Professional Documents
Culture Documents
Geschiedenisdocument Over Het Vroege Nederland
Geschiedenisdocument Over Het Vroege Nederland
Geschiedenisdocument Over Het Vroege Nederland
Opschudding in de Nederlanden
4.1. Religieuze opschudding (historische oriëntatie)
Leerdoelen
Je kunt aan de hand van een woordweb een kenmerkend aspect verduidelijken.
Dit hoofdstuk draait ook om opschudding, en dan vooral op religieus gebied. Religieuze opschudding vindt in onze
vaderlandse geschiedenis op grote schaal plaats in de zestiende eeuw, maar is ons vandaag de dag ook bekend. Met de
komst van veel nieuwe bewoners komen er nieuwe culturen en tradities ons land binnen. Die tradities botsen soms met
onze eigen gewoonten. Mensen met de islam als godsdienstige achtergrond hebben niet altijd dezelfde opvattingen als
mensen met een christelijke achtergrond. Ook zijn er spanningen in Nederland tussen mensen van verschillende
stromingen binnen de islam. Al met al zijn wederzijds begrip en tolerantie soms ver te zoeken.
Dat juist religieuze verschillen voor veel onrust kunnen zorgen is in de Nederlandse geschiedenis heel duidelijk geworden.
Aan jou nu de taak om meer inzicht te krijgen in deze tijden van opschudding.
Je kunt aan de hand van een woordweb een kenmerkend aspect verduidelijken.
Dit hoofdstuk draait ook om opschudding, en dan vooral op religieus gebied. Religieuze opschudding vindt in onze
vaderlandse geschiedenis op grote schaal plaats in de zestiende eeuw, maar is ons ook vandaag de dag bekend. Met de
komst van veel nieuwe bewoners komen er nieuwe culturen en tradities ons land binnen. Die tradities botsen soms met
onze eigen gewoonten. Mensen met de islam als godsdienstige achtergrond hebben niet altijd dezelfde opvattingen als
mensen met een christelijke achtergrond. Ook zijn er spanningen in Nederland tussen mensen van verschillende
stromingen binnen de islam. Al met al zijn wederzijds begrip en tolerantie soms ver te zoeken.
Dat juist religieuze verschillen voor veel onrust kunnen zorgen is in de Nederlandse geschiedenis heel duidelijk geworden.
Aan jou nu de taak om meer inzicht te krijgen in deze tijden van opschudding.
Kenmerkende aspecten
De protestantse Reformatie had splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg.
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.
Tegenwoordig steekt religieuze opschudding nog geregeld de kop op. Dat wij in Nederland de vrijheid van meningsuiting
erg belangrijk vinden, heeft hiermee ook te maken. En 17 miljoen mensen betekent ook 17 miljoen meningen. Lang niet
iedereen uit zijn mening in het openbaar, maar sommigen doen dat zeker. Eén van de mogelijkheden om in het openbaar je
mening te verkondigen is door het schrijven van een column.
Je kunt uitleggen op welke manieren de Bourgondiërs hun macht weten te vergroten in de 14 e eeuw.
Je kunt met drie voorbeelden uitleggen hoe Filips de Goede het particularisme in de Nederlandse
gewesten tegen ging.
In de veertiende eeuw stonden deze verschillende gebieden onder controle van een Franse hoge edelman, de hertog van
Bourgondië. Deze Franse hertog en zijn opvolgers wisten hun grondgebied steeds meer te vergroten door:
De Nederlandse gewesten kregen in 1384 te maken met de Bourgondische hertog Filips de Stoute . Filips de Stoute kreeg in
dat jaar door huwelijkspolitiek het gewest Vlaanderen in handen, in die tijd het meest welvarende gebied van Europa.
Filips de Stoute en zijn opvolgers regeerden grote delen van de Nederlandse gebieden gedurende honderd jaar. Deze tijd
heet daarom wel de Bourgondische tijd.
