Download as pdf
Download as pdf
You are on page 1of 16
- iesenovingsn ooo: Se vaa va va H6 Veranderingen Voorkennis Pagina 148 Lijn k gaat door de punten (0,4) en (8, 0) ‘Tussen deze punten neemt de x-codrdinaat met 8 toe en de y-codrdinaat met 4 Er geldt dus dat a= $= 0,5. Het startgetal is 4. De formule van lijn kis y= 0,5x~4. Lijn / gaat door de punten (2, 2) en (6, 4). Tussen deze punten neemt de x-codrdinaat met 4 toe en de y-cobrdinaat met 6 af. De richtingscoéficiént is dus $=-1,5 Het startgetal 5 kun je aflezen op de y-as. De formule van lijn lis. y = -1,5x +5 Lijn mis evenwwijdig aan lin J, dus geldt a=~1,5. De lijn gaat door (0, 11), dus b= 11. De formule van lijn mis y =-1,5x + 11 Het starigetal is 25, het voorritarief. Het werktarief van 45 euro per uur moet je vermenigvuldigen met het aantal uren u. Dit alles geeft K = 25+ 45+ 155 = 180-25 dus = dusis w= Een negatief aantal werkuren bestaat niet. Het voorrijtarief ligt 5 euro hoger, dus de grafiek ligt 5 cenheden hoger dan de grafiek van Techno. Danis 45+ Tabel bij y= 2(0,6x 3) 5 afi ‘| 2/-6f 0] 6 a +} Tabel bij y=-x +5 HH ; 2 De formule is van de vorm y dus 5 = 12. De lijn is evenwijdig aan de grafiek bij_y Dus a= 1,2 De formule van lijn lis. y = 12x + 12. Lijn m heeft richtingscoéfficiént -0,4 en is dus van de vorm y= -0,4x + 6 De lin gaat door het punt (22, 14). Invullen van dit punt in de formule geeft bx + b. Lijn [gaat door het punt (0, 12), (0,6x ~ 3) = 1,2x-6. de vergelijking: 145-04-22+5 145-8845 b=228 Het startgetal is 22,8. (© Noorhalf igeves be 101 HOOFDSTUK 6 VERANDERIN vaa vsa xfolr |afs y | 6 [675| 9 [12 De formule is van de vorm y= ax +b. Lijnm gaat door (0, 6), dus b = 6. De toename van de y-codrdinaat is 0,75 als de x-codrdinaat I toeneemt, dus a=0,75. De formule van lijn nris, 75x + 6. Pagina 149 Lijn {gaat door de roosterpunten (-1, 1) en(1, 2). Dusis Dit geet p=hx+b. Invullen yan (1,2) geeft 2 yabyih Lijn m gaat door de roosterpunten (2, -2)en(1, 4). Dusis a Dit geeft y = ~6x +b. Tnvullen van (1,4) geeft 4 y= -6x+ 10. Uitgaande van de roosterpunten (0,35) en(8, 0) van lin p vind je $= 4,375 en b=-35 Dus de formule van lin pis. y = 4,375x ~ 35. Uitgaande van de roosterpunten (-6, 0) en (0,-20) van lin q vind je = -31 en b=-20. Dit geeft g: y= ~-3} x ~ 20. 4 De formule van lijn/is 6+145 dus 6 = 10. De formule van lijn mis ‘Van de dunne kaars neemt de hoogte sneller af dus daarbij hoort = 22 ~ 1,4. De formule h= 15 0,3r hoort bij de dikke kaars. Met 14cm, Als de kaarsen zijn opgebrand dan is voor beide f= 0. 2 22-1,4r=0 geeft Zeiss uur voor de dunne kaars. 15-030= geeft 50 wur voor de dikke kaars. Voor 12.0 enh 20 zoals getekend. Dus voor het deel dat de grafieken in het cerste kwadrant liggen. 