Geschiedenisdocument Over Het Vroege Nederland

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 19

Tijd voor Geschiedenis

Opschudding in de Nederlanden
4.1. Religieuze opschudding (historische oriëntatie)
Leerdoelen

De leerdoelen van deze paragraaf zijn:

Je kunt religieuze opschudding in de 16 e eeuw en vandaag de dag beschrijven.

Je kunt aan de hand van een woordweb een kenmerkend aspect verduidelijken.

Je kunt verschillende bronnen aan jaartallen en gebeurtenissen koppelen.

4.1.1 Opschudding in Nederland


In dit hoofdstuk krijg je meer inzicht in de geschiedenis van Nederland. Centraal staan vooral de relaties met het
buitenland, in het bijzonder die met Frankrijk en Spanje. Tegenwoordig zijn dit allebei afzonderlijke Europese landen. Al
een aantal jaren kun je hier als Nederlander heel gemakkelijk vandaan, doorheen en naartoe reizen door de invoering van
het Schengenverdrag. Dit garandeert vrij verkeer van goederen en personen door de hele Europese Unie. Maar heel lang is
vrij verkeer onmogelijk geweest. Sterker nog, de relatie tussen Spanje en Nederland is lang erg gespannen geweest. Van
samenwerking is pas relatief kort sprake.

Dit hoofdstuk draait ook om opschudding, en dan vooral op religieus gebied. Religieuze opschudding vindt in onze
vaderlandse geschiedenis op grote schaal plaats in de zestiende eeuw, maar is ons vandaag de dag ook bekend. Met de
komst van veel nieuwe bewoners komen er nieuwe culturen en tradities ons land binnen. Die tradities botsen soms met
onze eigen gewoonten. Mensen met de islam als godsdienstige achtergrond hebben niet altijd dezelfde opvattingen als
mensen met een christelijke achtergrond. Ook zijn er spanningen in Nederland tussen mensen van verschillende
stromingen binnen de islam. Al met al zijn wederzijds begrip en tolerantie soms ver te zoeken.

Dat juist religieuze verschillen voor veel onrust kunnen zorgen is in de Nederlandse geschiedenis heel duidelijk geworden.
Aan jou nu de taak om meer inzicht te krijgen in deze tijden van opschudding.

4.1. Religieuze opschudding (actuele oriëntatie)


Leerdoelen

De leerdoelen van deze paragraaf zijn:

Je kunt religieuze opschudding in de 16e eeuw en vandaag de dag beschrijven.

Je kunt aan de hand van een woordweb een kenmerkend aspect verduidelijken.

Je kunt verschillende bronnen aan jaartallen en gebeurtenissen koppelen.

4.1.1 Actuele opschudding in Nederland


In dit hoofdstuk krijg je meer inzicht in de geschiedenis van Nederland. Centraal staan vooral de relaties met het
buitenland, in het bijzonder die met Frankrijk en Spanje. Tegenwoordig zijn dit allebei afzonderlijke Europese landen. Al
een aantal jaren kun je hier als Nederlander heel gemakkelijk vandaan, doorheen en naartoe reizen door de invoering van
het Schengenverdrag. Dit garandeert vrij verkeer van goederen en personen door de hele Europese Unie. Maar heel lang
was vrij verkeer onmogelijk. Sterker nog, de relatie tussen Spanje en Nederland was lang erg gespannen. Van
samenwerking is pas relatief kort sprake.

Dit hoofdstuk draait ook om opschudding, en dan vooral op religieus gebied. Religieuze opschudding vindt in onze
vaderlandse geschiedenis op grote schaal plaats in de zestiende eeuw, maar is ons ook vandaag de dag bekend. Met de
komst van veel nieuwe bewoners komen er nieuwe culturen en tradities ons land binnen. Die tradities botsen soms met
onze eigen gewoonten. Mensen met de islam als godsdienstige achtergrond hebben niet altijd dezelfde opvattingen als
mensen met een christelijke achtergrond. Ook zijn er spanningen in Nederland tussen mensen van verschillende
stromingen binnen de islam. Al met al zijn wederzijds begrip en tolerantie soms ver te zoeken.

Dat juist religieuze verschillen voor veel onrust kunnen zorgen is in de Nederlandse geschiedenis heel duidelijk geworden.
Aan jou nu de taak om meer inzicht te krijgen in deze tijden van opschudding.

Kenmerkende aspecten

De kenmerkende aspecten in dit hoofdstuk zijn:

De protestantse Reformatie had splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg.
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.

Tegenwoordig steekt religieuze opschudding nog geregeld de kop op. Dat wij in Nederland de vrijheid van meningsuiting
erg belangrijk vinden, heeft hiermee ook te maken. En 17 miljoen mensen betekent ook 17 miljoen meningen. Lang niet
iedereen uit zijn mening in het openbaar, maar sommigen doen dat zeker. Eén van de mogelijkheden om in het openbaar je
mening te verkondigen is door het schrijven van een column.

4.2. Buitenlandse bemoeienis


Leerdoelen

De leerdoelen van deze paragraaf zijn:

Je kunt uitleggen op welke manieren de Bourgondiërs hun macht weten te vergroten in de 14 e eeuw.

Je kunt met drie voorbeelden uitleggen hoe Filips de Goede het particularisme in de Nederlandse
gewesten tegen ging.

Je kunt uitleggen hoe de Bourgondische tijd overgegaan is in de Habsburgse Nederlanden.

4.2.1 Bourgondisch Nederland


In de middeleeuwen bestond Nederland uit verschillende gebieden, gewesten genaamd. Deze gebieden hadden ieder een
eigen bestuur, eigen wetten en regels en eigen munten. Elk gewest had zijn eigen rechten en privileges, wat de gewesten
graag zo wilden behouden. Dit streven naar zelfstandigheid van gewesten wordt ook wel particularisme genoemd. Er was
dus nog geen sprake van één Nederlandse staat.