4.2.2 Nederlandse staatsvorming
Omdat de zo van elkaar verschillende gewesten niet gemakkelijk te controleren en te besturen waren, wilden de hertogen
van Bourgondië graag een centraal bestuur instellen. De kleinzoon van Filips de Stoute, Filips de Goede wilde meer invloed
in zijn Nederlandse gebieden uitoefenen en het particularisme verminderen. Dit deed Filips de Goede op verschillende
manieren.
Zo stelde Filips de Goede stadhouders aan die plaatsvervangers van de hertog waren. Zo had hij alsnog controle over
een gewest als hij er zelf niet aanwezig was.
Daarnaast had elk gewest zijn eigen bestuur dat samenkwam in een Statenvergadering. Filips de Goede verzamelde
al deze Statenvergaderingen in één vergadering, de Staten-Generaal, die in 1464 voor het eerst bijeenkwam. Met
deze Staten-Generaal overlegde de landsheer over het beleid binnen de gezamenlijke gewesten. Maar de landsheer
deed er ook bede, waarbij de landsheer om geld vroeg.
Daarnaast bepaalde Filips de Goede dat Brussel de hoofdstad van zijn Nederlanden werd en dat de bestuurstaal hier
Frans moest zijn.
Maria van Bourgondië trouwde in 1477 met Maximiliaan I van Oostenrijk , de keizer van het Habsburgse rijk. Met zijn steun
kon Maria de zelfstandigheid van de gewesten weer deels terugnemen. De Nederlandse gewesten worden vanaf 1482, na
de dood van Maria van Bourgondië, de Habsburgse Nederlanden genoemd.
Karel V reorganiseerde het Nederlandse bestuur nog verder dan zijn voorgangers. Hij wilde de gewesten centraliseren.
Hiervoor richtte hij in 1531 drie raden op die gezamenlijk de Collaterale Raden genoemd worden. De Collaterale Raden
gaven de koning en de landvoogdes advies over diverse zaken. Deze raden bestaan uit:
4.3.3 Bloedplakkaten
Karel V keek met zorg naar de groei van het protestantse geloof in zijn rijk. Zo ook naar het opkomende calvinisme in de
Nederlandse gewesten. Hij stelde daarom in 1550 het bloedplakkaat in waarmee protestanten vervolgd werden door de
inquisitie. De inquisitie was een kerkelijke rechtbank, die protestanten als ketters veroordeelde. De ketters werden levend
verbrand en de executies waren voor iedereen toegankelijk. Deze terechtstellingen leidden tot een schok in de Nederlandse
gewesten. Karel V maakte hiermee duidelijk dat hij het katholieke geloof te vuur en te zwaard wilde beschermen.
Karel V sloot in 1555 de godsdienstvrede van Augsburg na jaren van onrust over religie binnen en buiten zijn rijk. In het
verdrag was afgesproken dat het staatshoofd de religie van zijn of haar land bepaalt. Hij was ondertussen een vermoeide
oude man geworden. Zijn plan om als modern vorst de Nederlanden te centraliseren was slechts voor een deel gelukt. Het
handhaven van het katholieke geloof als enige toegestane godsdienst was nog lastiger gebleken. Karel V besloot af te
treden en droeg een deel van zijn gebieden, waaronder de Nederlanden, over aan zijn zoon Filips II, de koning van Spanje .
Je kunt voorbeelden noemen waarom de Nederlanders bij voorbaat ontevreden zijn over Filips II.
Je kunt verschillende voorbeelden noemen hoe de hertog van Alva na de Beeldenstorm probeerde de
Nederlanden onder de duim te houden.
Filips II zag zichzelf als leider in de strijd tegen het protestantisme en trad daardoor nog veel strenger op tegen
protestanten dan zijn vader Karel V.
Filips II voerde verschillende oorlogen en dat kostte veel geld. Hierdoor moest Filips II hoge belastingen heffen wat
zorgde voor onvrede bij veel burgers.
Filips II zette de centralisatie van zijn vader Karel V voort, waardoor veel gewesten én edelen bang waren hun
privileges te verliezen.
