsic = 10-1 , pH 2 wsic =
10-2 enz…)
2. Hardheid
• Hard water = water die aardalkalimetalen zoals calium en magnesium bevat
• Hardheid water hangt af van kalkhoudend karakter van de bodem
geografisch verschillend dus
3. Totale hardheid
= maat voor gehalte aan aardalkali-ionen (Ca2+, Mg2+, Mg2+, Ba2+, Sr2+). Calcium
is de belangrijkste!
Eenheid voor totale hardheid = Duitse Hardheid dH (1°dH = 10 mg CaO per liter)
Hiernaast heb je ook nog de eenheid SI uitgedrukt in mmol/l (1°dH = 1,79 fH =
0,179 mmol/l) [fH = franse hardheid]
Zie P4!
4. Oppervlaktespanning
Oppervlaktespanning verlagen van vochtwater heeft tot gevolg:
1. verminderen spreidingstendens van inkt
2. verminderen grensvlakspanning op drukinkt beter emulgeren van
water en inkt
3. betere bevochtiging van drukplaat
Voordelen alcoholgebruik:
snel opstarten, snel bijsturen van vochtdosering mogelijk, minder vervuiling
vochtwerk, optimale watertransport door viscositeitsverhoging (samenhang van
het water), ruimere toleranties, bacteriële bescherming
Nadelen alcoholgebruik:
milieu, gezondheid werknemer, slechts in beperkte hoeveelheid, duur (verbruik,
installatie, verzekering), transport- en verpakkingskosten zijn hoog, bevorden
kalkafzetting
5. Kiemdodende werking
Vochtwater bevat antimicrobiële stoffen die de vorming en groei van bacteriën,
schimmels, algen enz. bestrijdt. (P9 voor grafiek)
Grafiek toont aan dat er na een 15-tal weken bijna geen kiemen meer zijn per
ml.
6. Anti corrosie
Criteria-overzicht
P10!
Deel 5: specifieke vochtwerken
Heidelberg – alcolor
Enigste die we moeten kennen!
• Constructie rubberen bakrol, doseercilinder, rubberen opdraagrol,
matgechroomde verwrijfcilinder, tussenrol (brugrol), blaaslijst met zonale
regelmogelijkheid (inktverdeling op inktmes waarschijnlijk)
Deel 6: Storingen
Zie P31!!! Schematisch overzicht kennen!
Deel 7: Rubberdoeken
Productie van rubberdoeken
• Is samengesteld uit meerdere lagen van elastomeren die olieresistent zijn.
• Bestaat uit: (zie P1)
o Karkas:
Componenten worden droog gemengd met roll-mill
Dan opgelost in solvent
Het bekomen goedje wordt aangebracht via een coater nu
hebben we een laag
Karkas is opgebouwd uit verschillende zo’n lagen
o Toplaag:
Mescoaters zorgen telkens voor ongeveer 0,01
materiaaloverdracht
Na laatste laag talkpoeder erop om restsolventen te
verwijderen
• Rubberdoek wordt nu samen met papierendrager rond een cilinder gewikkeld
en gevulkaniseerd (in autoclaaf = toestel die door damp onder hoge druk
steriliseert [vandaele])
• Papier zorgt voor structuur aan de toplaag.
• Soms wordt toplaag nog geslepen om structuur te verminderen.
Bestanddelen
De weefsellagen
• DOEL: dimensiestabiliteit
• Geweven product met looprichting!
• Basisgrondstoffen: natuurvezels (kortere vezels, onregelmatige vorm),
synthetische vezels (langer, regelmatiger).