In de veertiende eeuw stonden deze verschillende gebieden onder controle van een Franse hoge edelman, de hertog van
Bourgondië. Deze Franse hertog en zijn opvolgers wisten hun grondgebied steeds meer te vergroten door:

het verkrijgen van erfenissen;


door huwelijkspolitiek;
door aankoop van grondgebied;
door verovering.

De Nederlandse gewesten kregen in 1384 te maken met de Bourgondische hertog Filips de Stoute . Filips de Stoute kreeg in
dat jaar door huwelijkspolitiek het gewest Vlaanderen in handen, in die tijd het meest welvarende gebied van Europa.
Filips de Stoute en zijn opvolgers regeerden grote delen van de Nederlandse gebieden gedurende honderd jaar. Deze tijd
heet daarom wel de Bourgondische tijd.
4.2.2 Nederlandse staatsvorming
Omdat de zo van elkaar verschillende gewesten niet gemakkelijk te controleren en te besturen waren, wilden de hertogen
van Bourgondië graag een centraal bestuur instellen. De kleinzoon van Filips de Stoute, Filips de Goede wilde meer invloed
in zijn Nederlandse gebieden uitoefenen en het particularisme verminderen. Dit deed Filips de Goede op verschillende
manieren.

Zo stelde Filips de Goede stadhouders aan die plaatsvervangers van de hertog waren. Zo had hij alsnog controle over
een gewest als hij er zelf niet aanwezig was.
Daarnaast had elk gewest zijn eigen bestuur dat samenkwam in een Statenvergadering. Filips de Goede verzamelde
al deze Statenvergaderingen in één vergadering, de Staten-Generaal, die in 1464 voor het eerst bijeenkwam. Met
deze Staten-Generaal overlegde de landsheer over het beleid binnen de gezamenlijke gewesten. Maar de landsheer
deed er ook bede, waarbij de landsheer om geld vroeg.
Daarnaast bepaalde Filips de Goede dat Brussel de hoofdstad van zijn Nederlanden werd en dat de bestuurstaal hier
Frans moest zijn.

4.2.3 Verder onder Habsburg


De centralisatie van de Bourgondiërs werd in de Nederlandse gewesten niet gewaardeerd. De gewesten waren bang om
hierdoor hun eigen vrijheid en privileges te verliezen. Rond 1477 braken er opstanden uit in de Nederlandse gebieden van
het hertogdom Bourgondië. Hertogin Maria van Bourgondië kreeg bij haar aantreden te maken met openlijk verzet van deze
gewesten. Die durfden in ruil voor hun loyaliteit en steun aan de nieuwe landsvrouwe eisen te stellen. De hertogin zag zich
gedwongen akkoord te gaan. Maria van Bourgondië tekende het Groot Privilege. Hierdoor krijgen de Nederlandse gewesten
inderdaad meer vrijheid en invloed als de gewesten beloofden trouw te zijn aan de hertogin.

Maria van Bourgondië trouwde in 1477 met Maximiliaan I van Oostenrijk , de keizer van het Habsburgse rijk. Met zijn steun
kon Maria de zelfstandigheid van de gewesten weer deels terugnemen. De Nederlandse gewesten worden vanaf 1482, na
de dood van Maria van Bourgondië, de Habsburgse Nederlanden genoemd.

4.3. Keizerlijke Karel


Leerdoelen

De leerdoelen van deze paragraaf zijn:

Je kunt drie verschillende Collaterale Raden noemen.

Je kunt verschillen en overeenkomsten noemen tussen lutheranen en calvinisten.

Je kunt de rol van de inquisitie bij de vervolging van protestanten uitleggen.


4.3.1 Karel V
In 1506 overlijdt Filips de Schone , de heer van de Habsburgse Nederlanden. Na zijn dood wordt deze taak overgenomen
door zijn zoon Karel V. Vervolgens breidt Karel V zijn macht steeds verder uit en wordt hij naast heer der Nederlanden ook
koning van Spanje (1516) en Duits keizer (1519). Daarnaast krijgt Karel V ook nog eens de leiding over de Spaanse gebieden
in de de Nieuwe Wereld. Omdat hij zijn enorme rijk niet in zijn eentje kan besturen stelt Karel V zijn tante Margaretha van
Oostenrijk aan als zijn landvoogdes. Margartha van Oostenrijk is daarmee de plaatsvervanger van Karel V in de Habsburgse
Nederlanden. Hieronder vallen ook de gewesten die tegenwoordig tot Nederland behoren.

Karel V reorganiseerde het Nederlandse bestuur nog verder dan zijn voorgangers. Hij wilde de gewesten centraliseren.
Hiervoor richtte hij in 1531 drie raden op die gezamenlijk de Collaterale Raden genoemd worden. De Collaterale Raden
gaven de koning en de landvoogdes advies over diverse zaken. Deze raden bestaan uit:

De Geheime Raad, die adviseert over binnenlandse wetgeving.


De Raad van State, die adviseert over buitenlandse bestuurlijke zaken en oorlogsvraagstukken.
De Raad van Financiën, die adviseert over de financiën van de Habsburgse gewesten.

4.3.2 Reformatie in Nederland


De ideeën van de Reformatie van Luther bereikten ook Nederland. In Nederland kreeg Luther hierdoor veel volgelingen, de
lutheranen. Maar Luther was niet de enige met een grote aanhang. De Fransman Johannes Calvijn was geïnspireerd door
de ideeën van Luther en schreef daar zijn eigen werken over. De ideeën van Calvijn over soberheid en gematigdheid
spraken velen in Nederland aan. Maar vooral de ideeën van Calvijn over de organisatie van de kerk vonden veel aanhang.
Zo vond Calvijn dat de Kerk niet van bovenaf, maar vanuit de gelovigen zelf geleid moest worden. Ook vond Calvijn dat de
bijbel het belangrijkste was in de kerk. De aanhangers van Calvijn worden calvinisten genoemd. Beide groepen gelovigen
zijn protestanten. De calvinisten kregen in Nederland veel aanhang. De aanwezigheid van een grote groep protestanten
zorgde voor onrust bij de katholieken.