Koning Filips II stuurde Spaanse edelen die hem trouw waren naar de Nederlanden om bestuurstaken op zich te nemen.
Om uit zijn naam te regeren stelde Filips II zijn halfzus Margaretha van Parma aan als landvoogdes.
In de Nederlandse gewesten groeide het protestantisme ondertussen flink door. Vooral calvinisten kregen een steeds
grotere aanhang. Met behulp van bloedplakkaten voerde Filips II de vervolgingen van protestanten verder op. Ondanks de
bloedplakkaten en het beleid van Filips II verminderde het aantal protestanten niet. Het leek zelfs of er door de
vervolgingen juist meer ketters kwamen.
In 1566 kreeg de landvoogdes een ongewoon verzoek van ongeveer 200 lage Nederlandse edelen. Het Smeekschrift der
edelen. Dit schrift vroeg Filips II om de plakkaten tegen het protestantisme te verzachten. Margaretha beloofde de oproep
met de koning te bespreken, maar Filips II wilde er niets van weten.
Vaardigheden om te denken als een historicus
Oorzaken en gevolgen
Geen historisch verschijnsel, ontwikkeling of gebeurtenis komt zomaar ineens uit de lucht vallen. Niets staat
ooit volledig op zichzelf. Alles is op een of andere manier het gevolg van eerdere gebeurtenissen én de oorzaak
van latere gebeurtenissen.
Oorzaken: elke gebeurtenis, zoals bijvoorbeeld het schrijven van het Smeekschrift der edelen, heeft dus een of
meer oorzaken. Oorzaken zijn redenen waarom iets is gebeurd. Vaak zijn verschillende oorzaken aanwijsbaar en
daarom hebben historici hiervan een indeling gemaakt.
Directe en indirecte oorzaken: directe oorzaken zijn gebeurtenissen, indirecte oorzaken zijn processen
Economische, religieuze, politieke en sociale oorzaken
Economisch is alles wat met arbeid en geld te maken heeft
Religieus is alles wat met geloof te maken heeft
Politiek is alles wat met organisatie en bestuur te maken heeft
Sociaal is hoe mensen in een samenleving met elkaar omgaan
Gevolgen: een gebeurtenis die de reactie vormt op een oorzaak heet een gevolg. Hier wordt onderscheid
gemaakt tussen verschillende soorten gevolgen. In leerjaar 1 heb je al kennis gemaakt met directe en indirecte
gevolgen. Maar historici onderscheiden ook nog bedoelde en onbedoelde gevolgen.
Sommige gevolgen, zoals gebiedswinst na een oorlog, zijn bedoeld. Maar andere gevolgen, zoals lijden aan een
onbekende ziekte na een ontdekkingsreis, zijn onbedoeld. Sommige gevolgen worden pas na jaren duidelijk,
terwijl andere gevolgen al meteen zichtbaar zijn.
Met deze vaardigheden ga je aan de slag in de opdrachten 0, invalid reference 3879, invalid reference 3881,
invalid reference 3883, invalid reference 3884 en 0.
4.4.2 De Beeldenstorm
De protestanten in de Nederlanden moesten door het beleid van Filips hagenpreken in de open lucht houden. Tijdens
deze preken werden Filips II en de katholieken scherp veroordeeld. De katholieken werd verweten dat de katholieken niet
volgens de Bijbel leefden en in overdadig versierde kerken heiligenbeelden aanbaden. Uit onvrede vielen uiteindelijk
groepjes calvinisten in 1566 doelbewust kerken en kloosters aan. Deze acties zijn de geschiedenis ingegaan als de
Beeldenstorm, omdat de sierlijke beelden van de heiligen allemaal kapot werden gemaakt. In enkele maanden woedde de
beeldenstorm over heel het westelijk deel van de Nederlanden en liet een spoor van vernieling achter.
