Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 4

ECLI:NL:HR:2017:3221

Instantie Hoge Raad


Datum uitspraak 19-12-2017
Datum publicatie 20-12-2017
Zaaknummer 16/04749
Formele relaties Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:1392, Gevolgd
Rechtsgebieden Strafrecht
Bijzondere kenmerken Cassatie
Inhoudsindicatie
Omvang appel, art. 404.5 Sv. PR heeft verdachte veroordeeld t.z.v. poging tot
zware mishandeling van A en hem vrijgesproken van poging tot zware mishandeling
van B, waarna Hof verdachte heeft veroordeeld t.z.v. medeplegen van poging tot
zware mishandeling van A en B. Zonder nadere ontbrekende motivering is niet
begrijpelijk dat het Hof enerzijds kennelijk heeft geoordeeld dat te dezen geen
sprake is van een tll. met gevoegde strafbare feiten doch anderzijds verdachte
onder aanhaling van art. 57 Sr heeft veroordeeld wegens het "medeplegen van
poging tot zware mishandeling, meermalen gepleegd". Volgt vernietiging en
terugwijzing. Samenhang met 16/04750.

Vindplaatsen Rechtspraak.nl
RvdW 2018/116
SR-Updates.nl 2018-0023

Uitspraak
19 december 2017
Strafkamer
nr. S 16/04749
CeH/JHO

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats
Arnhem, van 1 juli 2016, nummer 21/003015-15, in de strafzaak tegen:

[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993.

1 Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft S.F.W. van 't Hullenaar, advocaat te
Arnhem, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en
maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal W.H. Vellinga heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en
tot terugwijzing van de zaak naar het hof dan wel verwijzing van de zaak naar een aangrenzend hof
teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2 Beoordeling van het middel

2.1. Het middel klaagt dat het Hof de verdachte heeft veroordeeld voor een tenlastegelegd feit
waarvan hij in eerste aanleg is vrijgesproken.

2.2.1. Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:


"primair
hij op of omstreeks 3 februari 2014 in de gemeente Nijmegen tezamen en in vereniging met
anderen of een ander, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen
misdrijf om aan (een) perso(o)n(en) genaamd [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] ,
opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet [betrokkene 1]

- met een (ijzeren) staaf en/of een ketting, althans een hard voorwerp, (met kracht)
in/op/tegen het gezicht en/of op/tegen het hoofd heeft geslagen en/of,
- meerdere malen, althans eenmaal, (met kracht) in/op/tegen het gezicht en/of op/tegen het
hoofd heeft geslagen en/of gestompt en/of
- terwijl voornoemde [betrokkene 1] op de grond lag, (met kracht) meerdere malen, althans
eenmaal, in/op/tegen het gezicht en/of het hoofd heeft geschopt en/of getrapt en/of
- terwijl voornoemde [betrokkene 1] op de grond lag, (met kracht) meerdere malen, althans
eenmaal, op/tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of getrapt
en/of [betrokkene 2]
- met een (ijzeren) staaf en/of ketting, althans een hard voorwerp, (met kracht) in/op/tegen
de nek, althans het lichaam, heeft geslagen en/of
- terwijl voornoemde [betrokkene 2] op de grond lag, meerdere malen, althans eenmaal,
in/op/tegen het gezicht en/of het hoofd heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of
getrapt en/of
- meerdere malen, althans eenmaal, op/tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt
en/of geschopt en/of getrapt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is
voltooid.

subsidiair:
Hij op of omstreeks 3 februari 2014 in de gemeente Nijmegen tezamen en in vereniging met
een of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend (een) perso(o)n(en), te weten
[betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] , waarbij hij, verdachte, en/of zijn medeverdachte
[betrokkene 1]

- met een (ijzeren) staaf en/of een ketting, althans een hard voorwerp (met kracht)
in/op/tegen het gezicht en/of optegen het hoofd heeft geslagen en/of gestompt en/of
- terwijl voornoemde [betrokkene 1] op de grond lag, (met kracht) meerdere malen, althans
eenmaal, in/op/tegen het gezicht en/of het hoofd heeft geschopt en/of getrapt en/of
- terwijl voornoemde [betrokkene 1] op de grond lag, (met kracht) meerdere malen, althans
eenmaal, op/tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of getrapt en/of
[betrokkene 2]
- met een (ijzeren) staaf en/of ketting, althans een hard voorwerp, (met kracht) in/op/tegen
de nek, althans het lichaam, heeft geslagen en/of
- terwijl voornoemde [betrokkene 2] op de grond lag, meerdere malen, althans eenmaal,
in/op/tegen het gezicht en/of het hoofd heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of
getrapt en/of
- meerdere malen, althans eenmaal, op/tegen het lichaam heeft geslagen en/of gestompt
en/of geschopt en/of getrapt,
waardoor voornoemde [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] letsel heeft/hebben bekomen
en/of pijn heeft/hebben ondervonden."