4.3.3 Bloedplakkaten
Karel V keek met zorg naar de groei van het protestantse geloof in zijn rijk. Zo ook naar het opkomende calvinisme in de
Nederlandse gewesten. Hij stelde daarom in 1550 het bloedplakkaat in waarmee protestanten vervolgd werden door de
inquisitie. De inquisitie was een kerkelijke rechtbank, die protestanten als ketters veroordeelde. De ketters werden levend
verbrand en de executies waren voor iedereen toegankelijk. Deze terechtstellingen leidden tot een schok in de Nederlandse
gewesten. Karel V maakte hiermee duidelijk dat hij het katholieke geloof te vuur en te zwaard wilde beschermen.

Karel V sloot in 1555 de godsdienstvrede van Augsburg na jaren van onrust over religie binnen en buiten zijn rijk. In het
verdrag was afgesproken dat het staatshoofd de religie van zijn of haar land bepaalt. Hij was ondertussen een vermoeide
oude man geworden. Zijn plan om als modern vorst de Nederlanden te centraliseren was slechts voor een deel gelukt. Het
handhaven van het katholieke geloof als enige toegestane godsdienst was nog lastiger gebleken. Karel V besloot af te
treden en droeg een deel van zijn gebieden, waaronder de Nederlanden, over aan zijn zoon Filips II, de koning van Spanje .

4.4. Een onrustige opstand


Leerdoelen

De leerdoelen van deze paragraaf zijn:

Je kunt voorbeelden noemen waarom de Nederlanders bij voorbaat ontevreden zijn over Filips II.

Je kunt verschillende soorten oorzaken en gevolgen onderscheiden.

Je kunt verschillende voorbeelden noemen hoe de hertog van Alva na de Beeldenstorm probeerde de
Nederlanden onder de duim te houden.

Je kunt de rol van Willem van Oranje in de Nederlandse Opstand beschrijven.

4.4.1 In botsing met een nieuwe vorst


In de Nederlanden werd Filips II niet met enthousiasme ontvangen. Dit kwam door een aantal redenen:

Filips II zag zichzelf als leider in de strijd tegen het protestantisme en trad daardoor nog veel strenger op tegen
protestanten dan zijn vader Karel V.
Filips II voerde verschillende oorlogen en dat kostte veel geld. Hierdoor moest Filips II hoge belastingen heffen wat
zorgde voor onvrede bij veel burgers.
Filips II zette de centralisatie van zijn vader Karel V voort, waardoor veel gewesten én edelen bang waren hun
privileges te verliezen.

Koning Filips II stuurde Spaanse edelen die hem trouw waren naar de Nederlanden om bestuurstaken op zich te nemen.
Om uit zijn naam te regeren stelde Filips II zijn halfzus Margaretha van Parma aan als landvoogdes.

In de Nederlandse gewesten groeide het protestantisme ondertussen flink door. Vooral calvinisten kregen een steeds
grotere aanhang. Met behulp van bloedplakkaten voerde Filips II de vervolgingen van protestanten verder op. Ondanks de
bloedplakkaten en het beleid van Filips II verminderde het aantal protestanten niet. Het leek zelfs of er door de
vervolgingen juist meer ketters kwamen.

In 1566 kreeg de landvoogdes een ongewoon verzoek van ongeveer 200 lage Nederlandse edelen. Het Smeekschrift der
edelen. Dit schrift vroeg Filips II om de plakkaten tegen het protestantisme te verzachten. Margaretha beloofde de oproep
met de koning te bespreken, maar Filips II wilde er niets van weten.
Vaardigheden om te denken als een historicus

Oorzaken en gevolgen
Geen historisch verschijnsel, ontwikkeling of gebeurtenis komt zomaar ineens uit de lucht vallen. Niets staat
ooit volledig op zichzelf. Alles is op een of andere manier het gevolg van eerdere gebeurtenissen én de oorzaak
van latere gebeurtenissen.

Oorzaken: elke gebeurtenis, zoals bijvoorbeeld het schrijven van het Smeekschrift der edelen, heeft dus een of
meer oorzaken. Oorzaken zijn redenen waarom iets is gebeurd. Vaak zijn verschillende oorzaken aanwijsbaar en
daarom hebben historici hiervan een indeling gemaakt.

Directe en indirecte oorzaken: directe oorzaken zijn gebeurtenissen, indirecte oorzaken zijn processen
Economische, religieuze, politieke en sociale oorzaken
Economisch is alles wat met arbeid en geld te maken heeft
Religieus is alles wat met geloof te maken heeft
Politiek is alles wat met organisatie en bestuur te maken heeft
Sociaal is hoe mensen in een samenleving met elkaar omgaan

Gevolgen: een gebeurtenis die de reactie vormt op een oorzaak heet een gevolg. Hier wordt onderscheid
gemaakt tussen verschillende soorten gevolgen. In leerjaar 1 heb je al kennis gemaakt met directe en indirecte
gevolgen. Maar historici onderscheiden ook nog bedoelde en onbedoelde gevolgen.

Sommige gevolgen, zoals gebiedswinst na een oorlog, zijn bedoeld. Maar andere gevolgen, zoals lijden aan een
onbekende ziekte na een ontdekkingsreis, zijn onbedoeld. Sommige gevolgen worden pas na jaren duidelijk,
terwijl andere gevolgen al meteen zichtbaar zijn.

