Deel Iii de Wijzigende Omgeving in Het Financiewezen

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 11

DEEL III: DE WIJZIGENDE OMGEVING IN HET

FINANCIEWEZEN (PG 218-234)

HOOFDSTUK 1 : DESINTERMEDIATIE

A. BETEKENIS
 Klassieke intermediatierol van de banken wordt minder belangrijk
in Europese Unie nog veel sprake van intermediatie = bank die
optreedt als tussenpersoon of kredietbemiddelaar.
 In Angelsaksische landen treden bank banken mindere op als
intermediair.
 Banken hebben nog steeds comparatief voordeel
 Kennis van beide markten: die van de deposito’s en van de
kredieten.

 Banken dragen debiteurenrisico (in het intermediair model, dit


vervalt via desintermediatie). En spelen rol als geldschepper (valt
weg in het desintermediair model)
o Meer kredietverlening dan depositowerving 
liquiditeitsrisico

 Desintermediatie
o Klassieke intermediatierol van de banken wordt minder
belangrijk
o Er ontstaat een toenemende deel van spaargeld dat niet
meer als deposito bij banken terechtkomt
 Waar wel?
 Belegger koopt onmiddellijk effecten die door
ondernemingen zelf onmiddellijk op
kapitaalmarkt uitgegeven zijn.

1
o Marktmodel
 Werving van werkmiddelen gebeurt via de markt en
rechtstreeks bij ondernemingen of instellingen die
kapitaal nodig hebben.

 Besluit
o Desintermediatie neemt toe door openstelling van de markt
en modernisering van financiële markten (sneller en meer
informatie)

 Voorbeeld
o Grote onderneming heeft 100 miljoen euro nodig, ze gaan
hiervoor naar een bank, de kans dat een bank dit toestaat
is zeer klein omdat het een groot risico is, wat ze wel
kunnen doen is deze onderneming helpen een obligatie uit
te geven en hiervoor vragen ze dan een commissie.
 Bij dit voorbeeld heeft de bank dan eerder de rol van
makelaar, hier doen ze niet aan intermediatie.
 Dit heeft als gevolg dat de bank andere risico’s zal
hebben, dat van kredietrisico zal weggaan maar het
operationeel risico zal toenemen.

B. GEVOLGEN
1. Aard van bankactiviteiten evolueert
o Banken krijgen eerder rol als makelaar door kennis van
markten
 Functie om marktpartijen bij elkaar te brengen

2. banken spelen rol in beheer van commercialisering van ICB’s


o Door rechtstreekse toegang tot de beurs
3. Ontwikkelen van buiten-balansactiviteiten
o Genereren van fee-inkomsten
 Commissies voor geleverde diensten
4. Samenstelling inkomsten verandert

2
o Verdwijnen inkomsten uit intermediatie (renteverschil),
meer provisie gebonden activiteiten

 Tendens tot schaalvergroting


o Eerste fusiegolf 1988-1992
 Grensoverschrijdende fusies bij Franse en Duitse
banken start van bank-verzekeraars
 Meer samenwerking tussen verzekeraars en
banken (begonnen in Frankrijk en Duitsland
branchevervaging)
 banken richten eigen verzekeringsmaatschappijen op
 vb: kredietbank, Gemeentekrediet
 geïntegreerde financiële groepen
 vb: ING in Nederland
o tweede fusiegolf 1995-1997
 vooruitzichten oprichting EMU
 meer concurrentie van internationale spelers
 zoeken naar schaalvergroting

 FUSIES in België tussen welke groepen?


 Ontstaan van:
o FORTIS nu BNP PARIBAS FORTIS
o KBC
o DEXIA nu Belfius

 Bankiers, verzekeraars en beursmakelaars


komen meer in elkaars vaarwater terecht
o Branchevervaging
o Betekent dat alle financiële instellingen
alle financiële activiteiten vrij mogen
uitoefenen

 Vroeger: meer specialisatie


o Spaarbanken: hypothecair krediet
o Zakenbanken: krediet aan
ondernemingen
o Beursmakelaars: alleen beurstransacties
o Nu: iedereen doet alles (dankzij statuut
van 1993)

3
 Fenomeen
o Eenheidsmunt
o Desintermediatie
 Zorgen voor verlies aan inkomsten
 Besparen in kosten en meer
marktaandeel zoeken
 Door fusies
o Meer vermogen
o KI krijgen betere rating
o Uitbreiding marktaandeel makkelijk