2.2.2. De Politierechter in de Rechtbank Gelderland heeft bij vonnis van 19 mei 2015
bewezenverklaard dat de verdachte:
"op 3 februari 2014 in de gemeente Nijmegen ter uitvoering van het door verdachte
voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [betrokkene 2] , opzettelijk zwaar
lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet [betrokkene 2]
- terwijl voornoemde [betrokkene 2] op de grond lag, meerdere malen, althans eenmaal, in
heeft geslagen en
- meerdere malen, tegen het lichaam heeft gestompt en geschopt, terwijl de uitvoering van
dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid."

en hem te dier zake veroordeeld tot een werkstraf van 180 uren subsidiair, 90 dagen
hechtenis, met toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [betrokkene 2] tot een
bedrag van € 1.106,20.

De Politierechter heeft de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde wat betreft


[betrokkene 1] .

2.2.3. De verdachte heeft tegen het vonnis van de Politierechter hoger beroep ingesteld. De aan
de Hoge Raad gezonden stukken houden niet in dat ook de Officier van Justitie tegen
voormeld vonnis hoger beroep heeft ingesteld. Het Hof heeft ten laste van de verdachte
bewezenverklaard dat hij:
"op 3 februari 2014 in de gemeente Nijmegen tezamen en in vereniging met een ander, ter
uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan personen genaamd
[betrokkene 1] en [betrokkene 2] , opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met
dat opzet [betrokkene 1]
- meerdere malen, met kracht in/op/tegen het gezicht en op/tegen het hoofd heeft geslagen
en/of gestompt en
- terwijl voornoemde [betrokkene 1] op de grond lag, met kracht meerdere malen, tegen het
hoofd heeft geschopt en/of getrapt en
- terwijl voornoemde [betrokkene 1] op de grond lag, (met kracht) op/tegen het lichaam
heeft geslagen en/of gestompt en geschopt en/of getrapt en [betrokkene 2]
- (met kracht) in/tegen de nek heeft geslagen en
- terwijl voornoemde [betrokkene 2] op de grond lag, meerdere malen, in/op/tegen het
gezicht en het hoofd heeft geslagen en/of gestompt en geschopt en/of getrapt en
- meerdere malen, op/tegen het lichaam heeft geschopt en getrapt, terwijl de uitvoering van
dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid."

en hem te dier zake onder aanhaling van art. 57 Sr wegens het "medeplegen van poging tot
zware mishandeling, meermalen gepleegd" veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier
maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met
toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [betrokkene 1] tot een bedrag van €
960,00 en de vordering van de benadeelde partij [betrokkene 2] tot een bedrag van €
600,00.

2.3. Art. 404, vijfde lid, Sv luidt:


"Zijn in eerste aanleg strafbare feiten gevoegd aan het oordeel van de rechtbank onderworpen,
dan kan de verdachte alleen hoger beroep instellen van die gevoegde zaken waarin hij niet van
de gehele telastlegging is vrijgesproken."

2.4. Zonder nadere motivering, die ontbreekt, is niet begrijpelijk dat het Hof enerzijds kennelijk heeft
geoordeeld dat te dezen geen sprake is van een tenlastelegging met gevoegde strafbare feiten
doch anderzijds de verdachte onder aanhaling van art. 57 Sr heeft veroordeeld wegens het
"medeplegen van poging tot zware mishandeling, meermalen gepleegd".

2.5. Het middel is gegrond.

3 Slotsom

Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven en als
volgt moet worden beslist.

4 Beslissing

De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, opdat de zaak
op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I.
van de Griend en M.T. Boerlage, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter
openbare terechtzitting van 19 december 2017.

You might also like