Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 7

Les 1: Beweging

Evaluatieonderdelen:

EVO 1 : SCHRIFTELIJK EXAMEN

juni
Wat te kennen?
Lessen/cursus – Toledo ‘leermateriaal’

EVO 2: OPDRACHT DANS

Evaluatie tijdens laatste les beweging (mei)

Choreografie dansexpressie op eigen niveau in groep van 3 à 4 personen

Inhoud?

Lessen – Studiewijzer

ZILL ↔ beweging
Leerdoelen

 De opbouw van zill begrijpen


 Weten welke ontwikkelvelden dominant zijn voor wat betreft de bewegingslessen.
 De ontwikkelthema’s en hun inhoud kennen binnen het ontwikkelveld MZ en MU.
 Generieke doelen kunnen koppelen vanuit de andere ontwikkelvelden aan één of meerdere
generieke doelen uit MU en/of MZ aan de hand van een voorbeeld.

Harmonische ontwikkeling van het kind

Elk menselijk gedrag is een geheel van de 3 componenten en niet te beschouwen als afzonderlijk
componenten.

Vbn. waar 1 v/d 3 op voorgrond treed.


-> motorisch gedrag: rekken van de spieren

->emotioneel gedrag: kind dat huilt omdat het gepest wordt.

->cognitief gedrag: hoofdrekenen


Harmonische ontwikkeling van het kind

 Lichaamsplan:
Het totaal van een goede organisatie van sensomotorische structuren dat het
geautomatiseerd gedrag (zonder nadenken) bepaald.

Voorbeeld: zonder nadenken op een bal trappen.


Kinderen waarbij deze component onvoldoende ontwikkeld is zullen bijv. naast de bal
trappen.

 Lichaamsbesef:
Het bewust zijn van eigen lichaam.

Voorbeeld: weten dat we ons linkerbeen over ons rechterbeen kruisen zonder te kijken,
weten hoever ons been komt als we het strekken, weten waar onze voor- en achterkant is.

 Lichaamsidee:
Subjectief oordeel over eigen lichaam betreft uitzicht, mogelijkheden en grenzen en sociale
interactie (het al dan niet aanvaard worden door vookomen en kunnen).
Harmonische ontwikkeling
= benaderen van kind in zijn totaliteit

Ontwikkeling van de psyche heeft als noodzakelijk gevolg een verbetering van de motoriek en
omgekeerd.

De psychomotorische opvoeding zet ‘beweging’ in met als doel om de gedragingen van het kind te
verbeteren.
Bijv. via bewegen begrippen kennen als ‘voor’, ‘onder’, ‘hard’, ‘vlug’….

De psychomotorische opvoeding zet ‘beweging’ in met als doel om de gedragingen van het kind te
verbeteren.

Concreet:

 Verwerven van ruimteperceptie


 Verwerven van lichaamsperceptie
 Verwerven van tijdsperceptie

Ruimte- en tijdperceptie lokt uit dat je jezelf in beweging beter organiseert (lichaamsperceptie)

Ontwikkelniveau van lichaamsperceptie bepaald in welke mate je kan rekening houden met ruimte-
en tijdsaspecten van een situatie.

De psychomotorische opvoeding zet ‘beweging’ in met als doel om de gedragingen van het kind te
verbeteren.

VOORBEELDEN VAN ACTIVITEITEN:


Spelen van tikspelen = verbeteren van tijd- en ruimteperceptie -> zich verplaatsen in het verkeer

Steekparels, gedetailleerde kleuroefeningen is belangrijk voor de fijne motoriek (-> verbeteren van
oog-handcoördinatie) welke van belang is voor het gemakkelijk uitvoeren van manipulatieve
handelingen bijv. naar zaken grijpen zonder deze om te stoten.

Deelnemen aan de bewegingscultuur en zich daarbij goed voelen



Op een degelijke manier deelnemen aan maatschappelijk cultuurleven

Een gelukkig kind nu en later
Hoe
ziet een les beweging eruit?

