Professional Documents
Culture Documents
Wat Verstaan We Onder Inspanningsfysiologie
Wat Verstaan We Onder Inspanningsfysiologie
Processen en weefsels die een rol spelen bij het leveren van arbeid, vallen onder
inspanningsfysiologie
Spier > spierbezelbundels > spiervezel > myofybril > sacromeer > actine +myosine
Een zenuwvezel is verbinden met een aantal spiervezels. Wanneer via deze zenuwvezel
een prikkel naar de spier gaat, zullen alle spiercezelfs die aan deze vezel verbonden zijn,
tegelijk aanspannen. Daarom noemen we een zenuwvezel met de daaraan verbonden
spiervezels een beweginseenheid (motorunit)
- Rode vezels
- Veel mitochondriën (onderdeel vel dat ATP aanmaakt)
- Hoge aerobe capaciteit
- Goed tegen vermoeidheid > meer herhalingen
- Witte vezels
- Groter dan type 1
- Gemiddelde (a) en lage (b) aerobe capaciteit
- Maximale kracht
Sprinters
7. Wat is een mitochondrie?
ATP = adenosineTriPhosfate
ADP = adenosineDiPhosfate
Maakt melkzuur aan bij een te hoge contractie (lactaat) anaeroob – lactisch
Immediate soreness = Gevolg van prikkeling van vrije zenuwuiteinden door H-atomen die
vrijkomen bij het melkzuursysteem
- 24 tot 48 uur
- Gezwollen & rood
- Minder belastbaar
- Microrupturen in het bindweefsel van de spier en de spiercelmembraan.
- Excentrische contracties
15. Noem 5 effecten van duurtraining.
- Normalisering van bloeddruk
- Verbeterde opname van suiker in cellen (preventie diabetes)
- Verbetering aerobe capaciteit
- Toename goede cholesterol (HDL)
- Afname totale cholesterol
- Verbetering hartfunctie
- Afname lichaamsvet
- Afname stress
-
16. Noem 5 effecten van krachttraining.
- Verbeterde intramusculaire coördinatie. De spier kan per contractie meer
motorunits inschakelen
- Verbeterde intermusculaire coördinatie. Spieren gaan onderling beter
samenwerken, wat meer kracht oplevert
- Toename van spiervolume (hypertrofie) door testosteron
- Toename sterkte ligamenten (banden en gewrichten)
- Toename van de sterkte van de pees
- Toename van de sterkte van het bot
- Toename van de contractie van ATP, CP en glycogeen.
-