1.CMK 2023 Lesnotities

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 6

Cultuur- en Maatschappijkritiek

LES 1

Wat is cultuur- en maatschappijkritiek?

 kritiek geven op hoe cultuur en maatschappij functioneren


 cultuur = geheel van ideeën en praktijken waarmee mensen
betekenis verlenen aan zichzelf en hun omgeving.
 maatschappij = geheel van sociale organisatie waarbinnen mensen
leven
 beiden worden aangestuurd door aannames, ideeën en keuzes. Deze
drukken waarden en voorkeuren uit.
 ideologie = set van aannames, ideeën en keuzes die door een
(sub-)groep in de maatschappij als ‘goed’ ‘waar’ wordt aanzien
 politieke, ethische en media-debatten gaan over bedenkingen,
voorkeuren en keuzes die mensen/groepen hebben t.a.v hoe we vorm
geven aan cultuur en maatschappij. Daar wordt ook kritiek geuit,
maar dat is kritiek vanuit een ideologisch kader. Dit is niet hetzelfde
als cultuur- en maatschappijkritiek.

Cultuur- en maatschappijkritiek in deze lessen spitst zich toe op het kader


van waaruit we het functioneren van ideologie kunnen begrijpen, en spitst
zich toe op alles wat met psychologie te maken heeft.

= de studie van de radicale gesitueerdheid van psychologie als wetenschap


en psychologische processen in historische, sociale, politieke en culturele
contexten, waarbinnen per definitie waarde-geladen keuzes en
spanningsvelden aanwezig zijn.

 Psychologie slaat hierbij zowel op psychische belevingen en


problemen, op praktijken en stromingen in de psychologie, en op de
kijk op wetenschap.

 Wat binnen het veld van de psychologie als waar/onwaar of


goed/slecht wordt beschouwd hangt van historische, sociaal-politieke
en culturele contexten.

Bijv. wat is waanzin/een psychiatrische stoornissen: evolutie in


het denken tussen de Middeleeuwen, moderne tijden en
hedendaagse tijd.
Bijv. wat in een neoliberaal sociaal-politiek klimaat wordt
beschouwd als psychische stoornis/ideaal is niet hetzelfde als
wanneer bekeken vanuit een communistisch perspectief
Bijv. wat in een Europese context wordt beschouwd als een
plausibele verklaring voor hallucinaties, is niet hetzelfde als
vanuit een Afrikaanse context.

1
 De studie van psychologie wordt sterk gedetermineerd vanuit
perspectieven op mens, maatschappij en wetenschap die op dat
moment dominant zijn (bijv. de voorbije decennia het wit mannelijk
heteronormatief standpunt). Aspecten die van daaruit in de kritische
studie van psychologie regelmatig terugkeren zijn: cultureel en
structureel racisme, postkolonialisme, sociale onrechtvaardigheid.
 Visies en contexten evolueren. Uitdaging: goed snappen hoe de
hedendaagse kijk gedetermineerd is. Want: geen enkele kijk is
objectief; elke kijk vertrekt vanuit een perspectief.

 Discussies die gaan over waar/onwaar of goed/slecht zijn ethisch


en epistemologisch van aard. Ze vertrekken van aannames, dogma’s
die als dusdanig niet bewezen kunnen worden.
 bijv. kan je psychische belevingen best begrijpen door er
getallen op te kleven via meting of door er woorden op te kleven
via spreken?

 Dé waarheid kan je niet spreken. Waarheden worden geformuleerd


en geconstrueerd binnen contexten.