Met deze vaardigheden ga je aan de slag in de opdrachten 0, invalid reference 3879, invalid reference 3881,
invalid reference 3883, invalid reference 3884 en 0.
4.4.2 De Beeldenstorm
De protestanten in de Nederlanden moesten door het beleid van Filips hagenpreken in de open lucht houden. Tijdens
deze preken werden Filips II en de katholieken scherp veroordeeld. De katholieken werd verweten dat de katholieken niet
volgens de Bijbel leefden en in overdadig versierde kerken heiligenbeelden aanbaden. Uit onvrede vielen uiteindelijk
groepjes calvinisten in 1566 doelbewust kerken en kloosters aan. Deze acties zijn de geschiedenis ingegaan als de
Beeldenstorm, omdat de sierlijke beelden van de heiligen allemaal kapot werden gemaakt. In enkele maanden woedde de
beeldenstorm over heel het westelijk deel van de Nederlanden en liet een spoor van vernieling achter.

Filips II was woest toen hij over de beeldenstorm hoorde. Filips II stuurde zijn beste generaal, de hertog van Alva , naar de
Nederlanden om orde op zaken te stellen. Alva mocht zelf weten hoe hij dit ging doen zolang hij maar deze drie opdrachten
wist te vervullen:

De beeldenstormers straffen. Alva richtte hiervoor de Raad van Beroerten op. Die kreeg vanwege de harde vonnissen
al snel de bijnaam 'bloedraad'. Ook hoge edelen, die de beeldenstorm niet hadden voorkomen, werden veroordeeld
door deze raad.
Het katholieke geloof opleggen aan de Nederlanden. Alva moest ervoor zorgen dat iedereen het katholieke geloof
volgde, desnoods met geweld.
Een echt centraal bestuur instellen. Hiermee moest de macht van de gewesten gebroken worden.

Alva's komst betekende een periode van geweld en straf voor iedereen die verdacht werd van verraad of ketterij. Veel
edelen vluchtten uit angst voor Alva naar het buitenland. Wie achterbleef, werd van verraad beschuldigd. Door Alva's komst
moest Margaretha aftreden en werd Alva landvoogd. Om de Nederlanden ook economisch te straffen stelde Alva de
Tiende Penning in. Daarbij moesten de Nederlanders 10 procent extra belasting op producten en winsten uit
ondernemingen betalen. Met de opbrengsten kon Alva zijn leger betalen.

4.4.3 Nederlanders in opstand


De komst van Alva en de maatregelen die Alva nam, leidde tot een hoop onvrede in de Nederlanden. Een grote groep
vluchtelingen, geuzen genaamd, probeerden vanuit Duitsland en vanaf zee zich met wapens te verzetten tegen Alva.
Willem van Oranje, een hoge edelman in de Nederlanden, nam de leiding over deze groep vanuit Duitsland. In 1568 viel
Willem van Oranje met zijn leger de Nederlanden binnen, waarmee de Nederlandse Opstand of Tachtigjarige Oorlog
begon.

In 1568 won Willem van Oranje de slag bij Heiligerlee , maar in de jaren daarna waren de legers van Alva steeds te sterk. In
1572 boekten de opstandelingen opnieuw een succes. De watergeuzen veroverden op 1 april bij toeval de Zeeuwse stad
Den Briel. Meer steden durfden daardoor de kant van de opstandelingen te kiezen. Alva was woedend en besloot dat hij de
steden één voor één ging belegeren tot de steden zich overgaven. Bij het beleg van Leiden leidde dit tot grote sterfte onder
de bevolking. De stad wilde zich bijna overgeven toen de geuzen te hulp kwamen en de belegering doorbraken. Toen het
Spaanse leger ging muiten en plunderen, beseften de Nederlandse gewesten dat de gewesten moesten samenwerken om
Spanje te kunnen weerstaan. In 1576 sloten de gewesten een verdrag waarin stond dat elk gewest zijn eigen godsdienst
mocht bepalen en dat de Spaanse troepen het land uit moesten.

Deze samenwerking duurde niet lang omdat de gewesten toch ruzie kregen over godsdienst. Een nieuwe Spaanse
landvoogd, Alexander Farnese, kreeg de zuidelijke gewesten aan zijn kant. Deze gewesten waren katholiek gebleven. De
noordelijke gewesten waren toleranter tegenover het protestantisme. Deze gewesten gingen vanaf 1579 alleen door met
de strijd. De noordelijke gewesten erkenden Filips II sinds 1581 niet meer als heer, zoals beschreven in het Plakkaat van
Verlatinghe. Voor Filips II was Willem van Oranje de grote vijand. Filips II loofde een beloning uit voor diegene die hem wist
te doden. Willem van Oranje werd in 1584 door Balthasar Gerards doodgeschoten. In 1588 besloten de noordelijke
gewesten verder te gaan zonder koning als Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
4.5. De strijd beslecht
Leerdoelen

De leerdoelen van deze paragraaf zijn:

Je kunt bewijzen hoe Maurits van Nassau successen boekt tegen de Spanjaarden.

Je kunt de strijd tussen stadhouder en landsadvocaat beschrijven aan de hand van Maurits en Johan van
Oldenbarnevelt.

Je kunt uitleggen waarin de Nederlandse staatsinrichting zich onderscheidde van andere landen in de 16 e en
17e eeuw.

4.5.1 Een grotere Republiek


Na de moord op Willem van Oranje werd zijn zoon Maurits van Nassau op zijn achttiende verjaardag benoemd tot
stadhouder van Holland en Zeeland. Maurits was vooral geïnteresseerd in militaire zaken. Daar werd Maurits dan ook heel
goed in. Maurits bedacht bijvoorbeeld de waterlinie . De politiek liet hij voornamelijk over aan de Staten-Generaal.