102 © Noordhot Utgevers bv HOOFOSTUK 6 VERANDERINGEN va 1 1a aoc’ sa Beide fietsers hebben 45 km afgelegd in 3 uur tijd. Hun gemiddelde snelheid isdus = 15 km/uur. Fietser A heeft de hele fietstocht met een constante snelheid gereden. Fietser Bis gestart met een wat hogere snelheid en gaat steeds iets langzamer rijden. Fietser A fietste na 2,5 uur harder dan fietser B. Op dit tijdstip loopt de grafiek van fietser A steiler dan die van fietser B. [Als de fietsers dezelfe snelheid hebben loopt de grafick even steil. Dit is ongeveer op ¢= 1,5 uur. 25 en g(l) = 201,25! = 25 Beide graficken hebben voor x= | de functiewaarde 25. Ze snijden elkaar in (1, 25). De grafiek van /stigt links van het snijpunt sneller. De grafiek van g stijgt steeds sneller, terwijl de grafiek van fconstant stijgt Er moet daarom een tweede snijpunt zijn, rechts van het eerste snijpunt, Stijgen en dalen Pagina 150 De grafiek is stijgend in de perioden van 10 tot 12 wur, 14 tot 16 wuren 18 tot 20 uur. De grafiek is dalend in de perioden van 8 tot 10 wur, van 12 tot 14 uuren van 20 tot 24 uur. De temperatuur was constant van 16 tot 18 wur, dus twee uur lang. De maximale warden zijn 20°C en 21 °C. De minimale warden zijn 16°C en 18 °C. De minimumtemperatuur is ongeveer -6,5 °C. De maximumtemperatuur is 2°C. Het verschil tussen de minimum- en maximurtemperatuur is 2~-6,5 = 8,5 °C. Inde periode van ongeveer 10 tot 14 uur steeg de temperatuur met constante snelheid, Het water steeg het snelst van 6 tot 8 uur en van 20 tot 22 wur. (Om 12 uur was de waterhoogte 5,5 m en om 15 uur was de waterhoogte 2m. In 3 uur tijd is de watethoogte 3,5 meter gedaald. Dit is gemiddeld 350m ::3 = 117 em per uur. De steeds snellere stijging stopt om ongeveer 7 wur en gaat dan over in een Jangzamere stijging. Pagina 151 Eris sprake van afnemende stijging. Eris sprake van toenemende daling Eris sprake van afnemende daling, Bij punt C gaat de grafick van toenemende daling over in afnemende daling. Bij punt £ gaat de grafiek van roenemende stijging over in afnemende stijging, De punten B en D zijn de toppen van de grafiek. Er is een maximum bij punt Ben een minimum bij D. De punten Cen £ zijn buigpunten. © Northot Viger by 103 62 Ja © HOOFDSTUK & VERANDERINGEN Toenemende stijging ‘Toenemende stijging, want bij exponentiéle groei met groeifuctor groter dan 1 is er altijd sprake van toenemende stijging. Toenamediagrammen De grootste toename is van r= 5 tot f= 6, dus in het zesde uur. De temperatuur is van /= 5 tot 1 = 6 met 2,5 °C toegenomen. Daar is sprake van een afname. Op £=7is de temperatuur 2 °C. Uit de rechtergrafiek is af te lezen dat de temperatuur achtereenvolgens met 2 °Cen 1 °C toeneemt. De temperatuur op t= 8 is dus 2 + 2=4°C en op = 9s de temperatuur 441=5°C, Pagina 153 Breid de tabel uit met een rij met toenames: eeftijdin jaren oj 1| 2] 3 ‘| s| 6 lenge in cm 37 | 78 102 | 111 [119 | 126 toenamelengiemem| - [21 {16 8{ 9] 8| 7 Het toenamediagram wordt: | 5) a i | % | | 0 | lectin jen ~ Het toenamediagram wordt uitgebreid met 3 toenames van 6 em per jaar. Zie diagram bij opdracht a. Phil was op zijn negende verjaardag 126 + 6 + 6 + 6 = 144 om lang, 104 (© Nocrhot itgeves be HOOFOSTUK 6 VERANDERINGEN 9a Lees uit de grafiek de toenames af en verwerk ze in een tabel: o [if2 [ala |s jol7 js 15[-1[-05[0,5]1 1 x 2 toename van y 0, Het tocnamediagram wordt: b Een hoogste punt herken je aan een overgang van toename naar afname, Dit gebeurt twee keer in het toenamediagram, te weten van f= ~I naar ¢=0 en van f= 9 naar ¢= 10, ¢ Ben laagste punt herken je aan een overgang van afname naar toename. Dit gebeurt één keer in het toenamediagram, te weten van ¢= 4 naar ¢= 5. @ Bij/=2isdeafname maximal. Tot dat punt neemt de afname toe, daarna neemt hij af, Er is dus sprake van een buigpunt, Het tweede buigpunt vind je in de buurt van ¢= 7, daar is de toename maximaal. De toename neemt tot dat punt toe en neemt daarna weer af. € _Jeziet niet wat de toenamen zijn over tussenliggende intervallen, 105 (© ReorhottUtgever be HOOFOSTUK 6 VERANDERINGEN " 2 63 13a ean Uitgaande van /(-1) =0 volgen: £00) = 4; (0) = 7; FQ) = 9; £3) = SA) = 10; f(5)=9 en f(6)=7 De functie f(x) = -0,5(x + 1)(x ~ 8) voldoet hieraan, ‘Toenamediagram A hoort bij formule III. De functie is lineair met richtingscoétficiént -2,5. De bijbehorende grafiek is dus constant dalend met -2,5 per eenheid. ‘Toenamediagram B hort bij formule II. De functie is een wortelfunctie en de bijbehorende grafiek is afinemend stijgend. ‘Toenamediagram C hott bij formule I. De functie is exponenticel met groeifactor groter dan I en de bijbehorende grafiek is dus toenemend stijgend. ‘Toenamediagram D hoort bij formule IV. De functie is kwadratisch en heeft als grafiek een dalparabool. De grafiek is eerst afnemend dalend en daarna toenemend stijgend. Gemiddelde verandering Pagina 154 (15) = 0,018 - 15*~ 0,000002- 15¢= 3,95 km De wielrenner heeft in 15 min de afstand van 3,95 km afgelegd. De grafiek was dan een recht liin geweest. De grafick loopt steiler tussen de 30e en 40e minuut dan tussen de 10e en 20e minuut. (30) ~ s(15) isde afgelegde afstand tussen ¢= 15 en t= 30min, (30) = -0,000002 + 30 + 0,018 - 30? = 14,58 km (30) ~ s(15) = 14,58 ~ 3,95 = 10,63 km De gemiddelde snetheid van f= 15 tot '= 30 minisdus “93.0,71 m/min (40) ~ s(35) « 23,68 ~ 19,05 = 4,63 De gemiddelde snelheid is dus ‘8 0,926 km/min. 106 (© Noordoff Uitgevts by HOOFDSTUK 6 VERANDERINGEN 14a 8 16a va 20 xxneemt van 1 tot 9 toe met 8, terwijl fop dat interval £9) —f() = 2N9 - 21 = 6 - 2=4 toeneemt. 4 De gemiddelde toename van f over het interval [1, 9] is dus == 0,5. De lijn gaat door de punten A(1, 2) en BO, 6). ‘Tussen deze punten neemt de x-codrdinaat met 8 toe en de y-codrdinaat met 4 Derrichtingscodtticgnt is dus 4 0,5 LB=-I0) =t?. 4=1 3 3 3 Een rechte ijn heeft een constante daling of stijging. De richtingscotfficiént van AC is dus gelijk aan de gemiddelde toename of afname van f over dit interval, De gemiddelde verandering over (1, 4] van fis Pagina 155 Af _f5)-f0) ax 5-1 28,25 - 14,58 13,67 45-30 15 Het differentiequotiént over het interval [30, 45] is gelik aan de gemiddelde verandering in km/min, Dit is de gemiddelde snelheid op dat interval in km/min, Ht interval (30, 45] is het derde kwartier. ry Uit 5(30) = 