 Visies en contexten kunnen we begrijpen door discours te


bestuderen.
- Discours = het talige systeem waarbinnen we functioneren en
dat we gebruiken om over onszelf en de wereld te spreken: de
uitdrukkingen (waarvan sommigen meer trendy zijn dan
anderen), de verhalen, de waarheidsclaims, de verhouding
tussen spreekactoren.
- De regels, normen, waarden en onderlinge verhoudingen
binnen een cultuur worden met discours uitgedrukt én door
discours gedetermineerd. De taal die we gebruiken is niet
louter een expressie van onze gedachten, ze bepaalt wat we
kunnen denken en wat we in het denken belangrijk vinden.
o Bijv. Binnen een cultuur waarin economische
winstoptimalisering en consumptiegoederen veel status
hebben, zullen mensen over allerlei zaken denken in
die termen, bijv. over hun uiterlijk, hun liefdesrelaties,
arbeid…
 Effect binnen onze hedendaagse Westerse
context: mensen verlangen ernaar om zichzelf te
ontplooien en realiseren als waren ze een
onderneming die strategische beslissingen neemt
en haar marktwaarde vergroot.
 150 jaar geleden, toen de impact van het
Christendom in Europa nog veel groter was, was
het discours van waaruit mensen dachten over
diezelfde topics religieus. Gods woord zoals
geopenbaard in de Bijbel en door religieuze
gezagsdragers was toonaangevend. Dit had grote

2
impact op hoe arbeid en liefde en zelfbeleving
werden gedacht.

 Dergelijke discussies en de kritische situering ervan zijn maar


mogelijk omdat de mens niet samenvalt met de opvattingen die er zijn
over de mens. Tussen beide zit een kloof, een tekort. Daarom heeft de
mens een reflexieve relatie met zichzelf. Zowel individueel, in
collectiviteiten als in de wetenschap vragen we ons af wie of wat we
precies zijn.

Kernauteurs in kritische theorie

 Kritische Theorie in de strikte zin van het woord: auteurs van de


zogenaamde Frankfurter school. Deze focussen de vervlochtenheid van
maatschappelijke en psychische dynamieken door een creatieve combinatie
te maken tussen de theorieën van Freud met Marx.

- Karl Marx: kritiek op kapitalisme die twee centrale


onderliggende dynamieken aanstipt:
o Warenfetisjisme
o Meerwaardeproductie
 deze zorgen voor specifieke machtsrelatie, waarbij de
kapitaalkrachtigen de meerwaarde creërende arbeiders
domineren

- Sigmund Freud
o Structureel onbehagen in de zelfbeleving doordat Es
botst met Ik en Boven-Ik
o Culturele instituties en praktijken (religie, wetenschap,
kunst) zijn defensieve zich steeds herhalende
antwoorden op dit onbehagen  collectieve neurose
o Deze defensieve reacties kunnen gelezen en
geïnterpreteerd worden

- Frankfurter school (FS): (Adorno, Horkheimer…)


o Bijzondere aandacht voor machtsmechanismen die
ongelijkheid creëren en bestendigen

 Kritische theorie in de brede zin van het woord: auteurs uit andere
tradities + specifieke bewegingen in sociale wetenschappen
- Franse school (Michel Foucault, Jacques Lacan…):
o Discours is de drager van
 ideologie (zoals uitgedrukt in talige keuzes)
 sociale relaties (zoals uitgedrukt in manier van
taalgebruik, bijv. autoritair, expert, klagend,
luisterend)
o Fixaties in discours dienen defensieve functie
o Discours kan gelezen worden
3
o Lacan:
 Symbolische
 Imaginaire
 Reële

- Hedendaags: Nicolas Rose (bouwt voort op Foucault)


o Kritische situering van psy-disciplines, -praktijken en -
concepten, en subjectiviteitsbeleving in relatie tot
politieke macht

- Hedendaags: Slavoj Žižek (bouwt voort op Lacan)


o Huidige maatschappij = desintegratie van de ‘Ander’
(traditie)  leidt tot zekere scepsis ten aanzien van
instituties (Symbolische orde) en proliferatie van
complot-denken (Imaginair)
o We leven in tijden van post-politiek, waarbij echte
politieke discussies afwezig zijn en politiek in dienst
staat van kapitalisme
o Impact van ideologie is geen kwestie van een slechte
manipulatieve ander die ons van buitenaf regeert. Het
is een effect van de blinde vlekken in onze eigen denken