Maurits werd aanvoerder van het Staatse leger dat een stuk beter geordend de strijd aanging met de Spanjaarden dan de
losse troepenverbanden voor zijn tijd. Omdat ook de Engelsen vanaf 1585 met Spanje in oorlog waren, had Maurits er dus
ook een nieuwe bondgenoot bij. Met geduld en militair inzicht wist Maurits vestingsteden als Deventer en Breda in te
nemen.

Maurits boekte veel successen door:

De hervorming van het Staatse leger. Dat was weliswaar klein, maar goed betaald en bewapend.
Slim gebruik te maken van de Nederlandse rivieren om wapens en goederen te vervoeren.
De muiterijen in het Spaanse leger. Spaanse huurlegers werden geregeld niet betaald, waardoor de soldaten in
opstand kwamen.
De verdeelde aandacht die de Spanjaarden moesten opbrengen. Zij vochten niet alleen tegen de Hollandse
opstandelingen en de Engelsen, maar ook nog eens tegen Frankrijk! Dit na het afkondigen in 1598 van het Edict van
Nantes door de Franse koning Hendrik IV .

De Spanjaarden vochten zowel op zee als op het land. In 1588 voer de gevreesde Spaanse Armada noordwaarts om
Engeland aan te vallen. Deze missie werd onder meer door een zware storm een mislukking: slechts enkele van de 139
schepen kwamen uiteindelijk in Spanje terug. Op het land had Spanje meer succes. Zo werd na een beleg van veertien
maanden de handelsstad Antwerpen veroverd, evenals Brussel en Gent.
4.5.2 Stadhouder tegen landsadvocaat
De noordelijke gewesten werkten samen in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. In de Staten-Generaal
overlegden de gewesten onder andere over de buitenlandse politiek. De gewesten hadden verder veel zelfstandigheid. In
de tijd dat Maurits de aanvoerder van het leger was, had Johan van Oldenbarnevelt de leiding van de Staten-Generaal.
Johan van Oldenbarnevelt was op dat moment ook landsadvocaat van het gewest Holland. Hij kwam daarom vooral op
voor het belang van het gewest Holland.

Maurits en van Oldenbarnevelt verschilden erg van elkaar. Maurits was als stadhouder voorzichtig, terwijl van
Oldenbarnevelt veel risico's durfde te nemen. Omdat de Opstand de handel veel schade toebracht was van Oldenbarnevelt
voor een wapenstilstand met Spanje. Maurits was hiertegen. Van Oldenbarnevelt wist in 1609 toch het Twaalfjarig
Bestand voor elkaar te krijgen. Hierna ging Maurits zich ook met de politiek bemoeien.

Al snel ontstond er conflict over de precieze invulling van het calvinistische geloof. Van Oldenbarnevelt en Maurits sloten
zich aan bij verschillende stromingen binnen het calvinisme. In de ruzie die volgde werd Maurits ervan beschuldigd zijn
macht uit te breiden. Van Oldenbarnevelt werd beschuldigd van landverraad wegens zijn samenwerking met Frankrijk en
Engeland. Maurits pleegde in 1618 een staatsgreep. Johan van Oldenbarnevelt werd opgepakt en ter dood veroordeeld .

4.5.3 Bevrijd van de Spanjaarden


In 1625 overleed Maurits. Als bevelhebber van het Staatse leger volgde zijn halfbroer Frederik Hendrik hem op. Als
volgende stadhouder uit het huis Oranje slaagde Frederik Hendrik er in de Spanjaarden steeds meer van het grondgebied
dat de Republiek claimde te verjagen.

In de Republiek werd intussen geprobeerd om de interne geloofsproblemen op te lossen. Hiervoor werd een speciale
kerkvergadering belegd, de Synode van Dordrecht, die aan de discussie binnen het calvinisme een eind maakte.
Daarnaast werd daar bepaald dat er een Nederlandse Bijbelvertaling moest komen. Deze Statenvertaling was in 1637
gereed.

In de jaren daarna boekten de opstandelingen steeds meer succes, mede omdat Spanje tegelijk ook oorlogen voerde met
andere Europese landen. Uiteindelijk gaf Spanje op in 1648 en werd het Verdrag van Westfalen getekend. Binnen dit
Verdrag van Westfalen werden ook afspraken gemaakt over een einde aan de oorlog tussen Spanje en de Nederlandse
Republiek. De ondertekening van deze Vrede van Münster betekende na 80 jaar eindelijk een einde aan de Nederlandse
Opstand.

Kenmerkende aspecten

Het kenmerkend aspect in deze paragraaf is: Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een
Nederlandse staat.

Opschudding in de Nederlanden
1. Religieuze opschudding
religieus godsdienstig of passend bij een bepaalde religie (= godsdienst)
De wereld kent een groot scala aan godsdiensten. Bij de grootste godsdiensten van de wereld horen onder andere het
christendom, de islam, het boeddhisme en het hindoeïsme.

2. Buitenlandse bemoeienis

gewest bestuurlijke eenheid (provincie) van een land


In de Nederlanden zijn er in de vijftiende eeuw zeventien gewesten met elk een
eigen bestuur, wetten en regels en munten.