HOOFDSTUK 2: BRANCHEVERVAGING
 Alle financiële instellingen mogen vrij alle financiële activiteiten
uitvoeren
 Vroeger
o Spaarbanken: specialisatie in hypothecaire kredieten
o Zakenbanken: kredietverlening en bijstand aan
ondernemingen
o Beursmakelaar: transacties op de beurs – beleggingsadvies

 Nu
o Richt iedereen zijn pijlen op alles
o Grotere concurrentie op verschillende niches

HOOFDSTUK 3: DEREGULERING
 Minder regelementen en beperkingen sinds de jaren ’70
 Toch nog strenge controles op de banken in België door FSMA
 Veranderingen in België:
o Liberalisering overheidsfinanciering: alle beleggers
toegelaten (ook buitenlanders)
o Banken mogen terug aandelen aanhouden van andere
ondernemingen
 Vb: verzekeringsmaatschappijen
o Intrestvergoedingen bepaald door onderlinge concurrentie
tussen banken

4
 Maar solvabiliteit van banken mag niet in het gedrang
komen
 Door regels opgelegd door Bazelcomité voor
banktoezicht cfr Bazel-akkoorden

HOOFDSTUK 4: DE TECHNOLOGISCHE VOORUITGANG


 Inbreng van informatie en telecommunicatietechnologie
o Goedkoper en sneller
 Gevolgen:
o Toenemende mondialisering
o Meer mobiliteit van kapitaal
o Cliënten krijgen toegang tot buitenlandse markten
o Stimulatie van financiële vernieuwingen

HOOFDSTUK 5: DE EUROPSES FINANCIËLE EN MONETAIRE


INTEGRADATIE

A. DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE


 EMU heeft markt ruimer gemaakt

B. SCHAALVERGROTING
 Door fusies tussen banken
 Grote internationale financiële groepen

 Geïntegreerde financiële groepen


o Bankassurance = bankverzekeringen
 Banken verkopen verzekeringsproducten (vb: TAK
21, TAK 23)
o Assurfinance
 Verzekeringsmaatschappijen verkopen bankproducten

 Reden van bestaan van geïntegreerde financiële groepen


1. Vergrijzing van de bevolking
o Meer LT sparen (via levensverzekeringen)
o Zoeken naar alternatief om hogere rente te krijgen

2. Fiscale voordelen via levensverzekeringsproducten

5
o Aftrekbaar in personenbelasting
o Vrijstelling RV mogelijk (meer dan 8 jaar of 130%
overlijdensdekking)

3. Beleggen in één product

4. Kleine rentemarge en desintermediatie voor banken


o Nieuwe markten zoeken

5. Kantorennet is uitstekend distributiekanaal


o Bankassurance initieel vooral geconcentreerd rond
 Levensverzekeringsproducten
o Later ook uitbreidingen naar:
 Autoverzekeringen
 Brandverzekeringen (woning)
o 5 belangrijkste bankassurancegroepen zijn:
 BNP PARIBAS FORTIS
 KBC
 BELFIUS
 ING & AXA

 Geïntegreerde financiële groepen


o Verzekeraars kozen voor overnames van spaarbanken met
beperkt aantal kantoren om van daaruit een
distributienetwerk uit te bouwen in bancaire producten
 Vb: overname door Royal Belge van An-Hyp
spaarbank
 Nu gekend als AXA met uitgebreid
kantorennetwerk via zelfstandige agenten

 Banken breiden productengamma uit om totaalpakket aan te


bieden
o Dagelijks bankieren
o Sparen en beleggen
o Hypothecaire lening
o Autolening
o Levensverzekeringen
o Groepsverzekeringen
o Pensioensparen via verzekeringen of beleggingsportefeuille

6
 Meer diversificatie in aanbod dan vroeger
o Vergt andere aanpak
o Meer knowhow vereist
o Nieuwe risicobenaderingen
 Voor banken vroeger vooral debiteurenrisico en
liquiditeitsrisico
 Nu ook specifieke risico’s i.v.m. verzekeringen
o Ontstaan van grote geïntegreerde financiële groepen
bewerken van cliënteel via totaalpakketten
o Ontstaan van nieuwe producten
 Vb: effectendepot met successieverzekering