14,58 en s(45) = 28,25 volgt rv =0,91. af 0-0_0 Uit_(0)=0 en f2)=0 volgt 2-0 2 De gemiddelde toename over het interval [0,2] is nul. De totale stijging en de totale daling op dit interval zijn even groot. Kies intervallen die symmetrisch zijn ten opzichte van 1, bijvoorbeeld [-1, 3] of 2,4]. A=5,12+ 1,027.46 miljoen AA _ 746-512 _ 2,34 ‘Aj 2009-1990 19 De toename zou dan ongeveer 123 000 auto's per jaar zijn. ,123. miljoen per jaar Hellingen benaderen ogina 156 ‘ Zie grafiek. wo) “oF A | AA _2 2 M247 4°09 ham 4 Ongeveer 0,9 1 $7 ww" Ts 16-0 Neem de lijn door de punten 8, 0)en (16, 16). Deellingis dan 7¢—> © Noordott Uagevers bv 107 HOOFOSTUK 6 VERANDERINGEN 2 aeg Pagina 157 6 = ‘Als de liin door de punten (1, 5) en (4, -1) gaatiis de helling a = s Zie grafiek b. De snelheid op ¢ = 50 is ongeveer te zien door de lijn door (10, 0) en (60, 40). Ongeveer 5 minuten eerder, dus na ongeveer $7 minuten, De grafick stijgt, dus als je één verfkwast meer maakt, is er een toename van de totale kosten en dus ziin de marginale kosten positief. a0 Als de getekende lin door de punten (0, 50) en ($00, 400) gaat, dan is de heling => Bij ongeveer 275 verfkwasten Bij ongeveer 170 verfkwasten, want daar is de overgang van afnemend stijgend naar toenemend stijgend, De grafiek moet door (0,0) en (10, 10) gaan, Verder moeten de hellingen kloppen. 108 (© Noorot gers by HOOFDSTUK 6 VERANDERINGEN 65 25a 26a Gemengde opdrachten Pagina 158 De bal wordt op 1 = 0 vanaf de top van de toren omhoog gegooid. De formule geeft. h(0) = 105, De toren is dus 105 m hoog, De formule geeft (2) = 125 en A(7) = 0. Dus in 5 seconden valt de bal 125 meter, bos De gemiddelde valsnelheid is >= 25 mis De grafiek heeft voor = 2 een shaximum, Dus de snelheid is Omi/s en de helling in het punt (2, 125) is 0. Maak eerst een tabel met de tijd, de hoogte en de toenamen. op dat moment Als de getekende lin door de punten (2, 140) en (7, $0) gaat, is de helling 50-140 _-90 T2050 Dusis op dat moment de valsnelheid zo’n 18 meter per seconde. De bal valt op = 7 op de grond. Bereken de gemiddelde verandering over bijvoorbeeld het interval [6,995 7] Ah _ (1) = W699) 0,4995 ar 7-699 0,01 De bal valt ongeveer met een valsnetheid van 50 mis op de grond. =-49,95 mls ‘Maak eerst een tabel met de tijd, de hoeveelheid vis ( 1000) en de toenamen. ( 1000), o{1| 2] 3] 4{s| 6] 7 8| 9 |iaar 2 [5 [a1 | 2 [40 | 60 | 78 | 89 | 95 | 98 |x 1000ke = 6 [i [is f20 fis [ar] 6] 3 [toenamen I | 1. (© Noort gover: bv 109 HOOFDSTUK 6 VERANDERINGEN ‘De kweker heeft cen maximale opbrengst zo rond het buigpunt want de arocisnetheid is daar maximal. Dat buigpunt ligt in de buurt van het punt (43, 50000). De helling is dan ongeveer de helling van de lin door de punten (2, 0) en (7, 100 000). ‘De gemiddelde stijging hiervan is 20 000 kg. ‘Dus zal het advies zijn: wacht tot het einde van het 5* jaar en vang dan 20 000 kg. Pagina 159 Uit de figuur is af te lezen dat _f(3)= 1,9 en f@)= 11 19-11 _ 08 De gomiddelde heling is =——= => =0.27. Jemoet