Filips II was woest toen hij over de beeldenstorm hoorde. Filips II stuurde zijn beste generaal, de hertog van Alva , naar de
Nederlanden om orde op zaken te stellen. Alva mocht zelf weten hoe hij dit ging doen zolang hij maar deze drie opdrachten
wist te vervullen:
De beeldenstormers straffen. Alva richtte hiervoor de Raad van Beroerten op. Die kreeg vanwege de harde vonnissen
al snel de bijnaam 'bloedraad'. Ook hoge edelen, die de beeldenstorm niet hadden voorkomen, werden veroordeeld
door deze raad.
Het katholieke geloof opleggen aan de Nederlanden. Alva moest ervoor zorgen dat iedereen het katholieke geloof
volgde, desnoods met geweld.
Een echt centraal bestuur instellen. Hiermee moest de macht van de gewesten gebroken worden.
Alva's komst betekende een periode van geweld en straf voor iedereen die verdacht werd van verraad of ketterij. Veel
edelen vluchtten uit angst voor Alva naar het buitenland. Wie achterbleef, werd van verraad beschuldigd. Door Alva's komst
moest Margaretha aftreden en werd Alva landvoogd. Om de Nederlanden ook economisch te straffen stelde Alva de
Tiende Penning in. Daarbij moesten de Nederlanders 10 procent extra belasting op producten en winsten uit
ondernemingen betalen. Met de opbrengsten kon Alva zijn leger betalen.
In 1568 won Willem van Oranje de slag bij Heiligerlee , maar in de jaren daarna waren de legers van Alva steeds te sterk. In
1572 boekten de opstandelingen opnieuw een succes. De watergeuzen veroverden op 1 april bij toeval de Zeeuwse stad
Den Briel. Meer steden durfden daardoor de kant van de opstandelingen te kiezen. Alva was woedend en besloot dat hij de
steden één voor één ging belegeren tot de steden zich overgaven. Bij het beleg van Leiden leidde dit tot grote sterfte onder
de bevolking. De stad wilde zich bijna overgeven toen de geuzen te hulp kwamen en de belegering doorbraken. Toen het
Spaanse leger ging muiten en plunderen, beseften de Nederlandse gewesten dat de gewesten moesten samenwerken om
Spanje te kunnen weerstaan. In 1576 sloten de gewesten een verdrag waarin stond dat elk gewest zijn eigen godsdienst
mocht bepalen en dat de Spaanse troepen het land uit moesten.
Deze samenwerking duurde niet lang omdat de gewesten toch ruzie kregen over godsdienst. Een nieuwe Spaanse
landvoogd, Alexander Farnese, kreeg de zuidelijke gewesten aan zijn kant. Deze gewesten waren katholiek gebleven. De
noordelijke gewesten waren toleranter tegenover het protestantisme. Deze gewesten gingen vanaf 1579 alleen door met
de strijd. De noordelijke gewesten erkenden Filips II sinds 1581 niet meer als heer, zoals beschreven in het Plakkaat van
Verlatinghe. Voor Filips II was Willem van Oranje de grote vijand. Filips II loofde een beloning uit voor diegene die hem wist
te doden. Willem van Oranje werd in 1584 door Balthasar Gerards doodgeschoten. In 1588 besloten de noordelijke
gewesten verder te gaan zonder koning als Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
4.5. De strijd beslecht
Leerdoelen
Je kunt bewijzen hoe Maurits van Nassau successen boekt tegen de Spanjaarden.
Je kunt de strijd tussen stadhouder en landsadvocaat beschrijven aan de hand van Maurits en Johan van
Oldenbarnevelt.
Je kunt uitleggen waarin de Nederlandse staatsinrichting zich onderscheidde van andere landen in de 16 e en
17e eeuw.
Maurits werd aanvoerder van het Staatse leger dat een stuk beter geordend de strijd aanging met de Spanjaarden dan de
losse troepenverbanden voor zijn tijd. Omdat ook de Engelsen vanaf 1585 met Spanje in oorlog waren, had Maurits er dus
ook een nieuwe bondgenoot bij. Met geduld en militair inzicht wist Maurits vestingsteden als Deventer en Breda in te
nemen.