Deze kaart toont een


overzicht van de
Nederlandse gewesten in
de Bourgondische tijd. De
Nederlandse gewesten
komen vanaf 1384 meer in
handen van de
Bourgondische hertogen.
Klik op de afbeelding voor
een vergroting.
privileges bijzondere rechten die door de heer of vrouwe van een gewest worden verleend
Vooral steden hebben in de Late Middeleeuwen privileges ontvangen waarbij het stadsbestuur bijvoorbeeld
zelf mocht bepalen hoeveel belasting de inwoners van een stad zouden moeten betalen.
particularisme het streven van de Nederlandse steden en gewesten naar (behoud van) zelfstandigheid
(nationale) staat staat waarin overal dezelfde regels en wetten gelden.
De wetten en regels worden in de Middeleeuwen vaak opgesteld door koningen en keizers. Maar in sommige
landen krijgt ook de volksvertegenwoordiging meer voor het zeggen.
huwelijkspolitiek het regelen van een huwelijk om zo familiebezit en macht uit te kunnen breiden
De Bourgondische hertog Filips de Stoute bijvoorbeeld weet dankzij huwelijkspolitiek het rijke gewest
Vlaanderen in handen te krijgen.
Bourgondische tijd periode waarin de Nederlandse gewesten onder leiding staan van de Bourgondische hertogen
De Bourgondische tijd begint met hertog Filips de Stoute en eindigt met Maria van Bourgondië. Door haar
huwelijk met Maximiliaan I van Oostenrijk komen de gewesten onder leiding van het Habsburgse rijk.
stadhouder plaatsvervanger van de heer binnen een gewest
Elk gewest krijgt een eigen stadhouder. Tijdens de Nederlandse Opstand werken diverse gewesten met elkaar
samen onder leiding van één stadhouder.
Statenvergadering vergadering van het bestuur van een gewest
In een Statenvergadering vergaderen van oudsher de drie standen (geestelijkheid, adel en burgerij) en
adviseren deze de heer van een gewest over het bestuur.
Staten-Generaal Tussen 1464 en 1796 de benaming voor de gezamenlijke vergadering van de
verschillende Statenvergaderingen van de verschillende gewesten. Sinds 1814
de benaming voor het parlement/de volksvertegenwoordiging van Nederland
bestaande uit de Eerste Kamer en Tweede Kamer.
Deze afbeelding laat de
De Staten-Generaal wordt voor het eerst bij elkaar geroepen door Filips de
eerste Staten-Generaal uit
Goede in 1464. Zo kan hij met alle Statenvergaderingen tegelijkertijd
1464 zien. Te zien is de
overleggen.
Bourgondische hertog
Filips de Goede op zijn
troon, terwijl hij de
afgevaardigden van de
zeventien gewesten
toespreekt. Bovenin de
bron hangen de
wapenschilden van de
deelnemende gewesten.
Klik op de afbeelding voor
een vergroting.

bede een officieel verzoek om geld of om belasting te mogen heffen


Bede wordt bijvoorbeeld gedaan door de hertog van Bourgondië om zijn oorlogen mee te bekostigen.
centralisatie het streven van vorsten om één centraal bestuur te vestigen waar overal dezelfde wetten en regels gelden.
De centralisatieplannen van de hertogen van Bourgondië en later Karel V leiden tot onrust in de Nederlandse
gewesten. Zij willen liever geen centralisatie, omdat zij bang zijn om hun privileges kwijt te raken.
Habsburgse benaming voor de Nederlandse gewesten in de Habsburgse tijd
Nederlanden De Habsburgse Nederlanden bestaan sinds 1482, op het moment dat hertogin Maria van Bourgondië overlijdt
en haar gebied vervalt aan haar echtgenoot Maximiliaan I en daarmee aan het vorstenhuis Habsburg met het
Habsburgse rijk.

3. Keizerlijke Karel

De Nieuwe naam voor de gebieden die vanaf 1492 in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika worden ontdekt
Wereld Na verloop van tijd komt men erachter dat Columbus geen nieuwe route naar India heeft ontdekt, maar een heel
nieuw continent. Omdat het zo ver weg is, lijkt het voor de Europeanen in die tijd wel een hele nieuwe wereld in
vergelijking met de wereld die men tot dat moment kent.
landvoogd(es) Plaatsvervang(st)er van de vorst in alle Nederlandse gewesten
Karel V stelt zijn tante Margaretha van Oostenrijk aan als landvoogdes over de Nederlandse gewesten.
Collaterale centrale adviesraden, ingesteld door Karel V, ter bevordering van de centralisatie van de Nederlanden
Raden Collateraal betekent ʻnaastʼ; de raden staan naast de vorst. Er zijn vanaf 1531 drie van deze Collaterale Raden: de
Raad van State, de Geheime Raad en de Raad van Financiën.
lutheranen volgelingen van Maarten Luther
Grote delen van het Heilig Roomse Rijk en Scandinavië volgen de leer van Luther en worden lutheraans.
calvinisten volgelingen van Johannes Calvijn
Hoewel Johannes Calvijn zelf nooit in Nederland is geweest, hebben zijn geschriften hier wel grote invloed
uitgeoefend. Zijn leer krijgt vooral in het noorden van de Nederlanden veel aanhang.
bloedplakkaat een op een vel papier gedrukte wet, vooral tegen ketters
Plakkaten worden vaak op openbare plekken opgehangen, zodat iedereen ze kan (laten) (voor)lezen. De strenge
bloedplakkaten worden voor het eerst in 1550 door Karel V uitgevaardigd.
inquisitie rechtbank van de rooms-katholieke kerk voor het opsporen en bestrijden van ketterij
Het woord inquisitie is in het Latijn 'inquisitio' (= onderzoek). De rooms-katholieke
kerk onderzoekt met behulp van de inquisitie mensen die zich niet houden aan de
regels van de kerk en probeert zo de leer van de kerk zuiver te houden.

De kerk gebruikt de
inquisitie onder meer om
mensen ter dood te
veroordelen, als die een
andere visie op de
geloofsleer hebben dan de
officiële visie van de kerk
zelf. Hier afgebeeld is de
geestelijke Sint Dominicus
die de leiding heeft over
een door de kerk
aangespannen rechtszaak.
Dit schilderij is rond 1495
geschilderd door de
Spanjaard Pedro
Berruguete. Het hangt in
het Prado in Madrid.
Klik op de afbeelding voor
een vergroting.