dan een interval [a,b] waarvoor geldt f(a) = f(0). Kies bijvoorbeeld het interval [-1, 4] ‘Teken de lijn bij het punt (4, 0). Als deze door de punten (3, 3) en (5, ~3) dan is de richtingscoéfficiént van deze lijn -3. De helling van de grafiek van fin (4, 0) is dus-3. De helling van de grafiek van fin (1, 2) is ongeveer 0,5. De helling in het punt (7, ~1) is ook ongeveer 0,5 en dus even groot als de helling in het punt (1, 2). OL + 358+ 7-35? Bij cen wurtarief van € 35,-is de maandwinst € 4.287,50. 110 (© Noorot itgevers bv HOOFOSTUK & VERANDERINGEN 30 Ta De grafiek is eerst toenemend stijgend tot ongeveer u afnemend stijgend tot ongeveer u = 47. Daar is er een maximum en volgt er een toenemende daling tot w= 70. ‘Met de optie maximum vind je (46,67; 5081,48). Dus voor winst maximaal. De toename van IV laat een overgang zien van toenemende stijging naar afnemende stijging in de buurt van u = € 24,-. In de buurt van deze waarde ligt dus een buigpunt. ‘Na het buigpunt neemt de winst per euro s minder toe. 46,67 is de ijging van het uurtarief steeds De grafiek is eerst toenemend stijgend en daarna afnemend stijgend. Dus ziin de toenamen eerst klein en worden ze steeds groter tot er een ‘maximale toename is bereikt. Darna worden de toenamen weer kleiner en kleiner, Hieraan voldoet alleen toenamediagram A. Test jezelf Pagina 162 In janvari en juni was er afnemende daling, De waterhoogte was maximal eind april - begin juni en in september. Het water stond toen respectievelik ongeveer 2,9 en 1,2m hoog. Er was sprake van toenemende stijging in de periodes begin februari tot half maart en begin juli tot half augustus In mei daalde de waterhoogte het snelst. Het water daalde van 2,9 naar Im. hoos. De daling bedroeg dus bijna 2m. De grafick heeft drie buigpunten, x folos |r fis [2 Jas [a [as [4 las |s 3 4 Sex) | 0 {6i2s[9 |9.375[8 | S625] 3 [os7s | o [ti2s|s_ toename | — |6,125|2,875 | 0,375 |-1,375 |-2,375 |-2,625 |-2,125 |~0,875|1,125|3,875 Het toenamediagram heeft een minimum bij x De grafiek van f heeft dus een buigpunt in de buurt van x= 3. © Noort Utgeers by 411 HOOFDSTUK 6 VERANDERINGEN 13a Ta tS Ta Invoer: Y1=X(X~4)"2 Window: Xmin=0, Xmax = , Ymin = 0, Ymax = 10 Het buigpunt ligt inderdaad in de burt van x= 3, Uit s(0) =0 en s(10) =2100 volgt dat de gemiddelde snelheid ae 210 m/min is, As _ s(10)~ (0) _ 2100-0 _ 45 at 10-0 10 As _ s(20)~ s(10) _ 7300-2100 _ Ar 20-10 0 As _ s(30)—5(20) _ 14100 ~ 7300 ar 30-20 10 oso As _ s(40) = 9(30) _ 21000 ~ 14100 _ fo, at 40-30 10 As _ s(50) ~ (40) _ 26500-21000 _ 5.4 ar” 50-40 0 5 _ 3660) - 5(50) - Ass _ 5(60) ~ 5(50) _ 29100 ~ 26500 260 ar” 60-50 10 De gemiddelde snelheid van Ralf was maximal tijdens het interval [30, 40]. £16) = Af _15-6 De gemiddelde verandering is “t= 72 — > = SA) Dellijn door (4, 3) en (9, 2) heeft richtingscoétficiént Dus voldoet de lin aan de vergelijking y= ~-0,2x +d. Invullen van bijvoorbeeld (4, 3) geeft 3=-0,2°4+b ofwel b= 3,8. Dusis y=-0,2x+3,8 een vergelijking van de rechte ijn. vagina 