- Hedendaags: Byung-Chul Han


o Laat-kapitalistische maatschappij heeft problematische
verhouding t.a.v presteren (zelf-exploitatie), narcisme
en zelf-focus, onverdraagzaamheid t.a.v. tekort en
andersheid
o Dit blijkt uit hoe we werken, studeren, relaties aangaan
en vrije tijd invullen
o Dit uit zich in typische pathologie: burnout, depressie,
verslaving…

 Andere bewegingen in sociale wetenschap die kritisch perspectief


belichamen:
- Feminisme
o Kritiek op dominant mannelijke visies in wetenschap
- Post-kolonialisme
o Kritiek op dominant wit/Westerse visie in wetenschap
- Disability-studies
o Kritiek op de normatieve opvattingen over
normaal/abnormaal en op uitsluitingsmechanismen in
de maatschappij.

Wat is kritische psychologie? (op basis van tekst Ian Parker)

o Vorm van systematisch onderzoek naar de psychologie als discipline,


naar hoe deze bepaalde vormen van actie en onderzoek verkiest boven

4
andere, en hoe deze voorkeur samenhangt met ideologie en
machtsverhoudingen.
o Neemt aan dat psychologie een diverse discipline is (veel verschillende
methoden en theorieën naast elkaar). Deze variatie weerspiegelt
culturele en historische diversiteit, en dus ook verschillende
ideologisch gekleurde modellen over mens en maatschappij.
o Onderzoekt hoe psychologie door de gewone burger individualiserend
wordt gebruikt, als een manier om zichzelf te begrijpen en te reguleren
 Deze focus heeft mogelijkerwijs een verengend effect, bijv. omdat we
denken dat problemen eerder op te lossen zijn door individuele
verandering en niet door sociale actie.
o Onderzoekt hoe academisch onderzoek en klinische praktijken geleid
worden door ideologische tendensen in de maatschappij.
o “The question is not ‘what is inside the mind?’ but ‘what is the
mind inside?’”
o geen focus op verborgen mentale processen, maar op hoe
mentale processen ingebed zijn in verhoudingen (van micro- tot
macro-niveau)
o leidt tot een andere focus, bijv. op cognitie: is het een
breinproces? En/of een sociaal gebeuren?: “You can only think
because of your place in networks of relationships with
other people and because of patterns of discourse that give
shape to your image of the world and yourself”
o “we should attend to the political agendas of those who use psychology
to tell us how we can and cannot behave”.
o Psychologie wordt normatef gebruikt. Bijv. in de jaren 1970 was
homoseksualiteit een stoornis in de DSM. In de naam van
psychologie en psychiatrie werden normatieve a priori
opvattingen over seksualiteit als waarde-neutraal gepropageerd.
Men beschouwde het als een ‘stoornis’.
o Methodisch: focus op discoursanalyse en langs deze weg onderzoeken
hoe er selectiviteit binnensluipt in het denken.
o Bijv. bestuderen welk jargon mensen/psychologen gebruiken om
over psy-fenomenen te praten. Bijv. managment-jargon, brein-
jargon.
o Echter: ook gebruik van andere methoden, ook kwantitatief (bijv.
om patronen van ongelijkheid te onderzoeken)
o ‘Prefiguratieve’ focus: er is een streven naar een rechtvaardiger en
machtsevenwichtiger maatschappij.
o Sterke focus op samenwerking met de personen die in onderzoek
betrokken worden en hen niet behandelen als studieobject. Bijv.
patiënten niet enkel data laten aanleveren (bijv. via interview of
vragenlijsten), maar hen ook betrekken bij het uittekenen van het
onderzoeksdesign, de bespreking van de resultaten en de publicatie
ervan.
o Sterk focus op emancipatie (=ontsnappen aan onderdrukkende
machtsmechanismen), in verlengde van feminisme en post-
colonalisme.

5
6

You might also like