Gramática-Pretérito Perfecto - Completar Frases

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 1

GRAMÁTICA – El Pretérito Perfecto: completar frases

Je hebt geoefend met de vormen en het maken van de Pretérito Perfecto. In deze
oefeningen ga je dit in de praktijk brengen: je vult onderstaande zinnen aan! Nog
hulp nodig? Herhaal dan dit onderdeel op de Wikiwijs of vraag hulp aan je expert!

A. Kies de juiste vorm van het werkwoord ‘haber’:


1. Hoy mi familia y yo hemos/ han ido al supermercado
2. Mi hermano Javi he/ ha viajado a España.
3. Mi madre nunca ha/ has ido en avión.
4. Ellos habéis/ han visto muchas ciudades
5. ¿Vosotros habéis/ hemos comprado regalos?
B. Vul in de onderstaande zinnen de juiste vorm van de Pretérito Perfecto van
het werkwoord tussen haakjes in.
1. Las chicas (comer) 2 bocadillos.
2. (comprar, jij)mucha ropa.
3. Mis amigos y yo (mirar) una película.
4. Manuel (vivir) en Barcelona.
5. (beber, jullie) vino tinto?
6. Mis abuelos (hablar) inglés y español.
7. (bailar, wij) el Flamenco.
8. Este año yo (ir) a Valencia.

C. Vertaal de volgende zinnen naar het Spaans. Let op: in iedere zit zit de
Pretérito Perfecto! Gebruik voor onbekende woorden een (online)
woordenboek.
1. Deze maand ben ik naar Mexico geweest.
2. We hebben veel tacos gegeten.
3. Mijn ouders hebben met de obers gepraat.
4. Mijn vader is naar de hoofdstad gereisd.
5. Hij heeft veel foto’s genomen (tomar fotos)
6. Ben jij wel eens in Mexico geweest?

You might also like