Algemeen doel:

 Onderhoud of verbetering van fysieke capaciteiten.


 Verbeteren van de bewegingsbehendigheid.
 Ontspannen en/of overtollige energie kwijt geraken.

Kenmerken:

 Intensiteitscurve: opwarming ->opvoeren van inspanning ->intensieve arbeid <->rust- en


recuperatiemomenten ->slot: rustig
 Opbouw: Progressieve en variante leerinhouden
 Organisatie: Gebruik van opstellingsvormen, werkvormen en verplaatsingsvormen aangepast
aan de spec. activiteit.
 Aangepast aan beginsituatie van lln. en omstandigheden (context).
 Opvoedend: leereffect (fysiek, psychomotorisch en socio-affectief) + bewegingsvreugde
bewaren en bewegingsgezindheid kweken.

3 FASEN:

 Inleiding/opwarming
 Kern
 Slot
Fase 1: Inleiding/opwarming -1/5 tijdsduur les.

Inhoud: Aanspreken van romp-, arm- en beenspieren (grootmotorisch bewegen)

Doelen:
*opwarmen van spieren →→ voorkomen spierletsels
*psychisch klaarmaken voor komende activiteit = aandacht richten, lichaams-, ruimte- en tijdsbesef
opdoen.

Principes:
* Gemakkelijke organisatie
* Weinig materiaalgebruik. Toch materiaal: gebruik ook in kern v/d les.
* Voldoende intensief maar niet te inspannend.
* Voldoende afwisseling in de opwarmingen
* Speel in op kern van de les.

Voorbeelden:
* Oversteekopdrachten
* Reactieopdrachten
* Imitatieopdrachten
* Spelopwarming
* Ritmische opdrachten
* Specifieke opdrachten ifv. kern bijv. springvaardigheden – accent op onderste ledematen in
opwarming,…
* ….

Fase 2: Kern -3 à 4 /5 tijdsduur les.

Doelen:

Behandelen van het lesonderwerp of dominante inhoud.


Is sterk gelinkt aan het opgegeven onderwerp in de LVB.

Inhoud:

Voorzie voldoende variatie qua inhoud, organisatie, vastliggende <-> vrije opdrachten….

Fase 3: Slot - ongeveer 1/10 van de lestijd.

Doelen:

De lln. komen psychologisch en fysiologisch tot rust.

Inhoud:

Relaxatie- of waarnemingsspel, leergesprek, opruimen van materiaal…


Waarom bewegen in de klas?

 Beter fysieke conditie


 Kinderen hebben een bewegingsdrang → energie kwijtraken
 Aanscherpen van concentratievermogen
 Verbinding tussen hersenhelften → gemakkelijker leren
 Positief effect op het socio-emotioneel welbevinden
 Prettiger leren!

Aanbod van activiteiten

Les LO

Streven naar gedragsverandering door bewegen doorheen de dag aan bod te laten komen

 Bewegingsvriendelijke omgeving
 Stimuleren van fietsen/wandelen
 Bewegingsintegratie in verschillende vakken – HARMONISCHE ONTWIKKELING
 bewegingstussendoortjes

Bewegingstussendoortjes

Wanneer? Onderbreking van de les of overgang naar ander lesonderwerp

Tijdsduur? 2 à 5 min. of korter → rendeert

BEWEGINGSTUSSENDOORTJES ZIJN ER OM DE LEERLINGEN ZOWEL MENTAAL ALS FYSIEK TE


STIMULEREN OM AANDACHTIG TE BLIJVEN.

Bewegingsintegratie

= Bewegend leren of leren in beweging

= Alle activiteiten die toe te passen zijn in de klaspraktijk met het oog op:

enerzijds bereiken van kennis, vaardigheden en attitudes

anderzijds het verhogen van de fysieke activiteitsgraad.

-> bij de bewegingen is er altijd interactie met andere lln.


3 vormen van bewegingsintegratie (p.51)

You might also like