De hervorming van het Staatse leger. Dat was weliswaar klein, maar goed betaald en bewapend.
Slim gebruik te maken van de Nederlandse rivieren om wapens en goederen te vervoeren.
De muiterijen in het Spaanse leger. Spaanse huurlegers werden geregeld niet betaald, waardoor de soldaten in
opstand kwamen.
De verdeelde aandacht die de Spanjaarden moesten opbrengen. Zij vochten niet alleen tegen de Hollandse
opstandelingen en de Engelsen, maar ook nog eens tegen Frankrijk! Dit na het afkondigen in 1598 van het Edict van
Nantes door de Franse koning Hendrik IV .
De Spanjaarden vochten zowel op zee als op het land. In 1588 voer de gevreesde Spaanse Armada noordwaarts om
Engeland aan te vallen. Deze missie werd onder meer door een zware storm een mislukking: slechts enkele van de 139
schepen kwamen uiteindelijk in Spanje terug. Op het land had Spanje meer succes. Zo werd na een beleg van veertien
maanden de handelsstad Antwerpen veroverd, evenals Brussel en Gent.
4.5.2 Stadhouder tegen landsadvocaat
De noordelijke gewesten werkten samen in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. In de Staten-Generaal
overlegden de gewesten onder andere over de buitenlandse politiek. De gewesten hadden verder veel zelfstandigheid. In
de tijd dat Maurits de aanvoerder van het leger was, had Johan van Oldenbarnevelt de leiding van de Staten-Generaal.
Johan van Oldenbarnevelt was op dat moment ook landsadvocaat van het gewest Holland. Hij kwam daarom vooral op
voor het belang van het gewest Holland.
Maurits en van Oldenbarnevelt verschilden erg van elkaar. Maurits was als stadhouder voorzichtig, terwijl van
Oldenbarnevelt veel risico's durfde te nemen. Omdat de Opstand de handel veel schade toebracht was van Oldenbarnevelt
voor een wapenstilstand met Spanje. Maurits was hiertegen. Van Oldenbarnevelt wist in 1609 toch het Twaalfjarig
Bestand voor elkaar te krijgen. Hierna ging Maurits zich ook met de politiek bemoeien.
Al snel ontstond er conflict over de precieze invulling van het calvinistische geloof. Van Oldenbarnevelt en Maurits sloten
zich aan bij verschillende stromingen binnen het calvinisme. In de ruzie die volgde werd Maurits ervan beschuldigd zijn
macht uit te breiden. Van Oldenbarnevelt werd beschuldigd van landverraad wegens zijn samenwerking met Frankrijk en
Engeland. Maurits pleegde in 1618 een staatsgreep. Johan van Oldenbarnevelt werd opgepakt en ter dood veroordeeld .
In de Republiek werd intussen geprobeerd om de interne geloofsproblemen op te lossen. Hiervoor werd een speciale
kerkvergadering belegd, de Synode van Dordrecht, die aan de discussie binnen het calvinisme een eind maakte.
Daarnaast werd daar bepaald dat er een Nederlandse Bijbelvertaling moest komen. Deze Statenvertaling was in 1637
gereed.
In de jaren daarna boekten de opstandelingen steeds meer succes, mede omdat Spanje tegelijk ook oorlogen voerde met
andere Europese landen. Uiteindelijk gaf Spanje op in 1648 en werd het Verdrag van Westfalen getekend. Binnen dit
Verdrag van Westfalen werden ook afspraken gemaakt over een einde aan de oorlog tussen Spanje en de Nederlandse
Republiek. De ondertekening van deze Vrede van Münster betekende na 80 jaar eindelijk een einde aan de Nederlandse
Opstand.
Kenmerkende aspecten
Het kenmerkend aspect in deze paragraaf is: Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een
Nederlandse staat.
