Professional Documents
Culture Documents
Ecli NL HR 2023 732
Ecli NL HR 2023 732
Instantie Hoge Raad
Datum uitspraak 23-05-2023
Datum publicatie 23-05-2023
Zaaknummer 21/04197
Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2021:2042
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2023:334
Rechtsgebieden Strafrecht
Bijzondere kenmerken Artikel 81 RO-zaken
Cassatie
Inhoudsindicatie
Mensensmokkel (art. 197a.1 Sr). 1. Bewijsklacht m.b.t. oordeel hof dat verdachte
“wist of ernstige redenen had om te vermoeden dat de toegang of doorreis
wederrechtelijk was” 2. Aftrek voorarrest, art. 27 Sr.
HR: art. 81.1 RO.
Vindplaatsen Rechtspraak.nl
RvdW 2023/597
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/04197
Datum 23 mei 2023
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 30 september 2021,
nummer 22-002380-20, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1984,
hierna: de verdachte.
1 Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben R.J. Baumgardt, P. van Dongen en S.
van den Akker, allen advocaat te Rotterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De
schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2 Beoordeling van het cassatiemiddel
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat
deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te
motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk
niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling
van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van
Strien en C. Caminada, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter
openbare terechtzitting van 23 mei 2023.