• Eigenschappen katoen:
o Hoog vul- en oppervlaktedekkingsvermogen
o Goed mechanische hechting aan elastomeer
o Goede temperatuurresistentie
o Goede dimensiestabiliteit
o Goede knikweerstand
Elastomeer
• DOEL:
o Aanpassing aan oppervlaktestructuur en –onregelmatigheden
o Aanpassing aan laterale beweging (zijdelingse beweging) in druknip
o Bestendig tegen water en onderhoudsproducten
o Verbinden weefsellagen
o Oppervlaktestructuur bepalen
• Basisgrondstoffen: NBR-rubber polymeer van nitryl, butadieen, rubber
(toevoegingen aan rubber verschillen van toplaag en tussenlaag)
Samendrukbare laag
• DOEL: samendrukbaar maken
• Elastomeer = niet samendrukbaar, daarom nog een speciale laag
Soorten rubberdoeken
• Conventionele rubberdoeken:
o Niet samendrukbaar
o Weefsellagen en elastische rubberlagen
o Bij druk op de cilinder rubber wordt niet ingedrukt, maar zijdelings
verdrongen
• Compressibele rubberdoeken:
o Samendrukbaar
o Bevat minstens 1 samendrukbare laag (boven of onder bovenste
weefsellaag)
Fysische eigenschappen
Dikte
Formaat
Oppervlaktestructuur
Rek
Hardheid
Microhardheid Kleinere indrukdiameter
Samendrukbaarheid
Elasticiteit en herstelvermogen
Oppervlaktezwelling
Druktechnische eigenschappen
Afwikkeling
• = in de druknip wordt het rubberdoek ingedrukt waardoor ervoor en erna
opbollingen ontstaan van het materiaal.
• Als de diameter van de rubberdoek= plaatcilinder zal er na de nip meer
opbolling zijn dan ervoor! Daarom rubberdoekdiameter kleiner! (gemiddeld
0,2mm maar)
• Grootformaatpersen zullen dus meer problemen hebben hiermee.
Inktoverdracht
• Zo goed mogelijk inktaanname van de plaat en inktafgave naar de drukdrager
Mottle
= wolkerig uitdrukken van rasters of volvlakken, dit komt door verschillende
inktabsorptie op het papier!
Bottoming
= niet volledig uitdrukken van beeldelementen door structuurvariaties in
rubberdoek
Relatief drukcontrast
Release eigenschappen
= loslaateigenschap, wordt bepaald door de contacthoek tussen papier en
rubberdoek.
• bij inktsystemen zijn de eerste opdraagcilinders beladen met meer inkt dan
de laatste. (48% 37% 8% 7%)
• slurstrip = toont zowel slurfouten (lateral slur zieje aan vertikale strepen
punt uitgetrokken in de breedte, of circumferential slur zie je aan de
horizontale strepen punt uitgerokken in de hoogte) maar ook gain en
sharpening.
Feeder
• bij aanleg op de feeder wordt ook gecontroleerd op dubbelblad, via:
o elektromechanisch: twee contactwielen, er kan een bepaalde hoogte
ingesteld worden van stok, is er een dubbelblad zal de hoogte hoger
zijn fout
o systeem in ZA
o ultrasonische detectie: een zender zendt ultrasonische stralen uit, een
ontvanger vangt ze op OK, als er een dubbelblad is dan zal het
luchtkussen tussen de bladen de ultrasonische stralen opvangen.
Papieroverdracht
• via dubbel zo grootte transfersysteem
o er is een plaat rond de grote cilinder gedaan waardoor het papier niet
in rechtstreeks contact komt met de cilinder!
o De plaat bevat kleine gaatjes waar lucht uit komt zodat het papier goed
geleid wordt!
wash-up apparaat
• Gecombineerde wash-up apparaat:
o Wast de rubberdoek- en tegendrukcilinder met één toestel!
o Elektronisch bestuurd zodat de kop van het apparaat altijd schoon is!
o Milieuvriendelijk gebruik van plantolie’s
• Rubberdoek wasapparaat:
o Rechtstreeks tegen rubberdoek
Uitvoer
• Verschillende droogsystemen, en boven de uitlegpak is er een afzuigsysteem
voor verluchting.
• Het papier wordt ook hier contactloos vervoerd over een luchtsysteem