4. Een onrustige opstand


Smeekschrift verzoekschrift van een groep lage edelen in de Nederlanden in 1566, waarin gevraagd
der edelen wordt om matiging van het overheidsoptreden tegen protestanten
Het Smeekschrift der edelen – tegenwoordig zou dat een petitie heten – wordt aan
landvoogdes Margaretha van Parma voorgelegd, in de hoop dat zij invloed heeft op
haar halfbroer Filips II. Hij gaat echter totaal niet op deze smeekbede van de lage adel
in. In 1566 schrijven ongeveer
200 Nederlandse lage
edelen een zeer beleefde
maar dringende brief aan
Filips II. Daarin vragen zij
hem om een mildere
behandeling van
protestanten. De edelen
bieden dit zogenaamde
Smeekschrift aan
landvoogdes Margaretha
van Parma aan, zoals hier
op de afbeelding te zien is.
Margaretha bespreekt het
Smeekschrift der edelen
met koning Filips II, maar
hij doet daar vervolgens
niets mee. Deze illustratie
is gemaakt door Frans
Hogenberg in 1616. Het
werk is te zien in het
Nationaal Militair Museum
in Soesterberg.
Klik op de afbeelding voor
een vergroting.
hagenpreek godsdienstige bijeenkomst in het open veld, geleid door een calvinistisch predikant
Vooral vanaf 1566 worden veel hagenpreken gehouden. Waar het woord vandaan komt is onduidelijk, misschien
heeft het te maken met hagen of heggen waartussen zoʼn ʻkerkdienstʼ wordt gehouden.
Beeldenstorm uitbarsting van geweld onder het (calvinistische) volk in het jaar 1566, waarbij kerken
en kloosters ontdaan worden van katholieke versieringen
In 1566 loeit deze ʻstormʼ binnen enkele maanden vanuit de steden in het Zuiden
door de hele Nederlanden. Deze uitbarsting van ongenoegen is min of meer
spontaan.
In 1566 beginnen in de
zuidelijke Nederlanden
protestantse onlusten
waarbij katholieke kerken
en kloosters ontdaan
worden van alle rijkdom
en versiering. Deze
Beeldenstorm is de
aanleiding voor Filips II om
zijn beste generaal Alva
met een leger naar de
Nederlanden te sturen,
waarna de Nederlandse
Opstand begint. Deze
ingekleurde gravure is in
de zestiende eeuw
gemaakt door Frans
Hogenberg en komt uit de
Atlas van Stolk.
Klik op de afbeelding voor
een vergroting.
Raad van rechtbank door Alva ingesteld om de beeldenstormers en de verantwoordelijken
Beroerten hiervoor te straffen
In de negen jaar van het bestaan van de Raad van Beroerten zijn 1100 mensen ter
dood veroordeeld. De bijnaam van deze raad is daarom ʻbloedraadʼ. ʻBeroertenʼ
noemen we nu onlusten of onrust.
Na zijn aankomst in de
Nederlanden richt de
hertog van Alva de Raad
van Beroerten op om
hiermee de daders en
verantwoordelijken voor
de Beeldenstorm te
berechten. Zoals op de
afbeelding te zien, is Alva
de leider van de Raad van
Beroerten. Deze
afbeelding is in 1616
gemaakt door de
Nederlandse kunstenaar
Simon Frisius. Het werk is
in het bezit van het
Nationaal Militair Museum
in Soesterberg.
Klik op de afbeelding voor
een vergroting.
Tiende vaste belasting van 10% op de verkoop van goederen en winsten uit ondernemingen
Penning De Tiende Penning wordt in 1542 door Karel V voor het eerst ingevoerd als een bijzondere belasting. In 1569 komt
Alva met een voorstel om deze opnieuw in te voeren, nu als vaste belasting. Dit voorstel stuit op veel verzet in de
Nederlanden.
Nederlandse opstand van de Nederlandse gewesten tegen het Spaans gezag tussen 1568 en 1648. Zie ook Tachtigjarige Oorlog
Opstand Zeventien Nederlandse gewesten beginnen met deze opstand, waarvan er uiteindelijk zeven doorvechten na de
splitsing van de Nederlanden in twee unies in 1579.
Tachtigjarige opstand van de Nederlandse gewesten tegen het Spaans gezag tussen 1568 en 1648. Zie ook Nederlandse Opstand
Oorlog De naam Tachtigjarige Oorlog wordt tegenwoordig minder gebruikt, omdat deze eigenlijk niet helemaal klopt. Er
wordt geen tachtig jaar onafgebroken oorlog gevoerd. Zo is er tussen 1609 en 1621 bijvoorbeeld een
wapenstilstand van kracht.
geus opstandeling in de tijd van de Nederlandse Opstand. Zie ook watergeus. De naam geuzen komt van de aanbieding
van het Smeekschrift. De adviseur van Margaretha heeft de lage edelen toen in het Frans ʻgueuxʼ genoemd, wat
schooiers of bedelaars betekent. Erna is de term geus een erenaam geworden voor iedereen die in verzet komt
tegen het beleid van Filips II en Alva.
watergeus opstandeling in de tijd van de Nederlandse Opstand. Zie ook geus
De naam geuzen komt van de aanbieding van het Smeekschrift. De adviseur van
Margaretha heeft de lage edelen toen in het Frans ʻgueuxʼ genoemd, wat schooiers of
bedelaars betekent. Erna is de term geus een erenaam geworden voor iedereen die in
verzet komt tegen het beleid van Filips II en Alva. Watergeuzen krijgen van de regering In 1572 boeken de
van de Republiek toestemming om als kapers vijandelijke schepen te overvallen en in watergeuzen een
beslag te nemen. Watergeuzen spelen ook een belangrijke rol bij de inname van Den overwinning op de
Briel in 1572. Spanjaarden. Afgedreven
door de wind komen zij bij
toeval aan bij Den Briel,
waarna deze stad met hulp
van binnenuit gemakkelijk
op de kleine Spaanse
bezetting wordt veroverd.
Deze prent is gemaakt
door J.C.J Bierens de
Haan. Je kunt ʻem zelf zien
in het Museum Boijmans
van Beuningen in
Rotterdam.
Klik op de afbeelding voor
een vergroting.
muiterij opstand binnen landleger of scheepsbemanning tegen het gezag
De Spanjaarden vechten in de Nederlandse Opstand met huurlegers. Die blijven lang niet altijd gehoorzaam aan de
Spaanse generaals.
Plakkaat van
Verlatinghe
besluit uit 1581 van de Staten-Generaal om Filips II niet langer te erkennen als vorst
De noordelijke Nederlanden ʻverlatenʼ hun vorst; zij ʻzweren hem afʼ. Het Plakkaat
van Verlatinghe wordt (inter)nationaal wel gezien als de Nederlandse
onafhankelijkheidsverklaring.