Opschudding in de Nederlanden
1. Religieuze opschudding
religieus godsdienstig of passend bij een bepaalde religie (= godsdienst)
De wereld kent een groot scala aan godsdiensten. Bij de grootste godsdiensten van de wereld horen onder andere het
christendom, de islam, het boeddhisme en het hindoeïsme.
2. Buitenlandse bemoeienis
3. Keizerlijke Karel
De Nieuwe naam voor de gebieden die vanaf 1492 in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika worden ontdekt
Wereld Na verloop van tijd komt men erachter dat Columbus geen nieuwe route naar India heeft ontdekt, maar een heel
nieuw continent. Omdat het zo ver weg is, lijkt het voor de Europeanen in die tijd wel een hele nieuwe wereld in
vergelijking met de wereld die men tot dat moment kent.
landvoogd(es) Plaatsvervang(st)er van de vorst in alle Nederlandse gewesten
Karel V stelt zijn tante Margaretha van Oostenrijk aan als landvoogdes over de Nederlandse gewesten.
Collaterale centrale adviesraden, ingesteld door Karel V, ter bevordering van de centralisatie van de Nederlanden
Raden Collateraal betekent ʻnaastʼ; de raden staan naast de vorst. Er zijn vanaf 1531 drie van deze Collaterale Raden: de
Raad van State, de Geheime Raad en de Raad van Financiën.
lutheranen volgelingen van Maarten Luther
Grote delen van het Heilig Roomse Rijk en Scandinavië volgen de leer van Luther en worden lutheraans.
calvinisten volgelingen van Johannes Calvijn
Hoewel Johannes Calvijn zelf nooit in Nederland is geweest, hebben zijn geschriften hier wel grote invloed
uitgeoefend. Zijn leer krijgt vooral in het noorden van de Nederlanden veel aanhang.
bloedplakkaat een op een vel papier gedrukte wet, vooral tegen ketters
Plakkaten worden vaak op openbare plekken opgehangen, zodat iedereen ze kan (laten) (voor)lezen. De strenge
bloedplakkaten worden voor het eerst in 1550 door Karel V uitgevaardigd.
inquisitie rechtbank van de rooms-katholieke kerk voor het opsporen en bestrijden van ketterij
Het woord inquisitie is in het Latijn 'inquisitio' (= onderzoek). De rooms-katholieke
kerk onderzoekt met behulp van de inquisitie mensen die zich niet houden aan de
regels van de kerk en probeert zo de leer van de kerk zuiver te houden.
De kerk gebruikt de
inquisitie onder meer om
mensen ter dood te
veroordelen, als die een
andere visie op de
geloofsleer hebben dan de
officiële visie van de kerk
zelf. Hier afgebeeld is de
geestelijke Sint Dominicus
die de leiding heeft over
een door de kerk
aangespannen rechtszaak.
Dit schilderij is rond 1495
geschilderd door de
Spanjaard Pedro
Berruguete. Het hangt in
het Prado in Madrid.
Klik op de afbeelding voor
een vergroting.
5. De strijd beslecht
Staten- vergadering van de gezamenlijke Gewestelijke Staten
Generaal Na 1581 beslist de Staten-Generaal gezamenlijk over het militaire en buitenlandse
beleid van de zeven gewesten van de Republiek.
De Staten-Generaal is een
vergadering van
afgevaardigden uit de
zeven Gewestelijke Staten.
Gezamenlijk neemt zij
besluiten over de
buitenlandse politiek en
over militaire zaken. Deze
gravure uit 1651 is
gemaakt door Adriaan
Lommelin en laat de grote
vergadering van de Staten-
Generaal zien op 18
januari 1651. De gravure is
te zien in het Nationaal
Gevangenismuseum in
Dordrecht.
Klik op de afbeelding voor
een vergroting.
Staatse leger naam voor het leger van de opstandige Nederlanden tegen Spanje
Het Staatse leger wordt door Maurits hervormd en is vervolgens succesvol door veel
gebied op de Spanjaarden te veroveren.