Professional Documents
Culture Documents
Arbeid en Vermogen wisselI-TSO
Arbeid en Vermogen wisselI-TSO
Arbeid en Vermogen wisselI-TSO
1. De vermogendriehoek
1.1 Vermogen bij gelijkspanning
Het vermogen P = U x I
Symbool = P Eenheid Watt Afgekort W .
4
U-I-P
2 U1
I1
0 P1
0 30 60 90 120 150 180 210 240 270 300 330 360 390 420 450 480 510 540 570 600 630 660 690 720
-2
-4
-6
tijd
De vectoriële voorstelling
Bvb : U = 4V en I = 2A P = ……………………………….
b) Gemiddeld vermogen
P=
1 D. Dijckmans
Arbeid en vermogen bij wisselstroom-TSO
1.2.2 Met de stroom 30° verschoven op de spanning
a) Ogenblikkelijk vermogen
u = Um . sin . ωt i = Im . sin . (ωt +/- 30°)
p = u . i = Um . sin . ωt . Im . sin . (ωt +/- 30°)
De sinusoïdale voorstelling
8
4
U-I-P
2
I1
0 P1
0 30 60 90 120 150 180 210 240 270 300 330 360 390 420 450 480 510 540 570 600 630 660 690 720
-2
-4
-6
tijd
De vectoriële voorstelling
Bvb : U = 4V en I = 2A P = kleiner dan 8 Watt (centimeter)
P=UxI
Dit mag NIET meer
gebruikt worden bij een
faseverschuiving φ
b) Gemiddeld vermogen
zie paragraaf 1.3
4
U-I-P
2 U1
I1
0 P1
0 30 60 90 120 150 180 210 240 270 300 330 360 390 420 450 480 510 540 570 600 630 660 690 720
-2
-4
-6
tijd
2 D. Dijckmans
Arbeid en vermogen bij wisselstroom-TSO
De vectoriële voorstelling
U = 4V en I = 2A P = ………………….
……………………..……..
b) Gemiddeld vermogen
zie paragraaf 1.3
4
U-I-P
2 U1
I1
0 P1
0 30 60 90 120 150 180 210 240 270 300 330 360 390 420 450 480 510 540 570 600 630 660 690 720
-2
-4
-6
tijd
De vectoriële voorstelling
U = 4V en I = 2A P = ………………….
……………………..……..
b) Gemiddeld vermogen
zie paragraaf 1.3
3 D. Dijckmans
Arbeid en vermogen bij wisselstroom-TSO
Pgem = Pa + Pr = U x Ia + 0 Nu is Ia = I cosφ
Zodat P = U x I x cosφ
1.4 De vermogendriehoek
U P
Ta
S
Q
Ir I
4 D. Dijckmans
Arbeid en vermogen bij wisselstroom-TSO
S² = P² + Q² S= P² + Q²
P = S cosφ
P = S sinφ
tgφ = Q / P
2. De arbeidsfactor
2.1 Definitie
De verhouding tussen het actiefvermogen en het schijnbaar geleverd vermogen, noemen
we de arbeidsfactor
Arbeidsfactor = ___P____ = __U x I x cos_φ____ = cos φ
S UxI
5 D. Dijckmans
Arbeid en vermogen bij wisselstroom-TSO
3) Een verbruiker moet een vermogen van 2500W ontwikkelen bij een spanning van 230V.
Bereken de opgenomen stroomsterkte indien dit gebeurt met een arbeidsfactor van 1 van
0,9 en van 0,8?
Geg : P= Gevr : I1, I2, I3
U=
Opl : P = U x I x cosφ
6 D. Dijckmans
Arbeid en vermogen bij wisselstroom-TSO
Oefeningen
1) Een impedantie van 20 ohm wordt aangesloten op een spanning van 100V. De
faseverschuiving tussen U en I bedraagt 40°. Hoe groot moet de condensator zijn die
parallel over deze verbruiker zal worden geplaatst om een arbeidsfactor van 1 te bekomen?
Geg : Gevr :
Opl :
2) Welke condensator moet er over een verbruiker Z met een ohmse weerstand van 50 ohm
en een inductieve reactantie van 40 ohm geplaatst worden om een arbeidsfactor van 1 te
bekomen? Hoe groot is de totale stroom zonder en met een aangesloten condensator als de
spanning 230V bedraagt?
Geg : Gevr :
Opl :
7 D. Dijckmans
Arbeid en vermogen bij wisselstroom-TSO
Wattmeter, voltmeter en een ampèremeter
3.2 Oefening
De wattmeter meet 2100W. De voltmeter 220V en de ampèremeter 11A.
Hoeveel cosφ en hoeveel bedraagt Z?
Geg : P = 2100W U=220V I = 11A Gevr : cos φ en Z
Opl : of:
L1 ________
N ________
P = afleeshoek x coëfficiënt
8 D. Dijckmans
Arbeid en vermogen bij wisselstroom-TSO
Het gemeten vermogen (in Watt) is gelijk aan de afleeshoek x coëfficiënt
Oefeningen :
Hoeveel vermogen meet je als de wijzer op het einde van de schaal staat
1A 480V
5A 120V
L1 ________
N ________
P = afleeshoek x coëfficiënt
9 D. Dijckmans
Arbeid en vermogen bij wisselstroom-TSO
Het gemeten vermogen (in Watt) is gelijk aan de afleeshoek x coëfficiënt
Oefeningen :
Hoeveel vermogen meet je als de wijzer 30 aanduidt
240V
120V
3.7. Labooefening
1 Schema
L1
2 Gebruikte meettoestellen
Wattmeter : Voltmeter : Ampèremeter
3 Tabel
4 Berekeningen
Opl :
4. De kWh meter
4.1 Wat meet een kWh meter?
10 D. Dijckmans
Arbeid en vermogen bij wisselstroom-TSO
De kWh -meter meet het energieverbruikof gebruikte elektrische arbeid.
W= P x t eenheid :
Men kan hiermee de kostprijs berekenen van zijn verbruikte elektriciteit.
Symbool :
4.3 Werkingsprincipe
De werking steunt op het inductieverschijnsel. Een horizontaal vrij draaiende
aluminiumschijf wordt beïnvloed door de magnetische velden van een stroomspoel en
spanningsspoel. Hierdoor gaat de schijf draaien. Een worm en een wormwiel brengen de
beweging van de schijf over op een telwerk met cijferrollen en het geheel is derwijze
ingesteld dat het telwerk het verbruik in kilowatturen aangeeft.
3F zonder N :
Hier volstaan 1 / 2 / 3 / 4 spanningsspoelen en 1 / 2 / 3 / 4 stroomspoelen werkend op 1 / 2 /
3 / 4 schijven. Deze zijn eveneens op een gemeenschappelijke as bevestigd die het telwerk
aandrijft.
4.5 Tarieven
4.5.1 Normaal tarief :
a) Vaste vergoeding van x euro per jaar
b) alle verbruikte kWh tegen x euro per kWh ongeacht het ogenblik van verbruik
11 D. Dijckmans
Arbeid en vermogen bij wisselstroom-TSO
12 D. Dijckmans