In 1581 besluit de Unie van


Utrecht landsheer Filips II
niet langer te erkennen als
koning. Dit plakkaat heeft
daarmee de status
gekregen van
onafhankelijkheidsverklaring
van de noordelijke
Nederlanden. Dit is het
voorblad van het Plakkaat
van Verlatinghe uit 1581.
Het is te zien in het
Amsterdam Museum.
Klik op de afbeelding voor
een vergroting.
Republiek der Officiële volledige naam van Nederland tussen 1588 en 1795, meestal afgekort tot De Republiek
Zeven Een republiek houdt in dat er geen vorst, zoals een koning, aan het hoofd staat. Duitsland is bijvoorbeeld een
Verenigde republiek. Zeven slaat op de zeven gewesten die zich aansluiten bij de Republiek.
Nederlanden

5. De strijd beslecht
Staten- vergadering van de gezamenlijke Gewestelijke Staten
Generaal Na 1581 beslist de Staten-Generaal gezamenlijk over het militaire en buitenlandse
beleid van de zeven gewesten van de Republiek.

De Staten-Generaal is een
vergadering van
afgevaardigden uit de
zeven Gewestelijke Staten.
Gezamenlijk neemt zij
besluiten over de
buitenlandse politiek en
over militaire zaken. Deze
gravure uit 1651 is
gemaakt door Adriaan
Lommelin en laat de grote
vergadering van de Staten-
Generaal zien op 18
januari 1651. De gravure is
te zien in het Nationaal
Gevangenismuseum in
Dordrecht.
Klik op de afbeelding voor
een vergroting.
Staatse leger naam voor het leger van de opstandige Nederlanden tegen Spanje
Het Staatse leger wordt door Maurits hervormd en is vervolgens succesvol door veel
gebied op de Spanjaarden te veroveren.

Het Staatse leger is het


leger van de opstandige
gewesten. Onder leiding
van Maurits verovert het
diverse steden op de
Spanjaarden. Deze
afbeelding is van het beleg
van Maastricht in 1632.
Deze ets is tussen 1632 en
1699 vervaardigd door een
onbekend kunstenaar. Een
prent van de ets is te zien
in het Amsterdamse
Rijksmuseum.
Klik op de afbeelding voor
een vergroting.
Spaanse Spaanse oorlogsvloot
Armada De Spaanse Armada probeert in 1588 Engeland te veroveren, wat faliekant mislukt.
Een nieuwe armada later faalt ook.
De Spaanse Armada
bestaat uit een grote
Spaanse vloot van zwaar
bewapende
oorlogsschepen. In 1588
probeert de Spaanse
Armada een invasie van
Engeland. Op deze
afbeelding vaart de
Spaanse Armada voor de
Engelse kust. Dit
olieverfschilderij is in 1625
gemaakt door Cornelis
Claeszoon van Wieringen.
Het is te bekijken in het
Rijksmuseum te
Amsterdam.
Klik op de afbeelding voor
een vergroting.

landsadvocaat hoogste ambtenaar van de Gewestelijke Staten en de Staten-Generaal


De advocaat van het gewest Holland is bijna altijd ook de landsadvocaat van de Staten-Generaal en daarmee de
machtigste staatsman, zoals Johan van Oldenbarnevelt dat was (1586-1619). De landsadvocaat maakt de agenda
waarover wordt vergaderd en is ook een soort minister van Buitenlandse Zaken.
Twaalfjarig wapenstilstand tussen de Republiek en Spanje van 1609 tot 1621
Bestand Met name handelaren dringen aan op een wapenstilstand, omdat zij veel hinder ondervinden van de Nederlandse
Opstand.
staatsgreep overname met geweld van de macht in een land
Maurits pleegt in 1618 een staatsgreep waarbij hij Johan van Oldenbarnevelt beschuldigt van landverraad en naar
de gevangenis stuurt. Van Oldenbarnevelt wordt een jaar later met onthoofding terechtgesteld.
Vrede van vredesverdrag uit 1648 tussen de Republiek en Spanje
Münster Met dit vredesverdrag komt er een eind aan de Nederlandse Opstand en erkent
Spanje de Republiek als onafhankelijke staat.

In 1648 wordt de Vrede van


Münster gesloten tussen
de Republiek en Spanje.
Daarmee komt er een eind
aan de Nederlandse
Opstand. Hier afgebeeld is
dat de Vrede van Münster
wordt uitgelegd aan de
bewoners van Antwerpen
op 5 juni 1648. Deze prent
is in 1648 gemaakt door
Wenzel Hollar en nu te zien
in het Rijksmuseum te
Amsterdam.
Klik op de afbeelding voor
een vergroting.

You might also like