 Multikanaalbenadering
o Vroeger slechts distributiekanaal
o Nu meerdere kanalen
 Kantorennet
 Netwerk van zelfstandige agenten
 Verkopen van producten via andere banken
 Voor kleine klanten: gestandaardiseerde benadering
 Internetbankieren
 Voor grote klanten: persoonlijke behandeling

o Gebruik van merknaam voor zowel bank als verzekering


geeft besparingen
 Gezamenlijke administratie
 Gemeenschappelijk IT-platform
 Merknaam  minder kosten voor naamsbekendheid
 Herkenbaarheid
 Totaalaanpak
 Schaalvoordelen

o Benadering van verschillende doelgroepen


 Vb: AXA die nu ook grote ondernemingen bewerkt en
als klant heeft

o Diversificatie van traditionele bankactiviteiten t.o.v.


geïntegreerde financiële groepen ontstaan ook nichebanken
 Specialiseren in bancaire materies
 Voorbeelden
1) Commercieel bankieren
 Vermogensbeheerders (bv: SG Private Banking)

7
 Specialiseren in een bepaalde nichemarkt (bv:
Bank J. Van Breda & Co)

2) Zakenbankieren
 Investment bankers
 Advies bij fusies, overnames, aandelenuitgiftes,
… (vb: Lazard, Rothschild)

6. Beursmakelaars
7. Institutioneel beheer
8. Private banking
o Gepersonaliseerde service voor vermogend cliënteel

9. Niet bancaire activiteiten


o JP Morgan Chase in België ondermeer via Euroclear

 Deze trends geven dynamiek en ontwikkeling in de financiële


wereld aan en mogelijkheden voor creativiteit

C. INTERNE KOSTENBESPARINGEN EN HERSTRUCTURERINGEN


 Interne reorganisaties
 Kostenprijzen onder controle houden
o Afbouw van aantal kantoren
o Minder loketwerk  self-banking wordt gestimuleerd
o Minder dure transacties (ontmoediging gebruik cheques)
o Meer automatisatie
o Afschaffing drukken van effecten (dematerialisatie)

 Internet en de financiële sector


o Internet als online bank
o Integratie van veiligheid
 Elektronische handtekening (smartcard en
cardreader)
 Firewalls
o Voordelen: kostenbesparingen, snelheid en info online
beschikbaar

8
D. HET INTERNET IN DE FINANCIËLE SECTOR
 Nadelen:
o Investeringskosten
o Virtuele banken  geen persoonlijk contact meer
o Constante opvolging veiligheid
o Afhankelijk van technologie
o Concurrentie vanuit andere hoek commerciële bedrijven
bieden eigen

 Kredietformules aan
o Versterking desintermediatie bedrijven verspreiden
gemakkelijk informatie aan beleggers voor eigen
financiering (zonder tussenkomst van een KI)

E. PRIVATE BANKING ALS NICHE


 Niche in de markt
o Bankieren voor vermogende klanten

 Kantoren van private bankers zijn rijkelijk en weelderig ingericht


klanten worden discreet ontvangen
 Voor private bankers:
o Enorme bron van inkomsten vergoeding voor beheer van
vermogen

 Oorzaak: groei van private banking-activiteiten


o Toename van de welvaart
o Toename van de rijkdom

 Verandering in beleggingspatroon
o Vroeger vooral kasbons (of vastrentende effecten)
o Nu: meer interesse voor meer dynamische beleggingen
(aandelen, opties, …) meer oog voor rendement

9
 Wie? (doelgroep)
o Vrije beroepers
o Leidinggevenden (>40-jarigen)
o Ondernemers

 Meer aanbod van vermogen op beleggingsmarkt gestimuleerd


door:
o Meer en sneller financiële informatie
o Beurshausses
o Succesverhalen van beleggers
o Lage intrestvoeten

 Beroep doen op professionele portefeuillebeheerders


o Banken: bemerken deze markt met enorm
opbrengstpotentieel

 Hoe lok je vermogende klanten?


o Reputatie van private banker
o Discretie
o Persoonlijke begeleiding
o Mond-tot-mondreclame

 2 manieren van dienstverlening


1. Adviserend
2. Discretionair beheer
o Beheer door privé bankier van patrimonium, maar
tegengaan van witwasoperaties

 Banken onderzoeken meer oorsprong van vermogen bij


aanvaarden van vermogen en medeweten van frauduleuze
oorsprong
o Schade aan reputatie

 Inkomsten via private banking


o 0,3% - 0,5% van beheerde activa voor advies
o 0,5% - 1% voor discretionair beheer

 Private banking start vanaf minimumkapitaal


o Vb: bank delen vanaf 250.000 euro

10
o FORTIS, KBC Asset Management, ING Private banking
vanaf 1.000.000 euro
o Bank Degroof Petercam vanaf 2.000.000 euro

11

You might also like