163 Alls de getekende lijn door de punten (0, 6) en (3, 0) gaat, is de helling van de grafiek -3. De gemiddelde snelheid van Jur was 2,5 m/s gedurende de eerste vier seconden van zija rit. Alls de getekende lijn door de punten (1,5; 0) en (10, 35) gaat, dan is de 112 © Noorhot Uitgevers by HOOFOSTUK 6 VERANDERINGEN Ta 18 B2a 20-10? _ 2000 510) = 5775439 7 gp 7 40+ dus heeft hj na 10 seconden 40 meter afgeleg. As _ s(10) ~ 9(9,99) _ 40 ~ 39,944064 ar 10-999 0,01 Dus in de eerste 10 seconden legt hij 40 meter af, Darna legt hij nog 50 x 5,6= 280 meter af. ‘Totaal 320 meter Als de getekende lijn door de punten (0,4) en (8, 10) gaat, is de helling 10-4_6 75. 8-0 8 Dus is de snelheid van de automobilist ongeveer 0,75 mls. | | | oy +e ee) Bij de verticale as hoort de eenheid m/s. In de snelheidsgrafiek valt de grafiek vanaf = 7 samen met de x-as, De snelheid is daar nul, In de afstandsgrafiek loopt de grafiek vanaf t= 7 horizontaal, ‘Teken een lijn met helling -0,5. Verschuif deze evenwijdig aan zichzelf tot er sprake is van raken aan de grafiek. Het raakpunt is dan het gezochte punt. De codrdinaten van dit punt 2ijn ongeveer (3,3; 3,3). Extra oefening - Basis Pagina 164 AB: afnemend stijgend BC. toenemend dalend CD: afnemend dalend DE: toenemend stijgend EP: afnemend stijgend FG: toenemend dalend Bij de punten Ben Fis er sprake van een maximumwaarde. De punten Cen £ ijn buigpunten, Bij punt Cis er een overgang van toenemende daling naar afnemende daling en bij punt Eis er cen overgang van toenemende stijging naar afnemende stijging. (Om 13.00 uur is de laatste afname, Het aantal bezockers was rond die tijd dus minimal, ‘Om 15.00 uur is de laatste toename. Het aantal bezoekers was rond die tijd dus maximaal. ‘© Noort! utoeves by 113 HOOFDSTUK 6 VERANDERINGEN Baa Gta arta terobers = Beet 23 et ae De gemiddelde snelheid is gelijk aan het differentiequotiént. Ah _ HQ)-h(@) _ 70-0 _ 70 Over|0,2 = yaya 3s ms ‘Ah _ M4) (3) _ 100-90 _ 10 Over(3,4e STS Gag 10 is Ah _ hQ)~H4,5)_0~ 101,25 _-101,25 __, Over[A5i9: SP= gags = gs gg 22S mls De lijn bij 4 gaat door (1, 0) en (7,3). De richtingscos De lijn bij B gaat door (2, 0) en (7, 5). iént van deze lijn is De richtingscodificiént van deze lijn is De lijn bij C gaat door (3, 0)en (7, 6) De richtingscoafficiént van deze lijn is Af _f20-f0.9) ax 2, 0. ; De lijn bij die je bij A tekent om de helling grafisch te berekenen komt vrijwel overeen met de lijn bij opdracht c. Dus zullen ook de resultaten vrijwel gelijk moeten zijn Extra oefening - Gemengd Pagina 165 Uit s(10) = 22 volgt dat ze gedurende deze rit 22 km heeft afgelegd. In [2 minuten heeft ze 22 km afgelegd. Dit komt overeen met 5% 22 = 110 km/uur, ‘Mevrouw Achterruis heeft erg gelijkmatig gereden. De eerste helft van de rit heeft ze langzaam versneld, De tweede helft van de rit is ze juist steeds iets langzamer gaan rijden. Halverwege de rit is haar snetheid maximaal, Door een lijn bij het punt met = 6 te tekenen vind je dat de helling ongeveer 2,2 is. Dus is haar