NHL Hogeschool, Vakmasters Groningen

Toetsvoorblad

Toetsnaam LINEAIRE ALGEBRA EC 5

TE.ECM.Dt.M 12.WLIN

1e Examinator Harm Bakker

2e Examinator Igor Hoveijn

Cijferberekening 1 + 9 × score / max

Bij elke opgave staat vermeld hoeveel punten er te behalen zijn

Toegestane hulpmiddelen Datum 05 11 2020

Tijd 16.00 tot 19.00

Grafische rekenmachine zonder CAS

Algemene toetsinstructies
3 Schrijf met zwarte of blauwe pen;
3 Nummer ingeleverde vellen volgens het systeem: 1 van 5, 2 van 5, etc.;
3 Vul voornaam en achternaam in op elk vel;
3 Vul studentnummer en NHL-inlognaam in op het eerste vel;
3 Lever na afloop het opgavenblad weer in;
3 Teken de presentielijst.

Uit het Onderwijs- en Examenreglement

3 Bekendmaking uitslag: binnen 3 werkweken;
3 Mogelijkheid tot toetsinzage: binnen 6 werkweken.

1
 NB:
- werk overzichtelijk en motiveer helder je antwoorden;
- met “bereken” wordt bedoeld “bereken exact”.

Opgave 1  
1 3 −3 0

 −2 −4 2 −2 

Gegeven is de matrix A = 
 3 −3 15 4 

 0 6 −12 3 
2 8 −10 10

[2 pt] 2 1. Veeg de matrix A tot gereduceerde echelonvorm.

[3 pt] 2 2. Bereken bases voor

• Nul(A): de nulruimte van A

• Col(A): de kolomruimte van A
• Row(A): de rijruimte van A

[3 pt] 2 3. Bereken een orthogonale basis voor Col(A).

Opgave 2
Gegeven zijn twee positieve gehele getallen m en n,
de m × n matrix A en de n × m matrix B.
De afbeelding T : Rm → Rm wordt gegeven door T (x) = A · B · x.

[3 pt] 2 4. Bewijs: als m > n dan is T niet surjectief (surjectief = onto)

[4 pt] 2 5. Bewijs: als A · B de nulmatrix is, dan geldt: Row(A) ⊆ (Col(B))⊥ .

Neem in de rest van de opgave aan dat m = n.

[2 pt] 2 6. Bewijs of weerleg: als A en B beide symmetrisch zijn, dan is A · B ook symmetrisch.
[4 pt] 2 7. Neem nu aan dat m = n ≥ 3 en laat B de inverse zijn van A.
De matrix C ontstaat uit de matrix A door bij de derde rij drie maal de eerste rij op te tellen.
Beschrijf hoe de inverse van C uit de matrix B kan worden afgeleid en bewijs de correctheid
van je oplossing.

H
H

 lees verder H
H



2
 Opgave 3
In deze opgave is V de verzameling van 3 × 3 matrices. Met de gewone optelling en scalaire
vermenigvuldiging is V een lineaire ruimte.
De afbeelding T : V → V wordt gedefinieerd door
 
0 0 1
T (A) = M · A · M waarbij M =  0 1 0 
1 0 0

[3 pt] 2 8. Bewijs: T is een lineaire afbeelding.

[3 pt] 2 9. Bewijs of weerleg: T is injectief. (injectief = one-to-one)

De deelverzameling W van V wordt gedefinieerd door:

 
1
A ∈ W ⇔  5  ∈ Nul(A)
−3

[3 pt] 2 10. Bewijs: W is een lineaire deelruimte van V .

[3 pt] 2 11. Geef de dimensie van W . Beargumenteer je antwoord.

H
H

 lees verder H
H



3
 Opgave 4
In deze opgave is M de matrix gegeven door
 
1 −1 1 1
 0 1 4 −4 
M =  0

0 0 1 
0 0 2 −1

Eén van de eigenwaarden van M is λ = 1.

[3 pt] 2 12. Bereken de dimensie van de eigenruimte bij de eigenwaarde λ = 1.

   
1 1
 0   2 
In R4 zijn gegeven de vectoren v1 = 
 1  en v2 = 
  .
0 
0 1
Het stelsel B wordt gegeven door B = hv1 , v2 i
en de lineaire deelruimte S door S = Span(hv1 , v2 i).

[2 pt] 2 13. Bewijs dat B een basis is voor S.

[3 pt] 2 14. Bereken een basis voor S ⊥ .

De lineaire afbeelding T : R4 → R4 wordt (op de standaard basis) gegeven door T (x) = M · x.

[3 pt] 2 15. Laat door berekening zien dat T (S) = S.

De afbeelding P : S → S wordt gegeven door P (x) = T (x).

[2 pt] 2 16. Geef de matrix van P op de basis B.

Opgave 5
De kwadriek K in R3 wordt gegeven door de vergelijking 3x2 + 8xy + 4yz = 15.

[3 pt] 2 17. Bepaal de aard van K.

Totaal aantal punten: 49

H
H

 einde