maximale snelheid ongeveer 60 x 2,2 = 132 km/uur. 114 {© Noorhotf Usgevers bv HOOFOSTUK 6 VERANDERINGEN ‘Teken de liin door het beginpunt en het eindpunt van de grafiek, Zoek vervolgens punten waar de helling gelijk is aan de helling van de lijn door beginpunt en eindpunt, Bij deze punten horen 1=2,7 en ¢=9,5. ‘Meneer Bouma heeft in 12 minuten 22 km afgelegd Dus geldt voor hem de formule s = 73 ¢= 15 km/mit +2=8; f(4)=fG)+5=8+5=13 en S05) = f(4) +3 = 13 +3= 16 S()=fQ)--4=6+ 10; fO) =f) ~ 10+1=11 en 24 sol tiaias Elke grafiek, al dan niet vioeiend of met lijnstukken, door de aangegeven punten voldoet, Uit TO(0) = 130 en TK(10) = 20 volgt als winst € 110, Alsde productie vanaf q = 0 toeneemt, stijgen de kosten TK steeds sneller De opbrengst 70 stijgt cerst nog sneller dan TK en dus zal de winst toenemen, Maar dit verschil in stiging wordt steeds kleiner tot de winst bij ongeveer q = 15 maximal is, Daarna neemt de winst alleen maar af tot bij ongeveer q= 28 waar TO en TK gelijk zijn en de winst 0 is. Voor q > 28 is er zelfs sprake van verlies, Voor q = 15 zijn de hellingen van de grafieken ongeveer gelijk Voor q < 15 is de grafick van 7O steiler en neemt de opbrengst dus sneller toe dan de kosten. Voor q> 15is de grafiek van TK steiler. De kosten nemen dus sneller toe dan de opbrengst De winst is dus maximal bij de productie van 15 wandklokken. (© Noorcho Utgeet by 115 HOOFDSTUK 6 VERANDERINGEN Uitdagende opdrachten Pagina 166 Uta De getekende ijn om de helling te vinden gaat bijvoorbeeld door de punten (0, 3) en (6, 4). 6-3 Deze lijn heeft helling — ee lin ine > b Neem het interval (3,9; 4,1) 75. G2 7075. A Het differentiequotint over dit interval is > e Ja d_ Meteen berekening is het nauwkeuriger. Zeker als je een nog Kleiner interval bij x=4 neemt. e De gemiddelde helling op het interval (0, 4Jis 6:4 = 1,5. Teken de ijn door de punten (0, 0) en (6, 4). Verschuif deze evenwijdig aan ichzelf zodat de beeldlijn raakt aan de grafiek. Het raakpunt is dan het gezochte punt. Je vindt een punt in de buurt van het punt (1,3), U2 Als Bert de eerste 20 minuten met slechts de snelheid van 12 km/uur heeft gereden, dan heeft hij 4 km afgelegd. Voor de resterende 8 km heeft hij dan nog 10 minuten, Zijn snetheid gedurende de laatste 10 minuten is dan 48 kin! ‘uur geweest. Ver boven de toegestane limiet van 30 km/uur. | vay | oy U3a__Dehelling van -5+2* +3 =-2"- 2*-2*-2"-2"+3 is ongeveer 1,39 ~ 1,39 ~ 1,39 ~ 1,39 ~ 1,39 + 0=-6,95, b Dehellingis ongeveer 1,39 +4— 9. © De hellingis ongeveer 2” x 1,39 ~ 178, U4 Omdat de gemiddelde verandering op [1, 7] gelijk is aan -2 moet SD) =f(l)~ 12= 10- 12=-2, ‘Dus moet de grafick naast A(1, 10) ook gaan door het punt BUT, -2). Een oplossing krijg je als de grafiek bijvoorbeeld een verticale 10 asymptoot heeft. Bijvoorbeeld de grafiek van de functie f(x) asymptoot Enookis f(1)=10 en f(1)= 2x> 2 duszijn de hellingen bij x heeft verticale De grafiek van fis stijgend voor positiet, enx 116 © Noordot Ungerer by

You might also like